Jaargang 5 Aflevering 57 MAANDAG 18 NOVEMBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

Column

Zich installeren

Juist wilde de nieuwe magistrate haar achterwerk doen nederdalen op de fraaie lederen, draaiende bureaustoel die zij vanaf die maandagmorgen de hare mocht noemen, toen zij een waas van stof ontdekte op de zitting. Zij rees op uit haar halve zithouding, en trok een vies gezicht. Hier was niet goed schoongemaakt. Op die stoel had te lang niemand gezeten; goed dat er nu iemand was om orde op zaken te stellen! Een hele laag stof; eigenlijk zou ze er met een vinger “IK BEN VIES, BAH!” in moeten krassen. Maar zoiets deed je natuurlijk niet als bekleedster van een hoog en begerenswaardig ambt; een van de weinge die nog aanzien genoten in het koninkrijkje, waar respect voor de overheid de laatste jaren ver te zoeken was.

Zij begaf zich naar de kamer ernaast, waarin een secretaresse huisde die zij gebieden kon, en sprak: “Oh, Lia, er zit een hele laag vuil op mijn bureaustoel; zou je misschien even iemand willen bellen die over het schoonhouden van het gebouw gaat?”

Terug op haar kamer nam zij plaats in een andere zetel, aan de vergadertafel. Vervolgens plaatste ze de twee halve maantjes van haar leesbrilletje op de neus, en opende een ordner vol bescheiden waarvan haar verzekerd was dat die onmisbaar waren voor een snelle inwerkperiode in een van haar beleidsterreinen. Net was zij er in geslaagd, de eerste volzinnen te ontwarren en de betekenis ervan tot haar te laten doordringen, toen door de deur van haar kamer een forse, besnorde man opkwam, gekleed in een soort uniform. Hij stelde zich voor als Schellach, de hoofdbode.

“Meneer Schellach, ik wilde zojuist plaatsnemen in mijn bureaustoel, en ontdekte dat er een hele laag stof op de zitting zit. Zo ga ik er niet graag op zitten met mijn kleren. Zoudt u even iemand kunnen sturen met een doekje, of zo, om een en ander te reinigen?”

“Dat komt voor elkaar, mevrouw!” De man knikte beleefd, maakte zelfs iets dat leek op een beginnende buiging, klakte nog net niet met de hakken en mompelde verder nog iets over: het schoonmaakbedrijf erop aanspreken.

Even later kwam er een vrouwelijke bode binnen, eveneens geüniformeerd, met een stofdoek, die zij met enkele kwieke routinegebaren over de zwartlederen zitting haalde. Daarbij wierp zij de magistrate een brutale, wat minachtende blik toe. Ze vond het allemaal maar kouwe kak, dat drukte haar houding overduidelijk uit. Maar gelukkig zag de magistrate het niet, verdiept als zij was in de stukken.

Het viel haar niet mee. De materie waarmee zij te maken zou krijgen, was complexer dan zij had kunnen bevroeden. Feitelijk had ze die ordners (er lagen er nog zeven op de vergadertafel) thuis al willen bestuderen, in de korte vakantie na het beëindigen van haar vorige functie, maar daarvan was niets terechtgekomen. Vreemd: hoe meer tijd je tot je beschikking had, hoe moeilijker het was, de zaken op je lijstje af te ronden.

In de kamer ernaast rinkelde de telefoon, en er kwamen regelmatig mensen binnenlopen. De hectiek van een eerste werkdag. Iedereen wilde de nieuwe magistrate wel even zien, of alvast spreken (of wellicht: even in haar knijpen?); zeker om meteen al een wit voetje te halen, en anderen daarbij vóór te zijn. Het was een goed ding dat zij Lia bevolen had, alle mensen af te poeieren, en onder geen beding iemand tot haar werkvertrek toe te laten.

Ze las verder, en verder, en verder, sloeg lukraak andere ordners open, sloeg ze weer dicht, en stelde op een zeker moment vast dat ze al minstens een kwartier lang met haar potlood zat te droedelen in de marge van een tabel met voor haar nog niet geheel duidelijk cijfermateriaal. Zij geeuwde, zag dat het halftwaalf was, en constateerde een beginnend hongergevoel in de ingewanden. Hoe heette die man ook alweer? Schellebelle, of zo. Haar vingers zochten in een lange interne telefoonlijst. Ja, Schellach, dat was hem. Ze drukte het nummer.

-“Met Schellach, Bodedienst, goedemorgen!”
Zij noemde haar naam, ferm en gedecideerd, zoals ze zich had aangewend, en vervolgde: -“Ach meneer Schellach, ik begin wat honger te krijgen. Zoudt u voor mij een paar broodjes kunnen laten halen? […] Nee, nee, nee, nee, nee, niet uit de personeelskantine; dat is beslist de bedoeling niet! Nee, graag drie verse botervlinders, bij “B is de Bakker”. Kent u die? Die zitten in [zij noemde een winkelcentrum in een deftige buitenwijk van de residentie]. - “Maar mevrouw, dat is ook niet naast de deur; zeker twintig minu… Jazeker mevrouw, ik zal onmiddellijk iemand sturen, met de dienstauto!”
- “Dank u, meneer Schellach!”

De magistrate, inmiddels weer gezeten in haar lederen bureaustoel, bracht een bundel handbeschreven papieren te voorschijn uit haar tas, en begon ze door te nemen. Haar maiden speech voor vanmiddag; kennismakingsbijeenkomst met het voltallige personeel. Zij was er geenszins ontevreden over. Het klonk allemaal heel overtuigend: het verleden vergeten; zich richten op de toekomst; samen de schouders eronder; win-win situatie; haar deur die altijd open stond; bespreekbaar maken van problemen; ijzer, dat niet met handen gebroken kon worden, Keulen en Aken, die ook niet op één dag gebouwd waren, het half volle glas wijn, dat altijd nog beter was dan een lege dop - de laatste zinsnede schrapte ze als al te geestig en woordspelig.

Na ruim een half uur werd er op de deur getikt. Een bode verscheen ten tonele; alweer een andere, een vriendelijk jong meisje. “Alstublieft mevrouw, uw broodjes!”, zong haar stem. Zij plaatste een zakje op het bureau; de magistrate herkende het logo van “B is de Bakker”, haar hofleverancier, zogezegd, sedert ze 25 jaar geleden naar de regeringszetel verhuisd was. Een verleidelijke geur bereikte haar neusvleugels.

Nog vijf minuten bladerde de magistrate in de papieren van haar speech. Toen opende ze het zakje, tilde de eerste botervlinder eruit, omzichtig tussen duim en wijsvinger, en dreef haar gebit erin. “Hmmm!”, fluisterde zij genieterig. Een plezierig, welhaast gelukkig gevoel maakte zich van haar meester. Zij voelde zich nu echt geïnstalleerd.

Frans Mensonides


Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
Silhouet van man met plu boven hoofd in wind tegen avondhemel
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Nog twee apartjes - Atropos en Lachesis, twee van de drie sch(r)ikgodinnen - Do. 14.11.2002
- - - -
Niet de Beneluxlijn (2) - Kluitjes en gaten OV-reisverhaal - Ma. 11.11.2002
- - - -
Tram of Ark - Hoe slechte politieke beslissingen tot stand komen - Vr. 08.11.2002
- - - -
Mannen van 45 - Drie columns over een vergeten minderheidsgroep - Ma. 04.11.2002
- - - -
Niet de Beneluxlijn (1) - Het proefbedrijf - Do. 31.10.2002
(OV-reisverhaal)
- - - -
Een beetje anders Twee wat aparte columns over de afgronden van onze geest - Zo. 27.10.2002
- - - -
Een beetje jubileum Dubbel-column over onze core-business: kankeren op OV - Wo. 23.10.2002
- - - -
Jaren in zwart-wit(2) TV-angst en het REM-eiland - Zo. 20.10.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Rotterdamse metro van slag na opening Beneluxlijn

Dienstontregeling!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.


© 2002, Frans Mensonides, Leiden


47/206/344(63)/83,3