Jaargang 5 Aflevering 42 DINSDAG 24 SEPTEMBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.


Column

Hetero-anamnese

De ingang van het ziekenhuis bestaat uit vier reusachtige schoepen, die de bezoekers naar binnen malen. Ik loop voorbij aan de fruitstalletjes in de hal; Tjeerd wordt door middel van een sonde gevoed, heeft zijn moeder mij vanmiddag gemeld. En afgezien daarvan: het zou getuigen van misplaatste ironie om iemand die de beste jaren van zijn leven heeft gewijd aan de vruchten van de wijnrank, een trosje druiven voor te houden.

Werktuigelijk loop ik achter de stroom bezoekers aan. Ik haal het papiertje uit mijn zak, met de loopinstructies die Tjeerds moeder me gegeven heeft. C 10 P 28, zo luidt mijn bestemming. Eerst moet ik met een roltrap naar de tweede verdieping, en daar de richting inslaan van beddentoren C, waar liften klaarstaan voor mijn verdere tocht omhoog in deze gezondheidsfabriek. Uitstappen op de tiende etage, de pijlen volgen naar zone P, en dan in het labyrint van corridors doorlopen totdat ik voor de deur van kamer 28 sta.

Met loden passen begeef ik me naar de roltrap. Hoe zal ik Tjeerd aantreffen? Ik probeer me zijn beeld voor de geest te halen bij de laatste gelegenheid dat ik hem zag, de avond dat ik vergeefs hulp voor hem heb proberen te krijgen van instanties die zich niet over hem wensten te buigen. Bij dat beeld tel ik nog het een en ander op. Buren hebben hem eergisteren gevonden in de portiek van zijn flat; hij was halfnaakt, en lag op de stenen vloer te raaskallen en te schelden. Die buren hebben 1-1-2 gebeld, en voor elkaar gekregen wat mij niet gelukt is: een ambulance voor hem te ontbieden. Nu ligt hij in het ziekenhuis met wat een alcoholisch delier heet. Volgens zijn moeder was hij vanmiddag goed aanspreekbaar.

Op de tweede etage blijf ik steken in het restaurant. Ik neem er plaats met een kop koffie. De confrontatie uitstellen; laf als altijd. Om me heen zitten ambulante patiënten, temidden van familie en vrienden; sommigen in een rolstoel, anderen met naast zich een verrijdbare infuusstandaard. Een man op krukken hinkt voorbij. Een torenflat vol zieken; dat er nog gezonde mensen in de wereld rondlopen!

Tien minuten later ga ik toch door de deur van kamer C 10 P 28. Tjeerd ligt te slapen, met asgrauw gezicht, brozer en magerder nog dan ik me hem kan herinneren van die avond. Doorzichtige plastic slangetjes lopen van blauwe kastjes aan de muur naar infusen in zijn neus en onderarm. Een ziekenhuishemd laat zijn armen zichtbaar, waarop diepblauwe plekken zitten, ongetwijfeld het gevolg van recente valpartijen.

Ik trek een krukje onder het bed vandaan, en ga zitten. “Zo, heb je het nou eindelijk voor elkaar, stommeling!”, zeg ik in mezelf.

Tjeerd ontwaakt, en kijkt me lodderig aan. Hij lijkt me niet te herkennen. Plotseling worden zijn ogen groot. Ontzet blikt hij van links naar rechts door de kamer. “Kijk uit, kijk uit, kijk uit!”, roept hij.
“Er is niets om bang voor te zijn”, roep ik, als tegen een dove. “Ik ben Frans, je overbuurman van vroeger. Je ligt in het ziekenhuis. Ik kom vanavond op bezoek. Je moeder kon niet komen, vanavond.”

Tjeerd neemt deze reeks mededelingen voor kennisgeving aan. Hij mompelt een paar zinnen, die ik niet versta.
Ik wijs op zijn armen. “Ben je gevallen?”, vraag ik. Een vraag naar de bekende weg. Ik voel me hier volmaakt stompzinnig.

Tjeerd begint opnieuw met zijn ogen te draaien.
“Keep your hands off my money, you motherfucker!”, zegt hij ineens. “You tried to rob me, you bastard!”

Er komt een verpleegster binnen, met in de hand een klembord waaraan formulieren bevestigd zijn. “Hij denkt dat ik zijn geld wil stelen”, zeg ik. “Hij heeft in betere tijden een half jaar gereisd in India, en is daar een paar keer beroofd. Dat spookt hem door het hoofd, denk ik”.

De verpleegster zegt dat zij mij een hetero-anamnese wil afnemen. Een “hetero-anamnese”. Wanneer zullen mensen in ziekenhuizen eens leren, zich in normaal, en voor leken begrijpelijk Nederlands uit te drukken?

Het is gebruikelijk, dat met nieuwe patiënten een uitgebreid anamnese-formulier wordt doorgenomen, legt de verpleegster me uit. Maar deze patiënt is niet goed aanspreekbaar, daarom kan hij zelf geen inzicht geven in zijn toestand. In zulke gevallen wordt het formulier met naaste familieleden afgewerkt. “U bent toch zijn zwager?”
“Nee, nee, nee; er is een misverstand in het spel. Ik ben eigenlijk meer een kennis. Hij heeft tegenover ons gewoond; zijn moeder woont nog steeds tegenover ons, maar ze zei tegen me, dat ze gisterenavond al een heel interview gehad heeft met een collega van u. Van alles werd haar gevraagd, ook over godsdienst, en Tjeerds standpunt over euthanasie, voor het geval dát; wensen voor het menu, voor als hij van de sondevoeding af is, de gekste dingen…”

De ziekenzuster maakt excuses, en stamelt iets over grote drukte.

Tjeerd zegt, dat hij mijn hand in zijn broekzak heeft gevoeld, en gooit me een nieuwe reeks Engelse scheldwoorden naar het hoofd.
“Denkt u dat dat nog goed gaat komen?” vraag ik, zonder veel hoop op een duidelijk antwoord. De verpleegster gewaagt van onderzoeken die nog uitgevoerd moeten worden, en onderzoeken waarvan de resultaten nog moeten binnenkomen. Dat duurt allemaal nog wel een paar dagen. Bovendien kan ik me met dit soort vragen beter wenden tot de zaalarts. Het eind van de middag is de meest gunstige tijd om de zaalarts op te bellen of aan te schieten.

Ik ben weer alleen met Tjeerd. Hij slaapt. Ik kijk maar wat uit het raam. Beneden is het station; ik zie twee speelgoedtreintjes wegrijden. Daarachter de stad. Ik benoem voor mijzelf de kerkspitsen. Je kijkt hier met gemak tot de duinen. In de verte meen ik zelfs de rookpluim van de Hoogovens te zien.

Ik sta met mijn jas aan; het bezoekuur nadert zijn einde. “Je moeder komt morgenmiddag weer”, roep ik, weer zo hard. “Ik ga nu naar huis!”.
“Je moet die bungalow niet kopen voor zeven ton”, zegt Tjeerd. “Dat is hij niet waard”. Ik schiet in een lach. “Ik wou dat ik ze hád”, zeg ik.

In de lift staat een groepje assistenten-in-opleiding, elk met de onmisbare pieper in de borstzak. Er wordt gelachen; er is net een goede mop verteld, of een anekdote over de eigenaardigheden van één van de professoren. Hoe kunnen mensen in een ziekenhuis vrolijk zijn?

Ik neem de roltrap en passeer de grote schoepen, op weg naar de frisse buitenlucht.

Frans Mensonides


Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.

Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Als de rook om je hoofd is verdwenenDe bus in en om Haarlem (2): Elswout en Spaarndam (OV-reisverhaal) - Vr. 20.09.2002
- - - -
Drie in de pan Gezond / Figurant / Bewindspersonen; drie bondige columns - Ma. 16.09.2002
- - - -
Naamloos in een zijkanaal De bus in en om Haarlem (1): Zuidtangent (OV-reisverhaal) - Do. 12.09.2002
- - - -
De wet van Meer en Evenveel Ik en de nieuwe digitale ontwikkelingen - Ma. 09.09.2002
- - - -
Hoe verdelg ik een rat Bespreking van een weerzinwekkend managementboek - Do. 05.09.2002
- - - -
Meer VINEX-blues Leidschenveen, Nootdorp en Ypenburg revisited (OV-reisverhaal) - Ma 02.09.2002
- - - -
Horror vacui Waar mensen gaan zitten in bus, tram en trein - Vr 30.08.2002
- - - -
Luidste stemmen gelden Leefbaar Rotterdam blundert met trampluslijn naar Carnisselanden - Di 27.08.2002
- - - -
Trammen door Amsterdam (2) MAP beneden NAP (OV-reisverhaal) - Za 24.08.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Gewichtloosheid kan op termijn hersenbeschadiging veroorzaken

Geestelijke LICHTGEWICHTEN!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. ("Lichtgewicht"?? Kijk naar je eige, Spr!ts!)


© 2002, Frans Mensonides, Leiden


39/191/325(44)/59,7