Jaargang 5 Aflevering 47 ZONDAG 13 OKTOBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Opa vertelt Jaren in zwart-wit (1)
Flintstones, meet the Flintstones Mijn eerste herinnering aan het verschijnsel televisie is geen herinnering. Het was in 1958, ik bekeek de wereld nog door de spijlen van een box, en het verhaal is me later door mijn moeder verteld. Mijn ouders kochten er één, een oerdegelijke Duitse Grundig met houten deurtjes, die het tot 1969 uitgezongen heeft. Ze waren de eerste TV-bezitters in de wijde omtrek; in heel Nederland stonden niet veel meer dan honderdduizend TV-toestellen opgesteld. De Grundig kostte 1200 gulden, een meer dan kapitale som in die tijd. Mijn vader, die onderwijzer was aan de MULO, heeft er misschien wel bijlessen voor moeten geven. Toen hij de werklieden op het dak bezig zag, om de antenne te monteren, sloeg de schrik hem ineens om het hart. Zo veel geld uitgegeven, alleen maar voor een televisie… Het moet een van de grootste aankopen geweest zijn in zijn te korte leven; een auto was toen alleen voor de gefortuneerden weggelegd, en stond bij ons heel laag op het prioriteitenlijstje. Oh ja, dat moet ik natuurlijk even verduidelijken voor de jeugdige kijker: kabel-TV bestond nog niet. De signalen uit de ether bereikten je beeldbuis via een antenne die in niets geleek op de huidige satelietschotels. Het was een ijzeren staketsel dat op het dak werd geplaatst en via een stugge, platte kabel met het televisietoestel verbonden was. Het grote voordeel van dit in onze ogen hopeloos primitief hulpmiddel: iedereen kon al van buiten duidelijk zien dat je TV had. De TV-bezitter kreeg in die tijd altijd veel, heel veel aanloop van familie, vrienden en kennissen, en zijn sociale prestige maakte een enorme sprong voorwaarts. Tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 1958 zat bij iedere wedstrijd onze huiskamer vol met collega’s van mijn vader. Er waren zelfs TV-bezitters, die entree hieven, net als in de bioscoop, om hun dure toestel terug te verdienen, maar van zulk een schraapzucht verdenk ik mijn ouders niet. Ook mijn blik werd al snel naar het glazen oog getrokken. Volgens de verhalen bestond een van mijn eerste TV-ervaringen uit een tekenfilmpje waarin een olifantje voorkwam, dat allerlei domme dingen deed, en steeds op zijn snufferd viel. Toen het programma afgelopen was, zette ik een verschrikkelijke keel op; ik wilde dat het verder ging. Maar als in die tijd een programma voorbij was, was het ook voorgoed voorbij: er bestond nog geen video, om het even terug te spoelen. Er bestond op televisiegebied een hoop niet in die tijd: geen kleur, geen teletekst, geen kabel zoals gezegd, en geen beeldband. Life uitgezonden programma’s waren eenmalig, en bij voetbal moest je het zonder herhalingen stellen; goed opletten was geboden. Een zapper had je ook nog niet, maar er viel ook heel erg weinig te zappen, want keuze, die had je ook niet. Nederland kende slechts één televisienet, waarop aan het einde van de jaren 50 vier avonden per week werd uitgezonden. Het programma duurde van 20.00 - 23.00 uur; kleine kinderen konden alleen met het medium kennismaken via sporadische kinderuurtjes in de middag. Wie op maximaal 50 à 75 kilometer van de grens woonde, kon naast onze eigen omroep ook die van Duitsland en of België ontvangen. Als je in de jaren 60 met de trein Deventer naderde, zag je boven de daken een dichtbegroeid ijzeren woud van naar de oostelijke hemel reikende antennes. Tijdens logeerpartijen bij oom en tante in Deventer keken we onze ogen uit. Er was veel meer televisie, zelfs op zondagmiddag; onze neven waren niet voor de buis weg te slaan, en pikten gaandeweg aardig wat Duits op. Ik beklaagde me over het feit, dat ARD en ZDF geen Nederlandse ondertitels boden. Er werd nooit achteloos TV gekeken in de jaren 60. Niet zomaar wat staren, onder het praten, of tijdens de maaltijd, of met een krant op je schoot. Je had voor 100% je aandacht bij de uitzending, om niets van het wonder te hoeven missen. Wie in iemands beeld ging staan, maakte zich niet populair; door de uitzending heen praten stond vrijwel gelijk aan heiligschennis. Televisie was nog een wonder, en het bekijken van een programma vereiste enig ritueel. Op woensdag en zaterdag begon om 17.00 uur het kinderuur. In inmiddels al miljoenen Nederlandse gezinnen zorgde men ervoor, ruimschoots op tijd terug te zijn uit de stad, of van boodschappen doen of van wat je ook maar deed. Een gemist begin kon de hele kijkvreugd bederven; het hoefde dan helemaal niet meer, eigenlijk. Om vijf voor vijf namen de kinderen plaats op de bank, moeder sloot de gordijnen en zette de TV aan, zodat hij nog “warm kon lopen”. Na pakweg een minuut werd geluid hoorbaar, en na nog een paar minuten begon ook het testbeeld vaag op te komen. Wat zag je daarna? We keken naar Pipo de Clown, Swiebertje, Mik en Mak en Okkie Trooi, allemaal programma’s die voortleven in het collectieve geheugen van een generatie. Een van mijn favoriete programma’s was De Verrekijker, een magazine over kinderen in verre vreemde landen. Televisie was nog enigszins een venster op de werkelijke wereld; nog niet de goedgeoliede fabriek van amusement en onzin, die ons thans juist de blik erop vertroebelt. De kranten, die ik toen nog niet las, stonden vol met discussies over de heilzame of verderfelijke invloed van de televisie op de jeugd, waarbij ongetwijfeld dezelfde argumenten pro en contra gebruikt zullen zijn als tegenwoordig. Feit is, dat ik behoorde tot de eerste generatie die is opgegroeid onder het waakzame oog van de beeldbuis. Ik was een nogal eenzelvig en fantasierijk kind, en nam het fenomeen televisie graag op in mijn solitaire spelen. Ik speelde TV-nieuwslezertje, en TV-reportertje, en schroefde de beldop van mijn autoped los om die als microfoon te kunnen gebruiken. Verder verzon ik zelf afleveringen van The Flintstones, waarbij de figuren als vanzelf hun vertrouwde rol bleken te spelen. De TV begon het leven te beïnvloeden. Het ontegenzeggelijke voordeel van het bestaan van slechts één televisiezender was het feit, dat heel Nederland precies hetzelfde gezien had. Op donderdagmorgen werd op school nagepraat over het kinderuurtje van gisteren, waarbij de beste moppen van Pipo, de Dikke Deur en Kluk-Kluk opnieuw werden verteld. De TV zette aan tot na-apen. Toen in het midden van de jaren 60 de Amerikaanse serie Batman op het scherm verscheen, over een in vleermuiscape gehulde bestrijder van volkomen verknipte misdadigers, staken vrijwel alle kinderen zich in een vergelijkbaar tenue. "Merchandizing" van TV-programma’s was geboren. We kochten Batman-boekjes, lieten speelgoed-Bat-o-mobiles rijden, dronken Batman-limonade, en aten ons ongans aan Batman-kauwgom, in een tot mislukken gedoemde poging, de serie van 196 Batman-plaatjes compleet te krijgen. De teksten bij die plaatjes waren in het Engels; je had er niets aan, tenzij je, zoals mijn broer en ik, een moeder had die bereid was ze te vertalen. * * * Als je de TV uitzette, zag je het beeld steeds kleiner worden en inkrimpen tot een soort verdwijnpunt in het midden. Ook dit stukje is uit. Ik ben een beetje zig-zag door de jaren heen gegaan. Het REM-eiland, een opmerkelijke episode in de vaderlandse TV-geschiedenis, heb ik overgeslagen. Daarover meer in deel 2. EINDE
Tekst, regie en camera: Frans Mensonides
Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto:
foto: Wim Scherpenisse Colofon
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
De ijzeren weg (1) Spoorlijn Amsterdam - Utrecht (OV-reisverhaal) - Wo. 09.10.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Nu weer heibel in kabinet over toelating nieuwe leden EG Verdeeldheid over verenigd Europa Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.
© 2002, Frans Mensonides, Leiden 42/196/330(49)/66,5 |