Nr. 195 - zondag 15 maart 2015
Naer 't leven; 'De late Rembrandt' in het Rijksmuseum




LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

194. WATERSCHAPSVERKIEZING (08/03/2015)
193. MOSKEE EN ROC; MIJN BUURTJE WEDEROM IN HET NIEUWS (01/03/2015)
192. VERGETEN SLAVEN: NEDERLANDSE ZEELIEDEN (22/02/2015)
191. LEVENSVERHAAL IN FOTO'S; UIT MIJN MOEDERS ALBUM (15/02/2015)
190. 'BEDIENDEN, VERBREEKT UW BANDEN'; 'MENS EN WERK'IN HELMOND (08/02/2015)
189. IN PLAATS VAN TOESPRAKEN - IN MEMORIAM VOOR MOEDER (01/02/2015)



Heb ik dat wel eens verteld? Ik kan me niet voorstellen van niet, want ik ben er mateloos trots op. Maar mocht ik het nooit eerder verteld hebben, dan wordt dit de eerste keer. Ik ben namelijk niet alleen een stadgenoot van de in Leiden geboren en getogen Rembrandt van Rijn (1606-1669), maar heb zelfs op dezelfde middelbare school gezeten als hij. En dat is nog niet alles: ik deed daar ook nog de hele dag hetzelfde als indertijd de schilder in spe, zij het met veel en veel minder talent: poppetjes tekenen in de marge van mijn cahier.

Van Rembrandt is dat maar veronderstelling, hoor. Hoe zou ik dat zeker kunnen weten? Er is zo goed als niets bekend over zijn jeugd. Zet het alsjeblieft niet in de Wikipedia voor waar, van die poppetjes, want zo komen de misverstanden in de wereld. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik de onzin die ik hier uitkraam, later als feit in de meest geraadpleegde encyclopedie ter wereld zie prijken.

Dat van diezelfde school, dat is wel waar. Alleen al door dat feit mocht ik de tentoonstelling ‘De Late Rembrandt’ in het Rijksmuseum natuurlijk niet laten schieten. Dat mag so wie so niemand die zich cultuurkenner weet. Die spotjes op NPO 2 vóór Nieuwsuur hebben de indruk gewekt dat je het verzuim, deze tentoonstelling te bezoeken, tot de dag van je dood of langer zult betreuren. Zo’n expositie zie je niet once in a lifetime, nee: once in eternity!

‘De late Rembrandt’ toont ruim 100 schilderijen, tekeningen en etsen die de schilder vervaardigd heeft gedurende de laatste 10 jaar van zijn leven. Een harde, ellendige tijd voor hem. Hij verloor zijn tweede vrouw, Hendrickje Stoffels, zijn zoon Titus, en zat continu op zwart zaad.

Het laatste kwam niet doordat hij niets verkocht, zoals veel mensen denken. Hij was een gevierd schilder, die astronomische bedragen kon vragen voor opdrachten. Maar het geld ging er harder uit dan dat het binnenkwam; de zekerste weg naar armoede. Hij had een voorbeeld kunnen nemen aan zijn leerling Gerard Dou, een andere Leidse schilder, die in de Quote 500 had gestaan als die in zijn eeuw al bestaan had.

Op Rembrandts werk had al zijn misère alleen maar een gunstige invloed, lijkt het wel. Vooral zijn portretten uit de tijd zijn de beste die hij ooit gemaakt heeft. Hij schilderde steeds meer ‘naar ’t leven’, zonder opsmuk, zoals hij de dingen en de mensen zag. Zijn devies werd ook steeds meer: lange halen, snel thuis; vlotte, schijnbaar achteloze penseelstreken.

Ik kocht via Internet een kaartje voor ‘De Late Rembrandt’, want je moet ervoor reserveren. Op vrijdag 27 februari reserveerde ik al voor donderdag 5 maart; met de pest in mijn hart, want een museum, daar moet je heen kunnen als je op een regenachtige middag denkt: ik heb zin om naar een museum te gaan. En wat er allemaal wel niet tussen kan komen, in zes dagen!

Ik sta ook wel enigszins gereserveerd tegenover het werk van mijn ouwe schoolmakker (‘Die meneer hier heeft nog bij Rembrandt in de klas gezeten!’, riep een Amerikaanse toerist die ik eens sprak, vol bewondering tegen zijn vrouw). Ik weet niet hoe het komt, maar het werk van Rembrandt doet bij mij meestal niet wat Gabriel Metzu doet: een snaar raken, een vonk laten overslaan.  Metzu, ook een Leidenaar, en op zijn beurt weer een leerling van Gerard Dou, exposeerde een paar jaar geleden in hetzelfde Rijksmuseum.

Rembrandts schilderijen vind ik erg knap, maar ze blijven emotioneel gezien toch wel vaak op afstand. Hoe het komt, weet ik niet. Maar over smaak valt niet alleen niet te twisten; smaak valt ook moeilijk te verklaren.

Laat ik me beperken tot mijn traditionele tentoonstellings-top-5 van de werken die ik die donderdag gezien heb; nee, er kwam niets tussen. Ik zag de meeste trouwens vanachter een haag van ruggen, want ondanks het reserveringssysteem was het nog veel te druk op ‘De late Rembrandt’.

NB: de werken uit mijn Rembrandt-top-5 staan boven dit stukje. Via de linkjes in de tekst klik je door naar websites met een grotere afbeelding en nadere uitleg.


*
1* Jonge vrouw met schoothond (ca. 1665). Art Gallery of Ontario.

Kijk, dit bedoel ik nou: uit de losse pols geschilderd en toch raak.


*2* Juno (ca. 1662-1665). The Armand Hammer Collection, California, USA. 

Alweer een damesportret, en wel van een matrone die staat als een huis, en onmogelijk valt weg te cijferen. Het is dan ook een godin, Juno, en geen vrouw van vlees en bloed. Het brengt me die uitvoering van Vondels Faeton te binnen, die ik in 2009 zag in de Leidse Waag, met die ziedende, overactende Juno, die het op de nastoot nog liet regenen op mijn hoofd, waar ik een komeet hoopte te zien. Klinkt wat verward, zo in twee pennenstreken samengevat, maar enfin, lees zelf maar.


*3* Zelfportret met twee cirkels (1659-1660). Kenwood House, Londen.

Gelukkig staat er hier niemand met zo’n moderne selfiestok te zwaaien; in sommige musea zijn ze al verboden. Veronderstel, als je er in deze drukte een andere museumbezoeker de tanden mee uit de mond slaat, of erger nog: ermee door een doek maait… 

Zelf maakte Rembrandt tientallen ‘selfies’ gedurende zijn loopbaan. Deze hier, met die twee cirkels, zou niet helemaal af zijn, volgens sommigen, maar er ontbreekt m.i. toch niet echt veel aan.

Volgens de toelichting schilderde Rembrandt deze cirkels om zijn technische kunnen te onderstrepen. ‘Wat een slap gelul, zeg, die teksten erbij’, hoor ik een jonge vrouw tegen haar fiancé zeggen; ‘hoe kunnen ze dat nou weten, wat Rembrandt dacht toen hij dat deed…’ Maar nee, het is beslist geen onzin: schilders schilderden graag cirkels, precies om de reden die vermeld staat. Ik zou echter niet durven zweren dat Rembrandt er geen passer voor heeft gebruikt.

Die kritische vrouw hoor ik even later terug als ik ben aangekomen bij het schilderij van de Romeinse Lucretia, die zelfmoord pleegde omdat ze verkracht was: ‘Oh, dus dan maak je je eigen dus gelijk maar dood!’ Ook aan haar is hij niet 100% besteed, deze tentoonstelling. Ik zie trouwens weinig bezoekers het enthousiasme uit die reclamespot evenaren.


*4* De Staalmeesters (1662). Rijksmuseum.

Ja, heren, even deze kant opkijken! Let op het vogeltje! Flits! Het lijkt net alsof Rembrandt hier avant la lettre een foto heeft staan maken in plaats van een schilderij. De tweede man van links was nog bezig, te gaan zitten, en werd verrast door de klik van de camera.

De staalmeesters of waardijns hadden tot taak, ‘stalen’ (monsters) laken te keuren. Maar op dit schilderij monsteren ze óns, toeschouwers; net zo aandachtig als wij hen. Ja, als je veel geld neertelt voor een portret, dan wil je ook goed in beeld, en gezien worden; daar laat je je lakenstalen wel even voor in de steek.


*5* Portret van een oude man (1667). Mauritshuis, Den Haag.

Ontluisterend, anders kun je niet zeggen. Wie deze uitgebluste, slordig geklede heer is, is niet bekend. Simon Carmiggelt zou hem ‘iemand van voormalige betekenis’ genoemd hebben. Een portret van en door een oude man, tot besluit.


FHM
15 maart 2015
Er geweest: donderdag 5 maart 2015


VOLGENDE AFLEVERING: JAREN MET JANUVIA, OF: DE FARMACEUTISCHE MAFFIA (22/03/2015)

© Frans Mensonides, Leiden, 2015