LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
284. ITALIANISEREND; DE BENTVUEGHELS VAN ROME (12/03/2023)
283. GRIETMANNEN, EEN GRENSLEEUW EN VERDER
VAN ALLES WAT; MUSEUM HEERENVEEN (26/02/2023)
282. 'VERBRAND
DEEG'; STERVEN IN SCHOONHEID IN
POMPEI EN ASSEN (19/02/2023)
281a CHATTEN
MET CHAT-GPT (1)
(29/01/2023)
281b CHATTEN
MET CHAT-GPT (2) - EEN BLOGGER UIT LEIDEN
(05/02/3023)
280. DE
MACHINE AAN DE MACHT?
BRAINPOWER IN
MUSEUM BOERHAAVE (08/01/2023)
279. 'RETROFUTURE',
DE TOEKOMST VAN GISTEREN IN HET EVOLUON (01/01/2023)
De
rubriek FHM's A-viertjes
verschijnt altijd op
zondag. Maar ook weer niet op elke zondag.
Eigenlijk had ik – maar je hebt het niet voor het kiezen – veel
liever een blindedarmontsteking gehad. Dan word je in allerijl naar het
ziekenhuis getransporteerd en lig je al op de operatietafel voordat je de kans
hebt gekregen om je er zorgen over te maken. Maar heb je een kwaal waaraan patiënten
doorgaans niet overlijden, dan beland je op een wachtlijst van om en nabij een
jaar voor de operatie die je er hopelijk vanaf helpt.
Bij mij is dat het geval. Ik heb in mijn kolommen al eens
aangestipt, zonder het echt helemaal tot in detail uit te diepen, dat ik op de
nominatie sta voor een prostaatoperatie. En dat ik al 15 maanden met een blaaskatheter
loop, al vermeld ik dat niet in ieder verhaal dat ik schrijf. En al die tijd zie
ik tegen die operatie op als tegen een berg.
Het komt mede door
gebrek aan ziekenhuisroutine. Mijn oma ging er prat op dat zij in haar leven al
wel 11 keer geopereerd was. ‘Of 12 keer; ik ben de tel kwijt geraakt’. Dan gaat
het op den duur wel wennen, denk ik. Maar míjn enige operatie onder narcose tot
nu toe heeft plaatsgevonden toen ik net 5 was. We schreven 1961 en het betrof: amandelen.
De plaats van handeling: een kliniek aan de De La Reyweg in
Den Haag. Volgens Google was dat een kraamkliniek waar duizenden Hagenaartjes geboren
zijn. Dat ze er ook kinderen van amandelen verlosten, naast moeders van baby’s,
dat stond er niet bij. Maar dat zal toch wel zo geweest zijn. Dit soort herinneringen van mij kloppen meestal
wel.
Over amandelen knippen heb ik later wel eens horrorverhalen
gehoord van mensen die ouder waren dan ik. In de jaren 40 en 50 werden kinderen
er totaal niet op voorbereid. Hun moeder lokte ze onder valse voorwendselen mee
naar het ziekenhuis. ‘Loop maar met de zuster mee, dan krijg je een lekker
ijsje van haar’.
Eenmaal binnen werd zo’n kind vastgebonden op een stoel, het
moest de kaken opensperren en dan werden de amandelen zonder verdoving
verwijderd met een tang: KNIP, KNIP! Het kind was voor de rest van zijn of haar
leven getraumatiseerd, en had het vertrouwen in volwassenen geheel verloren.
In de verlichte 60’s ging dat echt anders: pedagogisch
verantwoord. Mijn moeder en ik bezochten een dag voor de operatie de KNO-arts
voor een voorgesprek. De dokter, dokter Kuilman heette hij, zag er vreeswekkend
uit, met een felle lamp op zijn voorhoofd. Hij deed zijn best om aardig over te
komen, en gaf me een geïllustreerd boekje waarin alles over het amandelen
knippen werd uitgelegd.
Thuis las ik het, met een bekommerd hart. Het ging over een
jongetje, ongeveer zo oud als ik, die net als ik aan de amandeloperatie moest geloven.
Het jongetje vroeg of dat dan geen pijn zou doen. Maar daarvan was geen sprake,
zei de arts: ‘Jij krijgt narcose, knaap!’
Ik vond dat een nogal onheilspellend zinnetje. Wat was
narcose nou weer? Het jongetje in het boekje kreeg een kapje op waardoor hij in
slaap gebracht werd, zodat hij helemaal niets voelde van de amandelknipperij.
Na het wakker worden had hij wel wat pijn en wat bloed. Maar de dagen daarop mocht
hij elke dag ijsjes eten, en daardoor ging het heel snel over.
Een prettig vooruitzicht, nietwaar? Maar toen we de volgende
ochtend in die grauwe, sombere kliniek in de wachtkamer zaten, en de zuster me
kwam halen, sloeg me ineens de paniek om het hart. Vliegensvlug dook ik onder de
tafel. Met zachte dwang voerde de zuster me door hoge gangen en door klapdeuren
mee naar de operatiekamer, waar die dokter met die enge lamp op zijn voorhoofd
me al stond op te wachten. Een decor uit een nachtmerrie; vreemde mensen erbij,
een tafel, felle lichten…
Ik kreeg een kapje op met vies ruikende gassen. Dit had een merkwaardig
effect op de omgeving. De kamer vulde zich met het soort sneeuw dat je zag op
de tv als de programma’s afgelopen waren. De vloer begon hevig op en neer te
schudden, de ramen namen heel vreemde vormen aan en een man met een nare, doffe
grafstem zei op spottende toon: ‘Ze wilden vanmiddag gaan wandelen, maar daar
zal wel niets van terecht komen.’ Waar die zin vandaan kwam, heb ik nooit
begrepen; zei iemand in de operatiezaal dat, of droomde ik het maar?
De La Reyweg 297 in Den Haag, de v/m kraamkliniek. Hier moet
het dan gebeurd zijn. De foto is van 2023, al lijkt hij van 1961.
Toen ik bijkwam, was er pijn en bloed, precies zoals ik in
het boekje had gelezen, en stond mijn moeder over me heen gebogen. ‘Ik bloed
helemaal leeg’, huilde ik, ‘ik word zo plat als een dubbeltje!’ Op mijn 5e was
ik al sterk in rampenscenario’s. ‘Ssjt, Fransje’, zei mijn moeder, ‘je mag niet
praten hoor, heeft de dokter gezegd, alleen maar fluisteren’.
Een paar uur na de operatie mocht ik al naar huis; we gingen
met een taxi, en ik lag de rest van de dag voor pampus in bed. In de loop van
de middag kreeg ik nog een soort bloedspuwing; mijn pyjama helemaal ónder.
Daarna was het ergste leed wel geleden. De dagen
daarna knapte
ik zienderogen op, mede door de ijsjes die mijn moeder bleef aandragen
(de wafeltjes hield ze tot mijn teleurstelling achter; de eerste
dagen mocht ik geen
vast voedsel gebruiken).
In de maanden voor het amandelknippen was ik een kwakkelend wezentje
geweest, altijd ziek of onderweg, onophoudelijk hoestend en snotterend, en met een
totaal gebrek aan eetlust. De maanden daarna groeide ik toch nog uit tot de
gezonde Hollandse jongen die ouders zo graag zien.
Toch moet ik, ondanks de pedagogisch verantwoorde
voorbereiding en de goede afloop, een piepklein traumaatje overgehouden hebben
aan het avontuur. Toen vorig jaar het woord ‘opereren’ viel bij de uroloog, veranderde
ik ogenblikkelijk weer in dat bange jongetje van 5. En iedere keer als ik aan
die operatie denk, zie ik de scenes die hierboven beschreven staan, weer in
detail voor me; de hele film wordt meteen weer gestart.
Zulke gedetailleerde beelden, terwijl de meeste mensen zich
de tijd dat ze 5 waren, niet of nauwelijks meer herinneren! Ik vind het zelf
volkomen belachelijk, op het ziekelijke af. ‘Verman je eens even een beetje,
zeg’, zeg ik streng tot mezelf, ‘Je bent geen 5 meer. Je bent goddomme 66.
Gedraag je nou eindelijk eens een keertje als een volwassen vent! Wou je soms
weer onder de tafel kruipen?’
De operatie vindt plaats 6 weken na nu. Vorige maand was ik op
gesprek bij de afdeling anesthesie. ‘Hoe gaat dat nou tegenwoordig precies in
zijn werk, zo’n narcose?’, vroeg ik angstig. Maar narcose is helemaal niet aan
de orde. ‘Deze operatie gaat eigenlijk vrijwel altijd onder plaatselijke
verdoving’, legde de arts uit, ‘een rugprik’. Met een blik op de totale
ontreddering die ik uitstraalde, voegde zij eraan toe: ‘Als u dat prettig
vindt, kunnen wij u wel een roesje geven.’
‘Is dat iets anders dan narcose?’, vroeg ik benepen. Ja, het
sedatiemiddel, zoals het officieel heet, wordt toegediend via een infuus. Het bewerkstelligt
dat ik gedurende de hele operatie ga verkeren in een sluimertoestand, waardoor ik
vrijwel niets van het gebeuren meekrijg. En nadien kan ik meteen gewekt worden,
anders dan bij algehele anesthesie, en zijn er minder nabezwaren.
Nou, ‘roesje’ klinkt me wel aangenamer in de oren dan ‘Jij
krijgt narcose, knaap grijsaard’. Ik koos het roesje. Ik ben benieuwd. Maar
om te zeggen dat ik nu reikhalzend naar die operatie uitkijk, nee.
FHM
26 maart 2023
VOLGENDE AFLEVERING: DICHTER BIJ VERMEER (MAAR NIET TE DICHT) (23/04/2023)
Na de ingreep, en bijgekomen uit het ‘roesje’, nog een
beetje zielig kijkend. Deze foto verstuurde ik naar mijn WhatsApps-contacten. Van
meerdere kanten bereikten me complimenten over mijn outfit. ‘Wat een mooie
pyjama heb je aan!’ klinkt ook aardiger dan ‘Je ziet eruit als een opgewarmd lijk’,
wat ik zelf denk als ik die foto terugzie.
Dat jasje had ik niet zelf uitgekozen. Het is ook geen
pyjama maar een – inderdaad heel erg stijlvol – operatiehemd. Het sluit van
achteren, net als een dwangbuis. Je hebt er niets onder aan, behalve een
papieren onderbroek. Zo schaars gekleed, word je onder de dekens van de
ziekenzaal naar de operatiekamer gereden. In een labyrint van lange gangen zie
je de lampen aan het plafond voorbij glijden. Deuren met ‘Streng verboden
toegang’ klappen voor je open; je betreedt een andere wereld binnen de eigen
wereld die het ziekenhuis al is.
En daarmee zijn we weer terug bij het ‘roesje’ De lezer
brandt vermoedelijk al een poos van nieuwsgierigheid hoe ik mijn
prostaatoperatie, en daarmee het ‘roesje’ ervaren heb (zie het FHM’etje
hierboven). Wie is er niet dol op causerieën over nare, vieze, beschamende
ziektes en enge, akelige, pijnlijke medische ingrepen?
Over mijn ervaringen tijdens het roesje
(officieel: sedatie)
kan ik heel erg kort zijn: je merkt er niets van, dus een ervaring kun
je het niet eens noemen. Over alles wat je tijdens zo’n sedatie
ondergaat, kun je
achteraf Rutte citeren: ‘Ik heb er geen
actieve herinnering aan’. Je hebt het allemaal meegemaakt, maar eigenlijk ook
weer niet. Sommige mensen gaan onder sedatie complete wartaal uitslaan. Maar
dat weten ze dan naderhand zelf niet, en de chirurgen vertellen het ook niet,
en luisteren er trouwens helemaal niet naar; ze hebben wel iets beters te doen.
Hoe verloopt sedatie? Ik arriveerde rond 14:15 uur op de
operatiezaal en even later zei iemand tegen me: ‘We gaan u nu het sedatiemiddel
toedienen’. Het volgende moment lag ik al op de uitslaapkamer en zag een klok
die halfvijf wees. Halfvijf in de nacht, dacht ik onlogisch; heeft die operatie
14 uur geduurd? Hoe kan dat nou? Iemand zei me dat de operatie helemaal
geslaagd was. Een hele geruststelling. Maar waarom was het nachtwerk geworden? Ach
nee, het was natuurlijk gewoon 16:30 in de middag.
Dit is wel tekenend voor mijn staat van bewustzijn in de 48
uur na dat roesje. Tenminste, ik hoop dat het niet langer dan 48 uur duurt. Zo lang
is het geleden op de donderdagmiddag dat ik deze woorden tik.
Ik weet waar ik ben en wat er gebeurd is, maar kan toch niet
helemaal coherent denken. Ik merk dat ik nog verstrooider ben dan normaal, en
ook nog vergeetachtig op de koop toe. Iemand die ik via de telefoon sprak, vond
me mistig en wazig. Een vriend zei dat mijn appjes wel geschreven leken te zijn
door een ander. Dit FHM’etje zou wel eens aan hetzelfde euvel kunnen lijden.
Volgens mij is dat ook zo, al kan ik er zelf de vinger niet op leggen, maar dat
zegt misschien al genoeg. Ook geen erg heldere mededeling.
Wel had ik in het ziekenhuis mijn fatale gevoel voor humor
behouden. Op de verpleegafdeling lag een man die bezoek kreeg van zijn dochter
en een kleinzoontje van een jaar of 10. De patiënt praatte het hele bezoekuur
vol met uiteenzettingen over zijn blaasecho’s, -krampen en -katheters. De
kleinzoon keek wat bevreemd en ontheemd in het rond; een zaal vol ouwe kerels die
plasproblemen hadden en daar niet over zwegen. Om het ijs te breken, zei ik
tegen de jongen: ‘Dit is het enige stukje van de stad waar je de hele dag over
pies mag praten’. Het stelde hem helemaal niet gerust, zag ik, maar hij lachte
flauwtjes.
Het is niet voor niets dat je na een roesje 1 of 2 dagen lang
geen auto mag besturen, geen ingewikkelde apparaten mag bedienen en geen
ingrijpende levensbeslissingen mag nemen. Onderteken geen notariële aktes, staat
er in de raadgevingen die de patiënt van te voren krijgt, koop geen huis! Alsof
je daar zin in zou hebben op de dag na een operatie…
Ondertussen genas ik opvallend voorspoedig. Al op de dag na
de ingreep werd ik bevrijd van de blaaskatheter, waarmee ik de afgelopen 16
maanden toch nog aardig uit de voeten heb gekund, voldoende om nog een ruime
jaargang aan reisverhalen te schrijven. Nog dezelfde avond werd ik ontslagen.
Ik had nog geen 36 uur doorgebracht in het ziekenhuis, maar het leek wel een
week. De tijd lijkt er trager te verlopen.
Die ingreep: ik had er als een berg tegenop gezien, maar hij
is me uiteindelijk nog heel erg meegevallen. Maar nu doemt een nieuwe fase op,
die ook niet te onderschatten valt: de zindelijkheidstraining, zoals ik het
noem. Ik kreeg van de afdeling Urologie een kennismakingspakket mee met
‘inleggers’ met absorptiefactor 7. ‘Inlegger’ is dan een eufemisme voor een
soort luier. Zoals onder urologen ‘rosé’ een eufemisme is voor wat bloed in de urine,
waardoor die de kleur aanneemt tot wijn van die naam.
Na plasproblemen en bijna anderhalf jaar blaaskatheter moet
ik mijn blaas opnieuw trainen en, hoe raar het ook klinkt, bijna opnieuw leren
plassen. Het is moeilijk te voorspellen, hoe lang dat duurt. De een doet daar
een week over, de ander een jaar.
Ik denk dat ik daar verder niet al te veel in detail over ga
schrijven. Hoe snel ik de draad van mijn Thuispagina weer kan oppakken; ik durf
het niet te zeggen. Ik doe mijn best…
FHM
14 mei 2023
288. TRAAG HERSTEL (11/06/2023)