Overgeschoten foto’s (mei – november 2022)

Hieronder zie je een verzameling van wat ik overgeschoten foto’s noem. Het zijn plaatjes die ik niet kwijt kon als illustratie bij een artikel op mijn site, en die het ook nooit geschopt hebben tot Foto van de Week op mijn Thuispagina. Ik vond ze toch te aardig om onbekeken te laten liggen in de digitale schoenendoos.

Ze dateren van mei t/m november 2022 en zijn her en der in Nederland gemaakt, behalve de 2 die zijn gemaakt in Antwerpen.

We beginnen, het ligt voor de hand, in Leiden, de stad waar ik al bijna 60 jaar lang ‘import’ ben.

De Leidse Hout (beschreven in de Corona-saga) kies ik vaak uit om mijn dagelijkse meters te maken; mijn verplichte uur stevig doorwandelen om in beweging te blijven en niet vast te roesten.

Dit stadspark valt niet op door een enorme uitgestrektheid. Een rondje wandelen duurt slechts ruim 20 minuten. Met een ronde linksom plus een ronde rechtsom en nog een keer heen en weer dwars erdoorheen heb ik dat uur wel ongeveer volgemaakt. Ik hoef er ook geen foto meer van te nemen om te weten hoe het er daar uitziet.

Desondanks: 3 maal de Leidse Hout in de schemering van een lenteavond.







Een verraderlijk hekje; ik ben er in het donker al een keer bijna tegenaan gekacheld met mijn e-bike. Gelukkig vinden er met dat soort door boomers bereden snelheidsmonsters 100 keer zoveel bijna-ongelukken plaats als daadwerkelijke ongevallen.


Deze foto is ook genomen op het uur tussen hond en wolf, en wel in het Voorschotense Burgemeester Berkhoutpark. Ik had het er vorig jaar over, ook alweer in deel zoveel van mijn Corona-sage. De omstreden burgervader heeft in ieder geval een luisterrijk park nagelaten, wat je verder ook over hem kunt zeggen.



Op dat schemeruur is het op de Voorstraat nog aardig druk op de terrasjes. Ziet er erg knus uit; ik heb dan ook geen idee waarom ik er zelf nog nooit eens ben gaan eten.

 




Het dorp Zevenhuizen in de polders van het Groene Hart

 

Het kunstwerk Hanging Greenhouses (ofwel: Hangkasjes) van Piet Kouwenhoven brengt heel duidelijk in beeld waar in Bleiswijk de kost verdiend wordt.

Mijn Friese bet-bet-overgrootvader was melkveehouder. Zou dat feit voldoende gewicht in de schaal leggen om dit bord te mogen passeren? En zo ja, heb ik nog wel zin om plaats te nemen op het terras van De Landing, een etablissement dat volhangt met boze-boerenleuzen en vlaggen van Sleeswijk-Holstein?

Weet je wat, láát maar, laat ook maar! Rechtsomkeert, en snel ook!

Mijn traditionele (OV-)fietsdag in de omgeving van Putten voerde deze zomer naar Stroe. Maar ik schreef het geloof ik al vaker: naar de Veluwe kom ik voor vakantie-jeugdsentiment, voor de natuur en de stilte, en niet zozeer voor de dorpen en de mensen. Tabee, Stroe, misschien tot volgend jaar!

 

De pier van Scheveningen heb ik nog zien bouwen, in 1960. Anno 2022 wordt hij, niet voor het eerst, bedreigd met sluiting en afbraak. De altijd al wat krakkemikkige attractie verkeert nu in zeer slechte bouwkundige staat. Als er niks aan gedaan wordt, stort hij over een jaar of wat in.

Er is 40 miljoen nodig voor opknapbeurt, en de eigenaar, ontwikkelaar Kondor Wessels Vastgoed, ziet geen kans om dit bedrag op te hoesten. Maar er komt vast wel weer een reddingsplan. Scheveningen zonder de Pier, dat is toch net zoiets als Parijs zonder Eiffeltoren!


 

Katwijk aan Zee, ook weer in de avondschemering, die toch altijd een grotere aantrekkingskracht op me uitoefent dan het ochtendkrieken.

 





Via Leidschendam en Zoetermeer op weg naar Pijnacker

 

 

Het Zonnebeeld van Joost van Santen steekt de kerktoren van Pijnacker naar de kroon in hoogte, althans zo lijkt het.

Pijnacker. Even neerstrijken op een terrasje, en krachten op doen voor 20 kilometer terugweg.

  





Een pittige tocht per OV-fiets, over de Utrechtse Heuvelrug, van Veenendaal-De Klomp met een omweg naar Rhenen. De Heuvelrug heb ik te voet beklommen, met die zwaarlopende fiets aan de hand. En op de terugweg opnieuw, vanzelfsprekend; je moet ook weer terug. Maar heuvelaf gaat zo’n fiets best snel. En kan ik er ook op gaan zitten.

Op de onderste foto het voormalige gemeentehuis van Rhenen, dat nu dienstdoet als Stadsmuseum, waar ik 5 winters geleden was, toen het nog ergens anders gevestigd was. Het huidige pand is in de 18e eeuw samengevoegd uit twee bestaande oudere huizen. Je ziet nog duidelijk waar ze aan elkaar gelijmd zijn. Als het nodig zou zijn, kunnen ze het pand ook gemakkelijk weer splitsen.

 















 Haarlem, langs het Spaarne. Op de onderste 2 foto’s Molen De Adriaan, herbouwd na een brand in 1932.

 

 




De Muurhuizen van Amersfoort zijn rond 1450 gebouwd op de plek van een oude stadsmuur die door een stadsuitbreiding overbodig was geworden. Voor de bouw van de Muurhuizen werd materiaal gebruikt dat van de oude muur afkomstig was.

 

 

Binnen de muren van Amersfoort: de Vishal uit 1657 op de Vismarkt

 




Snelstromend water in polderland, hoe bestaat het! De stuw achter de Amersfoortse Koppelpoort die het waterpeil regelt van een beek die hier in de rivier de Eem stroomt.

 



De stadszijde van Koppelpoort; de zijde die je niet ziet vanuit de trein.

 

 

 

Het grondig gerenoveerde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, dat ik laatst bezocht.



Groenmarkt

 

Een uitstapje naar het hart van Maastricht

Toch weer terug naar de Veluwe. Vallen de Veluwse dorpen vaak wat tegen; oude steden als Harderwijk zijn toch de parels aan de kroon van die landstreek.











 

Monument van Arend Kleinpaste voor de geallieerde vliegeniers die in WO II zijn omgekomen in wat toen nog het IJsselmeer heette.

Nog eerder lag Harderwijk aan de Zuiderzee; toen aan het IJsselmeer, daarna aan het Veluwemeer en nu aan het Wolderwijd, dat de stad van Zeewolde scheidt.

 

 

Harderwijk heeft een van de best bewaarde middeleeuwse stadsmuren van Nederland. Hij is zo om en nabij 700 jaar oud.

 




‘Hond’ van Tom Claassen bij de Vispoort. OK, een hond, je kúnt het er in zien.

 3 stations verder langs de Veluwespoorlijn ligt Nijkerk, ook een stad.






Recht op de Wind is een beeld van Alice Helenklaken. In 1357 verleende de Hertog van Gelre Nijkerk het recht op de wind, wat inhield dat de stad een molen mocht bouwen. Die stond ooit hier op het Molenplein. De achthoekige rok van de vrouw staat voor de voet van de molen; haar armen voor de wieken.

Ik moet ook denken aan die opgewonden vrouwen van de Nijkerkse Beroeringen (zie dit stukje uit 2015), maar daar praten ze tot op de dag van heden niet graag meer over in dit kalme stadje zonder al te veel beroering.

 




 

Twee maal Dordrecht bij valavond.

 

En weer terug in Leiden. Met deze blik vanaf de Schelpenkade op de Jan van Goyenkade is de schoenendoos met overgeschoten foto’s leeg. 

Frans Mensonides
4 december 2022

Overgeschoten foto's december 2022 - maart 2023 > > >


© Frans Mensonides, Leiden, 2022