LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
236b DE AFVALLIGEN VAN DE STIJL (30/04/2017)
236a 'KIJK EENS GOED', MONDRIAAN TOCH NOG GEWAARDEERD (16/04/2017)
235. HUN EN DE HUNNEN; TAALPEDANTIE (02/04/2017)
234. 'RODIN,
GENIUS AT WORK' IN GRONINGEN (19/03/2016)
233. OV IN
VERKIEZINGSPROGRAMMA's (19
en 26/02/2017; 05/03/2017)
232. 'BINT'
VAN BORDEWIJK: DE ROMAN, HET
STUK EN DE POLEMIEK (22/01 en 05/02/2017)
231. BROOD
EN SPELEN; EEN DAG ALS GLADIATOR IN DE
ARENA (08/01/2017)
De kluit belazerd? Wilhelm Tenhaeff en Gerard Croiset.
Foto’s overgenomen uit de Wikipedia, Wilhelm Tenhaeff en Gerard Croiset
Het is niet zonder schaamte dat ik het opbiecht. Maar als
excuus kan gelden dat ik toen een jaar of 17 was; laat ik het gooien op een
jeugdzonde. Ik leende successievelijk de complete voorraad boeken die de openbare
bibliotheek over parapsychologie beschikbaar had. Dat waren inderdaad andere tijden,
ook in mijn bestaan. Tegenwoordig moet ik echt niets meer hebben van welke vorm
van gespook dan ook.
Nu werd de parapsychologie, de wetenschap al die mysterieuze
verschijnselen bestudeerde, indertijd door veel mensen volkomen serieus
genomen. Tenhaeff was een alom gerespecteerde hoogleraar aan de Universiteit
Utrecht. Zijn belangrijkste studieobject, Gerard Croiset, werd gezien als een
wonderdoener die op bovennatuurlijke wijze zieken kon genezen, vermisten kon
opsporen en misdaden kon oplossen. Zelfs doorgewinterde cynici en sceptici twijfelden
nauwelijks aan zijn gaven.
Er waren meer van zulke (vermeende) paranormaal begaafden. Zo
kreeg de Engelse huisvrouw Rosemary Brown regelmatig bezoek van de geesten van
Bach, Beethoven, Liszt en vele anderen; zo´n beetje de complete
componistenwijk. Die keuvelden gezellig, in het Engels, met haar en waren desgevraagd
altijd bereid om wat nieuwe muziek aan haar te dicteren die ze aan gene zijde gecomponeerd
hadden. Volgens kenners van klassieke muziek bewezen die symfonieën dat het
hiernamaals geen grootste inspiratiebron vormde. Maar het was onmiskenbaar werk
in de stijl van de overleden componisten; ook aan mevrouw Browns mediamieke
gaven twijfelden maar weinigen.
Dan had je nog de Britse kostschoolleerling Matthew Manning
die op school in de slaapzaal de bedden liet dansen dat het een aard had,
sleutels kon verbuigen zonder ze aan te raken en kon tekenen in de stijl van
Picasso. ´Allegedly´, schrijft de Wikipedia tegenwoordig voorzichtigjes bij dit
soort ´feiten´; het geloof in wonderdoeners is de laatste decennia wat gaan
tanen.
Dat ligt niet in de laatste plaats aan de genoemde heren
Tenhaeff (1894-1981) en Croiset (1909-1980). Na hun dood zijn onderzoekers (zie
bijvoorbeeld dit artikel van de stichting Scepsis) zich eens gaan verdiepen in
hun succesverhalen. Toen bleek dat ze er allebei niet vies van waren om het geluk
een handje te helpen. De professor maakte de sterke staaltjes van Croisets
helderziendheid vaak nog wat sterker in zijn verslagen. Croiset zelf verzamelde
soms voorkennis over de verdwijningszaken of misdaden waar hij bijgehaald werd.
Bovendien deed hij voor zijn brood niets anders dan voorspellingen produceren,
duizenden en duizenden gedurende zijn loopbaan. De gevallen waarin hij het toevallig
een keer bij het rechte eind had, werden langer onthouden en nauwkeuriger
gedocumenteerd dan de vele keren dat hij ernaast zat.
Van de indrukwekkende casuïstiek die Tenhaeff verzamelde
over Croiset, blijft bij nader onderzoek niet veel overeind. In ‘Andere tijden’
wordt het zo hard niet gezegd, maar er komt bij mij, na een wat google-en op
die twee namen, toch een beeld naar voren van een duo doodordinaire bedriegers.
Iets minder spectaculair dan de wonderen van Croiset, Brown
en Mannings, maar even onbegrijpelijk,
waren de resultaten van de experimenten met Zenerkaarten. Daarmee probeerden parapsychologen
het bestaan van helderziendheid te bewijzen. Op zo’n kaart stond een eenvoudig
symbool: een cirkel, kruisje, golfje, vierkant of ster. Een pak Zenerkaarten
bestond uit 25 stuks, vijf van elke soort. De parapsychologisch onderzoeker
draaide telkens een kaart, concentreerde zich op het symbool dat hij zag, en de
helderziende proefpersoon moest dan ´zien´ ofwel raden, welk symbool dat was.
Ja, hoe verklaar je dergelijke verschijnselen eigenlijk? In
wat voor universum leef je, als zulke dingen mogelijk zijn? Kon ik de grond
onder mijn voeten nog wel vertrouwen in zo’n wereld? En waarom overkwam mij zelf
nooit iets paranormaals, won ik zelfs nooit een derde prijs in de voetbaltoto en
scoorde ik in een experiment met zelf gemaakte Zenerkaarten niet boven de
toevalsverwachting?
´Met dat soort dingen moet je erg voorzichtig zijn,
jongeman´, zei me eens een bejaarde heer, toen hij me in de bibliotheek in een
boek over spiritisme zag bladeren, ´je maakt gemakkelijk krachten los die je
niet meer kunt beheersen´. Ik moest toegeven dat hij in feite wel gelijk had.
Ook zonder dat ik ooit een pendel, wichelroede of ouijabord gehanteerd had, vrat
die hocuspocus aan mijn ziel. Door al die boeken gleed ik langzaam af naar een schimmenwereld;
je gaat het op den duur allemaal geloven. ‘Dit is serieuze wetenschap’, beet ik
mijn raadgever toe (wat angstig, was hij soms een gids uit het dodenrijk??).
Maar dan een wetenschap zonder het geringste succes, zoals we nu weten.
De parapsychologie had zich tot doel gesteld, uiteindelijk
het bovennatuurlijke te verklaren in de termen van de natuur. Ook ´wonderen´ moeten
in natuurwetten gevat worden, anders kun je er geen wetenschap mee bedrijven.
Dat klinkt allemaal heel paradoxaal, en het is dan ook niet gelukt. De
afgelopen 40 jaar zijn in veel takken van wetenschap enorme vorderingen geboekt.
Maar in de parapsychologie? Nul komma niks.
Ook aan de uitkomsten van de experimenten met Zenerkaarten wordt
tegenwoordig weinig geloof meer gehecht. Waar gekaart wordt, wordt vals
gespeeld. De kluit belazeren kon op vele manieren, bijvoorbeeld door proefpersonen
die de Zener-symbolen weerspiegeld zagen in de brillenglazen van de
experimentleider. Naar mate de voorzorgsmaatregelen tegen bedrog stringenter
werden, kelderden de scores; een veeg teken.
Er is zo goed als niets meer over van de parapsychologie. Aan
de Universiteit Utrecht kun je er niet meer in studeren - maar nog wel promoveren op het fenomeen
parapsychologie zelf. Terecht, dat de alma
mater zich ervan heeft afgekeerd. Helderziendheid hoort niet in de
collegezalen, dat hoort op de kermis of ’s avonds laat op de commerciële
tv-zenders, voor goedgelovige sukkels die er een euro per minuut voor over
hebben met hun telefoon.
Wat trok mij als adolescent nou eigenlijk aan in die duistere
(pseudo-)wetenschap? Ik kan het niet goed meer peilen. Feit is, dat ik mijn fascinatie
ervoor op een gegeven moment verloor. Ongeveer tegelijkertijd ruilde ik mijn geliefde
horror- en science fiction-romannetjes in voor realistische literatuur; dat kan
ik er niet los van zien. Noem het: volwassen worden.
´Geloof je dan echt niet dat er iets is tussen hemel en
aarde?´, vroeg me laatst een orthodox gelovige in het bovennatuurlijke.
´Wolken´, antwoordde ik.
FHM
14 mei 2017
© Frans Mensonides, Leiden, 2017.