Jaargang 5 Aflevering 67 ZONDAG 22 DECEMBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering.
MEDEDELING! Daar de site van Lycos er om de haverklap uitligt, heb ik een reserve-site geopend op WANADOO, die louter bestaat uit de meest recente aflevering. Zet hem bij je favorieten, voor het geval dat het weer zover is! De URL luidt: home.wanadoo.nl/framenso/dezeweek.htm OV-reisverhaal
Roodneuzige rendieren en jengelende bellen: gratis busvervoer in Dordrecht
“Wij naderen station Dordrecht, en wegens een wisselstoring is dit waarschijnlijk ook gelijk tevens het eindpunt”. Het omroepbericht veroorzaakt enige verontrusting onder de passagiers van de sneltrein naar Breda, behalve echter bij mij. Ik was toch al van plan uit te stappen in de stad van de zeven rivieren, en wel voor een hernieuwde kennismaking met het plaatselijke vervoerbedrijf SVD (Stadsvervoer Dordrecht). Eerder nam ik de SVD-bus in juni 1997, toen daar net de “tricolore” was geïntroduceerd, een ingewikkeld en veel te kostbaar systeem van drie elkaar aanvullende busnetten met elk hun eigen kleur. Er waren witte Citybusjes, groene Expresse-bussen en blauwe Servicebussen. Zoals ik toen al voorzag, was dit systeem niet levensvatbaar. De Servicebussen, met speciale voorzieningen voor slecht ter been zijnde reizigers, verdwenen binnen enkele jaren tijd geleidelijk uit het dienstregelingboekje. Verder werd het aantal ritten op de Citybusjes sterk verminderd. Al die bezuinigingsmaatregelen konden echter niet voorkomen dat SVD in ernstige financiële moeilijkheden geraakte. Het zieltogende busbedrijfje werd opgekocht door de HTM, die het wegkaapte voor de neus van RET. Het Haagse vervoerbedrijf stelde orde op zaken, en redde het Dordtse stadsvervoer daarmee van de ondergang, althans zulks zou je kunnen opmaken uit de geschiedenisles op de site van SVD. Alleen het Expresse-net bleef onaangetast. Dit bestaat uit bussen die vanuit de buitenwijken naar centrum en station rijden, en vice versa, net als in tientallen andere steden in Nederland. Is er eigenlijk wel iets te beleven aan het SVD?
Twee zaken maken een hernieuwd bezoek aan Dordrecht interessant. In de eerste plaats de buitenlijn, nummer 6: Dordrecht - Sleeuwijk, die alle bezuinigingsronden overleefd heeft, en één van de weinige Nederlandse buslijnen is, die per veerpont een rivier kruisen. Die lijn ga ik volgende week doen. Maar op deze mistige, killige zaterdag werd ik naar Dordrecht getrokken door de belofte van gratis stadsvervoer. Dordt speelt voor SinterklaasDe gemeente Dordrecht heeft bepaald, dat op zes opeenvolgende zaterdagen in de Sinterklaas- en Kersttijd, van 16 november tot/met 21 december, niets betaald hoeft te worden voor een rit met de stadsbus. Men hoopt zodoende het autoverkeer en de parkeeroverlast te beperken in het krappe, drukke en wat chaotische stadscentrum. Een loffelijk initiatief, en hoe goed het werkt zie ik meteen al als ik het station uitkom. Dikke drommen mensen staan in de SVD-abri, en ik zie rijen bussen met minstens 50 passagiers aan boord de Stationsweg in slaan, richting centrum.Ik aanschouw het wonder: in de bussen wordt niet gestempeld. Passagiers stromen door voor- en achterdeur naar binnen. Chauffeurs worden vriendelijk gegroet. Blije gezichten alom; het is vandaag al de vijfde gratis zaterdag, maar heel Dordrecht is er nog steeds opgetogen over. De zuidelijke en oostelijke buitenwijken van de stad, waar de meerderheid van de Dordtenaren wonen, liggen drie strippen verwijderd van het excentrisch gelegen stadshart. Je bespaart dus 6 strippen voor een retourtje stad, en zelfs 24 als je met het gelukkige doorsnee-gezinnetje op pad gaat: vader, moeder, jongen en meisje. Ongeveer een tientje, dat je in deze dure maanden wel beter kunt besteden. Zo’n gratis buszaterdag moet wel een succes worden! Straks ga ik het nader bekijken. Eerst wat eten en drinken. Aan het buffet van De Brasserie bestel ik een cappuccino en een croissantje. “Brreuwdjes, die verrkeuwpe we hier niet; moet u bij de brreuwdjeszaak baute weze”, wijst de ongeïnteresseerde juffrouw achter de toonbank. Ze zegt het op een toon alsof je wel van al je zinnen beroofd moet zijn om een broodje te bestellen in wat een brasserie heet. Het wordt dus alleen een koffie. Die kan ik hier opdrinken, en de voor mijn gevoel erbij behorende croissant straks op straat nuttigen, in de ongezellige klamme kou. Kan ook De Brasserie niet overgenomen worden door de HTM? Ik neem plaats aan een tafeltje, pak een zelf medegebrachte boterham uit mijn tas, en ga die met demonstratieve kaakbewegingen zitten vermalen. Ik laat het me door geen mens verbieden, en speel het desnoods tot bij de Hoge Raad van State. Maar niemand van de serveersters stoort zich aan mijn overtreding van de eerste grondregel der horeca. Dit is zo’n restaurant: je zult er minstens je broek moeten laten zakken om de aandacht van het personeel op je te vestigen.
Snel wegwezen! Bij het busstation zit een jonge Surinaamse roerloos in de kou op een keukenstoel, die blijkbaar ook tot haar handbagage behoort, naast twee enorme, bolle plunjezakken. Moet dat allemaal in zo’n volle bus? Ik zie haar later niet meer terug. Jengelende bellenOp goed geluk neem ik lijn 5, richting Staart. Het is een groene Expressebus, met purperen bankjes, en op de voorkant een gestileerde E, die net niet lijkt op het Euro-teken. Deze bus is, met een stuk of 35 passagiers, goed bezet.De Staart is een wijk met bescheiden arbeiderswoninkjes op een landtong tussen de Beneden Merwede en het Wantij, omringd door havens en scheepswerven. De straten dragen de namen van rivieren; hoe kan het ook anders in een stad als Dordrecht! Als we de N3 kruisen, stap ik uit; op mijn stadsplattegrond heb ik gezien dat ik van hier gemakkelijk kan lopen naar de volgende wijk: Oudelandsehoek. Ik neem het fietspad over de Wantijbrug, en kijk uit over de rivier van die naam, die om de hoek geleidelijk verflauwt in de ijzige mist. Oudelandsehoek maakt deel uit van de nieuwe wijken die in de jaren 90 gebouwd zijn in het oosten van de stad. Dit is het nieuwste stuk, dat echter nog wel dateert uit het tijdperk van vóór de donkerrode stenen, toen somberte en vertwijfeling definitief bezit namen van ons land; ik schat het op 1996 of daaromtrent. De wijk is gebouwd in een gebied, doorsneden door kreken, vaarten en dijkjes. Daarlangs ligt nu een netwerk van vrije fietspaden. Op de kruispunten daarvan zijn pergola’s aangebracht, die de fietser over een jaar of 25 misschien een schuilplek bieden bij een plotseling opkomende regenbui. De plantengroei is nu nog alles behalve weelderig, en maakt hier en daar een overleden indruk. Het is stil. Ik zie enkele kinderen rolschaatsen, maar de rest van de buurt zit binnen achter de kerstster te wachten op de voorspelde ijzel, die zich momenteel nog niet voordoet. In de verte herken ik de hoge, ronde flat die ik vaak uit de trein heb gezien, tegenover station Stadspolders. Aan de voet ervan blijkt een winkelcentrum te liggen. Een dixielandbandje speelt er Jingle Bells, heel origineel in week 50, en probeert vergeefs de kilte te verdrijven. In een wat kale Kerststal ontbreekt het kindeke - dat misschien op dit moment nog niet is geboren; het is uitgerekend voor 25 december, en ook zonder echoscopie durf ik wel te wedden dat het een jongetje zal worden. De stal huisvest de traditionele os en de ezel, met daarbij, om de zaak te completeren, ook nog een kameel - kemel, zou ik bijna schrijven - die volgens mij in de traditionele kerstverhalen niet genoemd wordt, en er in werkelijkheid niet bij was.
Ik had verwacht, bij Stadspolders de bus te kunnen nemen, maar in de wijde omgeving van het station is geen halte te vinden. Verder, dus. Ik passeer een wijkje met huizen die wat lijken op woonwagens, doch desondanks immobiel zijn. Metterwoon gevestigd in een wagen zonder wielen, die eigenlijk gewoon een huis is. In de tuinen van enkele bewoners ligt een enorme hoeveelheid tinnef opgestapeld. Maar wat maakt het uit, als je toch morgen weer vertrekt? Op sommige plekken kun je het slechts uithouden als je je voorspiegelt, dat je elk moment je boeltje kunt oppakken om de wijde wereld in te trekken. RoodgeneusdIk ga staan bij een halte van lijn 3, op een winderige straathoek nabij het spoor. Eventjes ben ik er alleen. Dan klappen overal in de wijde omgeving voordeuren en uitgangen van portieken open, en klinkt op alle galerijen een galop van voeten. Iedereen begeeft zich in de richting van de bushalte. Binnen de kortste keren sta ik omringd door minstens anderhalf dozijn medereizigers.De bus komt aangereden; het is opnieuw een Expressebus. Kinderwagens, boodschappentassen en grootouders worden naar binnen gehesen. Bij elke halte in Oudelandsehoek herhaalt het tafereel zich. De bus nadert de binnenstad met een man of 75 aan boord, ongetwijfeld een veelvoud van wat op een normale zaterdag gemiddeld vervoerd wordt. We stelden het al vast in het stukje over de tariefstaking in het streekvervoer, in april van dit jaar: gratis OV wérkt! Ook nu maken vooral kinderrijke gezinnen gebruik van de mogelijkheid tot gratis transport. In de bus heerst zodoende een gekrijs van jewelste. Dat is natuurlijk een nadeel, maar bij nadere beschouwing blijkt het merendeel van de herrie veroorzaakt te worden door slechts één jongetje van een jaar of 5, een vervelende stuipenkop, die ik gaarne de bek dicht zou lijmen, als ik iets over hem te vertellen had. Een halte voorbij het station, op de Spuiboulevard, stroomt de hele mensenmassa naar buiten. We bevinden ons hier aan de rand van het centrum. In het tijdperk van de “tricolore” kwam je met de Expressebus vanuit de meeste wijken niet verder dan het station, waar je moest overstappen op de Citybus, voor het laatste stukje van ca. 600 meter. Deze omstandigheid heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de spoedige teloorgang van de “tricolore”. Gelukkig heeft men in Dordrecht geleerd van gemaakte fouten, en kun je nu weer vanuit iedere wijk in het centrum komen. In de binnenstad heerst feestvreugde, zo niet over die gratis bus, dan wel over het naderende kerstfeest. Alle kinderen lopen met rode mutsen met knipperlichtjes. Overal in de binnenstad vinden kerstmarkten plaats; we hoeven dit jaar niet naar Duitsland of België voor die smakeloze troep. Blazers van een orkestje pompen met schier berstende wangen “Rudolf the Red-nosed Reindeer” in hun zilveren instrumentarium. En natuurlijk zijn ze allemaal in het rood; verkleed als kerstman; met witgerande puntmutsen. Dat ik nog de moeite neem om het op te schrijven; de lezer zag het al voor zich. De muzikanten marcheren door de smalle Voorstraat, met een hele kluit publiek erachter aan. Het hoeft voor mij allemaal niet. Snel schiet ik een zijstraat in, en nog een zijstraat, en hervindt de stille wijken die wij doorkruisten op monumentendag 2001, waarvan de fotorapportage nog steeds te zien is op deze site. Het wil er bij mij niet in, dat het pas 15 maanden geleden is. Op het Groothoofd staar ik een poosje naar de nevelige rivieren. De hekgolven van een bunkerboot bereiken de wallekant; water petst omhoog tegen de stenen, waarop zich al een korstje ijs heeft afgezet. Hoe lang zou de temperatuur onder nul moeten blijven, voordat ook die brede, machtige rivieren bevriezen?
Rechts van het groothoofd is de aanlegsteiger voor de waterbussen en de Fast Ferry. Deze vervoerssystemen beschreven wij in november 1999. Ik gaf er geen dubbeltje voor, evenmin als voor de “tricolore”, maar deze keer had ik ongelijk; de bootverbindingen leiden tot de dag van heden een redelijk succesvol bestaan. Ook de waterbussen varen vandaag gratis. DubbeldramMet een Citybusje reis ik terug naar het station. Ook deze bus, SVD-lijn 20, is gratis, en ook deze bus puilt uit van de reislustigen. “Er gaan veel makke schapen in een hok”, vindt de dikke, gemoedelijke bestuurder, waarna hij ook nog historische informatie verstrekt. “In die kerk daar, daar werd in 1572 de eerste Hollandse Statenvergadering gehouden. En kent u die schrijfster, Top Naeff? Die is in dat huisje daar geboren.”Ik besluit de middag met een rondje door Dubbeldam, met lijn 2, die in halfuurdienst rijdt. Dit is een bus van Den Oudsten, een broertje van de 100-serie die de HTM in Den Haag heeft rondrijden; die met de piepende achterdeuren. Naast deze bussen, en de al genoemde Expressen van Mercedes, zie ik in Dordrecht ook nog blauwe lagevloer-exemplaren rijden uit de fabriek van Berkhof. Ook deze bus, het verhaal wordt eentonig, zit stampvol. Dubbeldam was eens een dorpje met enkele honderden inwoners, maar is in de loop van de 20ste eeuw ingelijfd bij Dordrecht. Nu is het een niet al te boeiende buitenwijk. De bus heeft er niet eens een eindpunt, maar maakt er een lusje doorheen. Bij elke halte stappen ongeveer evenveel mensen in als uit. Ik blijf zitten, en maak een paar rekensommetjes. De zaterdagdienstregeling van SVD kent 8 lijnen, waarvan de meeste in kwartierdienst rijden. Als gedurende de hele winkel-zaterdag, van 09.00 tot 17.00 uur, in elke Dordtse stadsbus 60 passagiers zitten, dan moeten er in die tijd in totaal ca. 30.000 vervoerd worden; een fabelachtig aantal voor een betrekkelijk kleine stad. En laat het busvervoer vandaag nu eens 10.000 autoritten bespaard hebben. Dat verschil moet je toch wel merken op de wegen en in de parkeergarages! Geen betere OV-promotie dan gratis OV. Toch heeft in een andere provinciestad, Eindhoven, de plaatselijke ROVER-afdeling bezwaren geuit tegen een experiment met gratis busvervoer, met argumenten die ik absoluut niet kan volgen. Gratis bussen zouden vooral bedelaars, vandalen en zwervers vervoeren (ik heb ze vandaag niet gezien); er komt een te grote toeloop van passagiers; jaloerse streekreizigers, die bij de gemeentegrenzen hun beurs moeten trekken, zullen amok maken (?); reizigers betalen liever dan dat ze gratis reizen (??). Allemaal zaken die niet stroken met de praktijk in het enkele tientallen kilometers verderop gelegen Hasselt, waar de stadsbus al 5 jaar lang gratis is. Maar in Eindhoven zal al deze rampspoed zich volgens de ROVER-man wèl voordoen. Wat een onzin; het zou ook sommige ROVER’s sieren, zich eens te verdiepen in de psyche van de reiziger. De bus uit Dubbeldam nadert de binnenstad, met alweer een hele bulk mensen aan boord, die willen genieten van het laatste uurtje kerstmarkt. Ik stap uit bij het station. Einde van deel 1: we komen binnenkort terug voor de bus naar Sleeuwijk.
Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. Alvast een citaat uit een volgende aflevering: Studenten beklimmen de betonnen trappen van het ziekenhuis, op weg naar de college- en snijzalen. Een hoogbejaard echtpaar strompelt er op moede voeten achteraan. Binnen wachten helende handen, of misschien wel een zieke vriend, die uitkijkt naar het traditionele trosje druiven. |
Pasfoto:
foto: Wim Scherpenisse Colofon
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Buch versus Büch - De autobiografie, een dubbele leugen - Do. 19.12.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Fred Teeven door gerommel van partijbestuur niet herkozen als lijsttrekker LN Hij is nu boos, en TEEVENs teleurgesteld Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.
© 2002, Frans Mensonides, Leiden 52/216/354(73)/104,1 |