De gemeenschap van DDR-lezers heeft zich de laatste weken sterk uitgebreid. Dat kwam mede door de vermelding van ons tijdschrift in het E-magazine de IDG-Nieuwsbrief, waarvan wij nog nooit gehoord hadden omdat het over ICT gaat. Geen idee, waaraan wij, als OV-site, de vermelding in een ICT-magazine te danken hebben; als er op De digitale reiziger al gesproken wordt over het leed dat ICT heet, dan is het toch meestal in (de)raillerende en denigrerende zin.
Maar hoe het ook zij: wat extra lezersscharen kunnen wij natuurlijk altijd gebruiken. Wij moeten dan vanzelfsprekend aan klantenbinding doen; zorgen dat niet al die nieuwe lezers na een paar weken meteen weer walgend weglopen. Daarom leek het ons aardig om alle DDR-lezers, zowel de nieuwe als die van het eerste uur, uit te nodigen voor onze maandelijkse persbijeenkomst ter gelegenheid van de bekendmaking van de winnaar van de smadelijke Sjef Koekenbakker Award. Oh ja: voor alle nieuwelingen vertel ik er nog even bij, dat de "Sjef" maandelijks wordt toegekend aan een persoon, instantie of groepering in Nederland, die slordig is omgesprongen met de belangen van de OV-reiziger. Dat stond trouwens al in hoofde van dit schrijven vermeld.
Nu zijn de lezers van DDR over het algemeen drukbezette mensen, en dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor de ICT-ers; die hebben voortdurend last van Burnout (Burnout III, 990-1024, graaf van Holland en interim-bisschop van Utrecht; het Burnoutkwartier in Hoog-Catharijne is naar hem genoemd), en kunnen hun immer om aandacht bedelende computersystemen eigenlijk geen seconde in de steek laten.
Daarom leek het me een beter idee, een zuiver virtuele bijeenkomst te houden, in een virtueel zaaltje, met een virtuele overheadprojector. Dan hoeft niemand zijn werkplek te verlaten en kan iedereen gewoon blijven zitten achter zijn Persoonlijke Slavendrijver: het beeldscherm. Bovendien: de echte, real-time prijsuitreikingen van de S.K.A. lopen altijd gigantisch uit de klauwen.
Die overheadprojector, daar moet ik het even over hebben. Zoals bekend kan geen praatje tegenwoordig meer zonder een plaatje. Geen spreker praat tegenwoordig zo maar een eind weg. Elk woord is terdege overdacht. En een woord is alleen een woord als het zwart op wit staat. Daarom laat iedere spreker alles wat over de haag zijner tanden komt, levensgroot samengevat achter hem op de muur verschijnen, als was het een teken aan de wand; allemaal dank zij de overheadprojector.
Ik denk wel eens: hoe communiceerden de mensen voordat er overheadprojectoren bestonden? Er is een tijd geweest, dat de overheadprojector nog moest worden uitgevonden. Ikzelf zag er voor het eerst één rond 1970, tijdens een aardrijkskundeles. De Vereniging Vrienden van het Leidsche Gymnasium had diep in de buidel getast, teneinde daaruit voldoende sestertiën omhoog te brengen om zo'n modern communicatiemiddel aan te schaffen. Wij leerlingen waren sprakeloos van ontzetting. Naar wat zo'n lerares zei, luisterde je natuurlijk nooit, maar als zij haar wijsheid daarnaast nog schriftelijke vorm op de wand liet verschijnen (via sjiets, met gebruikmaking van speciale schrijfstiften die er óók bijzaten), dan kon je er niet meer omheen.
Jarenlang heb ik zo'n wonderbaarlijk schrijf- en leesapparaat een 'overhef-projector' genoemd; onbewust van het feit, dat het ding met een Engelse naam aangeduid wilde worden. Dat was eigenlijk best knap bedacht van mij, in mijn jeugdige onbezonnenheid: tenslotte heft het apparaat de tekst óver; van het kleine sheetje tilt hij het over de kop naar het grote projectiescherm. Maar daardoor verheft het apparaat ook de inhoud van de tekst; van zomaar een krabbeltje tot een absolute, diepe waarheid.
Het verbaast mij al met al niets, dat comminucatiewetenschappers onlangs ontdekt hebben dat er, voor de uitvinding van de overhef-projector, door mensen helemaal nog niet gecommuniceerd werd. De mensen práátten toen gewoon nog met elkaar.
Zo, na deze korte causerie over het belang van de overhefprojector begrijp je natuurlijk al wat er gaat gebeuren. Ik ga nu vertellen, dat we overgaan tot het bekend maken van de stekeltjes van de maand, en op het scherm verschijnt zodadelijk de tekst: "Stekeltje van de maand". Sjef, waar wacht je op? Leg de eerste sjiet d'r maar op!
[Nee toch!]
Sjef. Sjef, kijk nou eens wat je doet. Je ziet toch hopelijk zelf ook wel, dat geen hond dit kan lezen! We zitten hier met ruim 200 man in deze virtuele zaal. Maak dat beeld eens wat groter, asjeblieft!
[...]
Nee, Sjef, dat helpt helemaal niets, dat je aan die knop gaat zitten mieren. Die dient louter en
alleen voor de scherpte van blik. Groter moet ik hem hebben! Schuif dat hele ding dan een
stukje achteruit!
Ja, dat wordt al beter. Maar we hebben ook lezers buiten Europa, zoals je weet. Die mensen
zitten er heel ver vanaf. Die moeten het ook kunnen zien. Nog verder naar achteren, Sjef. Wat
zeg je Sjef?
Ja, dat is natuurlijk een fundamentele levenswaarheid, die je daar per ongeluk hebt ontdekt.
Inderdaad, als je de projector steeds verder achteruit schuift, dan wordt het beeld niet alleen
groter, maar ook donkerder. Dat is nu eenmaal zo in dit leven: het moet uit de lengte of uit de
breedte komen. Toch nog maar een tikje verder, Sjef. Oh Sjef, het is misschien verstandiger,
het tafeltje waar de projector op staat, achteruit te schuiven, en niét de projector zelf op het
táá.....
[BOEM, KWAK, KLETTER-DE-KLETTER]
[vloekt.]
Ik wáárschuw nog! Ik wáárschuw je nog! Weer een overhef-projector naar de knoppen! Hier ga ik me straks na afloop verschrikkelijk driftig over maken, Sjef, daar kun je van verzekerd zijn!
[...]
Nee, láát maar, Sjef. Laat alstjeblieft maar. Die is heus wel total loss; die doet het echt niet
meer. Dat is de derde, dit jaar. Daar baal ik van! Het was weliswaar een virtuele overhef-projector, gehuurd bij een virtueel verhuurbedrijf, maar het blijft toch zondegeld.
Nou ja, wij gaan dan maar mondeling verder, met de stekeltjes van de maand.
Het eerste stekeltje gaat, al bijna traditioneel, naar het meest hardleerse OV-bedrijf van het Noordelijk Halfrond: NooitNèT. NooitNèT won vorig jaar een Sjef, en vorige maand een stekeltje voor opnieuw hetzelfde feit: materieelkrapte. - Oh, voor ik het vergeet, de spotnaam van NoordNed is veranderd van NoordNEP in NooitNèT. Dit op advies van een lezer uit het Friese taalgebied, de me erop wees, dat "nèt" Fries is voor "niet".
Inderdaad: Friesland heeft vorig jaar een kolossale "niet" uit de loterij getrokken, dank zij NooitNèT. Op de spoorlijnen van Leeuwarden naar Harlingen, Stavoren en Groningen regende het klachten (al scheen soms ook de zon, en was er dientengevolge een regenboog waarneembaar).
Per 28 mei 2000 was ook de rest van de provincie Groningen aan de beurt. De drie Groningse nevenlijnen, van "Staad" naar Nieuweschans, Roodeschool en Delfzijl, zijn met ingang van die datum in de grijpgrage handen gekomen van het noordelijkste railbedrijf.
Dit zal met name de reizigers tussen Delfzijl en Groningen niet ontgaan zijn. Meteen de eerste de beste week al werden er in de spits minder "bakken" ingezet dan normaal, wat leidde tot Japanse toestanden (die we na vandaag beter: NoordNed-erlandse toestanden kunnen noemen).
Ook was er prompt een stremming, die het hele treinverkeer ten noorden van Sauwerd lamlei - al kon NooitNèT daar naar eigen zeggen niets aan doen.
Verder werd ons door een lezer uit de provincie Groningen gemeld, dat er zodanig geschoven is met de vertrektijden, dat de treinen uit Roodeschool en Delfzijl in de avonduren niet eens meer aansluiten op die naar Zuidhorn. Reizigers moeten 50 minuten wachttijd op station Groningen incalculeren.
Wij geloven deze lezer op zijn woord, al kunnen we het onmogelijk natrekken. De nieuwe NS-reisplanner, Reisplanner Plus, hebben wij wél illegaal gekopieerd, maar toen wij hem trachtten te installeren op het oude Planhold-tikorgel dat al vier lang de voornaamste post vormt op de activa van De digitale reiziger, kon genoemde computer niet voldoen aan de extreme systeemeisen die de Reisplanner Plus stelt. Onze ouwe, trouwe Planhold ging "over zijn nek", om niet te zeggen "door de knietjes", zoals dat in ICT-kringen schijnt te heten. Ik kan dus onmogelijk nagaan, of het waar is dat de Reisplanner-Plus krioelt van de fouten, en of de bijnaam "Reisplanner-Min", die je ook al hoort gebruiken, terecht is.
Wij hopen, dat ze bij NooitNèt binnenkort het noorderlicht zien, en gaan over naar het tweede
stekeltje.
Dat is toegekend aan Connixxion. Dit bedrijf heeft weer iets nieuws uitgevonden om zijn marktaandeel weg te treiteren, en het daarmee beneden de 35% te houden.
Op bevrijdingsdag, vrijdag 5 mei 2000, reed Connixxion in sommige districten zaterdagsdienst, in andere districten vrijdagse vakantiedienst, terwijl men in andere regionen van dit veel te grote vervoersbedrijf de mening was toegedaan, dat er sprake was van een feestdag. Nou, dat werd me een feest!, vooral doordat Connixxion zijn vervoersgebied zo onhandig heeft ingedeeld, dat vele lijnen gedeeltelijk onder het ene, en gedeeltelijk onder het andere district vallen. Je kunt je de chaos voorstellen: busritten die ineens bij een districtsgrens ophielden; bussen die met passagiers en chauffeurs en al in het niets verdwenen.
Connixxion heeft enkele dagen later via krantenadvertenties wel haar excuses aangeboden
voor de overlast, maar dan is het leed al geschied en is het dus te laat.
Het derde stekeltje landt op de burelen van de HTM, Harry's Tram Maatschappij. Twee jaar geleden maakte iedereen - behalve HTM zelf - zich al zorgen over de materieelpositie van dit bedrijf. HTM had - en heeft - ambitieuze plannen om in de periode 1999-2005 het tramnet uit te breiden met drie nieuwe lijnen: lijn 17 (Wateringseveld - CS; inmiddels geopend); lijn 15 (Nootdorp - Statenkwartier) en numero 19 (Leidsenhage - Delft). Het bedrijf zou voor de exploitatie van die lijnen tientallen extra trams nodig hebben. Nu bedraagt de levertijd van nieuwe trams circa 48 maanden, dus iedereen dacht: ze mogen ze zo langzamerhand wel eens gaan bestellen.
In Den Haag geloofde men toen nog, dat de tramtunnel onder de Grote Marktstraat binnen afzienbare tijd wel open zou gaan (hij ging inderdaad open, zij het aan de onderzijde). Met die tunnel zou HTM alle trams besparen, die je nu langs de Oude Kerk ziet kruipen; een hele vloot. Bovendien zouden, met de introductie van RandstadRail in 2003, 2005, 2012, 20.., een paar tramlijnen verheven worden tot de light-rail status (ook de lightrailvoertuigen, die op de RandstadRail gaan rijden, zijn overigens nog niet besteld, of zelfs maar ontworpen. Het worden lagevloertrams; zo ver zijn ze).
Nu weet de regelmatige lezer van DDR wel, hoe het met die tramtunnel staat: die komt nooit meer af, en is omgebouwd tot museum. Verder heeft RandstadRail in 1999 niet veel meer opgeleverd dan een reeks aanvullende adviezen. Kortom: HTM komt nog steeds tientallen trams tekort voor alle geplande uitbreidingen.
Tot overmaat van ramp besloot HTM, de tramreelzen te gaan bewerken met foutief schuurpapier, of zoiets; wij willen het niet eens weten. Dit veroorzaakte slijtage aan de tramwielen, die op hun beurt de reelzen beschadigden, die op hun beurt....
Momenteel staan er kortom tientallen trams buiten bedrijf in de remises. HTM, dat zulke prachtige toekomstplannen heeft, kan vandaag-de-dag op het huidige lijnennet niet eens voldoende capaciteit inzetten. Daarom werd maar even een complete tramlijn opgeheven, en wel nummer 7 (Leidschendam Noord - Statenkwartier).
Ter compensatie werd lijn 6 doorgetrokken van Station Mariahoeve naar Leidschendam Noord; een herstel van de situatie uit de jaren 70 en 80. Bovendien moesten er versterkingsritten geboden worden op lijn 8, die na het wegvallen van lijn 7 het vervoersaanbod op het drukke traject Scheveningen - Centrum niet goed aankon. Dat kostte natuurlijk weer extra trams, die men juist had willen besparen. Daarom overweegt HTM nu, om lijn 9 óók maar op te heffen.
Wilde HTM ooit niet de Zuid-Tangent exploiteren, met trammaterieel? Gelukkig is dat ons bespaard gebleven. Nee, laat Haagse Harry's Trammij. zich maar bij zijn leest houden: het verzieken van het OV rond Den Haag.
De enige reden dat wij HTM voor die beschamende, amateuristische vertoning met dat schuurpapier afschepen met slechts een stekeltje, is het feit dat wij de Sjef voor mei 'nul al toegekend hadden, voordat ons die alarmerende berichten uit Den Haag bereikten.
En wie heeft hem dan gewonnen? De Sjef Koekenbakker Award voor de maand mei 'nul gaat
naar...
[VEEG, VEEG, BEZEM, BEZEM, RINKEL, KLETTER]
Oh Sjef, asjebliéft; niet nu! Kon je nou echt niet even wachten met dat stoffer en blik, totdat ik ben uitgepraat! Die overhef-projector kun je na afloop wel opvegen. Ik kan mezelf niet eens verstaanbaar maken!
[...]
Nee Sjef, ik heb nu even helemaal geen tijd voor dat gedoe van jou. Ga maar even naar buiten, een rondje rond de kerk lopen, of zoiets.
Oh, nou ik het over rond-de-kerk heb: ik vergat bijna het vierde stekeltje. We hadden er vier. Het kan weer niet op, deze maand.
Dat vierde stekeltje, zeg maar een stékel; een opvallend lange stekel met gemene puntige weerhaakjes, gaat naar de leden van de VVMC die op vrijdagochtend 2 juni 2000 het treinverkeer lamlegden met een wilde staking. Zij deden dit uit protest tegen het akkoord over "Bestemming Klant", dat hun eigen leiders met NS hadden afgesloten.
Tot ons leedwezen moet vastgesteld worden, dat het toekennen van de Sjef aan deze opstandige vakbondsleden, vorige maand, totaal niets geholpen heeft. De VVMC-leden blijven volharden in hun volstrekt bespottelijk verzet tegen wat zij noemen: het rondjes rond de kerk rijden.
Heen en weer rijden is inherent aan openbaar vervoer. Wie er niet tegen kan, kan beter een (ander) vak leren. En dan iedere dag met dezelfde trein naar hetzelfde kantoor reizen, en daar genieten van elke dag hetzelfde uitzicht. Maar daar kijken de conducteurs en machinisten wel voor uit. Want in geen enkele andere bedrijfstak dan het OV kun je zó ver gaan met het treiteren van je klanten en met het saboteren van het product dat je levert.
De digitale reiziger wil graag nogmaals een pleidooi houden voor gratis OV. Dan kunnen die opstandige conducteurs, die toch al niet veel uitvoerden, tenminste afgeschaft worden. Voor het machinistenprobleem zoeken we dan later nog wel een oplossing. Rijden er in Rijssel en in Londen al geen volledig automatische railvoertuigen??
Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, en veranderingen kosten nu eenmaal tijd. Daarom zouden er een aantal tussenmaatregelen genomen moeten worden, voordat conducteurs en machinisten definitief aan de dijk worden gezet. Er zijn in Nederland een paar ultrakorte spoorlijntjes: Haarlem - Zandvoort; Zwolle - Kampen en straks Houten - Houten Castellum. Laat de NS eindelijk eens het lef hebben, de vakbondsterreur van die VVMC-ers met harde hand aan te pakken! Iedereen, conducteur of machinist, die het vanaf vandaag nog waagt om mee te doen aan (de voorbereiding van) een woeste werkonderbreking, wordt voor een periode van 3 jaar naar één van deze drie neven-nevenlijntjes verbannen. En er zijn heel wat kerken in Kampen; zeven stuks, als ik het wél heb.
Zo, na al die stekeltjes gaan we nu uiteindelijk over tot de bekendmaking van de Sjef-winnaar
van mei '00.
De eenmansjury van de Sjef Koekenbakker Award kreeg eerder deze maand een ROVER-rapport onder ogen over de kwaliteit van het treinverkeer. Het was het halfjaarlijks onderzoeksverslag van de "Kwaliteitsthermometer NS", dat on line in samengevatte vorm is te raadplegen op de ROVER-site.
Na lezing van dit rapport was het hem (het enige jurylid, dus) wel duidelijk aan wie de Sjef uitgereikt zou moeten worden. Immers: het was weer helemaal niks met de informatievoorziening door NS.
Dat geldt zeker voor het omroepen van vertragingen op de stations. In de periode oktober 1999 - februari 2000 werd naar het oordeel van ROVER in niet minder dan 29% van de gevallen Fout omgeroepen (waarbij "Fout" meestal neerkomt op "helemaal niet"). Voeg daarbij, dat het omroepen in 10% van de gevallen met Matig werd beoordeeld, dan resteert slechts in 61% van de gevallen een Goede omroep.
Dat getal valt me nog niet eens tegen; in de tijd dat ik de eindrapportage van het ROVER-onderzoek voor mijn rekening nam, kwam het Goed-niveau zelden boven de 40% (was ik te streng, of zijn mijn opvolgers te mild??). Toch is ROVER niet tevreden, en dat is terecht. Een halfjaar geleden scoorde NS nog 66% Goed. Toen besloot het bedrijf, het omroepen per 1 januari 2000 nu eens écht te gaan verbeteren.
Dat was bepaald niet voor het eerst. In 1994 heb ik al eens een hele morgen gesproken met een NS-er, die een miljoenenproject aan het trekken was ter verbetering van de informatievoorziening. Een positief, heel erg positief gesprek. Die man zei van: dank voor jullie opbouwende kritiek; in grote lijnen eens met jullie visie; blij met het afgegeven signaal; wauwel-de-wauwel, klets-klets; je kent dat wel. Nooit meer iets van die hele vent gehoord. Twee maanden later spoorloos verdwenen bij de zoveelste reorganisatie, compleet met zijn projectomschrijving, zijn rapporten en al zijn overhef-sjiets.
En in 1995 hebben wij nog eens een bezoek gebracht aan De Vries van de verkeersleiding Utrecht; een bezoek dat bijna heeft geleid tot een door Vrij Nederland opgeklopt nationaal schandaal. Nee, ROVER had helemaal gelijk, volgens De Vries; verbeteringsprojecten zouden volgen en de ernstigste sloddervossen onder de omroep(st)ers waren al opgeroepen voor een heftig functioneringsgesprek.
Het resultaat van dat alles is 5 jaar later nog duidelijk te merken: Utrecht scoort met 50% "Goed" zelfs ruim beneden het landelijke gemiddelde van NS. In Utrecht doen ze het overigens nog 2% beter dan Zwolle, met 48% Goed de hekkensluiter van de zeven knooppuntstations die ROVER heeft onderzocht.
Tussen haakjes: iedereen vraagt zich nu natuurlijk af, hoe die resultaten Goed, Matig en Slecht
bepaald worden. Nou, wees gerust; wij kunnen melden dat ROVER daar een waterdicht
beoordelingssysteem voor heeft. Dit is in 1993 uitgedacht door drie innovatieve ROVER-leden, waarvan ik er één ben.
NS was diep onder de indruk van ons systeem. Zelf had NS niet zo'n goed systeem. Sterker nog: NS had helemaal geen systeem voor het beoordelen van omroepen. Nog sterker: Niemand bij NS was nog op het idee gekomen, dat je zoiets als een omroepbeoordelingssysteem in het leven zou kunnen roepen.
Het was puur pionieren wat wij deden. Maar waartoe? Waarom een beoordelingssysteem uitvinden voor het omroepen van vertragingen op de stations, als NS toch niet van plan is, het omroepen van vertragingen op de stations te verbeteren? Parels voor de zwijnen, en een Sjef voor NS.
Maar wacht eens even! Hadden wij de Sjef al eens niet eerder aan NS toegekend; ook voor slechte informatievoorziening? Nee, dat was de Flapdrol, de voorloper van de Sjef, in september 1997. Wij hanteren het principe: nooit twee keer een bekroning voor hetzelfde feit. Dus wat doen we nu?
Het lijkt me verstandig, de Sjef dan maar uit te reiken aan Nederlandse Spoorwegen - Reizigers - Netwerk Randstad Noord (hè, hè, dat is altijd een hele mond vol), vanwege het ophangen van verkeerde informatieborden bij de stremming rond Schiphol op zaterdag 20 mei 2000, en het weigeren deze fout te herstellen, nadat deze door De digitale reiziger gemeld was aan NS-klantenservice. Ook een hele mond vol, maar wij berichtten erover in de REFLEXXIONZZ!! van twee weken geleden; het had dus bekend moeten zijn.
NSRNRN kan de plaatsvervangende Sjef afhalen in het steegje op de foto, op de middelste
maandag van juni '00, te 1.13 uur des namiddags. U zegt? Juni heeft 4 maandagen? Er ís
helemaal geen middelste maandag in juni? Dan hebben we een interpretatieprobleem. Je ziet
wel: het is niet erg moeilijk om slechte informatie te geven!
Frans Mensonides
Namens de jury van de Sjef Koekenbakker Award
Het enige jurylid van de Sjef Koekenbakker Award wijst aan, hoe het in werkelijkheid zit
(foto: Marcel Kouwenhoven)