5 nieuwe R-netbuslijnen kreeg de provincie Zuid-Holland erbij op 9
december 2018. 2 hebben we er al gedaan: lijnen 403 en 404 op het
eiland Voorne-Putten. De andere 3 werden geïntroduceerd in de
concessie die in december 2018 nog DAV heette (Drechtsteden,
Alblasserwaard en Vijfheerenlanden) maar sinds de jaarwisseling DMG
(Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem).
316 Kinderdijk – Alblasserdam – Papendrecht – Dordrecht.
387 Utrecht – Vianen Lekbrug – Meerkerk (A27) – Gorinchem.
388 Utrecht – Vianen Lekbrug – Meerkerk (A27) – Noordeloos
(N214) – Molenaarsgraaf (N214) – Bleskensgraaf (N214) – Sliedrecht –
Papendrecht – Rotterdam Metro Kralingse Zoom.
392 Dordrecht – Zwijndrecht - Hendrik-Ido-Ambacht – Rotterdam
Metro Zuidplein.
R-net:
488 Dordrecht – Zwijndrecht – Hendrik-Ido-Ambacht – Rotterdam
Metro Kralingse Zoom.
489 Nieuw-Lekkerland – Kinderdijk – Alblasserdam – Ridderkerk
– Rotterdam Metro Kralingse Zoom.
491 Sliedrecht – Papendrecht – Alblasserdam (Rijksweg) –
Ridderkerk - Rotterdam Zuidplein.
Ik ga voor dit groeidocument in ieder geval alle R-netlijnen doen, want dit is tenslotte de R-netreeks. Als het zo uitkomt, wil ik ook nog wel eens in zo´n flitsende SnelBuzz stappen.
Houd me ten goede: ik ben niet erg goed bekend in deze regio van mijn tegenvoeters in de provincie. Ik kan niet goed oordelen over de vraag of Qbuzz met R-net en SnelBuzz hier echt een verbetering heeft bewerkstelligd. *)
De OV-klanten uit de streek kunnen dat beter dan ik. En dat deden ze dan ook, de weken na 9 december. En dat oordeel pakte bepaald niet gunstig uit.
*) Ik kreeg op de eerste versie van dit artikel wel enkele nuttige aanvullingen van een lezer die goed bekend is in deze streek.
SnelBuzz en R-net-bus naast een normale RET-bus; Rotterdam Kralingse Zoom
Als je DMG vluchtig leest, zonder leesbril, dan staat er: OMG (Oh, My God!). De bewoners van de binnenlanden van Zuid-Holland staan bekend als een uiterst godsvruchtig volkje. Desondanks knetterden er hier in de bussen en vooral bij de haltes wekenlang opvallend krachtige godslasteringen.
Geen enkele concessiewissel loopt van een leien dakje. Maar zo bont als Qbuzz het maakte, zo zout hebben we het vrijwel nog nooit en nergens gegeten in het OV.
Buschauffeurs die de weg kwijtraakten, bussen die niet op kwamen dagen of overvol waren, passagiers die geschoffeerd werden, informatie die ontbrak of waar helemaal niets van klopte, rijtijden uit de dienstregeling die in de praktijk in de verste verte niet haalbaar waren, evenmin als de overstappen… Qbuzz maakte zich binnen een dag of tien de risee van heel de streek.
Er verschenen berichten in de krant over chauffeurs die huilend naar huis zouden zijn gegaan – terwijl passagiers daarvoor toch zo te horen meer redenen hadden.
Ook om te huilen was de oproep van Qbuzz' ondernemingsraad om te gaan klagen bij de provincie Zuid-Holland, en wel bij de verkeersgedeputeerde, Floor Vermeulen (VVD). Het was allemaal ZIJN schuld, beweerde de OR, want HIJ had die aanbesteding uitgeschreven. Ja, zo lust ik er nog wel een paar! Qbuzz had zich uit vrije wil voor die concessie ingeschreven, vermoedelijk tegen een te laag bedrag. Dat is hun eigen beslissing, dus dan moet een OR huilie-huilie gaan doen bij de baas, als het verkeerd uitpakt, en niet bij anderen.
Volgens de media had Qbuzz zelf de klachten doorverwezen naar de Provincie, maar dat klopt dus niet; het was de OR. Wel voerde Qbuzz de verkeersdrukte in de streek aan als excuus voor de vele vertragingen. Maar hadden ze niet van te voren kunnen bedenken dat het in de spits wel eens druk op de weg zou kunnen zijn in Zuid-Holland?
Een andere klacht van reizigers: veel haltes waar Arriva nog wel stopte, bleken onder Qbuzz opgeheven. Dat is dan wel een dingetje dat aan de provincie te wijten is. Zij wilden het lijnennet ´toekomstbestendig´ maken, wat ze deden door lijnen te strekken, en dan krijg je dat.
Rond de jaarwisseling beloofde Qbuzz beterschap met ingang van maandag 7 januari 2019, als de kerstvakantie voorbij was en de forenzen en studerenden de bussen weer zouden bevolken. De roosters zouden verruimd worden, er zouden meer bussen worden ingezet en de communicatie per mobilofoon over de overstappen zou verbeterd worden.
Ik kon zolang niet wachten en maakte al op zaterdagmiddag 29 december 2018 mijn eerste rit voor dit artikel. En dat heb ik geweten; lees en huiver! Ik was die morgen tussen haakjes in de wijk Utrecht Leidsche Rijn.
Wat is daar nieuw aan, een snelbus Utrecht – Gorinchem? Die rijdt bij
mijn weten al sinds mensenheugenis over de A27, waar men altijd
vergeten is om er een spoorlijn Utrecht – Breda langs te leggen. Oh ja,
wat er nieuw aan is, dat weet ik eigenlijk wel: het is geen snelbus
meer, maar een SnelBuzz.
De fraai gestroomlijnde bus is ook nieuw, in stemmig blauw uitgevoerd en comfortabel. 4 passagiers hebben er slechts in plaatsgenomen. Het meisje aan de andere kant van het gangpad heeft de restauratiewagen ontdekt en gaat met mes en vork een bak salade te lijf. Daartoe heeft zij een handig tafeltje uitgeklapt dat bevestigd is aan de bank vóór haar. Wat een tijd je kunt besparen in een bus, en wat je onderweg allemaal niet kunt doen!
De bus stopt tussen Utrecht en Gorinchem alleen bij de Lekbrug Vianen en het OV-Knooppunt Meerkerk. Dat knooppunt wil ik wel eens zien, dus ik druk op de bel.
Meerkerk (gemeente Zederik) zal in de nieuwjaarsnacht om 0:00 uur overgaan van Zuid-Holland naar Utrecht, tegelijk met Leerdam. Beide plaatsen fuseren met Vianen tot de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden.
Dat Knooppunt ligt kilometers buiten de bebouwde kom, en het begint te regenen. De bus neemt een afslag van de A27 af. Die splitst zich beneden in twee takken: een bus-strook met een halte erlangs, en een rijstrook die naar een rotonde leidt.
Het ‘Knooppunt’ blijkt te bestaan uit een scheefgezakte halte en een dito abri in de blubber, in de rimboe. Hier wil ik snel weer vandaan. Gelukkig stopt ook SnelBuzz 388 er, richting Rotterdam via Sliedrecht. Volgens de haltevertrekstaat komt die over 5 minuten en volgens de dynamische, digitale halte-informatie over een kwartier. Ik ga maar uit van het eerste, want over die digitale informatie heb ik al het een en ander gelezen.
5 minuten later zie ik iets groots en blauws achter mijn rug langsrijden, die rotonde op. Dat blijkt bus 388 te zijn, waarvan de chauffeur blijkbaar een niet nader te omschrijven substantie in de ogen heeft en mij niet zag staan bij de halte. Ik roep nog ´Héé´, en zwaai, doch vergeefs. Dit is toch niet te filmen!
Na deze zeperd zit er niet veel anders op dan de volgende bus 387 naar Gorinchem te wachten. Intussen ga ik dat Knooppunt verder maar eens verkennen. Aan de andere kant van de A27 verwacht ik een halte voor bussen richting Utrecht. Dat klopt ook – en die heeft wel een mooiere abri.
Onder het viaduct onder de A27 heb je dan ook nog twee haltes voor streekBuzzen. Op een ervan wordt op de haltedisplay lijn 50 aangekondigd (Utrecht – Wageningen), op de andere bus 190 (Streefkerk – Rotterdam; een spitsbus, nota bene, die niet op zaterdag rijdt). Geen van die bussen komt in werkelijkheid ook maar in de buurt van dit punt.
Er staat een billboard, hoe mooi dat Knooppunt gaat worden in het eerste kwartaal van 2019.
De bus naar Gorinchem nadert en hij stopt zowaar. De bus naar Gorinchem? Met grote letters staat er Utrecht Centraal op. Ik wijs de chauffeur daarop. Die veinst me twee keer niet te verstaan en het daarna nog twee keer niet te begrijpen, maar mompelt dan iets als: ‘Joa, dâh warrukt niet, moar we goan naar Garrekum!’
Ik heb als OV-reiziger momenten – niet dagelijks maar toch zeker wel eens per week - waarop ik me afvraag of een verstandelijke beperking misschien een pré is voor het verkrijgen van een dienstbetrekking in het OV. Maar ik kwam laatst tot andere inzichten toen een kennis van mij, die beslist niet dom is, een opleiding wilde gaan volgen voor buschauffeur. Dat ging niet zomaar. Hij werd uitgenodigd voor een assessment van 2 dagen en zou daarbij een heel pittige intelligentietest voorgelegd krijgen.
Die zou bestaan uit getallenreeksen, ingewikkelder dan de reeks 7, 9, 11, 13, 15 die de chauffeur van deze bus naar Garrekum volgens mij niet eens correct zou kunnen voltooien. En er zou een woordanalogieën-test bijzitten met opgaven van het type ‘ZOMER staat tot WARMTE als … staat tot KOU’. Daarbij moet je dan kunnen bevroeden dat je op de stippeltjes WINTER moet invullen. Dit is dan nog een erg simpel voorbeeld, maar in de loop van zo’n test stijgt de moeilijkheidsgraad snel.
Mijn kennis had geoefend met voorbeeldopgaven, maar kwam er niet goed uit. ‘Kan IK die test niet in jouw plaats afleggen?´, vroeg ik. ´Ja, niet om me op de borst te kloppen van oh, wat ben ik toch goed. Maar ik haal altijd een topscore op dat soort testen. Ik kan vrijwel niks, maar dít nou toevallig een keertje wél! Voor wat het waard is.’
Nee, ik kon niet in zijn plaats opgaan voor die test; er was strikte
identiteitscontrole. En mijn kennis zakte ervoor; afgewezen voor de
opleiding en een loopbaan in de kiem gesmoord. Maar wat zo’n
woordentest nou te maken heeft met het besturen van een bus?
QBUZZ staat tot KWALITEIT als KUT slaat op DIRK, dat meen ik
wel te mogen concluderen. In de MerwedeLingeLijn, waarop ik in
Gorinchem overstap, tik ik een klacht op mijn telefoon over het zojuist
doorstane leed. Qbuzz belooft een antwoord binnen 10 dagen, maar dat
heb ik (nog) niet gekregen op de dag dat dit stuk het web op gaat. Eigen schuld, ik had die klacht natuurlijk
aan de gedeputeerde moeten richten.
Dan na de jaarwisseling en de kerstvakanties de herkansing. We schrijven dinsdag 8 januari 2019, een dag met een zeer straffe en gure noordwesten wind die maar niet wil gaan liggen. Vriezen wil het ook niet, maar de gevoelstemperatuur is diep in de min. Ik ben half gammel; ik heb al sinds de jaarwisseling half de griep. Een dag in dit noodweer zal me vast opzadelen met een héle griep of mogelijk zelfs een longontsteking, en dan kan ik me tenminste met een gerust hart ziekmelden.
Luilekkerland Nieuw-Lekkerland heeft nooit eerder hoogwaardig
snelbusvervoer gekend, voor zover ik weet. Het dorp, dat zich uitstrekt
langs de zuidoever van de Lek, was altijd bereikbaar met een lange
buslijn Rotterdam – Utrecht, die de kronkels van de Lek op de voet
volgde. In 1998 deed ik hem toen hij nog ZWN-lijn 154 heette, en in
2013 deed ik hem nog eens dunnetjes over toen het een Arriva-lijn was.
Maar onder Qbuzz is de Lekroute helemaal opgesplitst in kleine
deeltrajectjes.
Qbuzz belooft de inwoners van Nieuw-Lekkerland een enorme tijdwinst.
Maar een rijtijd van ca 3 kwartier voor een afstand van niet veel meer
dan 25 km is niet echt flitsend.
Metrostation Kralingse Zoom ligt niet ver van de Erasmusuniversiteit. In de stationshal is er, aan het begin van de middag, veel interesse voor de warme happen van patatkoning Bram Ladage.
Van het bescheiden busstation vertrekken naast lijn 489 ook R-net 488 naar Dordrecht en SnellBuzz 388 die me laatst in Meerkerk niet wilde hebben, en nog een handjevol streek- en stadslijnen.
489, v. 13:03, is zo’n bus waarin de gemiddelde leeftijd met een enorme sprong stijgt bij mijn binnentreden. Tussen ca. 20 studenten detoneert verder ook nog een groepje van drie Japanners van middelbare leeftijd die er wat toeristerig uitzien en gewapend zijn met camera’s. Die zullen toch niet onderweg zijn naar de molens van Kinderdijk, in deze kou? Dachten ze dat het zomer was in het westen van deze wereld, omdat het in het oosten winter is?
De eerste halte heet HES, de Hogeschool Rotterdam, ter hoogte van de Erasmusuniversiteit. Daar stappen ook nog wat studenten in. Dan zetten we koers naar het zuiden en nemen de A16 over de Van Brienenoordbrug, die na de verdubbeling in 1990 12 rijstroken breed is, wat al lang niet meer voldoende is om de spitsfiles op te lossen.
De zon komt er ineens door, heel eventjes maar, maar hij blijkt de jaarwisseling toch ook overleefd te hebben. Na de brug en de rit door IJsselmonde neemt de bus de brede Rotterdamseweg door Ridderkerk. Het is een rit van knooppunt tot knooppunt: P&R Beverwaard bij de gelijknamige wijk in Rotterdam, P&R Oudelande en Oostendam bij Ridderkerk en Rijksweg N915 bij Alblasserdam. Bij elke halte kan overgestapt worden op een keur van buslijnen, en bij P&R Beverwaard ook nog op tram 23 van de RET. In Ridderkerk stopt de bus verder nog op de Sportlaan en bij bedrijventerrein Donkersloot.
Vandaag zal ik merken dat de chauffeurs enorm hun best doen om de aansluitingen over te nemen; het is nu een speerpunt bij Qbuzz. Maar de techniek wil niet meewerken, want de mobilofoon geeft meestal niet veel meer weer dan een doordringend, irritant gekraak. Op de terugweg zal de chauffeur pas honderden meters voorbij Oostendam in de smiezen krijgen dat hij overstappers had moeten overnemen. Na enig heen en weer gepraat via die krakerige radio wordt het alsnog geregeld met de chauffeur van de andere bus.
De route van lijn 489 heeft op diverse plaatsen busstroken. Na het binnenrijden van de bebouwde kom van Alblasserdam is het tempo er wel uit. We gaan nu als een gewone bus door de wijken van het uitgestrekte dorp. Elke pakweg 400 à 500 meter is er een halte. Sommige daarvan zijn voorzien van zo’n strak gedesignde R-net-abri, maar anderen hebben (nog) gewoon zo’n ouderwets geval.
De helft van deze in kwartierdienst rijdende bussen heeft zijn eindpunt in Alblasserdam. Elk halfuur rijdt er een door naar Nieuw-Lekkerland. Tot 9 december, schreef mijn informant uit de streek, reden er vanuit Alblasserdam 2 bussen per uur naar Zuidplein en 2 naar Kralingse Zoom, en had je altijd aansluiting op een bus in de andere richting. Nu is er geen rechtstreekse verbinding meer met Zuidplein, maar wel een met aansluiting bij Oostendam, met een beetje geluk.
'Halte Kinderdijk Molenkade. Next stop: Kinderdijk Windmills´, de enige halte die ook in het Engels wordt aangekondigd. Ja, de Japanners stappen hier uit. Meteen komt de zon weer door de wolken en een milde douche van zonlicht raakt de grondmist. Daarboven die molens.
De Japanners hadden bij nader inzien volkomen gelijk om juist deze wintermiddag uit te kiezen. ’s Zomers zie je nooit zo’n lichtval, en zie je de molens vanachter de ruggen van tienduizenden toeristen. Het perfecte moment gekozen: ‘die ene seconde…’, een vliegreis van 13 uur meer dan waard!
Ik had ook moeten uitstappen. Maar ik ben blijven zitten, all the way naar Nieuw-Luilekkerland. De bus meandert door de woonerven. Een halte Rehobot verwacht je hier, en is er ook.
De regenboogvlag zal je in dit dorp niet zien wapperen aan kerkspits of
gemeentehuis. Maar daar ben ik toch al niet erg aan gehecht, want mijn
soort mensen: de eeuwige, vrijwillige singles, staan er niet op, of
wellicht in onzichtbaar infrarood of ultraviolet.
De ophef van de laatste dagen over de Nashville-verklaring snap ik niet helemaal. De preciezen, de orthodoxen die die verklaring onderschrijven, hebben hun mening niet gewijzigd sinds de synode van Dordrecht die ze exact 400 jaar geleden gewonnen hebben. En meer rekkelijken kunnen dat document straffeloos naast zich neerleggen. Waarom is dit nieuws; waarom moet Twitter er nu ineens over ontploffen?
De bus bereikt zijn eindpunt op het Jan van Nassauplein. Bij de halte heeft de informatiefilosofie van Qbuzz gestalte gekregen: papiertjes met lijnnummers over het haltebord van Arriva geplakt. Na 4 weken konden er blijkbaar nog geen steeds nieuwe haltes geplaatst worden, met correcte informatie.
Ik probeer het hier een half uur uit te houden, totdat de volgende bus verschijnt. In de tussentijd loop ik in de richting van de Lek, die moet liggen achter een wand van zware industrie. Je kunt hier ergens een veerpont nemen naar Lekkerkerk. In het winkelcentrumpje koop ik een paar broodjes. Dan terug naar de halte, waar een medepassagier staat, een corpulente man met een bol hoofd, waarop een ijsmuts.
Eerst zitten we beiden tussen de deur van de bus. De chauffeuse smeekt ons te geloven dat zij daar niets aan doen kon; het was een stukje eigen initiatief van de bus. Dan blijkt de chipkaart van mijn medepassagier geen saldo te bevatten. Dat kan niet volgens hem, hij heeft hem pas nog opgeladen; dat ding is niet goed (hij wijst naar de chiplezer).
‘Nou, daar ben ik dan weer lekker mee!’, vat hij samen. Ja, dat is dan weer lekker, in Lekkerland! ‘Waar moet u heen?’ Een paar haltes maar, binnen het dorp. Hij mag gratis mee van de chauffeuse. Die na drie haltes echter naar hem snauwt: ‘Ga je er nou nog een keer uit of niet?’ Nee, hij moet nog één halte verder. Of waren het er twee, is er daar-en-daar ook nog een halte?
Hij gaat dit gratis ritje rekken tot Kralingse Zoom, let op mijn woorden! Maar nee, bij de laatste halte in Nieuw-Lekkerland kiest hij toch eieren voor zijn geld en verlaat het voertuig.
Als ik zelf uitstap, bij Kinderdijk, zie ik dat er echt iets mis is met de chipkaartlezer. Ik reken voor deze rit exact 0,00 euro af. In een bus die ik later deze middag zal nemen, zijn alle chiplezers defect. Al met al pakt dit dagje zo toch een stuk goedkoper uit dan vermeld staat op de kostenbegroting die ik bij de penningmeester van De digitale reiziger heb ingediend.
Dat mag ook wel, want de tarieven van de R-net-lijnen en de SnelBuzzen 387 / 388 zijn knap aan de maat: 17,7 cent per km, tegen 13,7 voor reguliere streekbuslijnen. De Stadsbuzz van Dordrecht noteert een pittige 15,9.
Het waait in de polder nog ongenadiger dan in de bebouwde wereld. Bij de ingang van het molengebeuren kom ik die Japanners van daarnet tegen die op de terugweg zijn; versteend, maar die foto hebben ze!
In de winter is de bezoekersmolen gesloten en is de rondvaartboot uit de vaart. Maar je kunt te allen tijde gratis langs die 19 molens lopen, over een openbaar fiets- en wandelpad. Ik kom er weinig anderen tegen die me het zicht op de molens zouden kunnen ontnemen. Het hééft altijd iets, toeristische attracties doen buiten het seizoen.
Eén souvenirtentje annex cafeetje is er op de winterdag open in Kinderdijk; gelukkig, ik snak naar warme chocolademelk.
Terug met R-net 489 naar Rotterdam, waar ik uitstap bij de halte HES om deze foto te schieten.
Tot hier gepubliceerd op 17 januari 2019. Onder de foto's gaat het (on)gewoon verder!
Ik snap die studenten niet. Bij de halte HES pakken ze bij tientallen de bussen naar metrostation Kralingse Zoom, terwijl dat maar een eindje lopen is van 800 meter. Er gaat na een college toch niets boven een wandeling in de frisse lucht, in je eentje of met medestudenten, om de lesstof eens goed te laten bezinken. Niet voor niks had je in het oude Griekenland de peripatetici (=rondlopers) die al wandelend wijzer werden. Ja, maar soms draaien wijze gedachtes in een kringetje rond, dat is waar. En het is geen optimaal wandelweer, dat is ook waar.
Enfin, ikzelf neem in ieder geval bij de halte HES de volgende R-net van deze reeks: nummer 488 met als eindbestemming Dordrecht NS.
Ook deze R-net-bus rijdt elke 15 minuten. Het logo van R-net staat onder meer garant voor hoge frequenties. Maar de kwartierdiensten in deze streek steken toch wat schriel af tegen bijvoorbeeld de 4-minutendienst in de spits van lijn 400 (Leiden – Zoetermeer).
Ik schreef al dat de Van Brienenoordbrug 12 rijstroken telt. Daarvan is er geen een speciaal gereserveerd voor de lijnbus. Ook onze hoogwaardige, snelle R-net sluit gewoon aan bij het langzaamrijdend verkeer op deze roemruchte brug over de Nieuwe Maas. Het zal vermoedelijk niet lang meer duren voordat er een plan opduikt om er nog een derde Van Brienenoordbrug naast te leggen, met nog eens 6 rijstroken.
In deze bus zijn de OV-chipkaartlezers defect, dus dat betekent voor een man of 35 een gratis tochtje, en daarmee een duur spitsritje voor Qbuzz. Dat ook de WiFi het niet doet, vermeld ik slechts ten overvloede.
We rijden zonder te stoppen langs Ridderkerk, en daarna Hendrik-Ido-Ambacht binnen. Deze sterk verVINEXte gemeente was ooit een klein dorpje aan de oever van de rivier de Noord en het dode, afgedamde riviertje de Waal. De laatste wordt meestal Het Waaltje genoemd om hem te onderscheiden van die grote, brede Waal bij Nijmegen en Zaltbommel. Het Waaltje loopt ook langs Heerjansdam en Rijsoord. Afgelopen voorjaar fietste ik erlangs bij minder onstuimig weer dan vandaag.
Hendrik-Ido-Ambacht is eigenlijk maar een afkorting. De plaats schijnt ooit nog even Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht geheten te hebben. Als die naam gehandhaafd was tot in de huidige tijd, had dit Zuid-Hollandse dorp Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch in Wales overtroffen in plaatsnaamlengte en was het de langste plaatsnaam van Europa geweest.
Blijkbaar wilden ze iedereen vernoemen die er iets in de melk te brokken had. De plaats ontstond in 1332 toen Graaf Willem III van Holland na een overstroming grond uitgaf aan enkele ambachtsheren. Die moesten in ruil daarvoor een deel betalen van de bedijking van de Zwijndrechtse Waard waarin hun koninkrijkje lag.
De graaf had goede landbouwgronden in de aanbieding en minder goede, en de laatste heetten: volgerlanden. Volgerlanden, dat is ook de naam van de jaren-’00-wijk die gebouwd is op de grens met Zwijndrecht. Daar zal je toch wonen! Heb je een hypotheek van 5 ton of meer, en woon je nog maar op volgerlanden. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht telt nu 31.000 inwoners en is dank zij die volgerlanden in korte tijd vrijwel verdubbeld in inwonertal.
Het dorp is een buitenbeentje in de streek. In de meeste plaatsen in deze omgeving wordt scheepsbouw bedreven. Maar Hendrik-Ido-Ambacht staat vooral bekend om zijn scheepssloperijen.
We bereiken de halte Cascade, genoemd naar het gebouwencomplex dat het culturele hart van het dorp vormt. Er is onder meer een theater en een openbare bibliotheek. De laatste is gelukkig nog open op dit late middagtijdstip. Ik hunker werkelijk naar een goede roman! Nee, dat lieg ik; ik kan me de tijd niet meer heugen dat ik er voor het laatst een gelezen heb. ik moet alleen maar ontiegelijk nodig plassen; dat is het.
Daarna ga ik, bij regenvlagen en snel om zich heen grijpende duisternis, het oude dorp nog even verkennen, wat onderstaande foto´s oplevert. De guurheid straalt ervan af. Maar desalniettemin: ook sfeer. Daarvoor moet je in VINEX-dorpen toch vooral in het dorp zijn.
Ten slotte pak ik bij de Cascade de bus terug naar Rotterdam, die op zich laat wachten: 8 minuten vertraging. Ik doe vandaag een treinloze dag, en maak alleen gebruik van bus en metro. Bij thuiskomst heb ik 154 kilometer op de teller en tel ik op mijn vingers na dat ik vandaag in 14 voertuigen gezeten heb.
En die longontsteking gaat geloof ik niet door; integendeel: ik ben lekker uitgewaaid, vandaag. Weerstand kweken: gewoon naar buiten op de winterdag, al heb je ’s morgens meer zin om tussen de lakens te blijven liggen.
Vier dagen later, op zaterdag 12 januari, keer ik terug om het resterende stukje van lijn 488 te doen. Deze keer pak ik de trein naar Dordrecht.
In de weersomstandigheden hebben zich weinig veranderingen voorgedaan sinds dinsdag, dus nog steeds een harde, gure wind en van tijd tot tijd regen. Ook de atmosferische storingen die het gekraak veroorzaken op de radio’s van de Qbuzzen, zijn nog onverminderd aanwezig.
In verband met diezelfde weersomstandigheden wordt in Dordrecht op de digitale displays bij alle haltes gewaarschuwd voor gladde pontons. Glad, bij temperaturen die nog ver boven nul liggen? Pontons? Deze waarschuwing lijkt me van toepassing op de Waterbussen die de rivieren in deze regio onveilig maken. Nee, met de informatievoorziening wil het nog niet echt vlotten in DMG-land.
Van het busstation bij station Dordrecht vertrekken R-net 488 en daarnaast de Snelbuzzen 316 naar Kinderdijk via Papendrecht en 392 naar Rotterdam Zuidplein via Hendrik-Ido-Ambacht. De lijnen 392 en 488 rukken eerst gezamenlijk op naar het centrum van Dordrecht. Daarna komen ze via een ingewikkelde kronkelroute terecht op de brug over de Oude Maas.
Met de fiets sneed ik daar een aardig stuk af op die ronde rond Zwijndrecht, anderhalf jaar geleden. Maar ik moest die zware OV-fiets wel tegen een steile trap ophijsen om die brug te kunnen nemen.
Mijn bus 488 heeft een man of 6 aan boord, een aantal dat ik vanmiddag nauwelijks overtroffen zal zien worden. Het is nog even wennen, de R-net. De hoge kilometertarieven zouden ook afstotend kunnen werken. En op een kort traject zoals tussen Dordrecht en Hendrik-Ido-Ambacht trek je ook weinig profijt van een snelbus.
De bus slaat na station Zwijndrecht rechtsaf richting de Volgerlanden. In 2008 (11 jaar geleden, alweer) liep ik hier een keer rond, toen de wijk nog in aanbouw was. Inmiddels is hij verrijkt met een winkelcentrum, Hoogambacht, met een R-nethalte voor de deur.
In dat stukje, met de opvallende titel: ’ruisend ouwverkeer’, stelde ik vast dat de wijk weliswaar een railverbinding kent, maar toch voor de OV-reiziger alleen per bus bereikbaar is. De Betuweroute loopt er namelijk onderdoor, en die is helaas alleen gebouwd voor goederen.
Ineens toch nog een duidelijke kreet uit de mobilofoon: ‘Heeft iemand nog iets voor de 489 naar Rotterdam, bij Oostendam?
Ik blijf zitten tot ik de contouren van de Cascade zie opdoemen, en loop terug richting Volgerlanden. Die loop- en fietsbrug daar over de weg, bij het winkelcentrum, die is ideaal voor een busfoto! Over 2 à 3 minuten komt er volgens dienstregeling uit beide richtingen een R-net aangestoven.
Waar is de oprit van die brug? Ik kan hem zo gauw niet vinden en klauter dan maar tegen de steile helling op, met mijn schoenen steun zoekend op graspollen, waarbij ik een glijpartij riskeer en een daarmee een bedekking door een dikke laag blubber. Maar het loopt wonderwel goed af. Buurtbewoners kijken me misprijzend na. Maar ik doe alles voor een goeie foto. Ik ben net op tijd.
Het parkje waar de brug heenvoert, is verlaten, op 3 jongetjes van een jaar of 10 na, die hun laatste rotjes van oudjaar aan het afsteken zijn. Pas maar op, dat je niet in elkaar geslagen wordt; Rutte loopt nog steeds vrij rond en heeft het speciaal gemunt op vuurwerkzondaars!
Onze premier is nu helemaal op de popie-toer, met zijn gespierde uitspraken. Morgen zal hij zijn pijlen richten op zijn eigen traditionele achterban van de Amsterdamse Goudkust, waar de mensen volgens hem niets anders doen dan witte wijn zitten ‘sippen’. Ja, sip is het wel, de onafwendbare neergang van een politicus die over zijn THT-datum heen is.
Ik loop door een stelsel van woonerven in de richting van waar ik die hoge flats gezien heb. Dit is echt typisch een jaren-00-buurt, met avontuurlijke speelterreinen waar, zomer of winter, zon of regen, vroeg of laat, geen enkel kind avontuurlijk aan het spelen is. Een trieste mislukking, dit soort wijken, waar altijd een onheilspellende stilte en leegte heerst. Ik heb het gevoel dat er daarnet een geluidswagen is langsgereden met de oproep: ‘Blijf in uw woning! Houd ramen en deuren gesloten!’ en ik dat net niet gehoord heb.
Dit
punt bij die flats herinner ik me nog van 2008. Daar moest ik toen
dwars door een plantenperk banjeren om de bushalte te bereiken. Aan die
rare situatie hebben ze in de tussentijd iets gedaan. De halte is
namelijk opgeheven.
Wel kan ik even verderop om de hoek bij de
halte De Heerlijkheid (what’s in a name?) opstappen op SnelBuzz 392
naar Dordrecht. Die verschijnt na korte tijd en rijdt, met slechts 3
passagiers aan boord, Zwijndrecht binnen. We volgen hier een andere
route dan zo-even de R-net, nu langs het Albert Schweitzer Ziekenhuis,
locatie Zwijndrecht. Bij station Zwijndrecht komen de routes weer samen.
Ik
reis mee tot het eindpunt, station Dordrecht, om daar meteen weer in de
bus te stappen in de tegengestelde richting. Een kwartiertje later
koersen we opnieuw door Hendrik-Ido-Ambacht. Deze bus maakt een
ingewikkelde slinger door het dorp, over geasfalteerde randwegen langs
nieuwbouw, met rotondes met daarop soms opvallende kunstwerken. Maar ik
stap er niet voor uit; de schemering valt alweer in.
Gezamenlijk verzorgen de bussen 392 en 488 vervoer in heel Hendrik-Ido-Ambacht; in elke wijk kun je wel een van beide snelbussen nemen. Bij de Cascade komen de routes samen.
Dit is weer zo´n bus waar je tegen een raamlijst zit aan te kijken, net als die op Voorne-Putten. Het zijn bussen van het merk Crossway. Op de achterste, hooggeplaatste banken kijk je tegen de stoel vóór je aan en alleen vanaf de voorste hoge bank heb je echt een riant uitzicht. Dit zijn meer bussen voor lezers dan voor naarbuitenkijkers.
Lijn 392 stopt bij Oostendam. We slaan verder heel Ridderkerk over en stoppen pas weer bij de haltes Reijerwaard en Molgerdijk bij een bedrijventerrein in Rotterdam Zuid. Al snel daarna komt station Rotterdam Lombardijen in zicht, waar ik afhaak bij deze bus die nog, bijna leeg, doorrijdt naar Zuidplein.
Busstation Papendrecht
Weer
4 dagen later neem ik op Rotterdam Zuidplein R-net 491 die via
Papendrecht naar Sliedrecht rijdt. Deze keer midden op de morgen. Dit
ritje is eigenlijk maar een intermezzo op de Keuzedag, de
2-maandelijkse bijna gratis treindag voor oude lieden, die ik vandaag
geniet. Nog steeds heel erg herfstig winterweer, deze woensdag.
De bus van 10:23 telt, mij incluis, slechts 3 passagiers, die allemaal plaatsgenomen hebben op het hoge gedeelte van de bus; allemaal mensen die van het uitzicht willen genieten.
Dat bestaat op het eerste gedeelte van het traject voornamelijk uit 24-baanswegen of daaromtrent, die onder elkaar door en over elkaar heen krioelen als reptielen in een slangenkuil.
In de slangenkuil genaamd: Provinciehuis, geven ze de voorkeur aan deze route over de A15 / A16 boven die door Ridderkerk. De laatste is voorzien van busstroken; op de eerste staan de bussen in de spits in de file…
Deze bus stopt dus pas voor het eerst bij de halte Oostendam, die wel op Ridderkerks grondgebied ligt, maar ver buiten de bebouwde kom van die plaats en aan de rand van Hendrik-Ido-Ambacht.
Ridderkerk komt er, met zijn 46.000 inwoners, wel erg bekaaid af als het om hoogwaardig openbaar vervoer gaat. Een metroplan in de jaren 90 ging niet door; een tram wilden ze zelf niet hebben en alleen R-net 489 heeft er een paar haltes, langs de doorgaande Rotterdamseweg, aan de rand van de woonwijken.
Ridderkerk behoort niet tot de concessie DMG maar tot de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en is duidelijk het stiefkindje van de metropool.
In dat stuk uit 2008, ‘ruisend ouwverkeer’, besteedde ik aandacht aan het toenmalige tramplan voor Ridderkerk, dat ten onder ging aan NIMBY’s, maar dat ik ook geen geweldig sterk plan vond. Vorige winter reisde ik kriskras rond in de Metropoolregio, waartoe tussen haakjes ook Voorne-Putten behoort.
Bij Oostendam zie ik aan de overkant een R-net en een StreekBuzz achter elkaar; die overstap is in ieder geval gelukt. Mijn bus staat een eeuw voor een rood negenoog terwijl het autoverkeer mag doorrijden; ik zal het vaker meemaken, vandaag.
Een paar kilometer voorbij de halte Alblasserdam Rijksweg rijden we Papendrecht binnen. Al snel komt het busstation in zicht. Dat doet wat het hele busvervoer in deze streek doet: teleurstellen. Het zijn niet meer dan 3 abri’s en 2 fietsenstallingen bij een kruispunt van wegen in een nieuwbouwwijk. Jee, bij het woord busstation denk je toch aan een lange reeks perrons en hopelijk een koffietentje; ik heb nog geen koffie gehad, vanmorgen.
Ik stap toch maar uit voor een foto. Papendrecht telt ongeveer evenveel inwoners als Hendrik-Ido-Ambacht. De R-nets en Snelbuzzen mijden het oude dorp aan de rivier de Beneden Merwede en bedienen alleen de uitbreidingswijken.
Sinds 2007 kent het dorp een geheel nieuw winkelhart, De Meent, dat ongetwijfeld zal lijken op alle honderden andere moderne winkelharten van Groningen tot Zeeland en van Texel tot Zuid-Limburg. Als ik erheen wil, moet ik 20 minuten lopen of 20 minuten wachten op de Dordtse StadsBuzz lijn 4, die het op zijn route heeft.
Maar ik doe geen van beiden en stap bij impuls op SnelBuzz 316 die voor komt rijden. Die gaat naar Dordrecht en op het kaartje boven dit artikel heb ik de intrigerende bestemming Leerpark zien staan. Dit ritje is een intermezzo, maar dat was deze hele morgen al, dus dit is een inter-intermezzo-mezzo.
Dit is nu eindelijk eens een bus met wat volk aan boord: 15 scholieren en een grijsaard. Bij elke halte stappen er nog meer in; scholieren dan, en geen mede-senioren. Allemaal natuurlijk onderweg naar dat Leerpark. En onderweg naar een knorrige reactie van hun docenten wegens te laat in de les verschijnen, want onze SnelBuzz heeft dik 10 minuten oponthoud bij de oprit van de brug over de Beneden Merwede. Ik kan niet gewaar worden of dat ligt aan een brugopening of dat hier altijd files staan, van ’s morgens vroeg tot laat in de avond.
Tijdens het reizen voor dit verhaal heb ik meerdere malen zitten fantaseren over een geboorde HOV-tunnel onder het station en het centrum van Dordrecht. Die splitst zich daar in 2 takken: één onder de Oude Maas door naar Zwijndrecht, en één onder de Beneden Merwede door naar dat nieuwe hart van Papendrecht. Een enorme tijdwinst, en daarmee OV dat de H van hoogwaardig echt verdient. Die tunnel snijdt lekker af, dus nog lagere kosten ook voor de reiziger. En of er dan bussen of lightrailen door die tunnel gaan rijden, daar kunnen we nog eens een boom over opzetten.
Na nog een extra ommetje langs het Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Dordrecht, bereiken we het Leerpark, waar een hele resem buslijnen stopt.
Die twee abri’s zetten wel de toon van een akelige sfeer. Maar ik snap de boodschap wel: dit is een aanschouwelijke biologieles, zo niet: een filosofie-. Het leven en de evolutie in een notendop. Het begint met het ei, dat er echt eerder was dan de kip (zoals ik laatst leerde in Barneveld), en het eindigt bij de Neanderthaler-schedel, bij de ontbinding van een individu en het uitsterven van een soort; geboorte en dood, alfa en omega. Er staan ook nog normale abri’s naast.
Het Leerpark bestaat uit grote gevelwanden, waarachter leerfabrieken, rond een blubberig parkje. Het omvat vmbo’s, mbo-scholen en sinds kort ook hbo-scholen. Liet ik daarnet ‘scholieren’ uit mijn pen vloeien? Studenten zijn het tegenwoordig allemaal, of je nu leert voor civiel ingenieur of staat te stukadoren.
Naast scholen zijn hier ook leerbedrijven gevestigd. Zo kun je je haar laten knippen door gevorderde studenten aan de kappersschool, onder toezicht van hun docenten. Och, ik zie echt de voordelen wel van dit concept. Maar neem een notoire schoolhater niet kwalijk dat hij hier vooral zijn zegeningen telt: met zijn 62 jaar gelukkig veel te oud om elke dag naar een Leerpark te hoeven.
10.000
leerlingen maken die dagelijkse gang wel. Bij de huidige
weersomstandigheden zullen de meesten per bus komen. Ze lopen hier,
diep weggedoken in shawls, de kortste weg naar de halte, terwijl ik
panorama’s sta te draaien met soppende, zuigende geluiden onder mijn
schoenen. Het is geen weer voor peripatetici. Je zou ook in leer gekleed moeten zijn, in een leerpark.
Die
HOV-tunnel uit mijn dromen zou best hier kunnen beginnen. En dan onder
het Weizigtpark door naar het station, 1,5 km maar; je snijdt lekker
af, zei ik al.
Achter het Leerpark langs loopt de spoorlijn Dordrecht – Lage Zwaluwe – Breda / Roosendaal. Zou een Sprinterstation op deze plek geen slecht idee zijn? Ik google later dat het al eens geopperd is door een gemeenteraadslid. Maar NS zal wel vinden dat het te dicht ligt bij de andere Dordtse NS-stations: Dordrecht Zuid en Dordrecht Sec.
Ik pak een stadsbus naar het laatstgenoemde station. Daar blijkt de Broodwinkel wegens omstandigheden gesloten; weer geen koffie, en ik ben nu vrijwel versteend. Was er op het perron geen kiosk? Nou, als hij er al wás, dan ís hij er nu in ieder geval niet meer.
Ik stap nu maar in de MerwedeLingeLijn-trein, met
geen ander doel dan die al bij Sliedrecht Baanhoek te verlaten om daar
R-net 491 weer op te pakken. Die heeft bij Baanhoek een goede
aansluiting op de trein uit Dordrecht. Van lijn 491 rest hier nog maar
een paar kilometer door Sliedrechtse nieuwbouw uit uiteenlopende
decennia. De chauffeuse rondt de chicanes in de weg in een adembenemend
tempo. Ook in deze bus is het aantal passagiers niet indrukwekkend.
De
eindhalte heet Stormrand. Deze naam past uitstekend bij alweer een
uitwaaidag. Vanaf Stormrand is het 43 minuten rijden naar Rotterdam
Zuidplein; vrij matig, voor 27 km. In de spits komt daar nog oponthoud
door files bij. Maar je smaakt dan wel het genoegen dat je de auto’s in
dezelfde file ziet staan.
Zag ik een halve kilometer terug uit mijn ooghoek geen cafetaria? Ik loop terug. Jawel, en hij is nog open ook, nog maar net; de kou van de ochtend hangt er nog, en de vetput staat nog op te warmen, maar de koffie is bruin. Eindelijk, al een flinke tijd na het noenuur, mijn eerste koffie!
Ik heb nog een paar kilometers R-net te goed voordat ik bij Baanhoek mijn Keuzedag voort kan zetten. Toch ga ik in deze koffietent nu al de conclusie trekken over HOV in de concessie Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem.
‘Maak het kort, maak het kort!’, zoals Johan van Oldenbarnevelt sprak tot de beul. Goed, dan. Dit was deel 9 van een langlopende, laagfrequente reeks over de R-net-bus. Ik heb in de vorige 8 delen wel eens vaker een teleurgesteld gevoel overgehouden aan omzwervingen met deze grijsrode voertuigen. R-nèt-niet, dat lijkt soms wel een betere naam dan R-net. En zo is het ook in DMG gesteld.
HOV betekent naast Hoogwaardig OV ook: Hoop op Verbetering. En voor verbetering is zeker ruimte in Qbuzz-regionen!
Frans Mensonides
27 januari 2019
Er geweest: zaterdag 29 december 2018, dinsdag 8, zaterdag 12 en woensdag 16 januari 2019.
Oh ja: en begin eens met eigen haltes neer te zetten in plaats van die van je voorganger over te plakken!
Deel 8: Rondje Rockanje, R-net op Voorne-Putten (december 2018)
Deel 7: Onder de minutenwals: Nieuwe R-netlijnen
in Zuid-Holland Noord (december 2017 / januari 2018)
Deel 6: Propvol of
helemaal leeg: lijn 436, Goeree-Overflakkee -
Rotterdam (december 2015)
Deel 5: Haarlem - Uithoorn
/ Haarlem - Zuidas (februari 2015)
Deel 4: Leiden - Zoetermeer
(december 2014 / Januari 2015)
Deel 3: Purmerend, IJSei,
Monnickendam, Hoorn, Geen conclusie (februari / maart 2012)
Deel 2: Zaandam, Haarlem-Amsterdam
ZO - Purmerend - Amsterdam (januari 2012)
Deel 1: Wat R-net wel niet is,
Almere Haven, Huizen, Hilversum, Marken (december 2011)
©
Frans Mensonides, Leiden, 2019