Aflevering: 12
Datum: Vrijdag 17 maart 2006
Onderwerp: Ingedekt; de anti-terreurfolder
Ook wij hebben die terrorismefolder in de bus gekregen met die vetzwarte calamiteitenletters en dat nare kleurtje. Het doet pijn aan je ogen; het valt lekker op, dat wel; het zweemt naar nationalistisch oranje en alarmfase-één rood.
Ik weet niet, hoe dit drukwerkje is overgekomen op de lezer van Webloog, maar ik heb me er nogal aan zitten ergeren. Natuurlijk, je hebt in dit soort brochures altijd dat irritante Jip-en-Janneke-toontje van onze rijksoverheid die ons allemaal maar domme, domme kleutertjes vindt: grote letters, vette koppen, korte zinnetjes. Elk woord van meer dan drie lettergrepen, zoals ra-di-ca-li-se-ring, sa-men-span-nen, in-no-va-tie en pro-pa-gan-da, is bovendien voorzien van een sterretje, ten teken dat het in een speciaal glossarium verklaard wordt. Maar dat kan ik allemaal nog billijken; de folder moet natuurlijk niet alleen duidelijk zijn voor academisch geschoolden, maar ook voor nieuwkomers die onze taal nog niet goed machtig zijn. Die mensen zouden anders niet begrijpen, hoe het komt dat na publicatie van die folder iedereen hen met nog meer wantrouwen aankijkt dan daarvoor.
Niet dat de folder aanzet tot vreemdelingenhaat. Integendeel: alles wordt gedaan om te voorkomen dat mensen een link leggen tussen terrorisme enerzijds, en islamieten en buitenlanders anderzijds. Die woorden vallen niet, maar zullen voor veel lezers, en niet alleen voor de Wildersen onder hen, toch boven de tekst blijven zweven. Daarom wordt in het hoofdstuk ‘veelgestelde vragen’ nadrukkelijk tegengesproken dat we vooral bang moeten zijn voor mensen met een bepaalde culturele of religieuze achtergrond. Ook in wijken ‘met veel verschillende nationaliteiten’ is extra waakzaamheid niet noodzakelijk.
Dat is wel tekenend voor de stijl van dit boekje. Er worden voortdurend gedachten in ons gewekt die vervolgens ogenblikkelijk ook weer worden weggewist. De scribent gééft met de ene hand en neemt terug met de andere. 200.000 professionals, overheidsdienaren en particulieren (en honden, met een vervaarlijk blikkergebit), waken over onze veiligheid en proberen iedere vorm van terrorisme in de kiem te smoren. Maar daaruit moeten we natuurlijk niet opmaken dat we in een politiestaat leven; we mogen nog steeds binnen zekere grenzen alles doen, denken en zeggen wat we willen. Als we dan maar niet denken en zeggen dat we, met al die waakzaamheid van de zijde van de overheid, zelf als burger lui achterover kunnen leunen. Ook wij moeten goed blijven letten op rare pakketjes. En niet bang zijn dat ze boos op ons worden, als wij het complete treinverkeer lamleggen met een wat al te voorbarige terreurmelding. Waakzaam zijn (maar niet alleen tegen je islamitische buurman), maar ook niet al te bang zijn, want angst is een slechte raadgever. Ga maar lekker slapen. Maar ook weer niet té lekker.
Het gezwalk begint al op de eerste pagina:
‘Moeten we ons zorgen maken? Veel mensen doen dat wel. Dat is logisch. Want ook in Nederland kan een aanslag plaatsvinden’.
Ook al weer zo vaag. Moeten we ons nu wel zorgen maken of niet? Een beetje wel, maar niet te erg, denk ik. Het is logisch als je het doet, maar misschien wel even logisch als je het laat; de folder spreekt zich er niet duidelijk over uit.
Wel geeft de brochure een paar concrete aanwijzingen voor als er onverhoopt toch een terroristische aanslag plaatsvindt en jij daar getuige van bent: oppassen voor instortende gebouwen en rondvliegend glaswerk, en niet blijven staan kijken als het niet echt nodig is. Wat je moet doen, als je IN zo’n instortend gebouw zit, vermeldt de brochure niet: dan zou het allemaal wel erg dichtbij komen.
De folder is een waardige (late) opvolger van een overheidsbrochure die in de jaren zestig verspreid werd. Die stond vol raadgevingen wat te doen als de Russen een atoombom op je test zouden gooien: een voorraadje eten achter de hand houden voor het geval, en schuilen onder de trap als het daadwerkelijk gebeurde.
Psycholoog en massasocioloog Hans van de Sande liet vorige week in diverse kranten aantekenen, dat de overheid die folder alleen maar verspreid heeft om zich in te dekken. Als er een terroristische aanval plaatsvindt op Nederland, kan tenminste niemand van de overlevenden zeggen dat de overheid niets gedaan heeft om ons ervoor te waarschuwen.
Dat krantenartikel opende me de ogen; het verklaart die rare, halfhartige gedachten; dat voortdurende enerzijds-anderzijds. De overheid schrijft een folder, louter om zich in te dekken, en moet zich tijdens het schrijven dan meteen indekken tegen mensen die verkeerde conclusies trekken uit die folder. Toedekken, rechtzetten, instoppen, indekken, angst om niet gedekt te zijn, angst, angst, betekent terrorisme niet letterlijk: bangmakerij?
© Frans Mensonides, Leiden, 2006
Eerdere afleveringen van Webloog:
11 maart 2006: 'Op de porriehoop'; tulpengekte in 1637 en 2003
7 maart 2006: Vunzig en vuil; mijmeringen op verkiezingsdag
1 maart 2006: Enneagrammen, een nieuwe oude leer
25 feb. 2006: Tandheelkundig malheur (2)
18 feb. 2006: Tandheelkundig malheur (1)
5 feb. 2006: Oud, stout liedje uit de middeleeuwen
31 jan. 2006: IJskoude Rembrandt-tentoonstelling
26 jan. 2006: 'Ga boeven vangen'
20 jan. 2006: Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte en hoe jij dat kunt voorkomen (recensie)
13 jan. 2006: 'Borrel jij wel genoeg'? Het studentenleven.
5 jan. 2006: Oer-tekstverwerker uit 1984