LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
281a CHATTEN MET CHAT-GPT (1)
(29/01/2023)
281b CHATTEN
MET CHAT-GPT (2) - EEN BLOGGER UIT LEIDEN
(05/02/3023)
280. DE
MACHINE AAN DE MACHT?
BRAINPOWER IN
MUSEUM BOERHAAVE (08/01/2023)
279. 'RETROFUTURE',
DE TOEKOMST VAN GISTEREN IN HET EVOLUON (01/01/2023)
278. EEN
STEEN IN DE MUUR; BAKSTEEN | BRICK IN
AMERSFOORT (11/12/2022)
277. SCHILDERIJEN
OP SCHILDERIJEN; 'SCHONE
KUNSTEN' IN ANTWERPEN HEROPEND (20/11/2022)
276. HORROR-TANDARTS;
HET VERVOLG
(23/10/2022)
De
rubriek FHM's A-viertjes
verschijnt altijd op
zondag. Maar ook weer niet op elke zondag.
Zeg Drents Museum, en ik zeg: veenlijken. Mummies uit het
veen, het Meisje van Yde, die eenmalige verkiezing van Miss Veenlijk 1994,
waarover ik het al vaker gehad heb.
Maar ik zeg ook: Italië. De laatste keer dat ik de reis
ondernam naar dit altijd verrassende museum in Assen, liep er de
schilderijententoonstelling ‘Sprezzatura’, met kunst uit de tijd van de
Italiaanse eenwording. Die expositie was er in de zomer van 2019, in een ander
tijdperk, in een andere wereld...
Deze winter is Italië opnieuw het onderwerp van een
tentoonstelling in het Drents Museum. Deze keer gaan we terug in de tijd naar
het Pompeï en Herculaneum van voor de uitbarsting van de Vesuvius. Die vond
plaats in oktober van het jaar 79 A.D.. Bij de ramp verloren circa 10.000
mensen het leven. De lava, de gloeiende as, de stenenregen en de wolken van
giftig gas veegden de welvarende stad Pompeï en het dito dorp Herculaneum in 36
uur tijd compleet van de kaart.
Maar daarmee kwamen beide plaatsen uiteindelijk wel te staan
op de kunsthistorische en toeristische wereldkaart. Ze waren goed geconserveerd
gebleven onder die laag as en lava. In de oudheid raakten de stad en het dorp na
de ramp snel in vergetelheid. Pas in de 18e eeuw zijn ze door archeologen weer
aan de oppervlakte gebracht.
Tegenwoordig staat Pompeï op de Werelderfgoedlijst van
Unesco en trekt het 2,5 miljoen bezoekers per jaar. In de gereconstrueerde stad
kunnen zij een indruk krijgen van het dagelijkse leven, zoals dat reilde en
zeilde tot die fatale oktoberdag in het jaar 79.
Dat dagelijks leven is niet zozeer het onderwerp van de
tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid’. Het draait vooral om de
kunstvoorwerpen waarmee de inwoners van Pompeï en Herculaneum zich omringden.
In beide plaatsen, gelegen aan de Golf van Napels, woonden
veel rijke Romeinen die de drukke miljoenstad Rome ingeruild hadden voor de
landelijke streken rond de Vesuvius. Huizen en tuinen van welvarende burgers
stonden vol met kunst. En de arme drommels die in een schamel hutje woonden
(die zullen er vast ook wel geweest zijn in Pompeï), konden zich verlustigen
aan de vele standbeelden in de openbare ruimte; het kón allemaal niet op.
Zo’n tentoonstelling moet vanzelfsprekend een rode draad
hebben, en meer zijn dan een uitstalling van voorwerpen uit musea uit het land
van herkomst. De bezoekers worden uitgedaagd, te reflecteren over de
verschillen en overeenkomsten tussen onze huidige opvattingen over schoonheid
en die van de Romeinen.
De laatsten hadden daarover nogal onwrikbare, absolute ideeën.
Schoonheid lag voor hen niet in het oog van de beschouwer. Schoonheid was vooral
een geesteshouding. Mensen met een mooi karakter verrichtten mooie daden en produceerden
en waardeerden mooie kunst. De ideale verhoudingen, de gulden snede, de theorieën
van de architect Vitruvius, het Griekse adagium ‘kalos k’agathos’: knap en
nobel, in één adem genoemd, als ideaal; je vertelt er een (gesjeesde)
gymnasiast niets nieuws over.
Maar klopt dit beeld nou wel? Heb ik de spreuk ‘De gustibus
non est disputandum’ (Over smaak valt niet te twisten) ooit niet voorgeschoteld
gekregen als voorbeeldzin voor de werkwoordvorm: gerundivum? Maar als ik het
nasla, blijkt dat geen klassiek Romeins spreekwoord geweest te zijn, maar
middeleeuws potjeslatijn.
Oude Romeinen zouden het een absurde gedachte
vinden om te
twisten over schoonheid. Laat ik dat dan ook niet doen, en mijn
traditionele
tentoonstellings-top-6 presenteren: de topstukken, naar mijn smaak. Zie
voor de nrs 1 t/m 3 de afbeelding boven dit stukje.
*1*. Het kon niet op, zei ik daarnet al. Tafelpoten van
marmer, en nog fraai gedecoreerd ook met een vrouwenportret. Wie het is, is
niet bekend, maar ik denk: gewoon de vrouw des huizes. Romeinen lieten zichzelf
graag portretteren; zie nummer 4.
*2* Deze scene uit de mythologie is, net als vele andere
beelden op deze tentoonstelling, afkomstig uit de weelderige tuin van een ‘Pompeïer’
(zal ik maar zeggen; ook daar kan over getwist worden, hoe een inwoner van Pompeï heet). Waarschijnlijk beeldt dit
beeld het noodlot uit van de jager Actaeon. Hij zag de jachtgodin Diana naakt
baden in het bos. Voor straf veranderde de godin, die een wel erg kort lontje had,
de jager in een hert. Dat werd vervolgens door Actaeons eigen jachthonden
aangevallen en verscheurd. Een erg expressief beeld.
*3* Ook in de oudheid begon het schoonheidsideaal op een gegeven moment te verschuiven – wat het narratief van de tentoonstelling wel enigszins onderuit haalt. Keizer Augustus (63 v.C.- 14 A.D.) liet zich op standbeelden, tot het einde toe van zijn 77 jaar lange leven, afbeelden als de knappe Adonis die hij misschien nooit geweest was. Maar zijn verre opvolger Vespasianus (9-79 A.D.) op de foto hierboven had blijkbaar een grove, plompe kop waarvoor hij zich niet schaamde. Hij wilde voor het volk wat minder op een voetstuk staan en er heel bescheiden onder blijven, onder zijn keizerschap.
*4* De tuin van een Romeinse
villa, en het atrium (de voorste kamer van het huis) behoorden min of meer tot
de openbare ruimte, en visite was er zonder uitnodiging welkom. Daaruit blijkt
dan wel dat de Romeinen in sommige opzichten toch wel wat anders in elkaar staken
dan wij. In een Vinex-wijk zou je toch raar opkijken als Jan Rap en z’n maat vrijelijk
in je tuin en voorkamer konden rondbanjeren. En de hele buurt zou zijn
afkeuring uitspreken over dat gigantische beeld van de huiseigenaar voor het
raam, met zijn ongelooflijk arrogante snuit; wat een verbeelding, die man!
*5* Dit is wel het hoogtepunt van ‘Sterven in schoonheid’,
ik geloof dat daarover door niemand getwist wordt. Nee, het is geen godenpaar
dat op dit fresco staat afgebeeld, en ook niet een keizer en zijn eega, maar
gewoon maar een bakker en een bakkersvrouw.
Ja, een meesterbakker misschien, want je moest wel een paar sestertiën
hebben om zo’n prachtig dubbelportret te kunnen laten vervaardigen. Hij heette
Terentius Neo. Was hij de Robèrt van Beckhoven van zijn dagen, een wijd en zijd
befaamde patissier? En heeft hij dat brood gebakken dat op plaatje *6* staat? Nee,
dat niet; Neo woonde in Pompeï en dat brood is gevonden in Herculaneum.
*6* Dat brood raakt me nog het meest op de tentoonstelling,
die voor wat mij betreft zelf na een uurtje wel een beetje in schoonheid begint
te sterven. Niet alles spreekt me aan, en met al die schoonheid en het
gefilosofeer erover blijft de expositie toch wel aan de buitenkant van het
leven dat de Pompeïers leidden tot die fatale dag.
Dat brood ontroert me nou juist wel, hoewel het niet eens
een kunstvoorwerp is. Of juist daardoor. Het is een doodgewoon brood. Als
materiaal staat opgegeven: ‘verbrand deeg’; tsja…
Het stond die dag op tafel van een gezin dat eromheen
geschaard zat voor de lunch. Het was nog warm, het verspreidde een hongerverwekkende
geur (ik moet me iets vóórstellen bij dit soort dingen).
En dan is het ineens afgelopen: de Vesuvius barst uit. Het
brood wordt ten tweeden male gebakken, en wordt 1800 jaar later opgedolven door
een archeoloog.
Voor het broodnodige contrast, waaraan ik vaak behoefte heb,
begeef ik me nu naar de afdeling veenlijken in het museum. Hoewel, contrast? Ook
die mensen zijn ooit gestorven (zij het niet in schoonheid), geconserveerd in
de bodem en daaruit opgegraven.
Ik vraag me de hele middag al af, of de Vesuvius nog een
keer net zo hevig zou kunnen uitbarsten als in 79. Ik ga even zitten om het op
te googelen. Jazeker: het is, net als het ontploffen van de ster Betelgeuze,
geen kwestie van óf, maar van wanneer. Het kan volgende maand gebeuren of over 10.000
jaar.
En een andere vraag: is Pompeï bereikbaar per Interrail? Ik kijk
op de Interrail-app, die nog steeds op mijn telefoon staat van afgelopen
zomer. Ja hoor, 2 uur treinen vanaf Roma Termini. Pompeï is, behalve een
archeologisch monument, ook gewoon een modern stadje.
Zal ik hem op de bucketlist zetten?
FHM
19 februari 2023
Er geweest (in Assen, nog niet in Pompeï): zondag 22 januari 2023
PS: ‘Sterven in schoonheid’ is nog te zien tot/met zondag 26
maart 2023. Ondanks wat stekelige opmerkingen mijnerzijds is het echt wel de
moeite waard, en misschien zelfs een aardig alternatief als je bot hebt
gevangen voor de uitverkochte Vermeer-tentoonstelling in het Rijks.