LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
167. 'T IS MAAR ééN KEER: NUCLEAIRE
TOP! (30/03/2014)
166. HET ONVERMIJDELIJKE ZINKEN:
TITANIC-RAMP BLIJFT FASCINEREN (23/03/2014)
165. OV IN DE LEIDSE DORPSPOLITIEK
(2); GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
(2 DELEN) (09/03/2014 en 14/03/2014)
164. DE ZAAK-BENNO L.;
MIJN BUURTJE IN DE SCHIJNWERPERS (02/03/2014)
163. BUS-HATERS WINNEN PLEIT; OV IN
DE LEIDSE DORPSPOLITIEK (1) (23/02/2014)
162. 'OUR WORLD' (1967), EEN UNIEK
TV-PROGRAMMA (16/02.2014)
Portret
van Willem II door Nicolaas Pieneman (1849).
Overgenomen van
Wikipedia
Vanzelfsprekend had ik op zaterdag 29
maart ook het feestje
in Den Haag kunnen meevieren voor twee eeuwen Nederlandse Grondwet. Na
uren in
de rij staan had ik dan misschien zelfs nog wel een glimp kunnen
opvangen van
de koning. Maar ik koos die dag voor het Dordrechts
Museum, waar de vermaarde
kunstcollectie te zien is van zijn bet-bet-overgrootvader, Willem II
(1792-1849),
voor intimi: Guillot.
Straks meer over deze
tentoonstelling: ‘Willem II, kunstkoning’.
Maar eerst iets over onze jubilerende Grondwet. Die heeft de
Oranje-dynastie op
de troon geplaatst. In 1848, tijdens de 9 jaar dat Willem II daarop
mocht
zitten, vond een niet onbelangrijke grondwetswijziging plaats. In dat
revolutiejaar hadden heel wat Europese vorsten hun troon goed- of
kwaadschiks moeten
afstaan. In Nederland werd geen schot gelost, maar achtte Willem II het
wel raadzaam,
akkoord te gaan met een drastische inperking van zijn macht. Sinds dat
moment
is de koning onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk, wat
betekent
dat een koning niet zo gek veel meer te vertellen heeft in dit land. Er
kwam
toen ook stemrecht, zij het nog alleen voor rijke mannen.
Populariteitscijfers werden nog niet
verzameld in de tijd
van Willem II. Er werd besmuikt gefluisterd over zijn homoseksuele
avontuurtjes. Maar gezien het karakter van zijn voorganger Willem I en
dat van zijn
opvolger Willem III, moet het regime van de Kunstkoning toch wel
aangevoeld
hebben als een weldadig interbellum.
Willem I had geregeerd als een
verlicht despoot. De
koning-koopman hielp de economie van Nederland er na Napoleon weliswaar
bovenop, maar hielp haar aan het eind van zijn regeringsperiode net zo
hard
weer in het slop, door zijn vergeefse, uitputtende strijd in België,
dat zich
onafhankelijk verklaard had. En zoonlief Willem III, een man met een
oplopend
humeur, re(a)geerde zijn frustratie over die herziene Grondwet af op
zijn omgeving,
wat hem de bijnaam Koning Gorilla opleverde.
Aan het hof van Willem II echter
niets dan kunstzin en
verfijning. Dat kwam niet in de laatste plaats door zijn echtgenote
Anna
Paulowna, de dochter van de Russische tsaar, die thuis een bloeiend
hofleven
gewend was, met pracht, soirees en bals. Bij zulke gelegenheden zat
Willem II
de klok naar twaalf uur te kijken; hij hield niet van bals. In het
koninklijk paleis
op de Kneuterdijk hing de Gothische zaal vol met kunstwerken, waarvan
er deze
lente zoveel mogelijk bijeen gebracht zijn in Dordt.
Meer nog dan aan kunstzin en praal,
had Willem II zijn
populariteit te danken aan enkele wapenfeiten op het slagveld, behaald
in zijn
jeugd, toen hij nog maar Prins van Oranje was. Tijdens de slag bij
Waterloo in
1815 raakte hij gewond, een schotwond aan zijn schouder. Anna Paulowna
heeft de
botsplinters altijd bewaard in een fraai bewerkt ijzeren kistje, dat te
bewonderen valt op de tentoonstelling. Ook zijn paard raakte tijdens
die veldslag
gewond. Dat paard vertoeft nu ook in Dordrecht; opgezet.
Zelf liet de prins een 45 meter hoge
piramide oprichten met
een wanstaltige, 28 ton zware gietijzeren leeuw erop, op de plek waar
hij net
niet gesneuveld was. Ik reisde er in 2003 voor naar Eigenbrakel,
waar
de Slag
bij Waterloo heeft plaatsgevonden. Die had dus eigenlijk de Slag bij
Eigenbrakel moeten heten, maar dan hadden liedjes als ‘Waterloo’
van ABBA een stuk minder goed
gebekt, grapte ik in dat stukje.
In 1831,
tijdens de
Tiendaagse veldtocht tegen de Belgen, deed de prins opnieuw van zich
spreken. Zijn
paard sneuvelde, en zelf raakte hij opnieuw gewond. Tijdens de
Veldtocht droeg
hij een portret van zijn Anna, geschilderd door Cornelis Kruseman met
zich mee,
opgerold in een koker. Ook dat is nu, uitgerold, te zien in Dordrecht.
Veel werken uit zijn collectie tonen
een hang naar heroïek.
Hij omringde zich graag met portretten van zijn militaire helden, zoals
Alexander de Grote, Stadhouder Maurits die de Slag bij Nieuwpoort won
en de Leidse
burgemeester Van der Werff die tijdens het Beleg van Leiden zijn
lichaam ter
consumptie zou hebben aangeboden aan de hongerende burgers. Zijn
bondgenoten
uit de Slag bij Waterloo, de veldheren Blücher en Wellington, ontbraken
ook
niet, zij het dat ze genoegen moesten nemen met een plekje in de marge
van een portret
van Willem II zelf.
Naast heroïsche werken bezat Willem II veel tekeningen en schilderijen van beroemdheden als Leonardo Da Vinci en Rembrandt. Daarbij moet ik zeggen dat de smaak van de vorst niet erg overeenkomt met de mijne. Een tekening kan honderd keer van Leonardo of Van Rijn zijn, maar als de vonk niet overslaat, laat het je toch min of meer lauw. Dat maakte het samenstellen wat eenvoudiger van de tentoonstellings-top-5 van werken die mij frappeerden. Hier volgt hij. Klik je op de link, dan verschijnt als het goed is, de website waar ik de kunstwerken vandaan heb geplukt, in een nieuw venster.
Willem Hendrik
Hoogkamer, ‘De Slag bij Quattre-Bras, 16
juni 1815’. Naar Haatje Pieters Oosterhuis. De kroonprins als aanvoerder van zijn troepen, twee dagen voor ‘Eigenbrakel’. Willem was voor de slag bij Quatre Bras weggeroepen van een bal in Brussel dat hij bijwoonde. Het zal hem niet gespeten hebben. Maar in de haast vergat hij zijn sabel mee te nemen naar het slagveld, en gebruikte hij zijn steek om zijn mannen de weg te wijzen. ’’t Is hier om haardsteden en altaren te doen!’, zei hij; mannentaal! |
|
Willem Grebner, ‘De held van Nederland’. Naar Mattheus Ignatius van Bree. ca. 1816. Daar staat hij dan, in vol ornaat, dapper zijn pijn te verbijten, zo het lijkt. Maar een held is vooral een held als hij geblesseerd, zo niet: dood is. |
|
Jan Havixzoon Steen, ‘Driekoningenfeest’. ca. 1660. Zo’n frivool schilderij
verwacht je niet in de collectie van
een ernstig man. En daarom juist wel in mijn top-5. Op deze pagina nog wat
meer uitleg. |
|
W.J.J. Nuyen, ‘De oude Molen in de winter’, jaren
30 van
de 19e eeuw. Brrrrr! Dit schilderij heeft ongeveer net zo’n koude uitstraling als die ijsberg op de Titanic-tentoonstelling. De onttakelde molen, de wijzende man op de stelling, de schamele luyden beneden… De in 1839 jong gestorven romantische schilder Nuyen lijkt op dit schilderij een verhaal te willen vertellen. Maar welk? In ieder geval geen vrolijk. De toeschouwer mag het zelf invullen. |
|
Nicaise de Keyzer, ‘Laatste wilsbeschikking van Willem II’,
1849. Willem II gedenkt de armen van
Den Haag in zijn testament. De
opbrengst van een tentoonstelling na zijn dood zou voor hen bestemd
zijn. Zelf zat de koning op zwart zaad. Zijn kunstcollectie moest na zijn dood geveild worden om zijn schulden te kunnen betalen. Daardoor werden de kunstwerken verspreid over de hele wereld. Om anno 2014 terug te keren naar Holland. Nog tot 15 juni 2014 zijn ze te zien in het Dordrechts Museum. |
FHM
6 april 2014
P.S.: Hierboven werd de Belgische Opstand een paar keer
aangestipt. Dat riep me het werkstuk in herinnering dat ik in 2004 als student
Nederlands schreef over de dichter Adriaan van der Hoop, die de heldendaden der
Nederlanders bezong tijdens de oorlog met wat sindsdien onze zuiderburen zijn.
Meestal schreef ik werkstukken over humoristische literatuur. Deze keer wilde
ik nu eens echt met iets serieus aankomen. Ik kreeg ook sterk de indruk, dat Van der
Hoop zijn schrijfsels serieus bedoeld had en zijn tijdgenoten die ook als
zodanig opvatten. Maar enkele van zijn gedichten over de Belgische Opstand
werkten me toch vooral op de lachspieren.
VOLGENDE
AFLEVERING:
MIJN OUDERS OP STAP; LOW-BUDGETVAKANTIE IN 1952 (13/04/2014)
© Frans Mensonides, Leiden, 2014