R-net (5): Drie ‘nieuwe’ lijnen vanuit Haarlem



Uithoorn, Busstation (inderdaad)

R-net (met de R van Randstad; niet: Airnet, geen vliegende bussen!) is een vervoersconcept dat wordt uitgerold in de periode 2011-2028. Een meer-dan-tienjarenplan. Ikzelf ben van plan, dit R-net ook al die tijd te blijven volgen op deze site, bij lezers en welzijn.

In de winter van 2011 op 2012 wijdde ik drie lange stukken (deel 1deel 2 en deel 3) aan de ongeveer 30 R-net-buslijnen die toen geïntroduceerd werden. Die reden allemaal in Noord-Holland, in Groot-Amsterdam, met uitlopers naar Flevoland.

Op 14 december 2014 werd ook Zuid-Holland opgenomen in het R-net; voorlopig alleen Arriva-lijn 400 (Leiden –Zoetermeer). Voor zover je zo’n los lijntje kunt zien als deel van een ‘net’, natuurlijk.

Op dezelfde dag kreeg Haarlem er drie lijnen bij die zich mochten tooien met het R-net-rood:
340 (Haarlem  – Hoofddorp – Uithoorn);
346 (Haarlem – Amsterdam Zuid(as)) en
356 (Haarlem – Schiphol Noord – Amsterdam ZO).

Deze eerste twee lijnen gaan we hieronder ‘doen’. De derde geloof ik eerlijk gezegd wel; hij volgt een route die ik grotendeels al eens eerder in rode bussen heb afgelegd. Laat ik dit artikel niet langdradiger maken dan noodzakelijk.

In de allereerste aflevering ben ik ingegaan op de vraag, wat R-net nu eigenlijk wel niet is. Ik vat het even heel in het kort samen.

R-net is NIET:
* een reeks nieuwe busverbindingen; vrijwel alle R-net-lijnen hebben een voorganger gehad die ongeveer dezelfde route reed;
* een vervoermaatschappij; het R-net-logo staat op de bussen naast dat van de vervoerder;
* een concessie; elke R-net-lijn maakt deel uit van een concessie die ook andere, ‘gewone’ lijnen kan omvatten.

R-net is WEL:
* een soort keurmerk voor hoogwaardig OV (HOV) binnen de Randstad, met eisen aan snelheid, frequentie, comfort, betrouwbaarheid en informatievoorziening;
*een herkenbare huisstijl van bussen, abri’s, etc.

Oh ja, en R-net hoeft ook niet persé op rubberen banden te rijden. Tot dusverre doet het dat wel, maar in de toekomst zullen ook (bestaande) railverbindingen deel uit gaan maken van het R-net-concept. En dan nog wat: in die eerste reeks van 2011 hekelde ik R-net voor het ontbreken van een website. Maar die is er nu. En tot slot: in Zuid-Holland betaal je een extra hoog kilometertarief voor al dat moois, maar rond Haarlem kost de snelle rode bus per kilometer niet meer dan een normale.

Dit alles gezegd zijnde, kunnen we op pad; óp naar Haarlem!

 

LIJN 340: HAARLEM - HEEMSTEDE - HOOFDDORP - AALSMEER - UITHOORN




Deze lijn is de opvolger van Connexxion-lijn 140 die ik een paar jaar geleden nam. Dat deed ik om de toen net voltooide busbaan door Aalsmeer en Uithoorn te kunnen inwijden, waarvan R-net nu profiteert. Ik neem bus 340 op zaterdag 31 januari 2015. Eigenlijk een verkeerde dag; R-net kent vooral studerenden en forenzen als doelgroep.

Ik pak hem op bij het busstation onder Hoofddorp NS. Op zaterdagen rijdt deze lijn elk kwartier, maar op werkdagen overdag wordt 7,5-minutendienst geboden. De route van de lijn is gewijzigd om de R-net-status te kunnen verkrijgen. De bus rijdt nu niet meer over de smalle ventweg onder bushalte De Hoek door en laat ook het grote bedrijventerrein Schiphol Rijk links liggen – waar nog vele andere bussen rijden.

In plaats daarvan nemen we een paarhonderd meter voorbij station Hoofddorp de verhoogde busbaan van de lijnen 300 (Haarlem – Amsterdam ZO) en 310 (Nieuw-Vennep - Amsterdam Zuid), die vroeger ‘Zuidtangent’ heetten.  Die baan verlaten we voorbij de halte Beukenhorst alweer voor een eigen busbaan. Nu gaan we rechtdoor de A4 over. Aan de andere kant ligt de halte Naritaweg langs een weiland zonder enige bebouwing, tot waar het oog reikt. Hier schreef ik in 2011 dat er het Schiphol Logistics Park moest komen. Dat moet er nog steeds komen, maar de halte is er alvast. Ik kan me niet voorstellen dat hier ooit iemand in- of uitstapt.

In Aalsmeerderbrug snellen we nog langs een ouwe abri, die ze wel voorzien hebben van R-net-kenmerken. De route door het centrum van Aalsmeer is gehandhaafd. Dat is maar goed ook, voor degenen die daar wonen en willen opstappen. Maar dit is bepaald geen HOV-route. Dat maakt niet uit; als de snelheid van de hele lijn maar aan de eis voldoet. Hoe luiden dan die eisen?

Onder andere is bepaald dat de reistijd niet langer mag zijn dan 1,5 keer die met de auto. Maar dat is dan weer geen harde eis, maar hooguit ‘gewenst’. Deze lijn haalt het niet.

Op zaterdagmiddag doet bus 340 58 minuten over zijn rit van 25,6 km van Haarlem naar Uithoorn, wat neerkomt op een gemiddelde van 26,4 km/uur. Een solextempo; hoe denk je daar de particuliere vierwieler concurrentie mee aan te doen? De auto kan deze afstand volgens de Google-reisplanner afleggen in 28 minuten. De bus is ruim een factor 2 trager. Wat doet deze lijn met het R-Net-keurmerk?

Dank zij die in 2011 aangelegde busbaan, die ooit de Oosttak van de Zuidtangent heette of zo’n rare naam, wordt het gemiddelde nog wat opgevijzeld.  





Archieffoto's 2011


Bij het busstation van Uithoorn kun je alle kanten op maar nergens echt snel heen, zo valt op te maken uit het bord: ‘Toegangsweg tot de regio!’ Het hart van Amsterdam dik drie kwartier, Haarlem bijna een uur, zoals gezegd, Breukelen maar een half uur, maar wat zoekt een mens in Breukelen?  Het dichtstbijzijnde NS-station is Hoofdorp, maar dan ben je ook nog maar in Hoofddorp.

Schiphol is de grote afwezige op dit kaartje. Dat is niet rechtstreeks bereikbaar vanaf busstation Uithoorn. Overstappen bij Hoofddorp Beukenhorst is de beste raad.

Juist plaatsen als Uithoorn, forenzenoorden op enige afstand van de grote stad, genereren het meeste autoverkeer en leveren de langste bijdrage aan de woonwerkfiles. Goed OV is van levensbelang om zulke plaatsen te ontsluiten. Ik zou wel raad weten met het OV in Uithoorn, als ze het mij lieten bedenken - en ze gaven me onbeperkt krediet, plus het recht, elke NIMBY te verbannen naar de Mookerhei. Dan trok ik de Noord/Zuidlijn door naar Uithoorn – met een zijtak naar Aalsmeer, vooruit met de geit, als ik toch een spaarpot aan het stukslaan ben. Maar een metro zie ik hier niet rijden, nooit.





Er ligt volop sneeuw in Uithoorn. In Leiden vandaag geen vlokje, hoewel Leiden en Uithoorn hemelsbreed nog geen 25 kilometer uit elkaar liggen. En ondanks die korte afstand ben je toch een uur of anderhalf onderweg. Ik ben te laat van huis vertrokken; het begint alweer te schemeren.

Door een doorsneebuurt loop ik langs het oude station van Uithoorn naar het winkelhart. Met mijn kraag hoog opgestoken; het is winderig en guur, met de gevoelstemperatuur onder nul, al ligt de ware er net boven.

Kun je dan in principe bevriezen? Stel, het is plus 2, maar er staat windkracht 10. De gevoelstemperatuur is dan min 7, volgens formules. Als je daar een paar uur in loopt, bevriezen je oren en tenen dan, of moet het daarvoor werkelijk, fysiek vriezen? Echt zo’n vraag voor de Nationale Wetenschapsquiz. Ik heb afgelopen jaar weer niet meegedaan.

Vier uur op zaterdagmiddag, en er heerst al doodse stilte in het dorpshart van Uithoorn, dat op de schop ligt. De lantaarns branden al. Het gaat nu motregenen. De Amstel ligt er ondanks dat alles wel fraai bij; toch nog een foto-van-de-week geschoten, hier. Een waarschuwing voor lawinegevaar is het laatste wat je verwacht in het Groene Hart; als er ergens ter wereld géén lawines zijn, is het hier wel.



‘You can check out any time you like, but you can never leave’, citeert een cafégevel de huidige nummer-één uit de Radio 2 Top 2000.

Op een treurig, triest winkelpleintje sta ik een eeuw te wachten op bus 170 (Uithoorn – Amsterdam) waarmee ik snel terug op het busstation hoopte te komen. Op de dynamische reizigersinformatie staat eerst vermeld dat de bus over 9 minuten zal arriveren. Dat daalt langzaam naar 5, klimt ineens weer naar 12, loopt terug naar 4 een stijgt dan weer naar 8. ‘Flauw’, vindt een gesluierde allochtoonse die ergens halverwege mijn wachttijd naast me is komen staan in de abri. ‘Flauw’, dat is nog flauw uitgedrukt.

Tegen de tijd dat we bijna versteend zijn, komt de bus toch nog onverwachts, hoewel er nog 6 minuten op de klok staan. De chauffeur mompelt iets over een opstopping ergens. Met een grote omweg door een nieuwe wijk met kronkelstraten rijden we terug naar het busstation. Al met al had ik beter terug kunnen lopen. Dat R-net, waarvan 170 geen deel uitmaakt, is toch een soort vlag op een modderschuit.

Busstation Uithoorn kent een busrestauratie in de vorm van een Family. Even warm worden, binnen. Het is te vroeg voor het diner, dus ik bestel maar een tosti als tweede lunch. Mijn diabetesverpleegkundige zei laatst, dat ik niet verder meer mocht afvallen. Er zijn weinig diabeten tegen wie dat gezegd moet worden. Waaruit wel blijkt dat ik ook in dit opzicht atypisch ben.

Op de terugweg naar Haarlem wil ik nog even dat opvallende, op een vinvis gelijkende busstation bij het Spaarneziekenhuis in Hoofddorp op de foto hebben. Het knaloranje geval is abri voor reizigers en wachtruimte voor chauffeurs ineen.

In het duister passeren we gemaal Cruquius, zoals ook bus 140 deed. Via Heemstede naar de Tempeliersstraat, het busknooppunt waar ik ook nog een foto neem. De fietsenstalling heet ‘De Blauwe tram’. Die reed hier van 1899 tot 1957 (en is door mij herdacht in 1999), in een goeie ouwe tijd, toen nog niemand haast had, maar het OV soms nog sneller ging dan nu.

 


LIJN 346: HAARLEM NS – AMSTERDAM ZUID


Elf dagen heb ik moeten wachten op weer zo’n paar verloren uurtjes. Maar op deze woensdagmiddag heb ik ze. Ik had een niet erg praktijkgerichte cursus, met een docent die in ieder geval wel lekker op tijd klaar was. Hij kwam van ver (bij Utopia rechtdoor) en wou nog voor de spits de Randstad uit zijn.

Na zo’n cursus wil je wezen waar echt nog gewerkt wordt, waar geld wordt verdiend of in ieder geval geteld, beheerd, geïnvesteerd en uitgegeven; waar de kantoren de wolken krabben en waar de hemel de limiet is. In Haarlem pak ik de bus naar de Zuidas. R-net-lijn 346 wordt gereden door Connexxion en is de opvolger van lijn 176.

Ik zit net voor de avondspits. De bussen rijden dan nog om het kwartier, maar na 16:00 zal de frequentie verdicht worden tot 7,5 minuut. In de ochtendspits wordt zelfs een tijdje om de 4 minuten gereden. En dat gebeurt op deze lijn met ongelede, verlengde bussen, met twee achterassen en zo’n extra lange kont.

Voor dit ritje is weinig interesse. Alleen op de Tempeliersstraat stapt een plukje scholieren in.

Het blijft een gebrek van deze snelbussen dat het zo lang duurt voor ze Haarlem uit zijn. Maar dan hadden ze die bustunnel onder heel de stad door maar moeten aanleggen.

In Haarlem-Zuid wordt gestopt op de haltes Schipholweg/Europaweg en Burgemeester Reinaldapark. Die laatste halte is bij terrein 023, waarvan men zulke hoge verwachtingen had toen men dat tunnelplan bedacht. Scholen en kantoren zouden er komen, maar ik zie nu alleen een paar rijtjes huizen.

Daarna gaan we non-stop door naar Zuidas, over de A205 en de A9, en langs de lichtjes van Schiphols startbanen. Uiteindelijk belanden we op de E19; de weg die je vanuit de trein altijd ziet tussen Amsterdam Zuid en de ingang van de Schipholtunnel.

Het mist. Toch wil ik wat foto’s hebben; ik laat me dit gestolen uurtje op mijn beurt niet ontstelen. Natuurlijk neem ik het meest opvallende kantoor in deze contreien als achtergrond, de ‘schoen’ ofwel de ‘schaats’ van ING.

ING is daar al lang en breed uit. Met de bankencrisis moesten ze zich splitsen in een verzekerings- en banktak. Die twee branches die overbleven, waren zo klein dat ze het hoofdkantoor niet meer wisten te vullen. Ze zijn toen allebei maar weggetrokken. Het gebouw, dé blikvanger van de hele Zuidas, is nu verhuurd aan derden.

Er komt een lege R-netbus langsrijden. ‘Ik ga met pensioen’; filmt hij. Ik ben hier zo verbaasd over, dat ik vergeet, af te drukken. Ik was trouwens nog bezig, het talud van de snelweg te beklimmen, en mijn gevechtspositie als fotograaf in te nemen. Dat pensioen zal slaan op de chauffeur; die ziet er aftandser uit dan de bus.

Lijn 346 slaat vanaf de snelweg rechtsaf de Amstelveenseweg op en na een paarhonderd meter linksaf de De Boelelaan in, waar hij rijdt langs de VU (Vrije Universiteit) en het VU-ziekenhuis VUMC. De academische gebouwen zien er nogal afgetrapt uit; duidelijk van een vroegere generatie dan de rest op de Zuidas. Maar daar wordt aan gewerkt; er is een nieuw VU-complex in aanbouw, zodat de kennissector weer gelijke tred kan houden met de geldsector.

Ik doe de busroute over de Zuidas te voet, anders kun je geen bus fotograferen (weinig lezers staan stil bij deze waarheid als een koe). Na de De Boelelaan gaat de bus wederom linksaf, de Buitenveldertselaan in en het spoor onderdoor om zijn eindpunt te vinden op het viaduct aan de noordkant van station Amsterdam Zuid.

De Zuidas is niet eens meer een tienjarenplan; het lijkt een plan voor de eeuwigheid. Ook voor hijskranen is hier the sky the limit. Hun werkterrein ligt ingeklemd tussen de Amstel en de Schinkel, en tussen de Strawinskylaan en de De Boelelaan. Ruim 2 vierkante kilometer moet nog verder gevuld worden met beton en glas. De eerste kantoren verrezen hier rond de eeuwwisseling.

In 2035 zal het allemaal klaar zijn. Geen mens weet, of mensen dan nog werken in kantoren. Thuiswerken is nu de trend. Sinds kort nog maar. Een paar jaar geleden keken ze je bij mij op de zaak verbijsterd aan als je begon over thuiswerken. Het lef! Hoe kunnen we je dan nog in de gaten houden? Maar nu word je er bijna toe gedwongen; dat spaart kantoorruimte – die ze niet meer kunnen verhuren aan derden, want die werken nu ook thuis.

Dat is niet voor iedere werknemer een optie. Ik ben alleenstaande; lekker rustig in huis. Maar als je nou thuis een stel krijsende kinderen hebt, een kijvende partner, blaffende honden en luidruchtige buren, dan kun je beter naar kantoor gaan voor je rust.

Of dat thuiswerken een blijvertje is, dat moeten we maar afwachten. Voor hetzelfde is het net zo’n modegril als die enorme kantoortuinen waar we eind jaren 70 ineens in moesten gaan zitten.




De Zuidas, onze ‘financial mile’ zoals Angelsaksen ons zakencentrum al schijnen te noemen, is straks vanuit de city bereikbaar met de metro: de Noord/Zuidlijn. Station Amsterdam Zuid zal dan langzamerhand Amsterdam Centraal gaan verdringen als hét hoofdstation van de hoofdstad. Internationale treinen als de Thalys en ICE zullen volgens plan dan hier stoppen en niet meer op CS.

Een apart stuk Amsterdam, die Zuidas; heel anders dan de Grachtengordel en de Gettogordel. Ik loop naar station Zuid in een parade van mannen met dure pakken en kalfslederen kantoortassen. Sommigen dragen badges met hun naam; zo verguld zijn ze met hun aanwezigheid hier. Bij het WTC zitten een paar van die pakmannen in een luxe restaurant van hun koffie te nippen en miljardendeals te sluiten. Daar kan ik niet zo maar tussen gaan zitten, vind ik, als toerist.  

Ik ben meer in de stemming voor en gekleed op de HEMA, aan de andere kant van het station, de zuidkant van Zuid. Maar dit is een HEMA zonder zitje. Ze hebben alleen meeneemkoffie, en in een bus kun je geen koffie meenemen. Ik zie van koffie af.

Toch ook cultuur op de Zuidas, als uitwedstrijd: het museum Amsterdam Expo. Wel een bepaald soort cultuur: sensatiecultuur. Ik was hier vorig jaar bij een spectaculaire tentoonstelling over de Titanic. Nu is er één over uitgestorven dieren uit de ijstijd. Die zal ook wel lopen als een tierelier.

Denk ik, maar een paar dagen later lees ik een bericht over het faillissement van Amsterdam Expo. Die ijstentoonstelling ronden ze nog af, en dan gaat de poort definitief dicht. Nee, er komt geen doorstart. Wat moet een expositiehal hier ook, het was zelf ook een soort Titanic, gezonken in ijswater. Misschien hadden ze het meer in de warmte moeten zoeken dan het ijs; het is al zo’n kille omgeving.







Vrijwel niemand achter al die myriaden kantoorramen schijnt in Haarlem te wonen. Als bus 346 vertrekt van zijn beginhalte bij Station Zuid, zitten er niet meer dan vier personen in – en dat is dan nog inclusief de chauffeur en ondergetekende. Nee, hier werken geen bustypes; meer mensen die ’s morgens even in het vliegtuig springen voor een lunchvergadering in Frankfurt.

Voor wie rijdt deze R-netbus dan wél? Op de De Boelelaan stappen 25 passagiers in, voornamelijk studenten, zo op het oog geschat. Bij VUMC nog eens 13 dito en op de Amstelveenseweg bij de ‘schoen’ nog 3 kantoorklerken. Gelukkig dat er van die verlengde bussen zijn ingezet; iedereen kan nu zitten.

In iets meer dan een half uur ben ik terug bij Haarlem NS. Volgens dienstregeling rijdt deze bus  in de avondspits 35 minuten over 22,5 kilometer, = 38,5 km/uur gemiddeld. Per auto doe je er 20 minuten over. Het is wel duidelijk, waarom deze lijn vrijwel alleen studerenden trekt.

Frans Mensonides
12 maart 2015
Er geweest: Uithoorn zaterdag 31 januari 2015; Zuidas woensdag 11 februari 2015.




Tempeliersstraat

 



© Frans Mensonides, Leiden, 2015