LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
237. WOLKEN
TUSSEN HEMEL EN AARDE; DE PARAPSYCHOLOGIE (14/05/2017)
236b DE
AFVALLIGEN VAN DE STIJL (30/04/2017)
236a 'KIJK
EENS GOED', MONDRIAAN TOCH NOG GEWAARDEERD (16/04/2017)
235. HUN EN
DE HUNNEN; TAALPEDANTIE (02/04/2017)
234. 'RODIN,
GENIUS AT WORK' IN GRONINGEN (19/03/2016)
233. OV IN
VERKIEZINGSPROGRAMMA's (19
en 26/02/2017; 05/03/2017)
232. 'BINT'
VAN BORDEWIJK: DE ROMAN, HET
STUK EN DE POLEMIEK (22/01 en 05/02/2017)
Ondoenlijk, te veel, te vaag, grote
tijdnood, vervelende
teksten, mierenneukerige vragen, te moeilijke woorden, ook nog
spelfouten in de
opgaven. Het op woensdag 10 mei 2017 afgelegde eindexamen vwo
Nederlands gaf
aanleiding tot een recordaantal klachten in het jaarlijks klaagfestijn
bij
LAKS, het Landelijk Aktie Komitee Scholieren. Van de ca. 40.000
kandidaten die
het examen voorgeschoteld hadden gekregen, trokken er maar liefst
29.000 bij
LAKS aan de bel.
Met scheikunde was die dag geloof ik
ook iets, maar dat heb
ik voor kennisgeving aangenomen, omdat ik van dat vak in mijn eigen
middelbare schooltijd
nooit veel begrepen heb. Maar dat ‘horror-examen’ Nederlands wekte mijn
nieuwsgierigheid. Ik besloot het op te zoeken op het Web, de opgaven
en de teksten uit te draaien en het zelf te gaan zitten maken.
Daarmee kon ik meteen een leemte
opvullen in mijn cv. Zoals
de trouwe lezer weet, mag ik me master noemen in dat mooie vak, onze
eigen
moerstaal, dat ik in alle valse bescheidenheid altijd ‘het
gemakkelijkste vak
van de universiteit’ noem, maar dat al jaren het moeilijkste van het
eindexamen
schijnt te zijn. Zoals de trouwe lezer ook weet, ben ik kort na mijn
18e
verjaardag weggelopen uit de examenklas atheneum-6. Het jaar daarop
deed ik
staatsexamen havo, om toch nog een papiertje te kunnen tonen bij
sollicitaties.
Ik heb me dus nooit gebogen over een vwo-examen Nederlands.
Voor een afgestudeerde zou dat een
peulenschil moeten zijn;
op je sloffen zou je daar toch minstens een 9 voor moeten halen.
Welgemoed toog
ik aan het werk – met het examen op mijn schoot, en gezeten in een
Duitse
trein, maar dat is een heel ander verhaal. Het
examen betrof:
tekstverklaring. Er waren vier teksten, waarbij men een onbegrijpelijke
voorkeur aan de dag had gelegd voor de gortdroge kwaliteitskrant NRC,
want alle
vier de stukken waren daaruit afkomstig. Hoeveel vwo’ers slaan er ooit
een blik
in? Ik koop die krant zelf nooit en laat hem meestal ook liggen in het
bagagerek van de trein. Maar goed; lezen nu, dat was nou eenmaal de
opdracht
die ik mezelf gegeven had.
De eerste twee teksten gingen over
vrouwenemancipatie. Dat
mannen en vrouwen daar geheel verschillend over denken, is geen
nieuws. De
scribent van het eerste stukje, Martin van Creveld, had er de bekende
mannelijke bezwaren tegen en sloeg daarin in zijn verongelijktheid
aardig door,
vond ik, hoewel zelf man. Hij kreeg dan ook flink tegengas in het
tweede artikel,
door Simone van Saarloos, te jong om Dolle Mina, Baas in Eigen Buik en
Man
Vrouw Maatschappij meegemaakt te hebben, maar ongeveer van dat niveau
van
emancipatorisch fanatisme.
Pittige vragen over die teksten, die
allebei weinig
toegankelijk waren en veel herlezing vergden. Er waren enkele
meerkeuzevragen,
maar de open vragen vormden de meerderheid. Daar moesten de examinandi
-
waaronder ik me vrijwillig geschaard had - op
antwoorden in correct Nederlands en in een
maximaal aantal woorden dat voor elke vraag vastgesteld was. Waardoor
een groot
gedeelte van de al krappe tijd verloren ging met woorden tellen.
Voor het verkrijgen van de juiste
antwoorden moest ik
meestal diep graven in die nogal zompige teksten. Lezen en opnieuw
lezen. Van
die 9 nam ik al snel afscheid.
Je verdiepen in de structuur van een
tekst, feiten van
meningen scheiden, de overtuigingstrucs van schrijvers ontrafelen,
drogredeneringen aanwijzen: je kunt onmogelijk beweren dat zoiets
nutteloos is.
Integendeel, veel van het academische werk waarop een vwo-opleiding
voorbereidt, zal daaruit bestaan, of je nou Nederlands gaat studeren of
welk
ander vak dan ook. Maar examens als dit geven het vak Nederlands een
even
slechte naam als het Groot Dictee der Nederlandse Taal deed, waarvan we
na deze
week gelukkig definitief verlost zijn. Nederlands studeren is echt,
eerlijk
waar, veel leuker dan wat dit examen en die bespottelijke dictees vol
przewalskipaarden
(hier door mij afgekraakt) suggereren.
Dit is in wezen een meerkeuzevraag.
Maar dan een die grote verlegenheid
van keuze veroorzaakt, een overvloed van 13 keuzes per deelvraag, 52
keuzes in
totaal, dus. Na veel gepietepeuter, dat geen enkele bijdrage leverde
aan het
begrip van de tekst, kwam ik tot ´karakterisering, voorbeeld, toegeving
en
argument´, welk antwoord ik graag omruil voor een beter.
De derde en vierde tekst van het
examen waren gelukkig iets doorzichter
dan de eerste twee, evenals de vragen erover. Deze teksten van Bas van
Stokkom
resp. Folkert Jensma gingen over de zin en vooral de onzin van het
zerotolerancebeleid
dat met name rond de jaarwisseling altijd weer de kop opsteekt. Maar
veel
kandidaten zaten toen al in hevige tijdnood en zullen daar in hun
zenuwen ook
niet veel meer van gebakken hebben.
Ik kreeg het werk net af in drie uur
tijd. En had dan nog
het voordeel dat ik niet de moeite hoefde te nemen om leesbaar te
schrijven,
omdat ik het werk toch zelf zou corrigeren. Mijn eigen hanenpoten kan
ik
meestal nog wel ontcijferen.
Het nakijken vindt plaats aan de hand
van het correctievoorschrift
dat twee dagen na het examen gepubliceerd werd. Voor elk goed of
gedeeltelijk
goed antwoord krijg je punten toegekend, volgens strikte regels. Het
maximale
aantal punten is 72.
Hoeveel bedroeg in mijn geval de
schade? Ik scoorde 55, wat
me best tegenviel, maar vermoedelijk nog wel voldoende is voor een heel
ruime
voldoende. Dat is nog even in spanning afwachten; met welk examencijfer
elke puntenscore
gehonoreerd wordt, wordt pas volgende maand bekend gemaakt.
Ik deed het slechter dan de
twitterende neerlandicus Marc
van Oostendorp van het Meertens Instituut, die het examen ook gemaakt
had, ziehier.
Ik zou hem 61 punten toegekend hebben, als ik de gecommitteerde was die
het na
had moeten kijken; een 8,5 of daaromtrent.
De docenten, belast met de correctie,
zullen ook wel eens de
wenkbrauwen fronsen bij sommige antwoorden uit het
correctievoorschrift. Bij
wiskunde is iets simpelweg goed of fout, maar bij talen ligt dat veelal
genuanceerder.
Toch worden de leraren Nederlands geacht, te corrigeren volgens het
voorschrift
en niet volgens hun eigen, misschien ook zeer wel verdedigbare,
inzichten.
Zelfs de schrijvers van de
examenteksten schijnen niet
altijd alle vragen over hun eigen artikelen goed te hebben, als ze de
moeite
nemen, het examen te maken. Betekent dat dan soms, dat ze hun eigen
schrijfsels
niet begrijpen?
Simone van Saarloos, de schrijfster
van het geëmancipeerde
artikel, kreeg op de dag van het examen trouwens de schrik van haar
leven toen
haar computer ineens volliep met haatmails en –tweets. Ze wist van
niks; de
schrijvers krijgen van te voren vanzelfsprekend niet te horen dat hun
tekst
wordt losgelaten op examenkandidaten. Veel kandidaten gaven Van
Saarloos de
schuld van hun eigen falen; over een drogredenering gesproken!
Toch hebben de scholieren wel een
punt als ze klagen over de
moeilijkheidsgraad, de hoeveelheid van de vragen en soms ook over de
twijfelachtigheid
van de antwoorden. Aan de andere kant moet je toch wel een mager zesje voor
zo’n
examen kunnen scoren, als je het een beetje tactisch aanpakt.
Bijvoorbeeld:
niet letten op spel- en stijlfouten, want dat kost ook weer zeeën van
tijd. Er
worden voor dergelijke fouten maximaal slechts 4 punten afgetrokken van
de hoogst
haalbare 72. En die 4 strafpunten heb je bovendien al vergaard bij het
zevende
foutje, en zo’n foutje maak je snel in tijdnood.
Mochten zulke fouten ook in dit
stukje zitten, sla me er
maar mee om de oren! Voor de volgende aflevering ga ik me eens storten
op het vwo-examen Grieks. Grapje!
FHM
28 mei 2017
PS: na de vele klachten bij LAKS werd uiteindelijk de
normering van het examen aangepast. Klagen helpt! (soms). Je haalt nu nog een 5,5
als je 34 van de maximale 72 punten binnengehaald hebt en dus nog niet de helft
van de vragen goed hebt beantwoord.
Met zo’n milde berekening kom ik zelf nog net
boven de 8 uit. Toen ik masterstudent was, moest het minstens een 9
zijn, wilde ik niet compleet gedesillusioneerd
naar huis gaan. Maar voor dit horrorexamen ben ik met die 8 dik
tevreden.
Misschien kom ik nu ook eens af van die repeterende
nachtmerrie, waarin ik door een rare wet gedwongen wordt, mijn VWO-opleiding
alsnog af te maken, en dan juist van Nederlands helemaal niets terecht breng.
Dat is met recht horror!
FHM
aangevuld op 19 juni 2017
© Frans Mensonides, Leiden, 2017.