Nr. 194 - zondag 8 maart 2015
Hoogheemraadschapsverkiezing




LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

193. MOSKEE EN ROC; MIJN BUURTJE WEDEROM IN HET NIEUWS (01/03/2015)
192. VERGETEN SLAVEN: NEDERLANDSE ZEELIEDEN (22/02/2015)
191. LEVENSVERHAAL IN FOTO'S; UIT MIJN MOEDERS ALBUM (15/02/2015)
190. 'BEDIENDEN, VERBREEKT UW BANDEN'; 'MENS EN WERK'IN HELMOND (08/02/2015)
189. IN PLAATS VAN TOESPRAKEN - IN MEMORIAM VOOR MOEDER (01/02/2015)
188. AFTELLEN VAN 40 NAAR 1: VERONICA TOP 40 50 JAAR (05/01/2015)






Gevel van het Gemeenlandshuis van Rijnland in Leiden

Vorige week viel hij ook bij mij door de brievenbus: de oproep voor de verkiezing van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap van Rijnland. Volgens mij heb ik er nooit eerder een gehad, en als dat toch het geval was, heb ik hem in ieder geval genegeerd.

Er is de laatste jaren veel veranderd bij de waterschapsverkiezingen (tussen haakjes: een hoogheemraadschap is niets anders dan een waterschap dat aan de Noordzee ligt). Vroeger stemde je per brief, en kon je alleen stemmen op personen – die je meestal niet kende. Die verkiezingen kenden een ‘opkomst’ (als je daarvan kan spreken bij stemmen per post) van slechts zo ongeveer 5%. Sinds 2008 stem je op partijen in plaats van personen, en met ingang van dit jaar doe je dat in het stemhokje, tegelijk met de verkiezing van de Provinciale Staten.

De waterschappen zijn grote onbekenden bij het publiek, maar zijn toch niet geheel onbelangrijk voor het voortbestaan en welzijn van ons, Nederlanders. Ze zorgen er al sinds de middeleeuwen voor dat we met z’n allen droge voeten houden in dit land. En dat doen ze al die tijd al via de weg van democratische besluitvorming, waarmee ze bijna de oudste nog bestaande democratische instellingen ter wereld zijn. Er wordt wel gezegd dat het Nederlandse poldermodel – met alle hebbelijkheden en onhebbelijkheden van dien – voortkomt uit de strijd tegen het water. Als de dijken doorbreken, gaan we allemaal kopje onder, rijk of arm. Samenwerking is dus geboden.

Het Hoogheemraadschap van Rijnland is in 1255 opgericht door Graaf Willem II van Holland en is al 760 jaar gevestigd in Leiden. Hun gebied beslaat ruim 1000 km2 dichtbevolkte Randstad, met ongeveer 1,3 miljoen ingezetenen.

De grenzen van zo’n hoogheemraadschap trekken zich niets aan van die van provincies of gemeenten. Ze worden bepaald door waterscheidingen en stroomgebieden. Dat is met opzet zo geregeld, om te voorkomen dat bijvoorbeeld de ene gemeente zijn waterpeil zou verlagen en er daardoor bij de buren een overstroming zou ontstaan.

Zo wordt Zoetermeer doormidden gekliefd door de grenzen tussen Rijnland, Schieland en Delfland.  En zo beslaat het gebied van Hoogheemraadschap Rijnland ook grote delen van Noord-Holland onder het Noordzeekanaal. Zelfs een gedeelte van Amsterdam wordt vanuit Leiden geregeerd, als het om water gaat: het Amsterdamse Bos, een hoekje van de Zuidas en een stukje haven.

Het dagelijks bestuur van een Hoogheemraadschap bestaat uit een dijkgraaf en een aantal hoogheemraden. Wij kiezers mogen het algemeen bestuur kiezen, althans in Rijnland 21 van de 30 leden daarvan.

Je kunt in Rijnland stemmen op 9 lijsten. Een paar daarvan zijn speciale waterschapspartijen, die zich alleen met water bezighouden; single issue parties, zou je kunnen zeggen. Maar de meeste deelnemers zijn algemene, landelijke partijen, zoals PvdA en VVD.

Daardoor slaat de schrik je om het hart. Dijken moet je laten ontwerpen en bewaken door ingenieurs, niet door politici. Toch laat Rijnland in het Leidsch Dagblad van dinsdag 3 maart 2015 aantekenen dat partijen een verrijking vormen. Er is nu meer controle op en transparantie over het doen en laten van het hoogheemraadschap. En er is meer oog voor recreatie; fietspaden op dijken, bijvoorbeeld. Teveel oog, vinden sommige waterpartijen dan weer.

Om welke issues draaien de waterstaatsverkiezingen? Om daar achter te komen, raadpleeg ik het Kieskompas. Dat is beschikbaar voor alle waterschappen en hoogheemraadschappen. 30 stellingen worden me voorgelegd; kwesties waarover ik nooit eerder heb nagedacht, en waarvan ik niet eens wist dat het een kwestie was.

Stelling 1 is meteen al een gewetensvraag: ‘Er moeten minder muskusratten worden gedood, ook al leidt dat tot schade aan dijken.’ Deze stelling valt onder waterveiligheid. Daarover is een beknopte uitleg op de site, maar niet specifiek over die ratten. Kom op, zeg, hak ik na enig peinzen de knoop door, ratten zijn ongedierte. Er zijn er al te veel van in dit land; verdelgen die hap! 

De verkiezingen gaan om zulke smalle marges. Niet of we dijken moeten onderhouden. Wel of de muskusrat ze nog vrijelijk mag ondergraven.

De volgende stelling: ‘Het waterschap moet geen geld uitgeven aan de aanleg van natuur- en recreatiegebieden.’ Niet mee eens, ik wandel zelf ook nog wel eens in de natuur. 

Dan: ‘Iedereen moet waterschapsbelasting betalen, ongeacht het inkomen’. Dat is een politieke vraag; die horen er nu ook bij. Lastig; die sla ik even over.

En deze; dit is een watertechnische stelling. ‘Om verzilting van Rijnland te voorkomen, moet het waterschap water van de Lek omleiden, ook al leidt dat tot hogere kosten.’ Pff, daar weet ik echt niks zinnigs over te zeggen. Lijkt me een aardig thema voor een middagsessie op een symposium voor watermanagers. Ik ga me niet in al die kwesties inlezen; daar heb ik geen tijd voor. ‘Neutraal’, dan maar aangeklikt.

‘Landelijke politieke partijen moeten zich niet met de waterschappen bemoeien’. Daar was ik het mee eens, totdat ik dat stukje in het Leidsch Dagblad las. 

Nou, alles is ingevuld, en dan nu de resultaten. Mijn voorkeur wordt uitgezet op een coördinatenstelsel met als X-as de breedte van het takenpakket van de waterschappen en als Y-as Ecologie versus Economie. Ik kom dicht uit bij de oorsprong van het assenkruis, in het midden, wat voor de hand ligt als je oordeelt over zaken waar je geen verstand van hebt. Ik heb bij de meeste vragen maar wat ingevuld, op grond van feilbare intuïtie. Als je elke vraag zou beantwoorden door met een dobbelsteen te gooien, zou je meestal ook dicht bij het midden uitkomen. 

Ik moet met dat resultaat beslist niet stemmen op de VVD, Water Natuurlijk, of de Partij voor Mens en Spirit (en Water).  En deze keer ook niet op de Partij voor de Dieren, die nog wel zo´n idealistisch (zij het niet erg duidelijk) OV-programma had bij de Leidse gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar. Maar ja, die rattenplaag, die is toch weer van een heel ander kaliber.

Ik kan wel veilig stemmen op de PvdA, 50Plus, Christenunie,  of de Algemene Waterschapspartij. Wat de eerste drie willen is wel duidelijk: schoon water en veilige dijken voor respectievelijk arbeiders, senioren en christenen. Die laatste partij, daar had ik nog nooit van gehoord en daar moet ik me echt eens grondig (of waterig) in gaan verdiepen, alvorens ze mijn stem krijgen. 

FHM
8 maart 2015





VOLGENDE AFLEVERING: NAER 'T LEVEN; 'DE LATE REMBRANDT'  IN HET RIJKSMUSEUM (15/03.2015)

© Frans Mensonides, Leiden, 2015