Jaargang 5 Aflevering 27 ZATERDAG 10 AUGUSTUS 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Column Wimpel-wissel
Ik zat in de tweede klas van de lagere school; we schrijven het schooljaar 1963-1964. Op zekere dag maakte het schoolhoofd, met opgefokt pedagogisch enthousiasme, in alle klassen bekend dat er voortaan iedere maand een wimpel uitgereikt zou worden voor netheid. De klas, waar de kastjes van de leerlingen het netst opgeruimd zouden zijn, won de wimpel. “Kastje” was de gangbare benaming voor de opbergruimte onder het schrijfblad van je tafeltje. Aangezien de wimpel iedere maand bij een andere klas kon belanden, was het een wissel-wimpel. Thuis sprak ik over een wimpel-wissel; ik begreep sommige dingen nog niet zo goed, op de grote school. Voor toekenning van die wimpel-wissel moest er een jury gevormd worden, die na schooltijd de lokalen rond zou gaan om zich een oordeel te vormen over de netheid van de kastjes. Elke klas diende vier juryleden te leveren, had het hoofd gezegd. De juf prikte daartoe lukraak vier namen in haar onderwijzeressen-agenda, en zie!, mijn naam was daarbij. De functie van jurylid, mij door het noodlot toegeworpen, leek me wel aantrekkelijk; als geboren sloddervos zou ik nu een rapportcijfer mogen geven voor de netheid van anderen. Maar er bleek een misverstand in het spel te zijn: er was per klas slechts één jurylid nodig, en geen vier. Wat de juffrouw natuurlijk had moeten doen: opnieuw het lot laten bepalen, wie van de vier uitverkorenen er werkelijk jurylid zou worden. Of de functie laten rouleren, of zoiets. Maar nee, ze besloot nu ineens algemene verkiezingen te houden. Daar één van de vier kandidaat-juryleden het populairste meisje van de klas was, gaf ik mezelf niet veel kans. Inderdaad won zij, met absolute meerderheid. Ik verwierf geen enkele stem; dat je ook op jezelf kunt stemmen, had ik zo gauw niet in de gaten. Het is duidelijk, dat ik niet echt gezien was in die klas. Dat lag bovendien mede aan die juffrouw zelf, want ze had me op de eerste schooldag zo uitvoerig geprezen omdat ik de eerste klas had overgeslagen, dat alle leerlingen ogenblikkelijk de bloedschurft aan me kregen; dat heb ik later pas goed begrepen. Tegen het systeem “meeste stemmen gelden” kon ik niets redelijks inbrengen, maar toch voelde ik me vies gepakt. Ik hoefde nu na schooltijd weliswaar niet de klassen rond om me te verdiepen in kastjes vol uitgekauwde papierproppen, kledderige zakdoeken, uitgespuwd kauwgom, afgevende inktlappen en wat voor smerigs ik er ook in zou aantreffen. Maar dat was slechts een armzalige troost, die ik bovendien nu pas bedenk. Een paar weken geleden schreef ik, in het stukje over het autobiografisch geheugen, dat een mens zijn pijnlijkste stommiteiten en nederlagen het scherpst onthoudt. Het blijkt wel weer, want ik zit dit verhaaltje over een in wezen zeer onbeduidende gebeurtenis te typen met het koude zweet op het voorhoofd. Intussen is er geen enkele reden om larmoyant te doen over mijn lagere schooltijd. Mijn curve kende een klimmende lijn; ik werd het eerste jaar gepest, en de twee, drie daaropvolgende jaren straal genegeerd, maar groeide in de zesde uit tot een algemeen geaccepteerd en soms zelfs gewaardeerd buitenbeentje. Ik denk met plezier aan dat laatste jaar terug, te meer daar ik er niet meer voor hoefde te doen dan gewoonweg mezelf te zijn. In de brugklas, het jaar daarop, was het weer helemaal mis. Ik voel opnieuw een zure terugflits in me opwellen. Bij een populariteitspoll tijdens een klassenavond werd ik uitgeroepen tot populairste jongen van de klas. Mijn tegenspeelster, degene die de titel “populairste meisje” had gekregen, was een zwaar brillend, van tuttige vlechtjes voorzien en op ruime schaal bepukkeld wezentje, met een immer ‘vlaggende’ onderjurk (en ongetwijfeld een in-goede inborst). Ze werd daarom door meer getapte jongens en meisjes beschouwd als sprekend voorbeeld van een trut. Tot overmaat heette ze Marie-Florence. Wij, Marie-Florence en ik, waren het slachtoffer geworden van een wrange grap. Aan de verkiezing was conspiritatief gefluister vooraf gegaan; toen voelde ik al nattigheid. Het zijn van die verhalen, die je als kind niet aan een volwassene vertelt, als je gevraagd wordt of het leuk was. - - - - We keren nog even terug naar de wimpel-wissel. Je zult wel branden van verlangen, te vernemen wie dat ding nu uiteindelijk heeft gewonnen. Dat was de zesde klas; vijf maanden in successie. Toen kwam corruptie aan het licht: de jury-voorzitter, afkomstig uit diezelfde klas, had telkens opzettelijk rekenfouten had gemaakt bij de puntentelling. Daarna hebben ze de prijs maar opgeheven; tot mijn grote voldoening. Mijn afkeer van democratie, verkiezingen, populariteitspolls en prijs-toekenningen moet wel uit mijn kindertijd stammen.
As. maandag weer een OV-reisverslag in REFLEXXIONZZ! Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto:
schrijver dezes, aetate VII Colofon
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Papierkunst - Over de dichter H.F. Tollens Czn. en de Holland Papier Biënnale - Wo 07.08.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts LPF "wipt" fractievoorzitter Mat Herben: Ze vonden zijn optreden in de Tweede Kamer te MAT! Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. © 2002, Frans Mensonides, Leiden 32/176/308/35,1 |