Jaargang 5 Aflevering 49 ZONDAG 20 OKTOBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Opa vertelt Jaren in zwart-wit (2) Deel 1 van deze TV-serie, hier nog te lezen, eindigde met een TV-beeld dat langzaam ineenkromp tot een lichtstip. Toen ik die woorden herlas, dacht ik aan een merkwaardig gerucht dat in die tijd verspreid werd door en onder goedgelovigen. Je mocht beslist niet in dit verdwijnende lichtpuntje staren, anders liep je het risico, met blindheid geslagen te worden. Maar ook - niemand wist hoe het kwam - kon je TV erdoor ontploffen. Het was al eens ergens gebeurd; geen mens wist te vertellen, waar. Ik geloofde het niet erg, maar keek uit voorzorg toch maar liever niet naar het puntje, ook al zoog dit je blik nog onweerstaanbaarder in zijn richting dan de TV-uitzendingen zelf, als de TV nog aanstond. Minder denkbeeldig dan ontploffen, was het gevaar van doorbranden; dit kon gebeuren als je de TV aanliet tijdens onweer. Op hete zomerdagen werd daarom bij het eerste wolkje aan de hemel de televisie losgekoppeld van het lichtnet, en ging ook de antennekabel eruit. En er was meer reden tot bezorgdheid: als je te dicht bij de TV zat, verpestte je je ogen, en kon je bovendien ziek worden van de straling.Televisie was een beetje eng, in de zwart-witjaren; het was niet voor niets, dat het toestel afgesloten kon worden met een deurtje en een slot. Maar televisie was ook magie, een modern technisch sprookje. De tover van de TV ging zo ver, dat veel kijkers brieven stuurden naar figuren uit series, in wiens werkelijke bestaan zij geloofden. Dokter Finlay uit “Memorandum van een dokter” werd overspoeld met medische vragen; Rien van Nuenen en Piet Römer, die in “Stiefbeen en Zoon” twee arme voddenboeren speelden, kregen vrachtwagens vol oude lorren te koop aangeboden. Eén televisienet was er, zoals ik schreef, waar iedereen naar keek; populaire programma’s haalden een ongelooflijk hoge kijkdichtheid, tot 70 à 80%. Maar het tij ging veranderen. Het hield mij nog niet bezig, natuurlijk, maar er woedde een felle politieke strijd rond de kijkbuis. In Nederland werd de televisie bekostigd uit het kijkgeld, een onvrijwillige bijdrage die iedere TV-bezitter moest leveren. De programma’s werden, evenals anno 2002 nog steeds het geval is op Nederland 1, 2 en 3, verzorgd door omroepverenigingen. Er gingen in de vroege jaren 60 stemmen op, om dit hele systeem op te doeken of op zijn minst aan te passen. Er moest een commercieel tweede net komen, dat zich zou kunnen bedruipen van de opbrengsten uit reclamespots. Met commerciële radio had Nederland overigens al kennis gemaakt, echter op semi-legale wijze, dank zij radio Veronica die uitzond vanaf een schip voor de kust van Scheveningen. De traditionele omroepzuilen waren natuurlijk tegen een commercieel net, maar de roep werd steeds luider. Het debat erover zou in 1965 zelfs leiden tot de val van het kabinet Marijnen (dat was in de tijd dat kabinetten nog vielen op de inhoud van het beleid, en niet op de ploerten die erin zitten). Voor het zover was, beleefden we nog een korte, opmerkelijke episode in de TV-geschiedenis: de REM. In 1964 richtten enkele commerciële jongens de Reclame Exploitatie Maatschappij op, met het doel, een piratenzender in de lucht te brengen. De uitzendingen zouden worden verzorgd vanaf een speciaal daarvoor aangelegd “boorplatform” voor de kust van Noordwijk. Dit lag net buiten de territoriale wateren, en daarmee vooralsnog ook buiten het bereik van de arm der wet. Op 1 september 1964 kondigde omroepster Marjan Bierenbroodspot de eerste officiële uitzending aan, en op dezelfde dag ging ook de eerste TV-reclame de ether in. Die primeur was voor Televizier, een onafhankelijk programmablad. Officieel heette de nieuweling: TV Noordzee, maar in de volksmond was het al snel: “Is er nog wat op het REM-eiland?” De nieuwe zender viel zijn kijkers niet lastig met praatprogramma’s, cultureel geneuzel en al te lange nieuwsuitzendingen. Amusement! was het chapiter. De zendtijd werd gevuld met tekenfilms, sitcoms en thriller-series, voor de overgrote meerderheid afkomstig uit de USA, waar de TV minstens tien jaar voorlag op Nederland. Maar dat alles is volgens mij niet de belangrijkste reden dat de zender binnen de kortste keren immens populair werd; die was namelijk het feit dat er ineens Keuze was. Eindelijk kon ook de kijker in de Randstad gebruik maken van de kanalenkiezer, een tot dan toe nutteloos accessoir. Het ging wat stroef, de eerste keer, het draaien aan die hardplastic of bakelieten schijf: klak-klak-klak-klak. De REM was alleen te ontvangen als je binnen een straal woonde van ca. 75 kilometer rond het eiland. Er diende een speciale antenne voor op je dak gemonteerd te worden, een soort hark, die des te langer moest zijn naarmate de afstand tot Noordwijk groter was. Sommige inventieve geesten behielpen zich met een klerenhangertje of een ander ijzeren voorwerp. Of ook wij monteurs op het dak gehad hebben, kan ik me niet meer herinneren; misschien woonden wij dicht genoeg bij de bron van al dat moois om het ook zonder extra hulpmiddelen te kunnen zien. Wij kinderen genoten van Popeye the Sailorman, de kippige Mr. Magoo, het sprekende paard Mr Ed, en herhalingen van alle Laurel and Hardyfilms; de volwassenen zagen een piepjonge Roger Moore als playboy en geheim agent in de serie The Saint. En we zagen reclames, waar ze ons nu wel de deur mee kunnen uitjagen, en zelfs die vonden we prachtig. De publieke omroepen werd zware concurrentie aangedaan, maar de regering kwam in actie, en nam een wet aan tegen de populaire TV-zender. Daar het REM-eiland met zijn poten was verankerd in de zeebodem, kon er toch tegen opgetreden worden, in tegenstelling tot Veronica, die op de baren dreef. Op een kwade dag cirkelden er zwermen politie-helikopters rond het REM-eiland. Dat zagen we op TV; op de Hilversumse TV, wel te verstaan; TV Noordzee gaf vanaf die dag voorgoed sneeuw. Het eiland is bij helder weer overigens nog steeds te zien voor wie, staande op de boulevard van Noordwijk, de noordwestelijke einder afzoekt. De periode-REM heeft de TV-geschiedenis een andere wending gegeven. Allereerst was het televisie-experiment aanleiding tot oprichting van de TROS, de eerste omroep die niet gestoeld was op een van de traditionele zuilen. Het acroniem TROS leidde niet lang daarna tot het in zwang raken van de term ‘vertrossing’, gebruikt voor een vorm van TV die alleen maar gericht was op glitter en plat amusement, en wars was van diepgang. Verder werd er kort na het tot zwijgen brengen van het REM-eiland ook op Hilversum TV-reclame geïntroduceerd, én er kwam een tweede net. Dat laatste werd echter gevuld door de omroepverenigingen, en er moest nog steeds kijkgeld voor worden neergeteld. Voor de ontvangst van het tweede net waren ingrijpender maatregelen nodig dan het plaatsen van een extra antenne. Je TV moest ervoor “omgebouwd” worden, een woord dat me even veel schrik aanjoeg als “ontploffen” en “doorbranden”. In een tijdschrift zag ik een cartoon van een huiskamer, die bezaaid lag met TV-onderdelen. Een monteur stond bijna op zijn kop in een vrijwel lege televisie. Vrouw tegen man: “jij moest toch zo broodnodig Tweede Net hebben?” Mijn moeder is niet overgegaan tot de ombouwoperatie; tot 1969 hebben wij het met Nederland 1 gedaan. Verder wonnen de omroepverenigingen de strijd; commerciële TV werd op de zeer lange baan geschoven en zou pas diep in de jaren tachtig tot Nederland doordringen, waarmee we vele decennia achter liepen op de rest van de min of meer beschaafde wereld. Nog even wil ik terugkomen op de REM. Bij het bestuderen van de geschiedenis ervan, op deze site, en op de officiële webstek van de TROS, kreeg ik een lichte schok. In mijn herinnering heeft het REM-eiland eeuwenlang uitgezonden, in ieder geval toch minstens een jaar of anderhalf à twee. Maar volgens de geschiedschrijvers duurde dit vroege commerciële tijdperk slechts 107 dagen, van 1 september tot 17 december 1964. Deze episode van onze jaren in zwart-wit heeft nog geen vier maanden in beslag genomen; ongelooflijk maar waar. SLOT
U heeft gekeken naar deel 49 in de nieuwe reexx REFLEXXIONZZ!
Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto:
foto: Wim Scherpenisse Colofon
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
De ijzeren weg (2) Spoorlijn Amsterdam - Utrecht (OV-reisverhaal) - Wo. 16.10.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Spaarloon mag nu ineens blijven van Zalm Verkiezingsstunt, of SPAARLOON van de angst? Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.
© 2002, Frans Mensonides, Leiden 43/198/332(51)/70,0 |