Nr. 284 - zondag 12 maart 2023 (week 10)
Italianiserend; de Bentvueghels van Rome

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

283. GRIETMANNEN, EEN GRENSLEEUW EN VERDER VAN ALLES WAT; MUSEUM HEERENVEEN (26/02/2023)
282. 'VERBRAND DEEG'; STERVEN IN SCHOONHEID IN POMPEI EN ASSEN (19/02/2023)
281a CHATTEN MET CHAT-GPT (1) (29/01/2023)
281b CHATTEN MET CHAT-GPT (2) -  EEN BLOGGER UIT LEIDEN (05/02/3023)
280. DE MACHINE AAN DE MACHT? BRAINPOWER IN MUSEUM BOERHAAVE (08/01/2023)
279. 'RETROFUTURE', DE TOEKOMST VAN GISTEREN IN HET EVOLUON (01/01/2023)
278. EEN STEEN IN DE MUUR; BAKSTEEN | BRICK IN AMERSFOORT (11/12/2022)

De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt altijd op zondag. Maar ook weer niet op elke zondag.


 

 

Voor aflevering 284 van dit vaak aan tentoonstellingen gewijde blog bezocht ik de expositie ‘De Bentvueghels. Een berucht kunstgenootschap in Rome’, in Centraal Museum Utrecht. De ruim een eeuw oude hoofdvleugel van het Centraal Museum is gesloten voor renovatie; de vaste collectie is momenteel niet te zien. Maar het museum pakt dit voorjaar groots uit met deze zeer uitgebreide tentoonstelling, met meer dan 100 schilderijen en tekeningen.

De Bentvueghels vormden een eeuw lang, van 1620 tot 1720, in Rome een kring van schilders die afkomstig waren uit de Nederlanden. Deze expat-kunstenaars waren berucht om hun zeer ruim met drank besprenkelde en tot diep in de nacht doorgaande feesten. Maar schilderen konden en deden ze ook, anders zou deze tentoonstelling niet gehouden zijn en was dit FHM’etje niet geschreven.

Rome was een populaire bestemming voor kunstenaars uit de Lage Landen. Het bestuderen en afbeelden van kunst- en bouwwerken uit de klassieke tijd was onder hen even geliefd als het vastleggen van idyllische Italiaanse heuvelen. Tientallen ‘italianiserende’ landschappen zijn hier te zien, met groepjes herders en andere voorbijgangers.

Vanwaar Bentvueghels? Een bent was – en is nog steeds, al is het woord wat in onbruik geraakt – een groep kunstenaars. En ze waren kleurrijke vueghels (vogels) van diverse pluimage. Zij vormden een hechte club van concullega’s en vooral vrienden die in nood nooit vergeefs een beroep deden op hun bentgenoten. De rijkere leden ondersteunden de armen.

Een aspirant lid moest een soort ontgroeningsritueel (zie *2) ondergaan alvorens hij geaccepteerd werd. Hij kreeg een ‘alias’ toegewezen, een vaak spottende bijnaam, en moest na zijn officiële acceptatie het gelag betalen van de uitgebreide slemppartij die op de plechtigheid volgde.

Bij die aliassen werd bodyshaming niet uit de weg gegaan. Opvallende lichaamskenmerken waren vaak de inspiratiebron zo’n bijnaam. Zo kreeg Jan Asselijn (1610-1652) de alias: Krabbetje. Hij had een geschroeide hand met kromme vingers waarmee hij nauwelijks een palet kon vasthouden. Jacob de Heusch (1656-1701) moest genoegen nemen met de alias: Afdruk. Hij kopieerde vaak het werk van zijn vader, blijkbaar een creatievere schilder dan hijzelf.

Gelt Genoegh en Fortuin waren vermoedelijk de mecenassen van de Bentvueghels en Uitstel zal dan wel continu op zwart zaad gezeten hebben. Moers Cont is ook wel een intrigerende naam: moederskindje of motherfucker? En Biervlieg en Slempop zullen niet gespuugd hebben in de alcoholische traktaties op een ontgroeningsfeestje.

Mijn tentoonstellings-top-5, die deze keer een top-7 is:


*1* (foto boven dit artikel)
Anoniem, tekeningen met portretten van Bentvueghels

 

*2* Anoniem, Inwijding van een Bentvueghel te Rome (1660)

HIER in hoge resolutie op Wikipedia

 Het groentje is, heel toepasselijk, gekleed in het groen en wordt voorgeleid bij de verschrikkelijk streng kijkende ‘veldpaap’ met zijn witte mantel, die de ceremonie leidt. Op de achtergrond zie je een tableau vivant, een levend schilderij met 3 echte mensen die heel lang roerloos moeten staan. Zij stellen Venus, Cupido en Bacchus voor.

 

*3* Antoine Goubau (1616-1698), De studie van de kunst in Rome (fragment)

Ik heb maar een fragment uit dit grote schilderij op de foto gezet. Het hele werk is ook alweer te vinden op de Wiki.

Goubau (afkomstig uit Lille en zelf geen lid van de Bentvueghels), zet twee groepen kunstenaars tegenover elkaar: de brassers op het fragment hierboven, en de serieuze werkers. De laatsten, rechts op het schilderij, zitten aan de voet van een tempel naarstig te tekenen en te boetseren.

*4* Rembrandt van Rijn, Portret van Jan Asselijn, alias Krabbetje (ca. 1647)

Ook Rembrandt was geen Bentvueghel; sterker nog: hij is nooit in Italië geweest. Is hij überhaupt wel eens in het buitenland geweest?

 

*5* Honigh, alias den Lossembruÿ, Stilleven (1672)

Een klauw van… ja, van wat?; schelpen, drinkgerei, een fluit, een boek met een liefdesverhaal…

Adriaen Honigh, Honing, Honig of Honinck (1643–na 1685) had als alias: Lossenbruy of Lossembruÿ De betekenis van die alias is onbekend, volgens de toelichting bij de tentoonstelling.

Nee, Lossenbruy of Lossembruÿ staat niet in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, ’s werelds dikste dictionaire. Maar ik zou het, met hetzelfde WNT in de hand, vertalen met Rommelkont, van los (dat o.a. losbandig, lichtzinnig betekent), en brui (o.a. rommeltje, boeltje). Zijn stilleven: wat bijeengeraapte voorwerpen zonder duidelijke samenhang of symboliek, onderschrijft mijn lezing wel.

 

*6* Jan Both (1615-1652), alias onbekend, Italiaans landschap met de Ponte Molle (1650-1652)
HIER op Museum /nl\

Dit is zo’n Italianiserend landschap. De Ponte Molle over de Tiber, ofwel de Milvische brug, lag vroeger aan de rand van Rome, en nu er midden in de stad. Het is anno 2023 een voetgangersbrug, en heeft een paar keer een rol gespeeld in de Romeinse geschiedenis. In het jaar 63 werd er een opstandeling in de kraag gevat, die een staatsgreep in de zin had. En in 312 bekeerde keizer Constantijn zich er tot het Christendom en won er meteen een belangrijke veldslag. Het was het eind van de christenvervolgingen - en op termijn ook dat van het Romeinse Rijk.

Dat heb ik meegenomen van een tentoonstelling in Amsterdam in 2016, beschreven in deel 213 van deze reeks. Die tentoonstelling lag me zwaar op de maag, in tegenstelling tot die van vandaag. Niets mooier dan, terwijl buiten een gure noordenwind blaast, hier te kijken naar door een mild zonnetje beschenen Italiaans landschap.

Maar ongedurig als ik ben, bekruipt me na het 30ste of 40ste italianiserende doek sluipend het oneerbiedige gevoel dat ik ze nu wel gezien heb. Maar deze is dan nog wel de moeite waard:

 

*7*
Jan van Bijlert, alias Aeneas (1597 of 1598 /  1671), Portretten van de collecterende disgenoten ven het Sint Jobsgasthuis te Utrecht

Het Sint Jobsgasthuis stond aan de Vleutenseweg, even buiten de Catharijnepoort, en die stond ongeveer waar nu Media Markt is; je kunt je moeilijk voorstellen hoe het was als je het huidige Utrecht kent.

Rond 1500 was het Sint Jobsgasthuis een tehuis voor syfilislijders, maar in de tijd dat van Bijlert de bewoners schilderde, een oudemannenhuis. Die moesten de kost verdienen met bedelen. En daar zijn ze hier mee bezig, onder leiding van de huismeester rechts.

Wat een prachtige koppen! Maar van Bijlert, alias Aeneas, kon bij het schilderen zijn Italiaanse periode niet helemaal vergeten. De achtergrond is eerder Italianiserend dan Utrechtiserend, en die heuvel zul je beslist vergeefs zoeken aan de Vleutenseweg.

De Bentvueghels zijn goed vertegenwoordigd op de Wikipedia, want ook DEZE staat erop.


Aan alles komt een eind. In 1720 verbood paus Clemens XI nachtelijke uitspattingen, anders dan tijdens carnaval. En toen was de lol er wel vanaf voor de Bentvueghels, van wie we daarna niet veel meer gehoord hebben. De tentoonstelling over hen loopt nog tot/met zondag 4 juni 2023.  

FHM
12 maart 2023
Er geweest: woensdag 8 maart 2023

VOLGENDE AFLEVERING: ‘JIJ KRIJGT NARCOSE, KNAAP!’, OFWEL: HET ROESJE (26/03/2023)

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2023