Nr. 239 - woensdag 7 juni 2017 (week 23)
Figurant in 'Droomland'; straattheater in Leiden Zuid-West

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

238. HORROR-EXAMEN VWO NEDERLANDS (28/05/2017)
237. WOLKEN TUSSEN HEMEL EN AARDE; DE PARAPSYCHOLOGIE (14/05/2017)
236b DE AFVALLIGEN VAN DE STIJL (30/04/2017)
236a 'KIJK EENS GOED', MONDRIAAN TOCH NOG GEWAARDEERD (16/04/2017)
235. HUN EN DE HUNNEN; TAALPEDANTIE (02/04/2017)
234. 'RODIN, GENIUS AT WORK' IN GRONINGEN (19/03/2016)
233. OV IN VERKIEZINGSPROGRAMMA's (19 en 26/02/2017; 05/03/2017)






 Klik op de foto voor een groter exemplaar


Deze aflevering verschijnt tegen de gewoonte in al op woensdag in plaats van zondag. Ik heb van de week maar even vooruit gewerkt, want in het weekend ga ik tegenwoordig het toneel op. Ik figureer in ´Droomland´ van PS|Theater. Dat is een toneelstuk over, in, door, met en voor de Leidse Fortuinwijk. Het stuk gaat mede over mezelf. Maar ik speel niet mezelf, maar een ander, namelijk De verwarde man. En dat twee keer op één avond, want het stuk kent twee geheel identieke bedrijven.

Eén keer, vorige week vrijdag, was ik toeschouwer in plaats van figurant, maar dan ben je tevens figurant, zoals toevallige passanten dat onbewust ook zijn. Dit alles vindt plaats in een heel bijzondere schouwburg, zonder stalles, loge, zaal en schellinkje, maar met alleen plaatsen beschikbaar op de rang: balkon. En aan het eind valt niet het doek, maar de parachute. Alleen daaruit blijkt al dat hier sprake is van een heel bijzonder theaterstuk.

Dat klinkt allemaal knap verwarrend, zeker uit de mond van De verwarde man. Laat ik het nou een beetje ordelijk vertellen.

Vier jaar geleden begon PS|Theater met zomeravondvoorstellingen in Leiden. Elk jaar werd een andere stadswijk uitverkoren als onderwerp en tevens decor. De theatermakers namen telkens een maand de tijd om in gesprek te gaan met de wijkbewoners, nog een maand om hun verhalen om te werken tot een pakkende voorstelling en de derde maand werd het stuk dan uitgevoerd, in de wijk.

Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord, totdat ze twee maanden geleden hun tenten opsloegen in mijn eigen buurt, de Fortuinwijk, het zuidwestelijk deel van Leiden Zuid-West, alias: de Componistenbuurt. Er verscheen een vaalblauwe bouwkeet op de hoek van de Kennedylaan en de Brahmslaan, bij supermarkt Hoogvliet en kapsalon De Haarwinkel. Nog steeds had ik niet in de gaten dat er iets bijzonders op stapel stond; ik dacht bij het zien van die keet eerder aan stratenmakers dan aan straattheatermakers.

Tot de dag in april dat Daniël Van Duijvenbooden, stagiair bij PS|Theater, contact met me opnam. Hij had een aflevering van deze rubriek gelezen, dat stuk uit april 2013 waarin ik herdacht dat ik exact een halve eeuw in deze buurt woonde, en al die tijd op hetzelfde adres.

Daniël was vooral getroffen door het beeld van het jongetje dat ik eens was, die tijdens een oneindig lange vakantie met zijn step de buurt verkende, die toen vooral bestond uit zandvlaktes en bouwplaatsen. En het feit dat dezelfde persoon 50 jaar later dezelfde buurt het liefst per bus verliet voor zijn OV-reizen door Nederland en omstreken. ‘Die step en die bus, daar kunnen we iets mee doen!’

´De meest onopvallende buurt van Nederland´, noemde ik de Leidse Componistenwijk in dat stukje. Er een theaterstuk over maken, leek me de moeder van alle uitdagingen. Neemt niet weg dat ik meteen mijn diensten aanbood, niet alleen als leverancier van mijn levensverhaal, maar ook als figurant. Nooit had ik op een toneel gestaan, of dat zelfs ook maar geambieerd. Maar ook als zestiger moet je je leven nog vullen met zoveel mogelijk eerste keren, vind ik.

Eind mei waren er repetities. Vrijdag 2 juni woonde ik zelf een try-out bij. Dat wilde ik graag om een totaalbeeld te krijgen van het stuk, want als figurant krijg je dat niet helemaal, geconcentreerd als je bent op je eigen rol. Iemand anders speelde die avond De verwarde man.

Het verzamelpunt voor ‘Droomland’ is de 'Basis', een leegstaand winkelpand tegenover de keet en naast Bakker Akal. Het eerste gedeelte van het stuk bestaat uit een wandeling door de wijk, waarbij iets verteld wordt over het ontstaan ervan – mede gebaseerd op mijn stepverhaal – en waarom een componistenwijk een Kennedylaan op de plattegrond heeft (ook te lezen in die oude aflevering van FHM´s). Die wandeling wordt begeleid met zang en muziek. Er worden grappen gemaakt en stunts vertoond, maar er is ook aandacht voor the making of ´Droomland´ zelf.

Als snel krijgen wij als toeschouwers door dat ‘ontmoeting’ het thema is: kennismaking met mensen die je anders alleen ziet bij de Hoogvliet en misschien vaag groet op straat, zonder dat je verder iets van ze afweet.

Al die flatjes in onze buurt (‘luciferdoosjes om in te slapen’, heet het in een van de liedjes): ze lijken wel speciaal ontworpen om de mensen van elkaar te laten vervreemden. Ik heb er in die inmiddels 54 jaar nooit bij stilgestaan, maar inderdaad: op de parterre woont niemand bij wie je naar binnen zou kunnen kijken; daar zijn alleen garages, bergingen en fietsenschuren. ‘Zwevende appartementen’ heten ze in stedenbouwkundig jargon. Je zou op een ladder willen klimmen om ook de mensen op de 3e en 4e etage te kunnen begroeten.

Of in processie door de buurt lopen, voorafgegaan door een trommelslager, en ´HALLO!´ roepen. Vanaf de balkons, waar buurtbewoners zich koesteren in de zomeravondzon, wordt enthousiast teruggeroepen en gezwaaid. Sommige voorbijgangers kijken verbaasd. ´Zijn dat nou Hare Krishna´s?´, hoor ik iemand zeggen.

Terug in de Basis wordt het publiek in twee groepen verdeeld. De ene krijgt de opdracht aan te bellen bij een opgegeven huisnummer in de flats aan de Kennedylaan. Daar moeten ze op visite gaan om kennis te maken met de bewoners - die vanzelfsprekend in het complot zitten.

De andere groep neemt in de Basis plaats aan lange tafels en speelt een kennismakingsspel, een soort ganzenbord. Enthousiaste kinderen van een jaar of 11, die ook figureren in het stuk, zijn de spelleiders. En beantwoorden zelf ook vragen over hun leven, waarin soms al heel wat gebeurd is.

Iedereen is vol bewondering voor Jamel en Jumana, broer en zus uit Syrië, die anderhalf jaar geleden met hun ouders in Leiden ZW zijn beland en nu heel goed Nederlands spreken. ´We hebben Nederlands geleerd door liedjes van Kinderen voor Kinderen te zingen. Woorden die we niet kennen, zoeken we op.´

Daarna begint het eigenlijke toneelstuk pas. De visite is op het balkon verschenen met een koptelefoon. Zij horen de tekst en muziek van de voorstelling. De anderen worden de Basis uitgestuurd, ook met koptelefoon, waardoor ze, via een ander kanaal,  instructies krijgen, bijvoorbeeld: ´Nu met zijn allen de zebra oversteken´. Vanaf de balkons gezien lijken ze soms willekeurige voorbijgangers maar soms deelnemers aan een soort ballet. Intussen gaat ook het werkelijke leven op de Kennedylaan zijn dagelijkse gang. Er passeren auto´s en fietsen; mensen met winkelwagentjes lopen Hoogvliet in en uit; honden worden uitgelaten.

De vaste figuranten houden zich backstage buiten het zicht. Backstage is dan een houten bank om de hoek, op de Brahmslaan, waar buurtbewoners langslopen en soms vragen wat er eigenlijk aan de hand is. 

Het is voor mij nu: wachten op mijn cue, en dan opkomen als De verwarde man. In het stuk ben ik dement en zoek ik op het parkeerterrein bij Het Fietspaleis en Slagerij Hartenkamp naar mijn auto. Ik ben vergeten dat ik daar niet meer in mag rijden van mijn kinderen en dat hij al lang geleden verkocht is.

Geen moeilijke rol, terwijl je na afloop toch deelt in het applaus en de gladiolen. Ik ben in werkelijkheid dan weliswaar nog niet dement, maar wel vaak wat kwijt - niet mijn auto, die ik niet heb, maar meestal de weg, zoals de trouwe lezer weet. Met een zoekende, verdwaasde blik door een wijk lopen; ach, ik speel gewoon mezelf. ´Het ging goed, hoor´, zegt de regisseur dan ook tijdens de wissel.

De wissel? Ja, de balkonmensen en de mensen op straat wisselen nu van plek en van kanaal op de koptelefoon, waarna de hele voorstelling zich opnieuw gaat afspelen. Ik zoek dus weer naar die auto die ik nooit zal vinden. Ik heb geen tekst, maar om het nog echter te maken, mompel ik vertwijfeld in mezelf: ‘Waar heb ik dat kreng nou toch gelaten?’

Het zijn roerende verhalen, die korte flitsen uit de levens van buurtbewoners die de toeschouwers meebeleven: het meisje dat liedjes schrijft voor haar ex, het verhaal van het jongetje wiens vader jong was overleden (dat kende ik al, maar het ontroert me toch) en last but not least: de vrouw met het hondje, Sandra, die na een verblijf in een inrichting haar leven weer op de rit probeert te krijgen en dolblij is met haar flatje in Zuidwest.

Muzikale talenten zijn er ook te over in de buurt. Tijdens de nazit in de Basis wordt er door enkele figuranten gezongen. Niet door mij, een mens moet zijn beperkingen kennen, maar wel door o.a. de Syrische kinderen. En, bij de première afgelopen zondag, door een man die zomaar kwam aanwaaien en zelf ook wel een liedje wilde doen. Ter aanbeveling zei hij dat hij in de verte nog aangetrouwde familie was van de Zangeres Zonder Naam.

Ik ga niet alles verraden wat er te zien is. ´Droomland´ is typisch zo´n voorstelling die je zelf zou willen ondergaan. Het stuk wordt nog gespeeld op 8, 9, 10, 11, 15, 16 en 17 juni. Kaarten kunnen HIER besteld worden. Korting voor buurtbewoners!

FHM
7 juni 2017

Sleutelstad.nl en de Theaterkrant schreven over ´Droomland´.



 Klik op de foto voor een groter exemplaar

 


Allemaal achter Sandra aan, De Vrouw met het Hondje





Nr. 239a - zondag 18 juni 2017 (week 24)
PS

Fraukje is ook 'geland' in Leiden ZW. 'Droomland' op het blog van Fraukje Vonk > > >

Aan het slot van een stukje over PS|Theater (zie hierboven) past natuurlijk een PS.

‘In de toekomst zal iedereen 15 minuten lang wereldberoemd zijn’, profeteerde Andy Warhol ooit – al bedoelde hij volgens sommigen iets anders dan de meesten die het tegenwoordig citeren, en al zei in werkelijkheid trouwens iemand anders dan hij dat. Hoe dan ook, wij: Sandra, Sandra, Fraukje, Lotte, Jamel & Jumana & de andere tomeloos enthousiaste buurtkinderen, ik en de andere figuranten in ‘Droomland’ oogstten op al die avonden gezamenlijk toch een heel stijf kwartier roem binnen de 70 hectaren van de wereld die op de kaart staan als Leiden-Fortuinwijk.

Het was een bijzondere ervaring om voor de buurt personen uit de buurt te spelen. ‘We gaan dit beslist missen’, daar waren Sandra (De Vrouw met het Hondje) en ik (De Verwarde Man) het over eens. Ja, op maandag-, dinsdag- en woensdagavonden, als er geen voorstelling was, liepen we vaak al met de ziel onder de arm.

De recensies voor ‘Droomland’ in de media waren zeer lovend. Tijdens de voorstellingen zagen we alleen maar blije gezichten – afgezien van die boze mevrouw op de Max Regerlaan, of dat getrommel iedere avond gvd een keer kon ophouden. Maar zulke mensen heb je altijd en overal.

Dank aan de theatermakers van PS die dit buurtfeest mogelijk gemaakt hebben! Dank ook aan de weergoden. Als je 12 avonden openluchttoneel speelt, kun je volgens de statistieken toch wel rekenen op een à twee keer een nat pak. Er waren plastic poncho’s aanwezig in de Basis, voor het geval dat. Maar ze konden in de doos blijven; geen spat gevallen.

Dank ook aan de Leidse politie die de surveillance tijdens de voorstellingen soms opvoerde tot een niveau dat zou passen bij terreurdreiging-vijf. Eén keer hebben we ze wel zes, zeven keer over de theatervloer zien rijden. Iedereen uit het publiek dacht dat ze erbij hoorden. Zelf dachten ze dat misschien ook.

Aan mijn act, het vergeefse zoeken naar die auto, heb ik in de loop van de dagen nog dingen toegevoegd. Zo sprak ik altijd het hondje van Sandra toe; ze kwamen me dan net tegemoet op de parkeerplaats. Dat heb ik afgekeken van mijn demente moeder, die ook altijd met alle dieren sprak als we in de buurt wandelden. 

Verder woelde ik in al mijn zakken, op zoek naar mijn autosleutels. Na enige tijd bracht ik dan mijn huissleutel te voorschijn en probeerde die zogenaamd uit op een auto die daar stond. Nu ik dit typ, besef ik opeens dat die extra politiesurveillance wel eens het gevolg zou kunnen zijn van mijn optreden. Misschien was er wel een melding binnengekomen: ‘poging tot inbraak in een auto op de Kennedylaan door een verdachte figuur die zich daar ophoudt’.

Na afloop kwam een keer een vrouw uit het publiek helemaal aangedaan naar me toe: ‘Dit is zo herkenbaar. Mijn vader is ook dement. Hij mag ook niet meer autorijden. We hebben dit ook meegemaakt.’ Een andere avond vroeg een jongetje van een jaar of 6 me of ik mijn auto echt kwijt was. Blijkbaar was mijn spel overtuigend genoeg. Ik wist echt niet dat ik het in me had…

Gisterenavond was de laatste opvoering. Met weemoed namen wij afscheid. De blauwe keet gaat verdwijnen uit het straatbeeld; in de Basis wordt straks het bord WINKELRUIMTE TE HUUR van de Fa. Basis weer opgehangen. Het leven herneemt zijn gewone gang in de buurt die ik nooit meer de saaiste en onopvallendste van Nederland zal noemen.

FHM
18 juni 2017

PPS: Het begon allemaal met een step, zowel mijn leven in deze buurt als de rondwandeling in ‘Droomland’. Voor de voorstelling hoefde ik zelf niet rond te steppen over de Kennedylaan, zoals ik even gevreesd had; de step werd tijdens de wandeling alleen genoemd. Maar ik ben daar toch met een step vereeuwigd. Net als in 1963, maar dat was tijdens onze vakantie in Putten, en door mijn moeder, die mijn geliefde vervoermiddel helaas niet helemaal in beeld kreeg.

Foto links: Lia Mensonides-Lamberts; foto rechts: Fraukje Vonk

 



VOLGENDE  AFLEVERING: NAVOLGERS VAN DE STIJL; DE-STIJL-JAAR-DAGBOEK (25/06/2017)

© Frans Mensonides, Leiden, 2017.