Ruim een jaar geleden kwam er door corona een (voorlopig)
einde aan de veelgelezen rubriek De digitale reiziger op mijn Thuispagina, afgezien
van een zeer korte opleving in de zomer. Voor wie er nog nooit van gehoord
heeft: die rubriek bestond uit
reisverslagen met het openbaar vervoer in Nederland en omstreken. Nog steeds
hoopt mijn alter ego De digitale reiziger in november van dit jaar zijn 25-jarig
bestaan te vieren, en dan ook weer, als het enigszins kan, wekelijks op reis te
zijn.
Voorlopig behelp ik me al ruim een jaar lang met
fotoverslagen van wandel- en fietstochten in de omgeving van Leiden. Ook in de
stad zelf bleef geen steeg, geen snippertje groen, onbeschreven.
Soms, op dagen dat de fiets door slechte weersomstandigheden in de schuur moet blijven, loop ik onder een paraplu over de platgetreden en platgereden paden van de paar vierkante kilometer rond de straat waar ik woon. Dan weet ik echt niets nieuws meer te bedenken om te fotograferen en om over te schrijven.
Maar als het weer ineens even opleeft, doe ik dat ook. Dan
trek ik er weer met de fiets op uit, op zoek naar nog iets nieuws, of desnoods
iets ouds in een nieuw jasje. Ik heb de afgelopen weken nog een paar dingen
gevonden. En ik weet er ook nog een paar voor de rest van de eventuele zonnige
lentedagen van 2021.
Het begint hieronder en zal nog aangevuld worden. En dat is
dan al deel 10 van de ‘corona-cyclus’. Ook een soort jubileum! Hieronder vind
je het overzicht van de vorige 9 afleveringen.
De Keukenhof is voor het 2e jaar in successie gesloten, maar
de Bollenstreek is gewoon nog open. En onherkenbaar. Vóór corona ging ik elk voorjaar
wel een dagje fietsen of wandelen langs de bollen. In 2010 liep ik de hele
route van de Blauwe Bollentram Leiden – Haarlem die daar gereden heeft in de duistere
era 1932-1949.
Wat zag ik in de Bollenstreek de afgelopen jaren, op warme
dagen in het voorjaar? Auto’s bumper aan bumper; motoren die me de vouwen uit de
broek reden als ik stond te fotograferen; toeristen die de broodwinning van de
bollentelers plattrapten voor een selfie.
Dit jaar zijn ze er allemaal niet, een enkele uitzondering
daargelaten. Geen enkel buitenlands nummerbord heb ik gezien, tijdens in totaal
ca. 100 km fietsen op die 2 plotselinge hete dagen in de week voor Pasen. Een serene
stilte in de hele streek; de geur van myriaden hyacinten, die normaliter
overvleugeld wordt door vette wolken uitlaatgassen. Heel weldadig, maar toch eerst even wennen.
De foto’s.
Gekweekte paarse hyacinten op een veld bij Noordwijkerhout,
met op de voorgrond spontaan opgekomen narcissen aan de waterkant.
De dorpspomp van Hillegom
4 maal Lisse. Op de onderste foto huize Dever, dat ik vorige
zomer ook al op de foto had.
En 3 keer Voorhout – ook daar heeft langs de snelwegen de
verdozing toegeslagen.
Op een van mijn 2 bollentochten kwam ik langs de minst
vrolijke buurt van de streek, Sancta Maria. Dat ligt op de grens van Noordwijk
en Noordwijkerhout – wat niet meer uitmaakt, want het hele gebied hoort sinds
kort tot de fusiegemeente Noordwijk.
Oh, je kunt hier best aangenaam wonen hoor, als je niet opziet
tegen een hypotheek van heb-ik-jou-daar, of minstens driekwart miljoen in je
ouwe sok hebt. En als je ook geen waarde hecht aan stadse reuring, noch
bereikbaarheid per OV, en niet gelooft in spoken.
Maar de wijk heeft een psychiatrisch verleden. Ik ben er
meer tegengekomen in Nederland. Ze dateren uit de tijd dat psychiatrische
klinieken weliswaar geen dolhuizen meer heetten, maar nog wel
krankzinnigengestichten. Troosteloze terreinen diep in de duinen, met grimmige paviljoens
waar, ver weggestopt van de normale mensenmaatschappij, geesteszieken werden
verpleegd.
Tegenwoordig worden zulke instellingen rond hun eeuwfeest
opgeheven. De moderne barakken gaan tegen de grond en de oude paviljoens worden
verbouwd tot luxueuze appartementen. Waaraan je het verleden nog altijd heel
duidelijk kunt afzien.
Ik bezocht hier rond 2004, toen het nog een psychiatrisch
centrum was, regelmatig iemand die er verpleegd werd. Hij verbleef in een
houten barak, die toen zijn beste tijd al gehad had, en inmiddels met de grond
gelijk is gemaakt. Maar ik weet nog precies waar hij gestaan heeft.
Ik dacht altijd: als je nog niet gek bent, word je het wel
binnen een paar maanden, als je hier per ongeluk zou worden opgesloten.
Sancta Maria dateert van 1928. In 2006 werd het gesloten.
Een projectontwikkelaar kocht het terrein, met grootste plannen, die echter voorlopig
in de ijskast belandden door wat toen een crisis heette. In de jaren 10 werden
die bijna een eeuw oude paviljoens vrijwel onherkenbaar verbouwd.
Er staat nog steeds een dik hek bij de ingang. Maar dat
heeft slechts een symbolische betekenis. Het staat altijd open, en een bordje
‘Verboden voor onbevoegden’ heb ik er niet gezien.
De kerk, die heel bescheiden ‘kapel’ heet, is er nog. Wat er
niet is en was: een bushalte. De dichtstbijzijnde was en is op de Brink in
Noordwijkerhout, 2 km van hier. Bij die bezoeken had ik een elektrische fiets
best kunnen gebruiken, maar ik geloof niet eens dat die al bestonden in 2004.
Ik heb zelf van 2008-2011 gewerkt in zo’n oud paviljoen in Bakkum, dat tijdelijk in gebruik was als gemeentehuis. Het is nu ook verappartement,
als dat een woord is. Maar al kon ik het betalen, ik zou er nooit gaan wonen. Volgens
sommige van mijn minder evenwichtige en rationele collega’s spookte het er, en
dat zou ik grif geloven als ik zelf in spoken zou geloven.
Dat doet me eraan denken dat een collega een vaas met
speciaal, heel erg duur 'ingestraald' water op haar bureau had staan. Dat
watertje zou een neutraliserend effect hebben op de negativiteit van de
omgeving. Ik keek altijd of er in die vaas geen draaikolk ontstond als ik er, vol
negatieve ionen, langs liep. Maar nee.
Maar op een kwaaie dag stootte ik die vaas per ongeluk omver.
Oeps!! Gelukkig was mijn collega net die dag afwezig. Ik vulde de vaas toen met
gewone majem uit de kraan. Ze heeft er niks van gemerkt, en bleef de
werkzaamheid van het water roemen. Voer voor de vereniging Skepsis!
Ik heb ooit beweerd dat je in Leiderdorp de batterij van je
camera wel kunt sparen. Maar toch, ook daar, voor wie goed om zich heen kijkt,
is er wel wat aangenaam groen te vinden tussen het steen. Park De Houtkamp
ligt ingeklemd tussen de 2 verkeersaders Engelendaal en Persant Snoepweg, de minder
brede Van Diepeningenlaan en de
torenflats van de Koolmeestraat.
Het park is een jaar of 50 oud en wordt volgens de website ‘natuurlijk beheerd’. Ja, natuurlijk vind er beheer plaats, dat mag toch wel vanzelfsprekend zijn; natuur ontstaat natuurlijk niet zo maar vanzelf.
De boerderij aan de Van Diepeningenlaan is, of was totaan
corona, een brasserie met aanpalende ruimten voor vergaderingen,
teambuildingssessies en trouwpartijen in een landelijke omgeving. Ze noemen
zich: de huiskamer van Leiderdorp.
Ik schrijf hem op mijn lijst van horecaondernemingen die ik al
fietsend tegenkom, die me wel gezellig lijken om na de crisis een keer te gaan lunchen
of dineren. Die lijst bevat zo langzamerhand voldoende items voor maandenlang
bourgondisch genot.
De heemtuin in het park is van oktober t/m maart geopend van
maandag t/m vrijdag tot 16:00. Ik sta voor het gesloten hek om 16:08 uur, nog
net in maart, en op een donderdag, maar net te laat, dus het hek zou net
dichtgegaan zijn, als het niet al maanden gesloten was wegens corona.
Het is me vandaag de donderdag wel! Vanmorgen is freule Ollongren
gefotografeerd met een paar stukken onder de arm vol onbedoelde onthullingen
over de kabinetsformatieverkenning. Ze had net positief getest op corona,
rende ontredderd en voor een patiënt nogal schaars gekleed, naar een auto met een
chauffeur zonder mondkapje, wat haar ook nog op de nodige kritiek kwam te
staan. Die vertrouwelijke stukken zouden de volgende donderdag, na haar
opvallend snelle herstel, leiden tot een Kamerdebat van bijna een etmaal,
waarbij de liegende psychopaat die ons land regeert, ternauwernood weg kwam
met…
Maar waarom daarover nog uitweiden? Iedereen weet toch hoe
dit is afgelopen. We zijn er niet voor niks de halve nacht voor opgebleven.
De site die je nu leest, wordt door de Koninklijke
Bibliotheek tot in de eeuwigheid, amen, bewaard als vroeg 21e-eeuws digitaal erfgoed.
Voor degene die dit stukje pas in het jaar 2525 leest in de verre, verre
opvolger van de KB: kijk even in de Wikipedia (of het 26e-eeuwse equivalent
daarvan), onder Mark Rutte en Pieter Omtzigt, dan zal alles duidelijk worden.
Ik weet niet hoe het met de lezer gesteld is, maar ik word met de
dag chagrijniger van dit land waar alles wat de mensen aanraken, in stront
verandert in plaats van in goud. Ook dit jaar ga ik niet naar The Passion
kijken. Deze week al heb ik al meer dan voldoende Judassen over mijn scherm
zien gaan.
Spinoza in Voorburg (Rudolf Roth)
Spinoza voor het Regthuys in Rijnsburg (Gerard Brouwer)
Benedictus (Baruch) Spinoza (1632-1677) ben ik onlangs tegengekomen op 2
plaatsen in de regio, Rijnsburg en Voorburg. Hij staat ook nog vereeuwigd in
Amsterdam en Den Haag, en daarmee is zijn hele woongeschiedenis genoemd.
Deze denker was de zoon van een Joods-Portugese koopman en
was geboren en getogen in Amsterdam. Daar deed in 1656 de Joodse gemeenschap
hem in de ban, op verdenking van atheïsme en mogelijk ook van zakelijke malversaties. Spinoza
had zich niet populair gemaakt; hij werd zelfs aangevallen met een ponjaard,
een kort steekwapen.
Veel rond Spinoza’s leven is nogal in schimmen gehuld. Zeker
is dat hij in 1661 naar Rijnsburg vluchtte, en in 1663 naar Voorburg verhuisde,
om zich een paar jaar later metterwoon te vestigen in Den Haag, waar hij in
1677 op 44-jarige leeftijd overleed aan tuberculose.
Behalve verdacht van atheïsme, was hij ook
voorstander van
vrijheid van meningsuiting. In Voorburg was hij bijna de buurman van de
Huygens’en op Hofwijck. Een gemeenschappelijke kennis van Spinoza en
Christiaan
Huygens was René Descartes, en die 3 mannen worden beschouwd als dé
wegbereiders voor de Eeuw der Verlichting. Geen van deze verlichte
heren is ooit getrouwd geweest. Het is een feit; ondergetekende eeuwige
vrijgezel verbindt er verder geen conclusies aan.
Toen ik vorig weekend de beelden zag uit Urk en Bekrompen
aan den IJssel, flitste door me heen dat de Verlichting niet aan iedere
groepering besteed is. Ik word zelf ook sterk verdacht van atheïsme, en word
steeds atheïstischer bij elke keer dat ik lees over zulke vormen van
ChristenDOM.
De actualiteit blijft dit stukje doorspekken; excuses daarvoor
aan de lezer uit 2525, die er de ballen van snapt.
Spinoza verdiende de kost met het slijpen van lenzen. Daarmee was hij de concullega van de gebroeders Constantijn
jr. en Christiaan Huygens, die het echter deden voor de wetenschap en niet voor
hun brood. Zij waren veel rijker dan Spinoza. Maar als compensatie werd de
laatste in het tijdperk van de gulden afgebeeld op het briefje van 1000,
terwijl Christiaan Huygens het niet verder schopte dan het geeltje, het bankje
van 25.
De Spinozahof aan de Voorburgse Spinozalaan is in 2018
aangelegd; een bescheiden hof in het verlengde van het parkje met waterpartijen
waar ik als kleuter al rondstapte en de eendjes voerde.
Het is een tuin met perkjes, aangelegd in 17e-eeuwse stijl,
en tevens arboretum, met verklarende teksten bij elke boom. De hof wordt onderhouden
door de gemeente Leidschendam-Voorburg met medewerking van vrijwilligers.
Dezelfde gemeente ZOOMT ook (sorry, ik dacht even aan kantoorvergaderingen) nee,
ZOEMT, want er zijn bijenhotels.
‘Huygens en Spinoza op geeltje en duizend. Maak grap over!’,
staat er in mijn aantekeningen. Dat heb ik hierboven al gedaan, dus we gaan door
naar Rijnsburg.
Daar voelde Spinoza zich thuis bij de vrije geest die er
heerste. Zelfs een vermeende atheïst viel er niet uit de toon. Of dat nog zo
is; ik durf het niet te zeggen.
Spinoza woonde, filosofeerde, schreef, sliep en sleep in wat nu het Spinozahuisje heet, aan wat nu de Spinozalaan heet. Het gedicht op de muur is van de Rijnsburgse predikant, schilder en dichter Dirk Rafaelsz. Camphuysen.
Het standbeeld van Spinoza staat een paar hectometer daar
vandaan, aan de Vliet, een grachtje dat uit de middeleeuwen dateert. In de 19e
eeuw was het niet veel meer dan een open riool. Een plan tot demping in de 60’s
van de 20ste eeuw ging niet door. Gelukkig maar, want nu is het het meest
fotogenieke straatje van het dorp.
Ik had het daarnet over mijn lijstje van nog te bezoeken
drink- en eet-ablissementen in de streek. Daarnaast heb ik net zo’n soort lijst
van nog te bezoeken attracties die zo dicht bij mijn huis liggen, dat ik nooit de
moeite neem om de reis erheen te ondernemen.
Op die lijst staan nu: Corpus, Reis door de Mens in Oegstgeest, Soldaat van Oranje in de theaterhangar in Valkenburg, het Pilgrim Fathers-huisje in Leiden, dit Spinozahuis in Rijnsburg en het Archeon in Alphen aan den Rijn. Ook dit lijstje zal voorlopig niet korter worden. En dat komt uiteraard ook weer door corona. Het is overmacht, ik kan er nu niet naartoe, al zou ik nog zo graag willen. Maar als het wel weer kan, doe ik het weer niet.
Janssen
Over corona gesproken; in de allereerste aflevering van deze
pandemiereeks schreef ik dat ze in het Leidse Bio Science Park maar eens een
krachtig elixer moesten brouwen tegen het virus. Ik wist toen al dondersgoed
dat zoiets een vaccin heet.
Ik ben op mijn wenken bediend. Maar liefst 2 bedrijven
houden zich op deze universitaire campus annex high-tech-bedrijventerrein bezig
met productie van vaccins. Ze heten Janssen Pharmaceutical Companies en Halix.
Janssen heeft hier meerdere gebouwen. Ik ga niet vragen (als
er al iemand zou lopen om iets aan te vragen) welke precies de vaccinfabriek
is. Ze zouden me kunnen aanzien voor een wappie met subversieve bedoelingen.
Zij zijn een dochter van Johnson & Johnson uit de USA.
Zo’n naam doet iedereen meteen denken aan de 2 weinig scherpzinnige
rechercheurs uit de Kuifje-reeks, maar die heten in de Engelstalige wereld:
Thomson & Thompson. Het vaccin mag binnenkort geleverd en geprikt worden in
de EU. Eén prik ervan is al voldoende voor bescherming tegen het virus.
Halix
Halix Leiden is een van de locaties waar de roemruchte
AstraZeneca-vaccins geproduceerd worden, ofwel: de Oxford-vaccins.
2 Vaccin-producenten in Leiden! Het vervult mijn Leidse (zij
het oorspronkelijk Voorburgse) hart met trots. Maar wat dan weer knap lullig
is: van die vaccins, geproduceerd op 10 minuten fietsen van mijn huis, is er
nog geen één dosis terecht gekomen in de arm van een Leidenaar.
Al de door Halix gefabriceerde doses worden met grote
koelwagens afgevoerd richting UK en USA. Iemand die werkt op dit
bedrijventerrein zag met lede ogen zo’n wagen wegrijden en schreef op Twitter
zoiets als: ‘Daar rijdt onze zomervakantie Leiden uit!’
In het televisiejournaal duikt dit Halix-gebouw vaak op. Ik houd al
het nieuws over corona nauwgezet bij, maar echt snappen hoe het zit, doe ik het
niet. Ook niet die affaire rond die miljoen prikken die in de koelcellen liggen
te verstoffen.
Nederlanders kunnen wel een in het Suezkanaal vastgelopen schip,
en daarmee de wereldhandel vlottrekken, maar een vaccinatiecampagne
organiseren… Ik kon wel juichen toen ik het bericht over de Ever Given las:
eindelijk weer eens iets gelukt! Eindelijk niet meer het lachertje van heel de
wereld! Goed dat Hugo de Jonge niet de leiding had over die operatie in Egypte;
dan had die schuit er met kerstmis nog gelegen.
Opvallend stil is het in dit stuk van Leiden. Vrijwel niets wijst op bedrijvigheid. De
studenten werken via Zoom, en die vaccinfabrieken draaien mogelijk
volautomatisch, met slechts een minimum aan personeel. ’s Ochtends iemand die
de machines aanzet, en een paar man om die vrachtwagens vol te laden.
Laat ik dit stukje eindigen met foto’s die je rustgevend zou
kunnen noemen, als ‘saai’ geen beter woord was.
In Voorschoten zijn nog wat groene hoekjes overgebleven uit
de tijd dat het een lintdorp was, waar een stoomtram langs de huizen en hoeven
schommelde. Dit kaveltje boerenland bijvoorbeeld, tussen de Nassauwijk en de wijk Adegeest.
En een paar straten verder, achter het Raadhuis, dit ruim
opgezette wandelpark in landschappelijke stijl, het Burgemeester Berkhoutpark.
Wie was Burgemeester Berkhout, die leefde van 1901–1944,
en dus niet oud mocht worden? Even googelen. En dan verschijnt al snel het
woord ‘omstreden’ in beeld. Jee, was er met deze dorpsburgemeester nu ook
alweer wat aan de hand? Op wat voor beerput stuit ik nu weer?
Burgemeester Berkhout was volgens sommige
verhalen een gehate potentaat, en ook nog fout in de oorlog, volgens andere
verhalen; een wereld van leed. De burgervader liet het park aan het eind van de
jaren 30 aanleggen door ‘steuntrekkers’ die door hem honds behandeld schijnen
te zijn. Het park heette oorspronkelijk Wilhelminapark, werd in 1941 door de nazi’s
omgedoopt in Raadhuispark en heet Burgemeester Berkhoutpark sinds diens te
vroege dood.
Zo'n iemand zal ook niet op een normale manier aan zijn einde
komen. Op een mistige morgen raakte hij bij de spoorwegovergang De Vink met
zijn auto onder een trein. Hijzelf en 2 andere inzittenden, politieagenten,
vonden de dood.
De toen nog door een overwegwachter bediende
spoorbomen
waren al een hele tijd dicht, zonder dat er een trein passeerde.
Berkhout zou (volgens één lezing) de wachter bevolen hebben, ze voor
hem te
openen. De bomen gingen open, de
auto reed verder en werd gegrepen door een trein die toch nog
tevoorschijn kwam uit de mist. De overwegwachter werd krankzinnig
van wroeging en belandde op Endegeest, een inrichting in Leiden /
Oegstgeest
met een zeer toepasselijke naam.
Dit soort dingen staan er nooit bij op de informatieborden in
zo’n park. Wat een verhaal, zeg! Waarom in ’s hemelsnaam fictieve romans lezen
als je op elke vierkante kilometer een waargebeurd drama kunt vinden…
Nog niet zo heel lang geleden, in 2011 was dat, is er in de Voorschotense
politiek nog gesteggeld over de naam van het park. Volgens een aantal
Voorschotenaren moest de naam Wilhelminapark terugkeren op de borden bij de
ingang, in plaats van die van een fouterik. Maar het park heet tot de dag van
heden nog steeds: Burgemeester Berkhoutpark.
Een zeer bewandelbaar park; laten we het verleden verder
maar laten rusten!
Frans Mensonides
4 april 2021
Foto’s van 12 t/m 31 maart 2021
Burgemeester Berkhoutpark, afgelopen winter
©
Frans Mensonides, Leiden, 2021