LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
244. LAKENHAL
LEIDEN: TENTOONSTELLING IN CORONA-TIJD OVER PILGRIMS
(14/06/2020)
243. ER ZIT
EEN IDEE ACHTER HET PAPIER; 'PAPER ART 2017' IN CODA
(06/08/2017)
242. DE
SCHILDERMENNEKE; VAN GOGH-DORP NUENEN (23/07/2017)
241. 'SJOEMELTEMPERATUUR';
KNMI HOMOGENISEERT (09/07/2017)
240. NAVOLGERS
VAN DE STIJL IN HELMOND EN LEIDEN (25/06/2017)
239. FIGURANT
IN 'DROOMLAND'; STRAATHEATER IN LEIDEN ZW (07/06/2017)
De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag.
De Rotte en de Maas anno 1020
Still uit de video op YouTube
‘Willikumo ana Rottaa. Ik bim thorperi hiera ana
Rottaheimi.’ Zo begint een tekst in het Oudnederlands, in de mond gelegd van een
bewoner van het gehucht Rotta aan de gelijknamige rivier.
We schrijven het jaar 1020. Rotta bestaat uit een handjevol
hoeves en wat akkers op de hectaren waar je nu de Markthal, de Laurenskerk, de
Kubuswoningen en het Potlood kunt vinden; hartje Rotterdam, kortom.
Het gehuchtje Rotta werd rond 1170 overstroomd door de Maas.
100 jaar later werd er op die plek een dam aangelegd. Rotterdam was geboren.
In de video op deze pagina van HistoriekNet is te zien, hoe
de omgeving er in 1020 uitzag en – nog interessanter! – is te horen hoe het Oudnederlands
toen geklonken heeft. Een bewoner van toen vertelt iets over het harde bestaan
van hem en zijn buren op dat stukje grond. Het is uiteraard een reconstructie
naar beste weten, maar daarom niet minder fascinerend.
De video is een coproductie van de taalkundige
Peter-Alexander Kerkhof en Archeologie Rotterdam. Het filmpje bleek een
doorslaand succes tijdens de coronacrisis. Het is in anderhalve maand tijd meer
dan 250.000 keer bekeken. De kijkers waren vermoedelijk alleen al blij dat het
nu eens niet over virologie of slavernij ging.
Het Oudnederlands is de verre voorloper van onze eigen taal.
Het ontstond aan het begin van de middeleeuwen (na het jaar 500 dus) uit het
Proto-Germaans. Dat werd in nog vroegere eeuwen gesproken in grote delen van
Noordwest-Europa. In de loop van de 12e eeuw evolueerde het Oudnederlands
langzaam maar zeker tot het Middelnederlands.
De bewoner van Rotta vertelt hoe zijn opa, zoals velen, vanuit
Vlaanderen naar de Hollandse kust getrokken is, op de vlucht voor
overstromingen. De Friezen die daar oorspronkelijk woonden, namen de wijk naar
het noorden, en zo schoof ook het taalgebied op.
Uit het Oudnederlands zijn veel minder teksten bewaard
gebleven dan uit latere taalfasen. Toch hebben de taalgeleerden er voldoende
bijeengesprokkeld om er een compleet woordenboek mee te vullen. Ook konden zij reconstrueren,
hoe de taal geklonken moet hebben.
Toen ik het fragment in de video beluisterde, viel me vooral
op, hoe weinig er in de loop van 1000 jaar veranderd is. De tekst is gewoon
herkenbaar als Nederlands; het klinkt niet als Grieks, Arabisch of Chinees. En
als je een zin hoort als: ‘Wi hebbon bona, bieton endi erwita in unsin tune’,
is het niet moeilijk om te achterhalen dat dat betekent: ‘We hebben bonen,
bieten en erwten in onze (moes)tuin’.
Toch is het een goed ding dat de tekst ondertiteld is in
modern Nederlands. Sommige woorden kun je echt helemaal nergens meer aan vastknopen.
Weer andere zetten de moderne luisteraar compleet op het verkeerde been; ze
betekenen iets heel anders dan een Nederlandstalige van nu zou denken.
Zo’n tekst is in ieder geval smullen voor geïnteresseerden
in etymologie, mensen met de afwijking dat ze van elk woord het ontstaan willen
weten. Ik zelf kan me niet voorstellen dat er ook andere mensen zijn…
Ik pik een paar interessante dingen uit deze tekst.
*’Rotta’, de naam van het dorpje en die van de rivier. In
het Oudnederlands betekende het: troebel, modderig. De naam Rotterdam is
etymologisch gezien verwant aan Alkmaar (moddermeer), Biervliet en Blackburn
(modderstroom), Liverpool en Blackpool (modderpoel) en ongetwijfeld vele andere
plaatsen op de wereld die ontstaan zijn uit blubber, om niet te zeggen: uit de
klei zijn getrokken.
In de huidige straattaal heet de stad Roffa; maar 2 letters,
of liever: één klank verschil met de taal van 1000 jaar geleden.
*’Mikil’. De Maas is een ‘aa vilo mikil’ (heel grote rivier)
waarin je ‘viska vilo mikila’ (heel grote vissen kun vangen). ‘Mikil’ betekende
hetzelfde als ‘groot’, een woord dat ook in het Oudnederlands al bestond.
‘Groot’ haalde met gemak de 21ste eeuw. ‘Mikil’ leefde in het Middelnederlands
nog voort als ‘mekel’. Maar dat woord werd alleen nog in dichterlijke taal
gebruikt, wat meestal niet veel goeds belooft: zo’n woord is gedoemd om in
onbruik te raken. Waarom het ene synoniem behouden blijft en het andere
verdwijnt??
*’Muos’, voedsel. Het woord kennen we in het huidige
Nederlands nog als ‘moes’. Daarmee bedoelen we: zacht, papperig voedsel (als we
al niet denken aan iemand tot moes slaan). Maar onze bet-bet-bet- (etc.) overgrootouders
in het jaar 1020 gebruikten het woord voor alle soorten voedsel ('prak', in het moderne Rotterdams).
Wie tegenwoordig een moot zalm nuttigt, weet niet meer dat
het woord ‘moot’ oorspronkelijk portie betekende, en ook verwant is aan ‘moes’.
‘Zalmoot’, zo zie je het vaak verkeerd gespeld staan op menu’s in restaurants,
en dan zou je je kunnen afvragen, wat dan precies een oot is…
*’Buwon’, nog een woord waarvan de betekenis in de loop van
eeuwen verschoven is. ‘Buwon’ betekende wonen, maar is verwant aan het moderne
‘bouwen’. Dat stamt van een heel oud Indo-Europees woord dat ‘zijn’ betekende,
en verwant is aan het Engelse to be (or not to be) en de Nederlandse vormen
‘ben’, ‘bent’ en eventueel ‘bennen’.
Van ‘zijn’ veranderde de betekenis in: ergens zijn, ergens
metterwoon gevestigd zijn, wonen. Waarna de betekenis verder verschoof naar wat
je zoal doet als je ergens woont. Veel mensen waren boer, veel meer mensen dan
nu. En die boeren verBOUWden allerlei dingen. En woonden naast andere mensen,
hun buren. Ook ‘boer’ en ‘buur’ zijn verwant aan ‘bouwen’. Een huis bouwen
houdt in heel grote lijnen hetzelfde in als gewas verbouwen; er komt iets op
het land te staan wat er vroeger niet was. Huizen bijvoorbeeld, met ook een
inboedel. ‘Boedel’ en ‘boel’ zijn ook weer verwant aan ‘bouwen’.
* ‘Somastont bannit gravo Thiederik thana heriban endi thia
cogscult’ een wat ondoorgrondelijke zin, ook in vertaling. Graaf Diederik (eigenlijk
Dirk III) roept soms de heerban uit en legt een coggeverplichting op. Wat deed
hij nou precies? Hij riep mannen op voor een soort dienstplicht. ‘Heer’ heeft
hier niets te maken met de Heere, of de hoge heren van het dorp; het staat voor
leger. Die opgetrommelde troepen moesten krijgsschepen bemannen: koggen.
*’Werilt’, ook een woord waarover iets te vertellen valt.
‘Werilt’ wordt vertaald met ‘leven’, het harde bestaan van de bewoners van Rotta
- dat er op het filmpje heel idyllisch uitziet.
Dichters uit vervlogen eeuwen, zoals Jacob van Maerlant en
Constantijn Huygens, meenden te weten hoe het woord ‘warelt’ was ontstaan: omdat
op deze wereld alles altijd een eeuwig doorelkaar warrelt.
De werkelijkheid is anders. ‘Weer’ in ‘wereld’ gaat terug op
het Latijnse ‘vir’ (man), en betekent: mens. Zo is een weerwolf een wolf in
mensengedaante of een mens in wolvengedaante. ‘-eld’ of ‘-ald' in ‘wereld’ staat voor leeftijd of tijdperk.
De wereld is dus het tijdperk der mensen, ofwel: alle mensen
die op een bepaald moment leven. Bij uitbreiding is het de planeet waarop we
dat met z’n allen doen, en bij nog verdere uitbreiding het complete heelal - waar
misschien nergens anders dan op Aarde wezens voorkomen die een taal hebben met
woorden; wie zal het zeggen?
* Dan nog die wat mysterieus aandoende vormen als ‘then’, ‘thera’,
‘themo’ en ‘thia’, waarmee de tekst doorspekt is. Dat zijn verbuigingen van het
bepaald lidwoord.
Net als in het huidige Duits was er een mannelijk,
vrouwelijk en onzijdig lidwoord, verbogen in 4 naamvallen en in enkelvoud en
meervoud. Met de Duitse lidwoorden hebben we allemaal moeten worstelen op de
middelbare school:
Der-des-dem-den;
die-der-der-die;
das-des-dem-das;
die, der, den, die.
In Duitsland worstelen ze op hun beurt momenteel met het Nederlandse
leenwoord Bakfiets: is dat nou der Bakfiets, die Bakfiets of das
Bakfiets?
Het Nederlands kent tegenwoordig alleen nog maar de vormen
‘de’ en ‘het’ (en ‘des’ en ‘der’ in ouderwets, plechtstatig taalgebruik). Dat
is al lastig genoeg voor buitenlanders die onze taal willen leren.
Op Twitter pleitte laatst iemand voor de officiële
afschaffing van ‘het’. Maar die persoon moet gewoon nog wat geduld hebben.
‘Het’ is al op zijn retour. In 2100 zal ‘De paard die daar staat’ vermoedelijk
als correct Nederlands beschouwd worden.
De taal is in 1000 jaar van generatie tot generatie langzaam
veranderd van Oudnederlands in wat we nu spreken en schrijven. En er is geen
enkele aanwijzing dat de taal de komende 1000 jaar ooit zal ophouden met
veranderen. Slecht nieuws voor taalconservatieven, maar ook zij zullen zich
ermee moeten verenigen.
FHM
28 juni 2020
VOLGENDE AFLEVERING: TARRA, CENTIARE EN WORTELTREKKEN IN PRE-DIGITALE TIJDEN (05/07/2020)
© Frans Mensonides, Leiden, 2020