LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
196. JAREN MET JANUVIA, OF: DE FARMACEUTISCHE MAFFIA (22/03/2015)
195. NAER
'T LEVEN; 'DE LATE REMBRANDT' IN HET RIJKSMUSEUM (15/03/2015)
194. WATERSCHAPSVERKIEZING
(08/03/2015)
193. MOSKEE
EN ROC; MIJN BUURTJE WEDEROM IN HET NIEUWS (01/03/2015)
192. VERGETEN SLAVEN: NEDERLANDSE
ZEELIEDEN (22/02/2015)
191. LEVENSVERHAAL
IN FOTO'S; UIT MIJN MOEDERS ALBUM (15/02/2015)
Van verbazing vergat ik de dromedaris te fotograferen. Deze foto
plukte ik van de site van Museum Het Domein
Twee zaterdagen geleden pakte ik de trein naar Sittard, met
de missie, in ieder geval terug te keren met een FHM-etje, waarover dan ook,
als het maar in Sittard speelde. Hier is het. Zoiets lukt altijd. Waar je ook
bent, in Helmond, in Sittard, altijd zie je wel iets beschrijvenswaardigs. In
Sittard was dat een dromedaris. Ik ga nu over op de tegenwoordige tijd; dat
maakt een verhaal als dit extra levendig.
Het genoemde woestijndier zie ik op een binnenplaatsje rondstappen
in een soort kraal. Je twijfelt aan je geest als je zo’n dier ziet, midden in
de stad. Wat heeft er precies gezeten in de kroketten die ik daarnet genuttigd
heb bij het ‘City Snelrestaurant’ achter de Markt – dat twee kilometer verderop
‘Schnellimbiss’ zou heten, en waar de vlotte happen op de tafel gekwakt werden
door twee ongeïnteresseerde pubermeisjes van een jaar of dertien?
Ik sla de hoek om, en loop maar gauw het museum Het Domein
binnen, om niet meer aan die dromedaris te hoeven denken. De medewerkster achter
de kassa vertelt me, wat er te zien is. Van het koeterwaals dat ze rond de 51ste
breedtegraad uitbraken, versta ik nooit veel; hooguit zo nu en dan een flard. Eén
zo’n flard luidt: ‘En dan loopt u langs het kippenhok, en dan bij de dromedaris
rechtsaf’. Alweer die dromedaris! Zou ik het dan toch echt goed gezien hebben,
of maakt die museumdame ook deel uit van mijn kroketten-illusie?
De benedenverdieping van het Domein wordt momenteel geheel in beslag genomen door het kunstwerk ‘This is not a chicken’ van de Vlaming Koen Vanmechelen. Hij is zoiets als een kruising van een kunstenaar, een boer en een bioloog. Ook is hij nog een tijdje kok geweest, al doet dat er nu niet meer toe.
In 1999 begon hij een bijzonder experiment: het kweken van
een universele kip, een nieuw kippenras dat sterker zou zijn en een betere
weerstand tegen ziekten zou bieden dan alle bestaande kippenrassen op aarde.
Als ik het zo opschrijf, wekt het akelige associaties met het streven naar een superras,
een Übermensch; in dit geval een Überkipf, of hoe heet dat in het Duits: een
Überhuhn.
Maar dat was beslist niet de bedoeling van Vanmechelen. Hij ging niet uit van één sterk ras, maar kruiste juist kippen van zoveel mogelijk uiteenlopende soorten, uit alle delen van de wereld. Hij is nu bij de 18e generatie, en die komt aardig in de buurt van wat hem voor ogen stond: een prachtkippetje – dat we helaas, voor zover mij bekend, nog niet kunnen kopen in de supermarkt, zelfs niet als scharrelkip. Deze kip is wel immuun voor vogelgriep, maar het verhaal vermeld niet of hij ook smakelijker is dan doorsnee-Barnevelders.
Eén zaal in het museum staat vol met opgezette kippen uit al
die 18 generaties. De laatste, thans nog levende generatie is in levenden lijve
aanwezig. In andere zalen blijk ik me ineens te bevinden in een lab en in een
hortuskas, waar ik vage vogelgeluiden hoor. Hier worden oesterzwammen
gekweekt.
En die dromedaris is er wel degelijk. Zijn binnenverblijf
heeft als opschrift: ‘This is not a chicken’. Maar de woestijnbewoner heeft
vanmiddag dapper de klamme late-winterkou verkozen boven de kachel, en is op zijn
lange, magere, knokige beentjes naar de binnenplaats gestapt waar ik hem net
zag. Het is een allervriendelijkst beest dat nieuwsgierig komt aanlopen als een
museumbezoeker zich meldt bij zijn hok.
Die dromedaris en die zwammen maken ook deel uit van Vanmechelens masterplan. Beide creaturen staan bekend om
hun weerbaarheid tegen ziekten. Als je nu die zwammen eens laat gedijen op dromedarisstront, en ze
vervolgens voert aan die al zo sterke kippen… Biologen volgen Vanmechelens
experimenten met interesse.
Natuurlijk vat ik de boodschap van zijn kunstwerk:
diversiteit is goed, multiculti is een verrijking, xenofobie is fout. Wat we
nodig hebben is een smeltkroes van verschillende culturen: het beste van alles werelden
en van alle volkeren.
Sittard is echt een ideaal oord om zo’n boodschap te uit te
dragen. Deze stad in Limburg-op-zijn-smalst ligt op een knooppunt van drie
naties, drie culturen: Nederland, Vlaanderen en Duitsland. In de middeleeuwen maakte
het, net als nu, deel uit van Limburg. In 1400 werd het met aanpalende dorpen
voor de ronde somma van 70.000 gulden verpatst aan de hertog van Gulik, en verhuisde
daarmee naar het Duitse keizerrijk. Later lijfde Napoleon de stad in bij
Frankrijk. Na Waterloo kwam Sittard terecht in het Verenigd Koninkrijk der
Nederlanden o.l.v. koning Willem I. In 1830 pikten de Belgen de stad in en in
1839 moesten ze hem aan de onderhandeltafel weer afstaan aan Willem I.
Geen wonder, dat ze in Sittard erg moe(s)ten wennen aan Nederlandse samenleving. Misschien lukt het ze ooit nog, er in te integreren. Dat de in Sittard geboren en getogen cabaretier Toon Hermans Carré plat kreeg, zal mogelijk wel iets geholpen hebben.
De bovenverdieping van het Domein is iets minder
spectaculair dan de BG: Sittard door de eeuwen heen, van de steentijd via de
kolentijd tot het heden.
Dus naar buiten voor de fotowandeling. De Markt mag niet
worden overgeslagen. Verder krijg je de beste indruk van Sittard door de wal te
ronden en hier en daar een zijstraat in te lopen. Die indruk is al even
psychedelisch als die kippen- en dromedaristentoonstelling. Evenmin als de
dromedaris een kip is, herbergt het apothekerspand een apotheek.
Over alles in deze heel bezienswaardige stad ligt een vleug
van avontuur, een smaak van buitenland: de bijzondere vakwerkwoningen op de
Markt, het taaltje, de aankondigingen van onder andere Appelesienesjmiete op 17 fibberwari.
Dat zal vast ook heel uitheemse taferelen hebben opgeleverd.
Maar ik ben er helaas te laat voor.
FHM
29 maart 2015
Er geweest: zaterdag 14 maart 2015
PS: ik wandelde in de zomer van 2011 al eens in deze stad, maar met vermoeide leden, en het stadsschoon ontging me toen. Hieronder goedgemaakt.
© Frans Mensonides, Leiden, 2015