LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
238. HORROR-EXAMEN
VWO NEDERLANDS (28/05/2017)
237. WOLKEN
TUSSEN HEMEL EN AARDE; DE PARAPSYCHOLOGIE (14/05/2017)
236b DE
AFVALLIGEN VAN DE STIJL (30/04/2017)
236a 'KIJK
EENS GOED', MONDRIAAN TOCH NOG GEWAARDEERD (16/04/2017)
235. HUN EN
DE HUNNEN; TAALPEDANTIE (02/04/2017)
234. 'RODIN,
GENIUS AT WORK' IN GRONINGEN (19/03/2016)
233. OV IN
VERKIEZINGSPROGRAMMA's (19
en 26/02/2017; 05/03/2017)
Klik op de foto voor een groter exemplaar
Deze aflevering verschijnt tegen de
gewoonte in al op woensdag
in plaats van zondag. Ik heb van de week maar even vooruit gewerkt,
want in het
weekend ga ik tegenwoordig het toneel op. Ik figureer in ´Droomland´
van PS|Theater.
Dat is een toneelstuk over, in, door, met en voor de Leidse
Fortuinwijk. Het
stuk gaat mede over mezelf. Maar ik speel niet mezelf, maar een ander,
namelijk
De verwarde man. En dat twee keer op één avond, want het stuk kent twee
geheel
identieke bedrijven.
Eén keer, vorige week vrijdag, was ik
toeschouwer in plaats
van figurant, maar dan ben je tevens figurant, zoals toevallige
passanten dat onbewust
ook zijn. Dit alles vindt plaats in een heel bijzondere schouwburg,
zonder
stalles, loge, zaal en schellinkje, maar met alleen plaatsen beschikbaar op
de rang:
balkon. En aan het eind valt niet het doek, maar de parachute. Alleen
daaruit
blijkt al dat hier sprake is van een heel bijzonder theaterstuk.
Dat klinkt allemaal knap verwarrend,
zeker uit de mond van
De verwarde man. Laat ik het nou een beetje ordelijk vertellen.
Vier jaar geleden begon PS|Theater met zomeravondvoorstellingen
in Leiden. Elk jaar werd een andere stadswijk uitverkoren als onderwerp
en
tevens decor. De theatermakers namen telkens een maand de tijd om in
gesprek te
gaan met de wijkbewoners, nog een maand om hun verhalen om te werken
tot een pakkende
voorstelling en de derde maand werd het stuk dan uitgevoerd, in de wijk.
Ik had er eerlijk gezegd nog nooit
van gehoord, totdat ze
twee maanden geleden hun tenten opsloegen in mijn eigen buurt, de
Fortuinwijk, het
zuidwestelijk deel van Leiden Zuid-West, alias: de Componistenbuurt. Er
verscheen een vaalblauwe bouwkeet op de hoek van de Kennedylaan en de
Brahmslaan, bij supermarkt Hoogvliet en kapsalon De Haarwinkel. Nog
steeds had
ik niet in de gaten dat er iets bijzonders op stapel stond; ik dacht
bij het
zien van die keet eerder aan stratenmakers dan aan straattheatermakers.
Tot de dag in april dat Daniël Van
Duijvenbooden, stagiair bij PS|Theater,
contact met me opnam. Hij had een aflevering van deze rubriek gelezen,
dat stuk
uit april 2013 waarin ik herdacht dat ik exact een halve eeuw in deze
buurt woonde,
en al die tijd op hetzelfde adres.
Daniël was vooral getroffen door het
beeld van het jongetje dat
ik eens was, die tijdens een oneindig lange vakantie met zijn step de
buurt
verkende, die toen vooral bestond uit zandvlaktes en bouwplaatsen. En het feit
dat dezelfde
persoon 50 jaar later dezelfde buurt het liefst per bus verliet voor
zijn
OV-reizen door Nederland en omstreken. ‘Die step en die bus, daar
kunnen we
iets mee doen!’
´De meest onopvallende buurt van
Nederland´, noemde ik de
Leidse Componistenwijk in dat stukje. Er een theaterstuk over maken,
leek me de
moeder van alle uitdagingen. Neemt niet weg dat ik meteen mijn diensten
aanbood, niet alleen als leverancier van mijn levensverhaal, maar ook
als
figurant. Nooit had ik op een toneel gestaan, of dat zelfs ook maar
geambieerd.
Maar ook als zestiger moet je je leven nog vullen met zoveel mogelijk
eerste
keren, vind ik.
Eind mei waren er repetities. Vrijdag
2 juni woonde ik zelf een
try-out bij. Dat wilde ik graag om een totaalbeeld te krijgen van het
stuk,
want als figurant krijg je dat niet helemaal, geconcentreerd als je
bent op je
eigen rol. Iemand anders speelde die avond De verwarde man.
Het verzamelpunt voor ‘Droomland’ is
de 'Basis',
een leegstaand winkelpand tegenover de keet en naast Bakker Akal. Het
eerste gedeelte van het stuk bestaat uit een wandeling door de wijk,
waarbij
iets verteld wordt over het ontstaan ervan – mede gebaseerd op mijn
stepverhaal
– en waarom een componistenwijk een Kennedylaan op de plattegrond heeft
(ook te
lezen in die oude aflevering van FHM´s). Die wandeling wordt begeleid met zang en
muziek. Er worden grappen gemaakt en stunts vertoond, maar er is ook
aandacht voor
the making of ´Droomland´ zelf.
Als snel krijgen wij als toeschouwers
door dat ‘ontmoeting’
het thema is: kennismaking met mensen die je anders alleen ziet bij de
Hoogvliet en misschien vaag groet op straat, zonder dat je verder iets
van ze
afweet.
Al die flatjes in onze buurt
(‘luciferdoosjes om in te
slapen’, heet het in een van de liedjes): ze lijken wel speciaal
ontworpen om
de mensen van elkaar te laten vervreemden. Ik heb er in die inmiddels
54 jaar nooit
bij stilgestaan, maar inderdaad: op de parterre woont niemand bij wie
je naar
binnen zou kunnen kijken; daar zijn alleen garages, bergingen en
fietsenschuren.
‘Zwevende appartementen’ heten ze in stedenbouwkundig jargon. Je zou op
een
ladder willen klimmen om ook de mensen op de 3e en 4e etage te kunnen
begroeten.
Of in processie door de buurt lopen,
voorafgegaan door een trommelslager,
en ´HALLO!´ roepen. Vanaf de balkons, waar buurtbewoners zich koesteren
in de
zomeravondzon, wordt enthousiast teruggeroepen en gezwaaid. Sommige
voorbijgangers
kijken verbaasd. ´Zijn dat nou Hare Krishna´s?´, hoor ik iemand zeggen.
Terug in de Basis wordt het publiek
in twee groepen
verdeeld. De ene krijgt de opdracht aan te bellen bij een opgegeven
huisnummer
in de flats aan de Kennedylaan. Daar moeten ze op visite gaan om kennis
te
maken met de bewoners - die vanzelfsprekend in het complot zitten.
De andere groep neemt in de Basis
plaats aan lange tafels en
speelt een kennismakingsspel, een soort ganzenbord. Enthousiaste
kinderen van
een jaar of 11, die ook figureren in het stuk, zijn de spelleiders. En
beantwoorden zelf ook vragen over hun leven, waarin soms al heel wat
gebeurd
is.
Iedereen is vol bewondering voor Jamel en Jumana, broer en zus uit Syrië,
die anderhalf jaar geleden met hun ouders in Leiden ZW zijn beland en
nu heel goed
Nederlands spreken. ´We hebben Nederlands geleerd door liedjes van
Kinderen
voor Kinderen te zingen. Woorden die we niet kennen, zoeken we op.´
Daarna begint het eigenlijke
toneelstuk pas. De visite is op
het balkon verschenen met een koptelefoon. Zij horen de tekst en muziek
van de
voorstelling. De anderen worden de Basis uitgestuurd, ook met
koptelefoon,
waardoor ze, via een ander kanaal,
instructies krijgen, bijvoorbeeld: ´Nu met zijn allen de
zebra oversteken´.
Vanaf de balkons gezien lijken ze soms willekeurige voorbijgangers maar soms deelnemers aan een soort ballet. Intussen
gaat
ook het werkelijke leven op de Kennedylaan zijn dagelijkse gang. Er
passeren
auto´s en fietsen; mensen met winkelwagentjes lopen Hoogvliet in en
uit; honden
worden uitgelaten.
De vaste figuranten houden zich
backstage buiten het zicht.
Backstage is dan een houten bank om de hoek, op de Brahmslaan, waar buurtbewoners
langslopen en soms vragen wat er eigenlijk aan de hand
is.
Het is voor mij nu: wachten op mijn
cue, en dan opkomen als
De verwarde man. In het stuk ben ik dement en zoek ik op het
parkeerterrein bij Het Fietspaleis en Slagerij Hartenkamp naar mijn auto. Ik ben vergeten dat ik
daar
niet meer in mag rijden van mijn kinderen en dat hij al lang geleden
verkocht
is.
Geen moeilijke rol, terwijl je na
afloop toch deelt in het applaus en
de gladiolen. Ik ben in werkelijkheid dan weliswaar nog niet dement,
maar wel
vaak wat kwijt - niet mijn auto, die ik niet heb, maar meestal de weg,
zoals de
trouwe lezer weet. Met een zoekende, verdwaasde blik door een wijk
lopen; ach,
ik speel gewoon mezelf. ´Het ging goed, hoor´, zegt de regisseur dan
ook
tijdens de wissel.
De wissel? Ja, de
balkonmensen en de mensen op
straat wisselen nu van plek en van kanaal op de koptelefoon, waarna de
hele
voorstelling zich opnieuw gaat afspelen. Ik zoek dus weer naar die auto
die ik nooit
zal vinden. Ik heb geen tekst, maar om het nog echter te maken, mompel
ik
vertwijfeld in mezelf: ‘Waar heb ik dat kreng nou toch gelaten?’
Het zijn roerende verhalen, die korte
flitsen uit de levens van
buurtbewoners die de toeschouwers meebeleven: het meisje dat liedjes
schrijft
voor haar ex, het verhaal van het jongetje wiens vader jong was
overleden (dat
kende ik al, maar het ontroert me toch) en last
but not least: de vrouw met het hondje, Sandra, die na een
verblijf in een
inrichting haar leven weer op de rit probeert te krijgen en dolblij is
met haar
flatje in Zuidwest.
Muzikale talenten zijn er ook te over
in de buurt. Tijdens
de nazit in de Basis wordt er door enkele figuranten gezongen. Niet
door mij,
een mens moet zijn beperkingen kennen, maar wel door o.a. de Syrische
kinderen. En, bij de première
afgelopen zondag, door een man die zomaar kwam aanwaaien
en zelf
ook wel een liedje wilde doen. Ter aanbeveling zei hij dat hij in de
verte nog aangetrouwde
familie was van de Zangeres Zonder Naam.
Ik ga niet alles verraden wat er te
zien is. ´Droomland´ is typisch
zo´n voorstelling die je zelf zou willen ondergaan. Het stuk wordt nog
gespeeld op 8, 9,
10, 11, 15, 16 en 17 juni. Kaarten kunnen HIER besteld worden. Korting voor
buurtbewoners!
FHM
7 juni 2017
Sleutelstad.nl en de Theaterkrant schreven over
´Droomland´.
Klik op de foto voor een
groter exemplaar
Fraukje is ook 'geland' in Leiden ZW. 'Droomland' op het blog van Fraukje Vonk > > >
Aan het slot van een stukje over PS|Theater (zie hierboven) past natuurlijk een
PS.
‘In de toekomst zal iedereen 15 minuten lang
wereldberoemd
zijn’, profeteerde Andy Warhol ooit – al bedoelde hij volgens sommigen
iets
anders dan de meesten die het tegenwoordig citeren, en al zei in
werkelijkheid trouwens
iemand anders dan hij dat. Hoe dan ook, wij: Sandra, Sandra, Fraukje,
Lotte, Jamel & Jumana & de andere tomeloos enthousiaste
buurtkinderen, ik en
de andere figuranten in ‘Droomland’ oogstten op al die avonden
gezamenlijk toch
een heel stijf kwartier roem binnen de 70 hectaren van de wereld die op
de kaart
staan als Leiden-Fortuinwijk.
Het was een bijzondere ervaring om voor de buurt personen
uit de buurt te spelen. ‘We gaan dit beslist missen’, daar waren Sandra (De
Vrouw met het Hondje) en ik (De Verwarde Man) het over eens. Ja, op maandag-,
dinsdag- en woensdagavonden, als er geen voorstelling was, liepen we vaak al
met de ziel onder de arm.
De recensies voor ‘Droomland’ in de media waren zeer lovend. Tijdens
de voorstellingen zagen we alleen maar blije gezichten – afgezien van die boze
mevrouw op de Max Regerlaan, of dat getrommel iedere avond gvd een keer kon ophouden. Maar zulke mensen heb je altijd en overal.
Dank aan de theatermakers van PS die dit
buurtfeest mogelijk
gemaakt hebben! Dank ook aan de weergoden. Als je 12
avonden openluchttoneel speelt, kun je volgens de statistieken toch wel
rekenen op een à twee keer een nat pak. Er waren plastic poncho’s
aanwezig in de Basis, voor
het geval
dat. Maar ze konden in de doos blijven; geen spat gevallen.
Dank ook aan de Leidse politie die de surveillance tijdens
de voorstellingen soms opvoerde tot een niveau dat zou passen bij
terreurdreiging-vijf. Eén keer hebben we ze wel zes, zeven keer over de
theatervloer zien rijden. Iedereen uit het publiek dacht dat ze erbij hoorden. Zelf dachten ze dat misschien ook.
Aan mijn act, het vergeefse zoeken naar die auto, heb ik in de loop van de dagen nog dingen toegevoegd. Zo sprak ik altijd het hondje van Sandra toe; ze kwamen me dan net tegemoet op de parkeerplaats. Dat heb ik afgekeken van mijn demente moeder, die ook altijd met alle dieren sprak als we in de buurt wandelden.
Verder
woelde ik in al
mijn zakken, op zoek naar mijn autosleutels. Na enige tijd bracht ik
dan mijn huissleutel te voorschijn en probeerde die zogenaamd uit op
een auto die daar stond. Nu ik dit typ, besef ik opeens dat
die extra politiesurveillance wel eens het gevolg zou kunnen zijn van
mijn
optreden. Misschien was er wel een melding binnengekomen: ‘poging tot
inbraak in een auto op de Kennedylaan door een verdachte figuur die
zich daar ophoudt’.
Na afloop kwam een keer een vrouw uit het publiek
helemaal
aangedaan naar me toe: ‘Dit is zo herkenbaar. Mijn vader is ook dement.
Hij mag ook niet meer autorijden. We hebben dit ook meegemaakt.’ Een
andere avond vroeg een jongetje van een jaar of 6 me of ik mijn auto
echt kwijt
was. Blijkbaar was mijn spel overtuigend genoeg. Ik wist echt niet dat
ik het
in me had…
Gisterenavond was de laatste opvoering. Met weemoed namen
wij afscheid. De blauwe keet gaat verdwijnen uit het straatbeeld; in de Basis
wordt straks het bord WINKELRUIMTE TE HUUR van de Fa. Basis weer opgehangen. Het
leven herneemt zijn gewone gang in de buurt die ik nooit meer de saaiste en
onopvallendste van Nederland zal noemen.
FHM
18 juni 2017
PPS: Het begon allemaal met een step, zowel mijn leven in
deze buurt als de rondwandeling in ‘Droomland’. Voor de voorstelling hoefde ik
zelf niet rond te steppen over de Kennedylaan, zoals ik even gevreesd had; de
step werd tijdens de wandeling alleen genoemd. Maar ik ben daar toch met een
step vereeuwigd. Net als in 1963, maar dat was tijdens onze vakantie in Putten,
en door mijn moeder, die mijn geliefde vervoermiddel helaas niet helemaal in beeld kreeg.
Foto links: Lia Mensonides-Lamberts; foto rechts: Fraukje Vonk
© Frans Mensonides, Leiden, 2017.