Nr. 183 - zondag 30 november 2014
Pierre Cuypers; architect met een kruiwagen




LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

182. JUFFROUW KIKKERBIL; SINT-MAARTEN (23/11/2014)
181. 'SITUATIES AAN DE RANDEN VAN HET LEVEN'; MISSTANDEN IN VERPLEEGHUIS (16/11/2014)
180. HOFWIJCK 100!: ONTMOETING MET CHRISTIAAN HUYGENS (09/11/2014)
179. BOSJES EN LOSSE / 'MOORDKWARTIER'; EEN JAAR OP DE GROTE SCHOOL  (26/10/2014 en 02/11/2014)
178. 'EEN SCHILDERIJ IS OM NAAR TE KIJKEN EN NIET OM OVER TE LULLEN'; MMKA (19/10/2014)
177. IMPOSANT: MARKTHAL ROTTERDAM (12/10/2014)









Toegegeven: mijn bezoek aan het Cuypershuis in Roermond was vooral ingegeven door de wens, een dak boven mijn hoofd te hebben op een middag met voorspelde druilerigheid. Neemt niet weg, dat Pierre Cuypers (1827-1921) een reputatie bezit die zelfs een volkomen leek op het terrein van de architectuur nieuwsgierig maakt.

Cuypers’ portfolio en roem hebben de grenzen van zijn geboorteplaats Roermond verre overschreden. Hij tekende voor het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, de renovatie van de Ridderzaal in Den Haag en voor kasteel De Haar in Haarzuilens (dat al tientallen jaren hoog op mijn bucket list staat. Waarom komt er niets van een bezoek)? Daarnaast ontwierp Cuypers een klein honderdtal kerken in uiteenlopende streken  van Nederland.

Cuypers deed het liefst kathedralen, en die het liefst, als het mocht van zijn principalen, in neogotische stijl; dat wil zeggen: flink de hoogte in, met stoere bogen en ruime, hoge vensters. Het Rijksmuseum heeft ook iets  van een kathedraal, een cultuurkathedraal, en het CS ook, een spoorwegkathedraal.

Verder runde de architect, in wat nu het Cuypershuis is en toen zijn woonhuis, een complete fabriek waar kerkelijke kunstvoorwerpen en meubelen werden gemaakt. Het Cuypersjaar 2007 schijn ik compleet gemist te hebben, en de berichtgeving over de opening van het Cuypershuis in 2011 ook, maar al deze verzuimen hoop ik met dit bezoek ruimschoots goed te maken.

Een meevaller als ik na het noenuur het station van Roermond uitkom. De regen is opgehouden en het is aangenaam weer voor een stadswandeling. Ik verken Roermond aan de hand van deze webpagina over Cuypers. Roermond is ook afgezien van Cuypers een feest voor architectuurliefhebber.  Het centrum biedt een gevarieerde aanblik van gebouwen die soms statig zijn, soms kleurrijk, en soms beide tegelijk; gebouwen die ook net een tikje anders zijn dan elders, zonder dat ik precies kan omschrijven wat er zo bijzonder aan is.

Op foto (1) de Teekenschool uit 1905 die, evenals de belendende Ambachtsschool, ontworpen is onder de auspiciën van de toen al hoogbejaarde Cuypers. Echt mooi; een blikvanger. En ook weer zo kathedralerig; misschien wel het meest gepaste uiterlijk voor een tekenacademie, die een kathedraal der kunst moet zijn.

Op dit punt van mijn wandeling gebeurt voor het eerst wat tijdens architectuurwandelingen vrijwel altijd gebeurt: ik denk aan mijn grootvader, Henk Lamberts. Hij schoolde zich ooit om van timmerman tot architect en bezocht, om de benodigde diploma’s te halen, jarenlang een avondtekenschool. Help me herinneren dat ik nog iets schrijf over het schilderij ‘Avondschool te Amsterdam’ van Cees Bolding, dat ik laatst zag in het MMKA.

De kiosk uit 1880 op het Munsterplein (2) is uitgevoerd in onder andere gietijzer, wat indertijd een erg modern en trendy materiaal was. Ik zal later deze middag nog een goede beurt maken bij de rondleidster van het Cuypershuis door te weten dat het woord ‘kiosk’ naast snoeptent ook muziektent kan betekenen. Hollandse bezoekers weten dat nooit, zo is haar ervaring.

Die kiosk is de kers op de taart van het plein, waarop Cuypers vooral een stempel heeft gedrukt door de restauratie van de Munsterkerk, voltooid in 1893. Daar was lang niet iedereen mee ingenomen. Ik vind het resultaat prachtig, en ze hebben Cuypers er zelf bovendien zodanig voorgeplaatst dat je schepper en schepping gemakkelijk op één foto kunt krijgen (3). Het kerkgebouw is niet weg te denken uit Roermond - maar lijkt niet erg meer op de oorspronkelijke, ongerestaureerde kathedraal die er eerst stond; dat moet gezegd. Cuypers, overladen met kritiek, is zijn geboortestad min of meer ontvlucht.

Mijn opa zou niet kaduuk zijn van neogotische praal. Hij was een vertolker van de Nieuwe Zakelijkheid: strakke lijnen, functionaliteit, geen teruggrijpen naar het verleden. Strak en zakelijk is Cuijpers’ apothekerspand (4) in de Swalmerstraat straat uit 1851. Sober, vergeleken met de rest van zijn oeuvre, maar daardoor juist wat saai, naar mijn smaak.

Geen enkele architect ter wereld heeft zijn eigen geboortehuis ontworpen; dat is een waarheid als een koe. Dat van Cuypers (5) staat in de Hamstraat en mag op een Cuyperswandeling niet ontbreken, al is het geen Cuypers.

Tenslotte het woonhuis annex fabriekscomplex annex tekenzaal dat nu bekend staat als het Cuypershuis (6) aan Pierre Cuypersstraat. In het weekend kun je er een rondleiding krijgen die je in drie kwartier alle highlights laat zien. Slechts twee mensen melden zich er deze late zaterdagmiddag voor: een geboren Roermondse, die hier nog op visite is geweest toen er nog iemand woonde, en mijn persoon.

Cuypers had de wind continu mee tijdens zijn lange loopbaan, zo vertelt de rondleidster. In 1853 mochten de katholieken weer uit hun schuilkerken komen en was er grote behoefte aan nieuwe katholieke kerkgebouwen. En de Tweede Beeldenstorm heeft Cuypers gelukkig niet hoeven meemaken.

De Tweede Beeldenstorm? Ik ken er maar één; die van 1566. Nee, die ‘Tweede Beeldenstorm’ is een spottende benaming onder katholieken voor de versobering van onder andere heiligenbeelden die is doorgevoerd na het Tweede Vaticaans Concilie. In RK-landstreken gaan er altijd weer werelden voor me open.

Een zakenman was Cuypers ook. Dat bracht dilemma’s met zich mee waaraan geen enkele architect kan ontkomen: ontwerpen maken louter voor het gewin, waar je als architect niet achter staat. Cuypers overkwam dat bijvoorbeeld toen hij in Oudenbosch de Sint Pieter van Rome moest nabouwen. Ja, hij deed het toch maar, want hij moest tientallen monden vullen. Dat werden er trouwens wat minder, nadat hij een rookverbod had afgekondigd in zijn werkruimten. Ongehoord voor die tijd, en er liep dan ook heel wat personeel weg.

Die twee grote opdrachten in onze hoofdstad, het Rijks en het CS, de rondleidster windt er geen doekjes om, die kreeg hij door een ‘kruiwagen’. De mensen die erover te beslissen hadden, waren namelijk ook katholiek.

Dit verhaal tovert mij mijn opa nu ineens echt driedimensionaal voor ogen, zo sterk dat een spiritist van een ‘aanwezigheid’ zou spreken. De kruiwagen was in het bouwwezen meer dan alleen een éénwielig, met de hand voortbewogen transportmiddel voor bouwmaterialen. Het was ook het voertuig voor aantrekkelijke opdrachten vanuit een eigen kring of zuil; niet alleen onder bouwmeesters.

Mijn opa weigerde principieel, vragen omtrent zijn levensovertuiging te beantwoorden – of in zijn geval: het ontbreken daarvan. Dat heeft hem opdrachten en banen gekost. Dat gebeurde nogal vaak, en volgens verhalen van mijn moeder heerste er dan dagenlang een bedrukte sfeer in huis.

Het is een goed ding dat de spiritisten het bij het verkeerde eind hebben. Ik hoef opa gelukkig niet uit te leggen dat die kruiwagen tegenwoordig ‘netwerk’ heet en dat het gebruik ervan verheven is tot een belangrijk stuk levenskunst. Die vorm van ‘nieuwe zakelijkheid’ zou hem allerminst bevallen zijn, daar ben ik zeker van.

FHM
30 november 2014
Er geweest: zaterdag 15 november 2014

 

VOLGENDE AFLEVERING: LOUTER WINNAARS; HOOGBEGAAFDENQUIZ 'SLIMMERIQEN' (07/12/2014)

© Frans Mensonides, Leiden, 2014