Laat ik deze herfst weer eens wat
aandacht besteden aan het
openbaar vervoer op rubberen banden, als tegenwicht voor al
die Interrail-treinverhalen
van afgelopen zomer! Ik wil niet nog meer bus-liefhebbers kwijtraken
als
abonnee, en zelf ben ik gek op variatie en contrasten: treinen langs
dorpjes in
de Alpen, versus bussen in een metropoolregio (zoals ze
zichzelf noemen) in de polder.
Ik heb het dan over Rotterdam en
wijde omstreken, waar de
RET niet minder dan 65 buslijnen exploiteert. De RET, Rotterdamse
Elektrische
Tram, werd opgericht in 1927. Maar al een jaar later kreeg de tram
gezelschap
van de bus.
De RET-bussen maakten daarna
langzamerhand een einde aan de
beruchte wildgroei in het busvervoer in de 20’s van de vorige eeuw. In
die
periode zijn er in Rotterdam maar liefst 118 particuliere
busondernemingen
actief geweest.
De RET-bussen bedienen nu al bijna
een eeuw alle hoeken en
gaten van de stad. Na de opening van het eerste metrotraject in 1968
kreeg de
bus steeds meer de rol van aanvoerlijn (‘feeder’) voor de metro. Je
kunt bijna
niet schrijven over de bus van de RET zonder de metro in je verhalen
mee te
nemen – wat dan weer aardig is voor de rail-adepten.
Hieronder een groeidocument over
RET-buslijnen. Niet alle
65; ik maak een selectie en doe ze niet op nummer, maar allemaal dwars
door
elkaar.
Eerst nog iets over het materieel.
In 2019 wist de RET na onderhandse
aanbesteding de concessie
voor het stadsvervoer in de agglomeratie Rotterdam te behouden. Die
concessie
loopt tot 2034.
In 2020 en 2021 heeft het bedrijf
vrijwel zijn complete
vloot bussen vernieuwd. Daarbij werd de E in de naam RET,
‘Elektrische’, volop
waargemaakt. Er was een instroom van 200 elektrische of hybride bussen.
Eind 2021 had de RET 97 geheel
elektrische bussen in dienst
(series 1400 en 1500, VDL Citea), 103 hybride (serie 1200, VDL Citea),
68
dieselbussen (serie 300, Citaro en serie 1100, VDL Citea), en 2 van de
eeuwige
belofte: waterstofbussen (serie 400, van Hool).
Hybride bussen beschikken zowel over
een diesel- als
elektrische motor, waarbij de eerste de tweede aandrijft, en
uitgekiende
software zorgt voor een optimale samenwerking tussen de 2.
Van de dieselbussen uit de serie 300
uit de jaren ’00 zijn
er in de loop van dit jaar een groot aantal ‘uitgefaseerd’; naar de
sloperij
gereden, betekent dat vermoedelijk. 28 worden er nog achter de hand
gehouden in
de reservevloot. Op deze pagina op de site van RET
staat nadere uitleg, ook
voor techneutisch onderlegde lezers, over de series bussen die het
vervoersbedrijf momenteel in dienst heeft.
In het pré-coronajaar 2019 stapten er in totaal 34 miljoen passagiers in een RET-bus, wat neerkomt op een stuk of 110.000 per werk- en schooldag. Daarmee bleef de bus toch wel wat achter op de tram (43 miljoen per jaar) en vooral de metro, de koploper met 99 miljoen.
Ooit heeft iemand op het RET-kantoor
opdracht gekregen om
hippe, blitse namen te verzinnen voor de soorten RET-buslijnen die er
zijn. Die
persoon kwam op de proppen met de 6-4-2-bus en de Gemaksbus.
De eerste vormt het Frequentnet,
samen met de tram en de
metro. Die bussen rijden in de spits 6 keer per uur, tussen de spitsen
in 4
keer per uur, en op de stille uren (zon- en feestdagen en ’s avonds) 2
keer.
Deze bussen ontsluiten meestal de wijken waar railvervoer afwezig is.
De
6-4-2-lijnen staan in rood aangegeven op de haltepalen en op
de Lijnennetkaart
van RET
De zogeheten ‘Gemaksbussen’ (kleur:
blauw op haltes en
kaarten) rijden minder frequent, en ook niet op alle dagen en alle
tijden van
de dag. Het gemak bestaat er dan uit dat je ze kunt nemen als ze een
keertje
wél rijden.
Er zijn verder wat snelbussenlijnen
(groen), de ‘ZoRo’
R-netlijnen Zoetermeer - Rodenrijs, buurtbussen en schoolbussen. Totaan
corona
reden er ook nog nachtbussen, ofwel: BOB-bussen, maar die zijn toen uit
de
vaart genomen en er bij mijn weten niet meer in teruggekeerd.
Ik heb niet het idee dat de namen
6-4-2-bus en Gemaksbus erg
ingeburgerd zijn in Roffa. Weinig mensen zullen zoiets zeggen van: ik
pak effe
de 6-4-2 voor de Koopgoot of de Gemaksbus naar de lunchroom. In het
laatste
geval zou het eerder een Gebaksbus zijn.
Ik zal die kreten daarom zelf ook
maar zo weinig mogelijk
gebruiken. De opzet van de rest van dit stuk: ik kies een lijn,
weldoordacht
willekeurig, neem die van begin- tot eindpunt en weer terug, stap soms
onderweg
ergens uit en soms ook niet, en tel, om me onderweg niet te vervelen –
want dat
heb ik soms – de passagiers, die een bijdrage leveren aan die 34
miljoen instappers
per jaar.
De saaie getalletjes over zo’n lijn
zet in ik een kadertje.
Verder gaat het, zoals gewoonlijk op deze site, om de beleving, de
foto’s en
het ‘achterland’: opmerkelijke, of soms zelfs mooie stukken Rotterdam
waar je
met zo’n bus komt.
Route |
Rotterdam
Centraal – Blijdorp – Erasmus MC / Metro Dijkzigt – Maastunnel –
Charlois – Zuidplein |
Lengte |
8,5 km |
Haltes |
18 |
Rijtijd
(middagspits) |
37
min. heen, 36 min. terug |
Gemiddelde
snelheid (middagspits) |
13,8
km/uur heen, 14,1 km/uur terug |
Frequentie
(werkdagen, buiten vakantie) |
Spits
10 min. |
Mijn
ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale
bezetting onderweg) |
Zaterdag
10/09/22, bus nr. 1507, Centraal station 16:39 – 17:02 Gruttostraat (27
pass. max.) |
Bij Rotterdam Centraal
Heemraadssingel
Charlois
Het leuke van zo’n bus-odyssee is dat je heel andere
stadsdelen, heel andere dingen ziet dan vanuit de tram en vanuit de
metro,
zeker waar die laatste door tunnels rijdt. Bus 44 slaat er, na vertrek
van
Rotterdam Centraal, vrijwel meteen een in, onder het spoor door, en
komt
terecht bij Blijdorp. Er is een metrostation van die naam, maar dat
ligt
helemaal niet bij het beestenspul in de buurt. Met bus 44 stap je voor
de poort
van de dierentuin uit.
Daarna weer een tunnel onder het
spoor door, en vervolgens neemt
de bus de fraaie, door groen geflankeerde Heemraadssingel. Het nieuwe
Depot van
museum Boijmans van Beuningen, of wel: De Pot,
komt ook langs. Daarna koerst
de bus naar ziekenhuis Erasmus MC en metrostation Dijkzigt.
Lijn 44 is een van de weinige
RET-buslijnen die de Nieuwe
Maas kruisen, en daarvan de enige die dat doet via de Maastunnel. Met
een
slinger bereiken wij die tunnel, om aan de overkant in de wijk Charlois
te
belanden. Uit te spreken als ‘Sjaarloos’, s.v.p.! Alleen snobs zeggen
Charlwâh,
en laten zich dan meteen kennen als heikneuter van buiten de stad.
Ergens in Charlois stap ik uit. Ik
loop hier op een late
zaterdagmiddag, 10 september 2022, met mooi, zonnig weer, en besluit,
van
hieruit terug te gaan lopen naar de noordelijke Maasoever, door een
parkje en
door de Maastunnel. Als ik die, met zijn enge roltrappen, achter de rug
heb,
beland ik in het park rond de Euromast en daarna in een mooi stukje
Rotterdam
waar ik nooit eerder een voet heb gezet.
Daar zie ik onder andere buitenplaats
Welgelegen uit 1736.
De huidige villa dateert uit 1872. Op Welgelegen hebben
stadsbestuurders,
reders, bankiers, jeneverstokers en snoepwinkeliers (C. Jamin,
linksonder op de
foto) gewoond.
Zaterdagmiddagwandelingen in Rotterdam willen nog wel eens eindigen in de Markthal.
19 dagen later maak ik toch nog de terugrit met lijn 44 van
Zuidplein naar Rotterdam Centraal, in de avondspits. Het stads- en
steekbusstation Zuidplein, onder het metrostation en het winkelcentrum,
trekt
dagelijks 44.000 busreizigers, die zich verdelen over 38 buslijnen. In
de spits
vertrekken er 300 bussen per uur, waarvan ca. 200 van de RET.
Het busstation is eerder dit jaar
gerenoveerd. De bushaltes
in een tochtige spelonk onder de metro zijn nu verdwenen hebben
plaatsgemaakt
voor een reeks perrons ten noorden ervan. Het ziet er allemaal wel
aardig uit
bij het zonnetje dat vandaag schijnt, maar het biedt weinig bescherming
tegen
de elementen, als die woeden.
Ik zit in deze e-bus helemaal
achterin, hoor allerlei
geratel en gesuis uit een grote, donkergrijze kast komen en voel koude
ventilatielucht. De
rijeigenschappen van de elektrische bussen zijn uitstekend. De bussen
worden
opgeladen bij het busstation bij Rotterdam centraal.
Route |
Lijn
61: Hoogvliet Metro – Oudeland – Westpunt – Hoogvliet Metro; Lijn
62: Net andersom |
Lengte |
6,7 km |
Haltes |
18 |
Rijtijd
(middagspits) |
21 min. |
Gemiddelde
snelheid (middagspits) |
19,1
km/uur |
Frequentie
(werkdagen, buiten vakantie) |
Spits
20 min. per lijn |
Mijn
ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale
bezetting onderweg) |
Zaterdag
01/10/22, bus nr. 1222, Hoogvliet Metro 15:19 – 15:31 Tijmweg (10 pass.
max.) |
De naam Hoogvliet zal velen in Zuid-Holland eerder doen
denken aan de supermarktketen dan aan de deelgemeente van Rotterdam.
Beide
hebben niet veel met elkaar te maken. De supermarkt is in 1968 in
Kwintsheul
opgericht door ene Leen Hoogvliet, terwijl het oorspronkelijke dorp
Hoogvliet
in 1326 gesticht werd als Oedevliet. Het is genoemd naar Oda, dochter
van heer
Nicolaas III van Putten en Vrouwe Aleida van Strijen. De laatste had
het stuk
grond ingebracht als bruidsschat.
Gedurende de 6 eeuwen daarna gebeurde
er niet zo gek veel in
Hoogvliet, dat indertijd een minuscuul dijkdorpje was in de buurt van
de Oude
Maas. In 1934 werd het geannexeerd door de gemeente Rotterdam. Na WO II
werd
Hoogvliet een groeikern, die inmiddels 35.000 inwoners telt.
Misschien brandt de vraag je op de
lippen of Hoogvliet ook
een filiaal van Hoogvliet heeft. Ja, dat is het geval. De bus rijdt er
zelfs langs.
De bus reed vroeger van Hoogvliet
naar het centrum van
Rotterdam. Daar kwam verandering in in oktober 1974, toen de RET-metro
werd
doorgetrokken naar Hoogvliet. Dat toen al uit zijn krachten gegroeide
dorp
kreeg 2 metrostations: Hoogvliet zelf en Zalmplaat. In 2002 kwam daar
nog
station Tussenwater bij. Van alle 3 de Hoogvlietse metrostations kun je
zowel
lijn D nemen (Spijkenisse - Rotterdam Centraal via Zuidplein) als lijn
C (Spijkenisse
– Capelle aan den IJssel via Schiedam en Blaak).
De 3 buslijnen van Hoogvliet beginnen
nu allemaal bij het
metrostation met die naam. 61 en 62 bedienen het grootste deel van het
dorp dat
geen dorp meer is; 63 alleen de wijk Zalmplaat. Lijn 62 rijd hetzelfde
rondje
als 61, maar dan in de andere richting.
Station Hoogvliet heeft een zeer
uitgebreide fietsenstalling
voor wie geen zin heeft om op de bus te wachten. Bij het busstation is
een
winkelcentrumpje dat een overleden indruk maakt.
Ik stap in bus 61. Op deze rondrit
zie je bijna elke
straathoek van Hoogvliet, plus een complete staalkaart van bouwstijlen
van de
afgelopen 7 decennia.
Natuur is er ook nog, in de vorm van
het Ruigeplaatbos langs
de Oude Maas, die hier Hoogvliet scheidt van Spijkenisse en waarop druk
scheepsverkeer plaatsvindt.
Ik ga het verkennen. Dit gebied is
eigendom van
Zuid-Hollands Landschap. Het is een van de weinige
zoetwatergetijdengebieden
die nog resteren in West-Europa. Dat brengt een bijzondere flora en
fauna met
zich mee. De faunasoort, genaamd homo sapiens, houdt ook bij hoogwater
droge voeten
dank zij een boardwalk.
In het bos moet je goed uitkijken
voor de grazers die er
grazen, de Schotse Hooglanders. Ze worden niet graag gestoord bij hun
maaltijd
of in hun overpeinzingen. Net zoals altijd in hun habitat moet ik
lachen om de
omgangsregels met deze diersoort. Je moet minstens 25 meter afstand van
ze
houden, en mag ze verder absoluut niet aaien (wat ook moeilijk kan, als
je geen
armen van 25 meter lengte hebt).
Ze zien er ook niet erg aaibaar uit.
Het exemplaar dat ik op
de korrel heb, heeft zijn kont naar me toegekeerd en merkt mijn
aanwezigheid
niet op.
In de bus terug zie ik een
uitschieter onder de
flatgebouwen, één van op het oog geschat een hectometer hoog. Ik wil er
een
foto van en loop erheen als mijn bus het metrostation bereikt heeft.
Een dijkje
en een kerkje houden de herinnering nog levend aan de tijd dat
Hoogvliet een
dijkdorp was. De rest van het dorpshart heeft plaatsgemaakt voor een
modern
winkelcentrum.
De ranke woontoren, voorzien van
tulpenmotieven in de gevel,
heet Oosterbaken, bezit 33 verdiepingen, is 99 meter hoog (ik zat er
niet ver
naast met mijn schatting) en kijkt uit over park Oedevliet. Het is
verreweg het
hoogste gebouw van Hoogvliet, maar staat slechts op de 24ste plaats op
de lijst met hoogste bouwwerken in de gemeente Rotterdam.
Daarna wandel ik terug naar de
uitgang van Hoogvliet: het metrostation. En
aangezien het weer zaterdag is, neem ik lijn C naar station Blaak en
daarmee de
Markthallen.
Route |
Zuidplein
Metro – Breeweg – Stadionweg – Van Brienenoordbrug – Kralingse Zoom
Metro |
Lengte |
9,0 km |
Haltes |
10 |
Rijtijd
(middagspits) |
29 min
heen, 31 min. terug. |
Gemiddelde
snelheid (middagspits) |
Heen
18,6 km/uur, Terug 19,1 km/uur |
Frequentie
(werkdagen, buiten vakantie) |
Spits
30 min. per lijn |
Mijn
ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale
bezetting onderweg) |
Donderdag
29/09/22, bus nr. 1203, Zuidplein 14:32 – 14:58 Kralingse Zoom (17 pass. totaal); |
Lijn 75, van Zuidplein naar Kralingse
Zoom, heb ik niet
zomaar willekeurig gekozen, maar in verband met een heet hangijzer in
de
Rotterdamse politiek. Dat gaat over een geplande ‘Oeververbinding’,
tussen
Rotterdam Zuid en Kralingen; om preciezer te zijn: tussen de wijken
Feijenoord
en De Esch. De kwestie is, of dit een brug of een tunnel zal worden;
een brug
met een tram eroverheen of een tunnel met een metro erdoor.
Zowel de RET als een aantal politieke
partijen in Rotterdam pleiten
al jarenlang voor een metro tussen Kralingen en Zuid. Het gaat dan om
een
verbinding van ca. 6 km van Kralingse Zoom naar Zuidplein, via
Feyenoord City: Stadion
‘De Kuip’ en de daar verrijzende duizenden woningen. Die lijn zou
verder
stations kunnen krijgen bij de wijk De Esch in Kralingen en rond het
Breeplein
in Zuid.
Voorstanders vinden dat nieuwe
traject noodzakelijk om de
bestaande lijnen te ontlasten. Je kunt nu al met de metro van Kralingen
naar
Zuid, maar dan met een overstap op Beurs. En er bestaat een directe
verbinding
met bus 75, waarover hieronder meer.
Goed, met overstap of per bus duurt
het iets langer. Maar
hoeveel mensen willen er eigenlijk per dag van Kralingen naar Zuid en
vice
versa? Met de bus in ieder geval weinig, zoals ik zal merken.
Ik heb altijd getwijfeld aan het nut
van die nieuwe verbinding.
Trekt een metro Kralingen – Zuid wel voldoende passagiers om de aanleg
van een
boortunnel te rechtvaardigen? Die metrolijn, inclusief de
Oeververbinding, zou
volgens berekeningen van de gemeente minstens 2½ miljard euro gaan
kosten.
Het college van B&W schrok in tijden van crisis terug voor dit bedrag. Er ligt nu een voorstel voor een fiets-, tram- en autobrug over de Oude Maas, van De Esch naar ergens in de buurt van het Feyenoord-stadion. Geen Van Brienenoordbrug 2.0 met tientallen rijbanen; de auto’s zullen op die brug ‘te gast’ zijn. De Mobiliteitswethouder Vincent Karremans (VVD; een mooi aptoniem, tussen haakjes) laat er op een gemeentelijke webpagina zijn licht over schijnen.
Op de beide oevers van de geprojecteerde brug rijden nu al
trams; een verbinding Kralingse Zoom – Zuidplein moet wel gemakkelijk
in te
passen zijn in het tramnet.
Bus 75 geeft een voorproefje van die
verbinding. Maar hij
moet bij gebrek aan die nieuwe Oeververbinding een flink stuk omrijden
via de
Van Brienenoordbrug.
Lijn 75 staat te boek als sneldienst,
maar dat is moeilijk
te geloven als de bus weer eens vaststaat in een file of voor het
zoveelste
rode verkeerslicht.
De bus volgt de kortste route door Zuid, via de Strevelsweg naar de
omgeving
van de Kuip. Daarna over de Van Brienenoordbrug. Eén tussenhalte
resteert dan
nog, Hogeschool HES, bij de Erasmusuniversiteit. Bij die halte stoppen
ook de R-nets
naar de Drechtsteden, zie het gelinkte stuk uit 2019. Bij het eindpunt,
Metro Kralingse Zoom, zitten er nog maar 4 passagiers in de
bus.
Als je een bus fotografeert, ben je
meestal te laat om erin
te stappen. Ik moet nu een half uur wachten. Behalve traag, is lijn 75
ook nog
eens weinig frequent.
Ik kijk wat rond op Kralingse Zoom.
In verband met het ook
bij RET heersende personeelsgebrek is metrolijn A (Ommoord – Schiedam –
Vlaardingen) ingekort tot het kippeneindje Ommoord – Kralingse Zoom. De
lijnen
B en C rijden daardoor in een onhandige 7-3-minutenfrequentie verder
naar het
centrum van Rotterdam.
In de hal staat een automaat, een
'Safety
Station', waaruit je onder andere mondmaskers
en steriele handschoenen kunt trekken. Ook flesjes bronwater, maar
geeneens condooms. Ik zal zulke automaten de komende weken ook op
andere
knooppuntstations zien.
De Parkshuttle, het chauffeursloze
busje van Kralingse Zoom
naar bedrijventerrein Rivium, staat al sinds 2018 buiten dienst. Het
materieel
zou vervangen worden, de route uitgebreid, maar niks. De vorige
vernieuwingsoperatie dateert van 2008, ook na jaren stilstand; een
project van
vallen en hopelijk ook deze keer opstaan.
De Parkshuttle anno 2008
Het weekend daarvoor was Rikus
Spithorst gewieberd door
ROVER, naar aanleiding van een column die hij had geschreven, die ook
ik ver en
ver over the top vond.
Sindsdien is in de media de ster van
de door Rikus
opgerichte Maatschappij voor Beter OV gerezen, terwijl we van ROVER
nauwelijks
meer iets gehoord hebben. Oh, die doen vast achter de schermen heel
nuttig werk
in ruil voor tonnen overheidssubsidie, zoveel krediet wil ik ze nog wel
geven.
Maar vóór de schermen is daarvan al jaren weinig meer zichtbaar.
Ik gunde Rikus zijn ‘15 minutes of
fame’, maar dat het 15
jaar zouden worden, dat had ik niet voorzien. Mijn recensies van hem
waren aanvankelijk
allesbehalve gunstig, maar ik heb hem verkeerd beoordeeld.
Enfin, terug over de Van
Brienenoordbrug naar Zuidplein, met
een ook in de spits slecht bezette bus 75. Hoe krijgen ze die tram over
die
nieuwe brug ooit vol? En hoe hadden ze gedacht, per metro een man of
50.000 per
dag te trekken op dit traject??; aantallen die je toch wel nodig hebt
om zo’n
dure verbinding de moeite waard te maken…
In november wordt de knoop over de
Oeververbinding
doorgehakt. Wordt vervolgd!
Route |
Zuidplein – Vreewijk – Rotterdam Lombardijen NS – Hordijkerveld – OV-knooppunt Keizerswaard |
Lengte |
9,0 Km |
Haltes |
19 |
Rijtijd
(middagspits) |
34 min. heen, 32 min. terug |
Gemiddelde
snelheid (middagspits) |
15,8 km/uur heen, 16, 9 km/uur terug |
Frequentie
(werkdagen, buiten vakantie) |
Spits
12 min. |
Mijn
ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale
bezetting onderweg) |
Donderdag
06/10/22, bus nr. 1269, Zuidplein 14:46 – 15:18 Keizerswaard (56 pass.
totaal) |
Lijn 76 volgt een sterk gekartelde,
meanderende route door
Rotterdam Zuid. De buslijn is ingevoerd in de winter van 1968, toen het
hele
OV-net in Zuid op de schop ging. De eerste
metrolijn van de Benelux, Rotterdam
CS – Zuidplein, werd in gebruik genomen. Ter verhoging van de
feestvreugde sneuvelden
meteen alle rivierkruisende tramverbindingen en bleef op Zuid alleen
tram 2
over.
Lijn 76 liep indertijd van Charlois
(Dokweg / Sluisjesdijk)
naar Hordijkerveld, een nieuwbouwwijk ten oosten van de spoorlijn
Rotterdam –
Dordrecht. Hij moest een groot deel van Zuid ontsluiten, vanaf het
gloednieuwe
metrostation Zuidplein, en vandaar die kronkelige route.
In de beginjaren van de metro hadden
metro en bus
verschillende tariefsystemen. Reizigers die hun rechtstreekse
tramverbinding
Noord-Zuid hadden zien verdwijnen, moesten overstappen op Maashaven of
Zuidplein,
en daar ook nog opnieuw de portemonnee trekken. Logisch dat de metro
onder hen aanvankelijk
geen vrienden maakte, hoe ‘groos’ Rotterdam ook op die primeur was.
Het oostelijk gedeelte van
IJsselmonde breidde zich sterk
uit in de 70’s en 80’s. Lijn 76 groeide mee, en zou in 1994 zijn
eindpunt uiteindelijk
krijgen op een nieuw OV-knoppunt bij winkelcentrum Keizerswaard. Lijn
76 was ooit
een van de drukste buslijnen van de RET, die in de spits om de 5
minuten reed,
als ik het me goed herinner.
In 1989 werd de gelede bus ingevoerd
op die lijn. Die bussen
hadden een voor die tijd heel revolutionair halte-afroepsysteem,
namelijk automatisch,
en niet meer door de chauffeur (die er meestal geen zin in had).
Bovendien was
er in elke bus een routestrip waar een lampje ging branden bij de naam
van de eerstvolgende
halte.
Ik heb een keer een vrije middag
genomen van kantoor in
Rijswijk, speciaal om naar Rotterdam Zuid te gaan om dit wonder te
zien. Helaas
kan ik niet linken naar dit avontuur. Ik zou er ongetwijfeld over
geschreven
hebben op deze site, als die al bestaan had. Internet lag nog in de
toekomst.
En de digitale reizigersinformatie in het voertuig was zijn tijd te ver
vooruit; het was allemaal heel snel stuk.
RET-dienstregelingen waren
toentertijd vanzelfsprekend ook
nog niet digitaal raadpleegbaar. Voor een paar gulden kon je een soort
multomap
kopen met alle lijnfolders. Die komt vast nog wel eens boven water bij
een
opruimingsactie in mijn huis. Het lijkt wel of ik spreek over het jaar
7 voor Christus,
maar het is nog maar een derde eeuw geleden.
In 1996 (begon het bestaan van mijn
Thuispagina en) werd de
Erasmusbrug in gebruik genomen, met een hele bundel tramlijnen
eroverheen. De
tram heroverde Rotterdam Zuid, en daar nam de betekenis van de bussen
af.
Tegenwoordig rijdt bus 76 alleen nog
maar tussen de
winkelcentra Zuidplein en Keizerswaard en is het stuk in Charlois
overgenomen
door lijn 70. Ik had het hierboven over 6-4-2-lijnen. Maar 76 is, ik
denk sinds
corona, nog maar een 5-4-2-lijn. In de spits 5 bussen per uur,
12-minutendienst
in plaats van 10-. En dat hoewel hij best druk is, althans op mijn
heenweg, op
een tijdstip halverwege de middag, als de vele scholen in de buurt hun
leerlingen vrijlaten.
Ik kijk uit naar een mooie fotoplek
met stadsschoon. Tramfoto’s
zou ik hier bij de vleet kunnen schieten, maar dit is een bus-stuk.
Lijn 76
kruist, en volgt soms over een kort stukje, 4 tramlijnen: lijn 2, 20,
23 en 25.
Als tram en bus een poosje parallel rijden, wint de tram, op zijn vrije
baan,
het meestal op snelheid. De bus is echt vers 2 in deze stad.
We rijden door tuindorpen met veel
groen. Daarna stopt de
bus bij station Rotterdam Lombardijen. In 1989 kruiste de bus de
spoorbaan een
stuk zuidelijker.
Al dit soort zaken opgegoogeld in de
Wiki, of opgetekend uit
een schier fotografisch, doch ook feilbaar geheugen. Mocht dat me een
keer
bedrogen hebben, aarzel niet om het me te melden!
Aan de andere kant van het spoor zie
ik mijn fotoplek voor
de terugweg: de Hordijk. Die stond al op de topografische kaarten toen
de
spoorweg naar Dordrecht nog aangelegd moest worden. Toen was het een
dijkje met
wat boerderijen. In de jaren 60 van de vorige eeuw is hij ingelijfd bij
Hordijkerveld.
Eerst op weg naar Keizerswaard. Een schoolklas rent een zebra over, met een juf die water en bloed zweet. Iemand zit ‘shocking klem’ tussen de achterdeur van de bus en slaakt een gil.
En dan het eindpunt, OV-knooppunt
Keizerswaard, waar je op 2
trams, 3 stadsbussen en 5 streekbussen kunt stappen. Als ik naar de
deur loop,
valt er een OV-chipkaart op de grond. De mijne? Ik raap hem op, maar
een harpij
met een schelle krijsstem grist hem me uit de handen: DIE IS VAN MIJ,
DIE IS
VAN MIJ, DIE IS VAN MIJ!!!
‘In dat geval zou u dankjewel kunnen zeggen, dat ik hem voor u
opgeraapt heb!’
Als blikken konden doden, had ik
nooit kunnen beginnen aan
dit eerste hoofdstuk van de 27e jaargang, en was het bij 26 gebleven.
Nou, ik
heb mijn eigen chipkaart in ieder geval nog wel, evenals mijn bankpas,
ID,
credit card, pech-onderwegpas voor de e-bike,
ziektekostenverzekeringspas… ik
controleer het meteen maar even. Gelukkig, een mens existeert
nauwelijks nog zonder
zijn pasjes.
Keizerswaard is een heel uitgestrekt
overdekt winkelcentrum.
Waarom zou een IJsselmondenaar naar de Koopgoot gaan, als hij op zijn
eigen eiland
ook alles bij de hand heeft? Er is zelfs een HEMA mét horeca. Ik strijk
er neer
voor koffie met een broodje.
Daardoor gesterkt wandel ik
binnendoor via de kortste weg naar
de Hordijk; de bus komt er met een flinke omweg. ‘Wat is hier nou te
zien?’,
zou een bewoner ervan zich kunnen afvragen als hij op deze site stuit.
Inderdaad valt dat een beetje tegen.
Er hangen Feyenoord-vlaggen.
Rotterdam Zuid hoopt dat de
club vanavond in de Europa League wint van die Deense club met die
onuitspreekbare
naam.
Ik passeer het bord dat aangeeft dat de bebouwde kom van Rotterdam eindigt, maak een lus terug naar de bewoonde wereld en stap ergens op lijn 76, terug naar Zuidplein. Wat zal ik vanavond eens gaan doen? Ik kon eigenlijk wel naar die wedstrijd gaan kijken.
Winkelcentrum Keizerswaard - OV-knooppunt Keizerswaard - 2 maal de Hordijk
Route |
Schiedam
Centrum – Kasteel Sparta – Beukelsweg - Beukelsdijk – Rotterdam
Centraal – Hofplein – Crooswijk Paradijsplein (tijdelijk eindpunt
i.v.m. wegwerkzaamheden in Crooswijk) |
Lengte |
7,3 km
|
Haltes |
Heen
20, terug 21 |
Rijtijd
(middagspits) |
34
min. heen, 37 min. terug |
Gemiddelde
snelheid (middagspits) |
12,9
km/uur heen, 11,9 km/uur terug |
Frequentie
(werkdagen, buiten vakantie) |
Schiedam
– Rotterdam Centraal: Rotterdam
Centraal – Crooswijk: |
Mijn
ritten, met passagiersaantallen (totaal op deze rit of maximale
bezetting onderweg) |
Woensdag
19/10/22, bus nr. 1516, Schiedam 14:02 – 14:18 Rotterdam Centraal, (29
pass. max.) Woensdag
19/10/22, bus nr. 1510, Rotterdam Centraal 18:06 – 18:24 Schiedam
Centrum (21 pass. max) |
Lijn 38 op de Beukelsdijk (op een andere dag dan deze)
Woensdag 19 oktober is het de eerste
dag van een 3-daagse
staking in het streekvervoer – waaraan ook sommige RET-chauffeurs
deelnemen, die
volgens de streek-CAO betaald worden. Ik weet niet precies hoe het zit,
en ga
dat niet nazoeken, ook. Een gedeelte van de RET-bussen rijdt in ieder
geval niet.
Ik weet wel dat ze 10% loonsverhoging
willen en eenmalig
1000 euro in het handje, net zoals de ‘meesters’ en die hardwerkende
conducteurs van NS gekregen hebben. Ik moet heel ver teruggaan in de
tijd van
mijn werkleven om me salarisverhogingen te kunnen heugen die daar ook
maar in
de verste verte bij in de buurt kwamen.
Op deze zonnige maar wat vlagerige
middag kom ik één minuut
te laat bij het beginpunt van lijn 38 voor de bus van 13:49. Maar die
bus heeft
helemaal niet gereden. VERVALLEN, meldt het digitale bord boven de
halte.
Die halte staat op een viaduct
tegenover NS- en metrostation
Schiedam Centrum. Een groepje betalend OV-vee zit of staat sikkeneurig
en verwaaid
in de abri. Onder hen een jonge vrouw die op krukken loopt, een naar
huis
hunkerende scholier en een man met een zwarte sik, die heel sikkeneurig
‘Ik heb
oponthoud!’ roept door zijn telefoon. ‘De RET brengt je plezier’, staat
te
lezen achterop een bus die passeert aan de overkant. Maar de mensen
hier stralen
dat niet echt uit.
Op deze lijn: Schiedam Centrum –
Rotterdam Crooswijk, rijden
van die ‘Gemaksbussen’ die slechts om het kwartier gemak bieden; zo
geen
plezier, dan nog wel gemak. Tussen Rotterdam Centraal en het aan de
boorden van
de Rotte gelegen Crooswijk rijden ze slechts om het half uur; slechts
een van
de 2 bussen rijdt door naar die wijk.
Het gedeelte van de lijn tussen
Schiedam en Rotterdam
Centraal staat met rood op de lijnennetkaart; dat naar Crooswijk met
blauw.
Rood is de kleur van de hoogfrequente 6-4-2-bussen, maar dat is deze
bus niet,
die ook in de spits maar 4 keer per uur rijdt.
‘Ik kon beter gaan lopen, maar ik
loop zo slecht’, zegt de
juffrouw met krukken tegen weer iemand anders.
Na een kwartier verschijnt de
volgende bus, die wél rijdt. Dit
is ook weer een buslijn die de haarvaten van het OV-net bedient, wat
witte plekken
op de kaart, die metro en tram hebben opengelaten.
We nemen een stuk Schiedam met lage
flatjes, beschenen door
een milde najaarszon. Vervolgens passeren wij het kasteel
van Sparta, de Delfhavense
Schiebruggen en een moskee. Daarna bereikt de bus de Beukelsweg en de
Beukelsdijk, die zo ongeveer het zelfde uitzicht bieden als die wijk in
Schiedam. Het wordt druk in de bus; dat zal wel komen doordat de vorige
is
uitgevallen.
Opvallend, en dan vooral opvallend
lelijk, is de ‘RVS-flat’
op de hoek met de Heemraadsingel. Dit staaltje van wederopbouw uit de
50’s
herbergde indertijd alleen ongehuwde werkende vrouwen. De Rotterdammer
doopte
het gebouw de Hunkerbunker, in het midden latend of de vrouwen die er
woonden, zaten
te hunkeren naar mannenvlees, of de mannen erbuiten naar de vrouwen
erin. Ik
durf het niet te zeggen; ik heb helemaal geen kijk op dat soort zaken.
Deze bus zou volgens dienstregeling
moeten doorrijden naar
Crooswijk, maar rijdt toch niet verder dan het station. Heeft de
chauffeur zich
plotseling solidair verklaard met de vakbond?
VERVALLEN, prijkt er op de display
van de halte waar de
bussen naar Crooswijk vertrekken. Twee bejaarde heren staan erover te
delibereren.
- ‘Ja hij komt wel, hoor, het staat toch op het bordje, 14:19 Crooswijk
(‘Krreuwswaik’) staat er toch?
- ‘Ja, maar er staat ook VERVALLEN. Hij is vervallen. Hij rijdt niet.
En de
volgende komt pas over een half uur, om 14:49. Die komt wél.’
- ‘Nee, hoor. Er staat: 14:19 Krreuwswaik, Hij rijdt gewoon, hoor. Hij
komt
gewoon (‘geweuwn’). Ja, hij is een beetje te laat, maar hij komt echt
wel.’
- ‘NEE man, kijk dan, KIJK dan! Er staat VER-VAL-LEN. Er is een
sta-king.
Sommige bussen VER-VAL-LEN!’
- ’Maar er staat: Krreuwswaik, op het bordje staat…’
- ‘Luister dan toch naar me; hij is VERVALLUHHHHH!!!!´
- ‘Maar op dat bordje staat….’
‘Dan blijft hij daar maar lekker een half uur staan wachten,
dat godvergeten eigenwijze secreet!’ zegt hij tegen me; ‘wat kan het
mij ook
verrotten?’
Ja, wat kan het verrotte, aan de
Rotte? Ik las nu maar weer een
koffiepauze in. In de stationshal ga ik BackWerk binnen. Hier kom ik
nog wel
eens als ik op de Thalys, Eurostar of de IC Brussel sta te wachten. Het
koffie-
en broodjestentje heeft daardoor voor mij de geur van vakantieavontuur
(naast
die van koffie), ook op deze wat sneue middag.
Een half uur later neem ik alsnog de
bus naar Krreuwswaik,
sorry: Crooswijk. Die twee causeurs van daarnet zie ik niet meer; die
zijn gaan
fietsen, denk ik. Dat gaat sowieso sneller dan lijn 38, die qua
gemiddelde
snelheid misschien wel de hekkensluiter van Rotterdam is.
De bus rijdt door een korte tunnel
onder het Weena, langs het
Hofplein en het Pompenburg op. We volgen de tramrails tot waar die
rechtsaf slaan.
Even verder komen ze weer tevoorschijn van rechts uit een zijstraat.
Ook hier is
de tram koning en hangt de bus er maar zo’n beetje bij.
Lijn 38 heeft normaliter zijn eindpunt bij de Begraafplaats Crooswijk, maar de route is nu wegens wegwerkzaamheden ingekort tot het Paradijsplein, bij het RK-Kerkhof Sint Laurentius. Ik wil de bus fotograferen bij het eindpunt, maar hij is al weggestoven, meteen nadat iedereen is uitgestapt. De halte staat er nog. De foto heb ik een half uur later gemaakt.
Begraafplaats Sint Laurentius is
volgens een bord bij de poort
meer dan een begraafplaats: een plek voor rust, bezinning en troost. Ik
loop
graag rond over begraafplaatsen; niet uit perversiteit of Freudiaanse
doodsdrift, nee, helemaal niet; het zijn vaak de mooiste, groenste
plekken van
de stad.
En ze mijden helpt echt niet, we gáán
toch allemaal een
keer. Of zoals dat Limburgse bandje Rowwen Hèze zingt: ‘Weej goan
allemoal, (ooh,
hoo, hoo), allemoal met de neus umhoeg’. Vrij vertaald: we eindigen
allemaal op
onze dooie rug. Loop daarom maar fier met je neus omhoog over
kerkhoven, te
genieten van het feit dat jij nog loopt, en zij alleen maar liggen.
Dit kerkhof is inderdaad heel
bijzonder. Niet alles is dood.
Er is een kinderboerderij met nog levende kippen. Het columbarium lijkt
op een
geschutskoepel. Een stokoude man met een baard - hij lijkt op Vadertje
Tijd -
zit achter een schildersezel en plein air te
schilderen.
Het opvallendste grafmonument van dit
kerkhof, heeft zelfs de
Wikipedia gehaald. Het is de grafkapel van de familie Jamin, de
snoepmagnaten
die hiermee voor de 2e keer genoemd zijn in dit artikel. De kapel heeft
de
status van gemeentelijk monument.
Van hier loop ik naar de andere
begraafplaats in Crooswijk,
de algemene, die 10 keer zo groot is als de RK-. Tussen beide
necropolissen
loopt de Rusthoflaan, waar ik de grote etalages bewonder van Joke
Dubbelt
Uitvaartzorg. Crooswijk lijkt wel doordesemd van de dood…
Op dat algemene kerkhof wil ik nog
wel een uurtje
rondwandelen. Maar ik kom niet veel verder dan het hoofdgebouw, niet
ver van de
ingang. De begraafplaats gaat dicht om 4 uur, en het is al tien vóór
als ik het
toegangshek passeer. Nu kijk ik, volkomen overbodig, nog op GoogleMaps,
maar
ook daar staat 16:00 uur vermeld als sluitingstijd. De doden gaan hier
vroeg slapen.
‘Nou, Frans, dit heb je weer perfect voorbereid!’, spreek ik geërgerd tot mezelf. ‘Een busmiddag houden als er een busstaking is, en dan niet vooraf even opzoeken of het doel van je reis wel open is, maar dat pas doen als je al voor een bijna gesloten poort staat!’ Ik moest toch nodig eens een functioneringsgesprek houden met mezelf.
Dan maar even wandelen door
Crooswijk. De wijk langs de lommerrijke
kronkels van de Rotte heeft een wat dorpse uitstraling, maar is toch
geen
opgevreten dorp zoals Hoogvliet. Tot rond 1860 was het hier polder.
Toen
ontstond de volkswijk waar de Rrrotterrdamse rrr nog vervaarlijker rolt
dan
elders in de stad. Pietje Bell is er geboren en getogen, althans zijn
geestelijke
vader, Christiaan van Abkoude.
Wat verder te doen met het laatste
stuk middag? Ik neem de
tram (lijn 7 plus lijn 21) naar De Esch om een foto te maken van het
punt waar
de Oeververbinding moet komen (zie ergens hierboven). In de tijd die
verloopt
tussen vanmiddag en publicatie van dit stukje, zal Feyenoord City
trouwens
afgeschoten worden door de Raad van State. Is het fundament niet
weggeslagen
onder die Oeververbinding, als dat ambitieuze woningbouwplan bij de
Kuip helemaal
niet door zou gaan?
Met nog een tram plus een metro
beland ik weer bij Rotterdam
Centraal, waar ik bus 38 wil nemen naar Schiedam. Op het metrostation
onder
Rotterdam Centraal zie ik alweer een nieuw soort automaat. Het kost me
enige
tijd om te doorgronden waarvoor hij dient en hoe hij werkt. Je kunt er
lege drankflesjes
en – blikjes in gooien (barcode naar boven!) en dan kiezen of je het
statiegeld,
15 cent, doneert aan Diergaarde Blijdorp of er een kortingsbon van
BackWerk voor
wilt hebben.
15 cent, er zijn heel wat donaties
nodig, wil de diergaarde
er een nieuwe aap van kunnen kopen. En je krijgt er bij BackWerk net
een
druppel koffie voor, en dan geen hele grote druppel. Mensenlief! Zelfs
in 1922
betaalde je al 20 cent voor een kop koffie - met room - bij restaurant
Loos aan
het begin van de Hofpleinlijn.
Wat een arremoede! Als ik lege flessen en
blikken bij me had, flikkerde ik ze hier allemaal op de vloer. Waarom,
daar ga
ik straks in de bus eens over nadenken.
Aangezien er net een weg is, en er
voorlopig geen meer komt,
las ik opnieuw een koffiepauze in. Deze keer kies ik Lebkov, met
uitzicht op
het busstation. Ik wil een hele beker, geen druppel. Ik lóóp helemaal
op
koffie, op dit soort dagen.
Als ik daarna naar de bushalte loop,
staan er maar liefst 2
bussen naar Schiedam aangekondigd, 3 minuten na elkaar; welk een
overvloed op
een stakingsdag! De eerste stroomt propvol, en ik laat hem doorgaan.
Dan slaat
het haltedisplay ineens op zwart. Oh hemel, wat zullen we nou weer
hebben? Is
het nu helemaal afgelopen? De rest van de dag een totale staking, en
helemaal
geen bus meer? Maar de volgende bus 38 arriveert gewoon.
Ik stap in. Op deze rit zie ik
hetzelfde als vanmiddag op de
heenweg, maar dan in de omgekeerde volgorde en in schemerlicht. Geheel
volgens
de verwachting, dus. ‘Bij deze halte kunt u overstappen op de bus’,
meldt de
omroep, alsof we daar al niet inzitten, in de bus.
Dat met mijn woede over die
statiegeld-automaat, daar kom ik
zo gauw niet helemaal uit. De ultieme 2022-armoeierige kwartjesvinderij
vind ik
het, in een decadente maatschappij in gestage verwording. Zoiets…
Frans Mensonides
6 november 2022
Er geweest: zaterdag 10, donderdag 29 september en zaterdag 1 oktober,
donderdag
6 oktober en woensdag 19 oktober 2022
©
Frans Mensonides, Leiden, 2022