LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
122. JAN
SALIE EN ANDERE JANNEN; MET POTGIETER OVER DE DREMPEL
(30/12/2012)
121. COLUMN
OVER KOLLUM EN WIJDE OMSTREKEN
(23/12/2012)
120. IN
DE WACHTKAMER VOOR DE BESTRALING
(16/12/2012)
119. DE
DONKERE KAMER VAN HERMANS. EEN DRIELUIK
(02, 05 en 09/12/2012)
118. TAXIPERIKELEN
(25/11/2012)
117. SPREZZATURA,
RAFAËL EN LOU
(18/11/2012)
Een poosje geleden stond ik in een onafzienbare rij voor de
kassa bij de supermarkt. Het was na een lange dag werken en forenzen,
en aan
dat feit was misschien te wijten dat ik niet helemaal scherp meer was.
Ik stond
ter hoogte van de zonder recept verkrijgbare geneesmiddelen, te kijken
naar
doosjes met het opschrift ‘Diarreeremmer’.
Ik had daar nog nooit van gehoord,
maar wat het was, was me wel
duidelijk. Natuurlijk: een diarreeremmer is een emmer om in te
diarreren. ‘Diarreren’
is een niet door de woordenboeken gesanctioneerd maar toch in de
volksmond vrij
algemeen gebruikt werkwoord met de betekenis: zich ontlasten van dunne,
vloeibare
fecaliën.
Een diarreeremmer is
natuurlijk heel handig, fantaseerde ik, als je een aanval van buikloop
krijgt
onder heikele omstandigheden, bijvoorbeeld tijdens een verblijf op de
camping.
Geen nood, je trekt je terug in de bosjes, zet de diarreer-emmer aan je
kont,
en hupfaldera! Natuurlijk bevat zo’n diarreeremmer een
hygiënische patentsluiting, zodat je hem
zonder kans op doorlekken kwijt kunt in de afvalbak.
Wel knap, hoe ze zo’n hele emmer in
zo’n klein plat pakje
krijgen, dacht ik ook nog; was hij misschien opblaasbaar? Maar toen
kreeg ik
dan eindelijk toch nog de flits van inzicht dat hier sprake was van een
diarree-remmer, een pil tegen de schijterij ofwel: de racekak; genezen
in
plaats van opvangen.
Je hebt meer van zulke
verneukeratieve samenstellingen.
Berucht zijn de bommeldingen, waarvan je bij eerste lezing soms denkt
dat het
een bepaald soort dingen zijn, namelijk: Bommel-dingen, in plaats van
meldingen. En de daluren, die in werkelijkheid een bepaald soort uren
zijn, en
niet de luren, waar de taal je soms inlegt. En het pijpetuitje, dat een
etuitje
(étwietje) is, en geen tuitje.
‘Lijsterbeslaan’, zegt mijn moeder
altijd, als dit soort misverstanden
besproken worden. Als heel jeugdige lezer spelde ik een keer een
straatnaambordje met die naam. Lijster-beslaan, dacht ik, waar slaat
dat nou
op? Een paard beslaan, daar kan ik me nog iets bij voorstellen. Maar
waarom
iemand een lijster zou willen beslaan?
‘Mamma, waarom heet die straat Lijster-beslaan?’
- ‘Nee, joh, hahaha, daar staat: Lijsterbes-laan!’
Sommige van dit soort verkeerde
lezingen houden langer stand
dan de jeugd. Neem het woord: leidraad. Tot ver nadat ik tot de jaren
des
onderscheids was gekomen, heb ik gedacht dat dit een raad was die de
mens kon
leiden. Groot was mijn verbijstering toen ik er op een dag achter kwam
– ik
denk doordat ik het woord afgebroken zag staan in een tekst - dat het
een
lei-draad is. ‘Lei-‘ heeft inderdaad met leiden te maken; vergelijk
‘leiband’
en ‘leilinde’ (en vergelijk: ‘rijles’, dat is ook geen ‘rijdles’).
Het zou misschien een aardig
onderwerp zijn van een Diederik-Stapeliaans
onderzoek. Hoe splitst een lezer, al dan niet onder invloed van
M&M’s,
zulke samenstellingen en onder welke omstandigheden gaat hij in de
fout? Het
moet iets te maken hebben met verwarrende betekenissen van het linker-
of
rechterlid (-ding, -melding) en de opeenvolging van klinkers en
medeklinkers,
die verwachtingen wekt ten aanzien van de scheiding. ‘Daluren’ ben je
geneigd
te splitsen in ‘da-‘ en
‘-luren’, hoewel
‘da-‘ feitelijk niets betekent. Maar
een
woord als ‘waterbrood’ zal niemand
splitsen in ‘waterb-’ en ‘-rood’; ‘-rood’ betekent wel iets, maar ‘-rb’
op het
eind van een woord is onwaarschijnlijk.
Dat je recente ervaringen ook een rol
spelen, bewijst het
volgende voorbeeld. Bij ons werd de buiten- en binnenboel een keer
opgeschilderd. Mijn al genoemde moeder klaagde dat zij hoofdpijn kreeg
van de penetrante
verf- en terpentijnlucht die in huis hing. Op een avond kondigde de
tv-gids het
tv-spel Die Verfluchten aan. Ik
natuurlijk denken dat het spel zich afspeelde in het
huisschilderswezen. Maar
neen, het bleek een loodzwaar Duits stuk over lieden die – om redenen
die ik me
niet meer te binnen kan brengen – vervloekt waren.
De meeste samenstellingen geven geen
leesproblemen. Ook de
drieledige niet, zoals ‘asielzoekersproblematiek’ en
‘winstdelingsregeling’.
Vierledige lezen meestal wat moeizaam. Vijf- en meerledige moet je
gewoonweg
niet gebruiken, behalve als
je Duits
schrijft, want die kicken erop.
Zo zullen de meeste krantenlezers wel
even blijven haken bij
het vierledige gelegenheidswoord ‘waxinelichtjeshoudergooier’ (de man
die een
houder voor waxinelichtjes naar de Gouden Koets smeet). Verder zag ik
laatst
als ambtenaar een brief die de weidevogelcompensatieregeling tot
onderwerp had,
maar in ambtelijke taal verwacht je zulke narigheden.
Je kunt moeilijke samenstellingen
gemakkelijker maken door
op tactische plaatsen spaties tussen te voegen: ‘dal uren’, ‘bom
melding’. Maar dat
mag niet, onder meer niet van de Signalering
Onjuist Spatiegebruik. Engelsen doen het wel; daarom heet
het bij ons: Engelse ziekte. Het bewijst niets over de eventuele
inferioriteit
van Angelsaksen; het is gewoonweg een afspraak, net als links of rechts
rijden.
Met dit verschil dat overtreding van verkeersregels doorgaans ernstiger
gevolgen heeft dan die van taalregeltjes.
Het Frans doet bij mijn weten
helemaal niet aan samenstellingen.
De eetzaal heet er: zaal van eten. Onhandige Franse omhaal, vind ik,
maar dat
is een vooroordeel.
Wat wel mag in het Nederlands, is
streepjes tussenvoegen:
‘dal-uren’, ‘bom-melding’, ‘weidevogel-compensatieregeling’ . Maar het
hóéft
ook weer niet; je mag je lezers met zulke kettingwoorden ook
achterlaten in
vertwijfeling.
Hoe doen de fabrikanten en verpakkers
van diarree-remmers
het? Zoeken op Internet leverde veel ‘diarreeremmers,’ weinig
‘diarree-remmers’
en weer wat meer ‘diarree remmers’. Dat laatste is dus fout. Maar de
diarreer-emmer heb
ik niet gezien; gat
in de markt??
FHM
6 januari 2013
P.S.:
Een van de zeldzame automobilisten onder mijn lezers schreef naar aanleiding van dit FHM-etje:
Hallo Frans,
Naar aanleiding van je FHM over diarreer emmer. Mijn vrouw neemt deze altijd met succes in als we in het buitenland zijn.
We waren van de zomer in Emmerich, om benzine te tanken op de terugweg naar huis. Scheelt tegenwoordig weer 24 cent per liter. Het was er bloedheet, 38 graden, en kochten er benzine en ijs. Bij het tankstation lag een gratis stadsplattegrond. Na enige tijd zag ik het wapen van Emmerich. Dus ik had ook altijd gedacht dat het Emme rich was, maar zo te zien is het Emmer ich.
Volgens Wikipedia was deze plaats van oorsprong Nederlands: Emmerik. Emmer ik? Kenden ze toen ook al het geëmmer, of gebruikte iedereen (ik) daar steeds een emmer? Kortom, er komen steeds meer vragen boven…
© Frans Mensonides, Leiden, 2013