Jaargang 5 Aflevering 8 DONDERDAG 13 JUNI 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Column Donderdagmiddag - Vier buitenbeentjes uit 1998 Deze week was ik te druk met werken en studeren om een midweekse aflevering van REFLEXXIONZZ! te kunnen produceren. Om niet helemaal met lege handen te verschijnen, het volgende. De afgelopen winter heb ik avond aan avond zitten grasduinen in oude jaargangen van De digitale reiziger, en heb ik langvergeten directory’s en mail-boxen op mijn computer afgegraasd. Daarbij stuitte ik op een stuk of tien apocriefe tekstjes, door mij geschreven in het voorjaar van 1998, zonder ze ooit op mijn website gepubliceerd te hebben. Eigenlijk wel terecht, want het zijn niet meer dan losse probeersels. Drie van de tien vond ik acceptabel genoeg om ze alsnog aan de openbaarheid prijs te geven. De eerste is een ultrakort verhaal dat zich afspeelt op een naargeestig kantoor, en daarmee naadloos past in mijn oeuvre uit die tijd. Als je het leest, zul je misschien merken dat er iets ongewoons mee aan de hand is (afgezien nog van de voor mijn doen opmerkelijke beknoptheid). Fragment twee is in die zin ongewoon, dat het een gedicht is. Van de circa tien miljoen volwassen Nederlanders die ooit het leesplankje geleerd hebben, schrijft ongeveer 7% géén gedichten. Ik ben één van hen. Toch is dit onmiskenbaar een gedicht, zij het in een wel erg gedateerd genre. Het derde fragment is het meest curieus. Het is een probeersel: de vertaling van een niet-bestaand Spaans lied (een taal, die ik niet machtig ben), dat in het Nederlands geeneens rijmt, en dat vermoedelijk wel nooit getoonzet zal worden. Alle drie de fragmentjes heb ik indertijd voorgedragen, in zeer kleine kring, ook al een zeer ongewone bezigheid voor een digitale schrijver. Het publiek had bij die gelegenheid weinig moeite, zijn enthousiasme onder stoelen of banken te steken. Je voelt wel: er schuilt een verhaal achter dit wonderlijke drietal, een verhaal in echt proza, zoals de lezer van mij gewend is. Dat verhaal vertel ik echter een andere keer; NU EVEN NIET! Hier volgen de tekstjes: - - - -
DonderdagmiddagAls ik terugkom van mijn middagwandeling, zie ik het kantoor opdoemen aan de overkant van de drukke straatweg. 35 jaar geleden was het gebouw modern. Het is rechthoekig; functioneel, zonder enige versiering. Het kantoor kijkt me aan met honderden ogen; vierkante ogen. Ze werpen monsterende, afkeurende blikken, vol verwijt. Ik weet het: ook vanmiddag ben ik meer dan tien minuten te laat terug.Uit de receptie klinkt overdreven, kakelend gelach. Ik hoor het kaatsen door het trappenhuis. Die meiden hebben pas lol in hun werk. Voor de tienduizendste keer sla ik rechtsaf, duw de stroeve klapdeuren open en bevind me in de donkere gang naar mijn kamer. De lampen zijn uit, wij zijn een zuinig bedrijf. Het lijkt wel een gang in een gevangenis. Om de vier meter een deur links en een deur rechts. Hier en daar staat er een open. Mensen zitten achter hun beeldscherm of aan de telefoon. Onze kamer is eigenlijk veel te klein voor vier personen en dertien computers. Als ik de deur opendoe komt me een vage stank van verbrand stof tegemoet. Een echte kantoorgeur. Muffe, halfbedorven lucht, in de loop van de week steeds verder opgewarmd door die 13 computers. Kan er geen raam open? Nee, dan krijgt mijn collegaatje ogenblikkelijk een fatale longontsteking en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Mijn bureau is herkenbaar aan de grote stapel rotzooi. Al maanden heb ik het grijze schrijfblad, met zijn grillig landschap van donkerbruine koffievlekken, niet meer gezien. Op het blad ligt een grote stapel werk die deze week nog af moet. Verder liggen er verslagen van vergaderingen, tijdschriften met flapperende circulatiebriefjes, vol vouwen; met slordige hand getekende planningen die al lang weer achterhaald zijn, enveloppen vol reclamedrukwerk en dikke ordners waar de papieren uitpuilen. Alles door elkaar. Als ik eens een uurtje tijd heb, dan ga ik de boel sorteren. Dat uurtje komt nooit. Alleen mijn verlofkaart ligt voor het grijpen. "Aanvraag van verlof, jaar 1998". Eerste vervolgvel, Tweede vervolgvel. Drie gele, rechthoekige kartonnetjes, bijeengehouden door een paperclip. Drie kaarten met keurige rijtjes datums. Paraafjes van mijzelf en van het afdelingshoofd. Ik neem mijn verlof altijd op in de vorm van snipperdagen. Ik aarzel. Kan ik het wel maken, nu alweer een vrije dag op te nemen? Diep uit de ingewanden van het gebouw klinkt plotseling een schurend geluid, gevolgd door een klaaglijk gekerm, alsof er ergens in de catacomben een voorwereldlijk monster in doodsnood verkeert. Ik merk dat mijn handen vochtig worden. Daar begint dat ellendige geboor weer. Ons kantoor is lijdend voorwerp van een zich al jaren voortslepende verbouwing. Juist op dat moment gaat de telefoon. Het elektronisch gebliep van het apparaat is nog net te horen boven het geluid van de pneumatische boor. Ik laat de telefoon gaan; kan me nu toch onmogelijk verstaanbaar maken. Ik pak een pen, plaats de datum van de volgende dag op de verlofkaart, zet mijn paraafje ernaast en begeef me naar de kamer van het afdelingshoofd om de kaart op zijn bureau te leggen. - - - -
Hulst - Zeeuws VlaanderenHet was op een sombere pinksterdagDat een vos zijn leeg bestaan overzag. In steen gehouwen bij de stadspoort Leefde hij nu al acht eeuwen voort. Het volk was zijn daden vergeten Slechts een enkeling zou nog iets weten Van de streken die hij had uitgedacht Reynaert, de schavuit met de rode vacht.
Ooit was hij de schrik van het land
Nu is het millennium bijna gedaan
Een auto vol mensen stopt voor de poort.
Zo staat een oude vos eenzaam te staren. - - - -
De luie revolutionairIk ben een boerenjongen van de pampaGeboren en getogen op het land Niet in de wieg gelegd voor geploeter, Was ik van kindsbeen liever lui dan moe.
Ik speel drie accoorden op een guitarra
Ik ben een strijder van de pampa
De slechten waren rijk en de armen goed
Pedro uit het dorp las een klein rood boekje
Hij wilde revolutie op de pampa
Ik was de windvaan van de pampa
Ik trok niet brandschattend door de pampa
Drie maal zeven jaar duurde de strijd
Muziek klonk over de pampa,
"De stem van de revolutie" was ik.
Er trok een leger over de pampa's
Nu trek ik zingend door de polders
libertad, sendero luminoso, la guerra - - - - Tot zover deze selectie uit mijn prullenbak. Deze fragmentjes werden geschreven in een buitengewoon vruchtbare periode. Een heel erg leuke periode, bovendien: ik was net uitgebraakt door het bedrijf dat ik 22 jaar gediend had (het decor van het eerste fragment; ik betreurde mijn vertrek niet, evenmin als de achterblijvers), en zag een mooie, nog grotendeels oningevulde toekomst voor me. Dat jaar, 1998, zou ik gaarne nog eens in zijn geheel overdoen. Uit dezelfde tijd dateert dit verhaal: Eeuwprobleem, dat ik hier link, als toegift. Ook dit is een buitenbeentje, het is namelijk niet geschreven volgens mijn realistische adagium “Dit is Echt”, maar behelst pure science fiction. Het was mijn inzending voor een schrijfwedstrijd van de indertijd satirische site WritersBlock (tegenwoordig worden ze met de maand serieuzer, terwijl hun maandelijkse aankondigingen van de nieuwe aflevering steeds meliger en smakelozer worden; ik lees WritersBlock al jaren vrijwel nooit meer). Het thema van die wedstrijd was: het leven in het digitale tijdperk, of zoiets. “Eeuwprobleem” werd beloond met de derde prijs (voor de goede orde, er waren zoiets als 16, 13 of 7 deelnemers, dus wel iets om trots op te zijn). Ik schrok zo van mijn bekroning, dat ik het verhaal nooit meer over heb durven lezen, totdat ik het van de winter weer tegenkwam op een uithoek van mijn harde schijf. Het beviel me redelijk, al is het vanuit oogpunt van SF-thematiek zeker niet bijster origineel te noemen. Veel leesplezier met “Eeuwprobleem”!, en over een paar dagen hebben we weer een actueel artikel in REFLEXXIONZZ!; het gaat over digitale reisinformatie bij de HTM, kan ik alvast onthullen. Frans Mensonides
Deze rubriek verschijnt als regel twee keer per week; nl. één keer in het weekend en een keer midweexx. Als je maandagmorgen en vrijdagmiddag kijkt, zie je meestal wel iets nieuws. Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto Frans Mensonides
foto: Wim Scherpenisse Colofon
Deze rubriek verschijnt onregelmatig, maar gemiddeld twee keer per week, en maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Hulpeisende Spoed Artsen eisen boete voor aanstellerij
- Za. 08.06.2002 Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden De uitsmijter, door Fris Spr!ts Na uitputtende onderhandelingen: eindelijk een akkoord over de huisartsentarieven. Daar is lang aan geDOKTERd! Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. © 2002, Frans Mensonides, Leiden 24/157/289 |