Jaargang 5 Aflevering 11 VRIJDAG 21 JUNI 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Column Foetsjeboll Ik weet niet of jullie er net zo over denken als ik. Het zou me verbazen, want voor zover ik kan overzien, zitten er onder de lezers van deze pagina weinig liefhebbers van de sport die in Engeland soccer, en in Italië calcio (rekenkunde?) heet, en in Brazilië wordt uitgesproken als foetsjeboll. Maar ik vind dit oranje-loze WK een verademing. Leuk voetbal, tot dusverre, vrij veel doelpunten, een snelle aftocht van arrogante naties als Frankrijk, Argentinië en Italië, en succes voor een paar sympathieke kleintjes als Turkije en Senegal. Een bijkomend voordeel van Hollands afwezigheid: als je je van het TV-scherm losscheurt en een eindje gaat fietsen, rijd je nu door woonwijken zonder al die ellendige oranje vlaggetjes en guirlandes. Het gezanik van “wij hadden er eigenlijk bij moeten zijn” is gelukkig verstomd, nu Portugal en Ierland al vóór de kwartfinales gesneuveld zijn. Wij hebben in de kwalificatiereeks verloren van de tweede garnituur, en behoren zelf dus hooguit tot de derde; laten we een beetje bescheidenheid betrachten! Nee, de enige Nederlander die straks tevreden mag omkijken, is Guus Hiddink. Na de eerste ronde werd hij al gebombardeerd tot eredoctor in de voetbalkunde; na de achtste finale tot halfgod en incarnatie van een 17e eeuwse samoerai. Als hij nog een ronde overleeft (op het moment dat ik dit schrijf, is die wedstrijd nog niet gespeeld) wordt hij uitgeroepen tot de Zuid-Koreaanse versie van Onze Lieve Here; ik had het hem vier jaar geleden niet gegeven, toen hij coach van Holland was. Een WK heeft altijd “momenten”; beelden die je zou kunnen onthouden: het dansje van Senegal na de openingsgoal tegen Frankrijk, die vinnige scheidsrechter die een tennisarm overhield van in anderhalf uur 16 keer de gele kaart trekken (ruk!, met zo’n triomfantelijk gebaar, en zo’n felle, zelfvoldane blik in de ogen; en vervolgens nog eens ‘ruk!’; lekker de rode er achteraan), en die fenomenale, getergde beuk van Trapattoni op het plexiglas van zijn dug-out, toen bleek dat zijn rekenploeg buiten de grensrechter gerekend had, en naar beneden was afgerond. Je kunt niet altijd geluk hebben en met afbraakvoetbal de WK winnen. Toch, mijn enthousiasme ten spijt, weet ik nu al, dat ik me op oudejaarsdag geen zier van dit WK meer zal herinneren; hooguit de winnaar, en het feit dat ik dit stukje gescherven heb, want schrijven onthoudt beter dan TV-kijken. Het is opmerkelijk: voetbalwedstrijden uit mijn kindertijd staan me duidelijker voor ogen dan die van verleden jaar. Van de finale van 1998 weet ik alleen nog dat Frankrijk hem met 3-0 won van Brazilië, en Zinadine Zidane de held was. Verder weet ik niets meer van dat hele toernooi; zelfs wanneer en door wie Holland is uitgeschakeld, kan ik me niet meer te binnen brengen. Maar die van 1970: levende beelden! Wij zaten in een bungalow in een vakantieverblijf op de Veluwe, en hadden daar geen televisie, maar de belangrijkste wedstrijden kon je zien in de kantine. Op een zondagavond liepen we erheen voor de finale Brazilië-Italië: mijn kleine broertje en ik in het gezelschap van opa, die ooit het doel verdedigd had van de Apeldoornse Geheelonthouders Voetbal Vereniging, en dus een kenner was. Met tweehonderd man (en weinig vrouw, inderdaad) in een rokerige zaal, waar een piepklein TV-tje stond. Je moest wel op tijd zijn; achteraan zag je weinig. Iedereen was voor Brazilië, behalve die ene Italiaanse gastarbeider die stilletjes weggedoken half achter een pilaar zat. Als Brazilië scoorde, en dat gebeurde vier keer die avond, veerde iedereen schreeuwend en joelend overeind, met uitzondering van opa, die dat beneden zijn waardigheid van neutraal deskundige achtte - en toch al niet zo uitbundig was. Wel had hij een verfijnde glimlach om de lippen, als een connaisseur die iets heel moois proeft. Het waren schitterende doelpunten. Nog zie ik Jairzinho, toen hij na zijn 3-1 op de grond neerzeeg, en een kruisje sloeg. We wisten exact wat oma zou zeggen bij onze terugkeer in de bungalow: “Zo, zijn jullie daar? Wat vinden jullie er toch aan, aan dat smerige voetbal?”, gevolgd door: “jullie stinken een uur in de wind naar die rotrook”. Maar wij hadden een heerlijke avond gehad, mannen onder elkaar. De finales van 1974 en 1978; daar wil geen Hollander nog aan herinnerd worden. Daarna begint het wat mij betreft allemaal wat te vervagen. Ik zie die trainer van Italië, dat doodshoofdaapje, Bearzot, in de dug-out zitten, happend naar adem van de spanning of Italië de tweede ronde wel zou halen met drie gelijke spelen, maar welk jaar was dat nou? En “de hand van God”, Maradonna’s onbestrafte hands-goal, was dat bij dezelfde gelegenheid? Toen werd het 1990. Een vreselijk WK, met menige wedstrijd die na 120 minuten nog 0-0 stond, en waarvan je de strafschoppen niet meer zag omdat je al lang in slaap was gevallen. Twee momenten herinner ik me nog, die niets met voetbal te maken hebben. In de eerste plaats Leo Beenhakker, als een leeuw gekooid achter een hek met dikke spijlen, die voor het volk probeerde te verhullen wat iedereen wist, nl. dat er ernstige problemen waren tussen de witte en zwarte spelers van de Nederlandse ploeg. En ten tweede: die prachtige voltreffer van de normaal zo rustige en saaie Frank Rijkaard, die in de achtste finale tegen Duitsland zijn opponent Rudy Völler een hoeveelheid spijsverteringssappen in de nek spuugde, waarvoor een volwassen lama, in de kracht van zijn leven, zich niet zou behoeven te schamen. Het is talloze malen herhaald; in de slow motion zag je die kolossale, langwerpige, spetterende rochel langzaam maar zeker zijn weg zoeken naar het doel, die al te dikke nek van onze oosterbuur. Rijkaard deed het namens het hele Nederlandse volk; Völlers aard en voorkomen vroegen er gewoon om, vonden we. Maar het mág natuurlijk niet; de scheidsrechter stuurde Rijkaard het veld uit (en Völler meteen ook maar; hij hield van opruimen). De wedstrijd, die tot dan toe door Holland gedomineerd was, “kantelde”; Duitsland won en werd later kampioen, in een finale die ik vergeten ben. Na dat WK kantelde ook mijn houding tegenover het voetbalspel. Een mondiale waarvan ik me voornamelijk een fluim herinnerde... Vanaf dat moment beschouwde ik voetbal als zonde van mijn tijd. Je wordt ook zo overvoerd: in de beginfase van dit WK was er soms zes uur voetbal op één dag te zien. Ik zit erbij te lezen, ik zit erbij te praten, ik zit een wedstrijd lang mijmerend naar het beeld te staren en kan me die avond al niet eens meer de uitslag herinneren. Het WK van 2002, hoe mooi ook, vervaagt onherroepelijk; dit stukje blijft. Frans Mensonides
Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. Lees alles over de grote Trappattoni, in het kort verhaal Verdwijntruc, eerder in deze rubriek gepubliceerd in december 2000. Heeft niets met voetbal te maken, feitelijk. |
Pasfoto Frans Mensonides
foto: Wim Scherpenisse Colofon
Deze rubriek verschijnt onregelmatig, maar gemiddeld twee keer per week, en maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Metrofrequentie Geen aandacht aan NS' schot-voor-de-boeg - Do. 20.06.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Justitie worstelt nog steeds met cellentekort Bedoelen ze HERSENcellen?? Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. © 2002, Frans Mensonides, Leiden 25/160/292 |