Toch nog onverwachts ging
Station Utrecht Vaartsche Rijn open.
Het gebeurde in de vroege ochtend van maandag 22 augustus 2016, niet
toevallig
de eerste dag van het nieuwe schooljaar.
Het is het negende station in
de gemeente Utrecht (inclusief
Vleuten en Maliebaan). Je kunt er op de Sprinters springen in de
richtingen
Geldermalsen (- Tiel / Breda), Veenendaal (- Rhenen), Breukelen en
verder, en
Woerden, en ook verder.
Uiteraard kun je van Utrecht
Vaartsche Rijn ook naar Utrecht
Centraal reizen. Per trein overbrug je de afstand van 1500 meter toch
nog iets
sneller dan met lijn 2 (waarmee hier bedoeld wordt: de menselijke
onderdanen, ofwel:
de benenwagen).
Utrecht Vaartsche Rijn is nu
eindelijk spookstation-af. De
bouw ervan was al voltooid in december 2014 en het station was al
aardig
verstoft en verloederd toen het eindelijk in gebruik werd genomen. Ze
hebben er
voor opening nog even flink de bezem doorgehaald.
Vanwaar die vertraging? Een
over geluidsoverlast klagende
buurtbewoner (één klagende buurtbewoner) heeft met juridische
procedures de opening
van het station ruim anderhalf jaar weten uit te stellen. Gelukkig
leidde dat niet
tot afstel. Die persoon kreeg een ander huis aangeboden. Naar verluidt
op Goeree-Overflakkee,
waar helemaal geen treinen rijden.
Het nieuwe station is omringd
door scholen en kantoren en
zal dus in ieder geval van maandag tot vrijdag wel in een behoefte
voorzien. 7000
à 8000 passagiers per werkdag, zo luiden de prognoses.
Ik ben er sinds de dag van
opening al drie keer geweest. De
eerste keer was op zaterdag de 27e in gezelschap van Maxwell
van Haeghwijck.
Wij zagen toen vooral fotograferende railhobbyisten als wijzelf.
Omdat ik
de weken daarop vakantie had, ging ik er ook doordeweeks nog twee keer
kijken
naar reizigers die geen vakantie hadden. Dinsdag 6 en vrijdag 9
september waren
de data van mijn bezoeken.
Bij Utrecht Vaartsche Rijn
liggen maar liefst 10 parallelle sporen.
4 zijn er voor Sprinters, 4 voor IC’s van / naar Utrecht Centraal die
net op
snelheid zijn gekomen, c.q. net in de remmen hebben geknepen. De 2
overige,
meest noordelijke sporen, zijn bestemd voor de trams van de Uithoflijn
die in
2018 gaat rijden, en nu alvast een apart perron heeft op Vaartsche Rijn.
Die vrijdagmiddag pakte ik ook
nog de dubbelgelede bus U-OV
lijn 12 naar De Uithof, om eens te kijken hoe het er voorstond met de
aanleg
van diens opvolger, de Uithoftram.
Hieronder
fotoverslag, 9 maanden later gevolgd door een aanvulling over de Uithoflijn.
De kop van deze paragraaf, ´Jeremie´,
slaat echter niet in
de eerste plaats op die jeremiërende bewoner. Nee, vroeger lag hier de
Jeremiebrug. Die moest worden afgebroken om plaats te maken voor extra
sporen en
de bouw van station Vaartsche Rijn. Later is de brug weer in elkaar
gezet in het
Máximapark in Leidsche Rijn. Dat park ligt zo ongeveer tussen de
stations
Vleuten en Utrecht Terwijde, en daar is die mooie, meer dan een eeuw
oude gietijzeren
brug nog te bezichtigen.
Station Vaartsche Rijn had tot het
beruchte spoor-opheffingsjaar
1935 een voorloper in de vorm van Stopplaats Jeremiebrug. Op dat
station, of
liever: die halte, stopten 5 stoptreinen per dag naar Maarn of
Maarsbergen.
Een tram reed er in die tijd ook over
de Jeremiebrug, de
tram van Utrecht naar Jutphaas en Vreeswijk. Die tram werd eerst
getrokken met stoom,
daarna door paarden, wat goedkoper was, maar vanaf 1923 nota bene door
een bus. Deze
trambus had
meer recht, zich een ‘bandentram’ te noemen dan de Eindhovense Phileas. Maar hij hield niet lang
stand; in 1929 werd
de tramverbinding opgeheven.
De spoorspaghetti aan weerszijden van
Utrecht Centraal, daar
wilden NS en ProRail dolgraag vanaf. Treinen uit elke willekeurige
richting
konden naar vrijwel elk willekeurig spoor gedirigeerd worden, en dat
mocht niet
meer kunnen. Dat was veel te handig bij stremmingen en verstoringen;
stel dat
je daarop zomaar flexibel zou gaan inspelen...
Afgelopen zomer werd de spaghetti
ontward en werd wat krom
was, rechtgetrokken. Gevolg daarvan is onder andere dat Sprinters uit
de
richting Breukelen na Utrecht Centraal alleen maar door kunnen rijden
richting
Veenendaal, en sprinters uit de richting Woerden alleen naar
Geldermalsen. Op
die trajecten worden nu rechtstreekse Sprinter-verbindingen geboden,
zoals al
heel lang geleden gepland was in het kader van project Randstadspoor.
Utrecht Vaartsche Rijn is ook opgezet
als ontspaghetti’d
station. Langs het meest zuidelijke perron (spoor 3 en 4) stoppen
alleen Sprinters
van en naar Geldermalsen, op het middelste (het tramperron meegeteld)
alleen
Sprinters van en naar Veenendaal (spoor 1 en 2).
Het station ziet 6 Sprinters stoppen
per uur per richting.
In de spits zijn dat er 8; twee extra treinen naar Veenendaal komen
erbij. Er vertrekken
dan telkens 2 treinen ongeveer
tegelijk naar Utrecht Centraal, maar dan van verschillende perrons.
Als die sporen rond Utrecht Centraal
iets anders waren neergelegd,
had je één perron kunnen bestemmen voor de treinen naar Geldermalsen én
Veenendaal, en het andere voor die naar Breukelen én Woerden. Dan had
je
cross-platform over kunnen stappen van bijvoorbeeld Geldermalsen naar
Breukelen,
schreef me een lezer, die had uitgeknobbeld dat dat gemakkelijk had
kunnen
worden ingepast.
Hoeveel behoefte daaraan zou bestaan,
weet ik niet. Zoals de
sporen er nu bijliggen, zal het station vooral gebruikt worden door
mensen die
hier in de omgeving studeren of werken, en woonachtig zijn in
bijvoorbeeld
Rhenen, Maarn, Tiel, Maarssen en noem maar op. Die gaan er absoluut op
vooruit.
Waar kun je vanaf Utrecht Leidsche
Rijn allemaal naartoe
lopen? Het station heeft uitgangen naar beide kades van de Vaartsche Rijn, het
kanaal waarnaar het station genoemd is. Dat kanaal verbond de Rijn en
daarmee
Utrecht al sinds de middeleeuwen met de Lek bij Vreeswijk.
Per boot kun je onder het station
doorvaren. Bij de kades
bevindt zich ruimte voor horeca en winkeltjes.
Loop je in noordelijke richting langs
het kanaal, dan sta je
na 3 minuten in de binnenstad van Utrecht, het zuidelijke gedeelte, bij
de
Tolsteegbrug en niet ver van het Centraal Museum. Zelf liep Ik een
blokje om
ten zuiden van het station.
Je hebt hier in de buurt
bedrijvencentra Vondelparc en
Rudolf Magnus, in een voormalige ambachtsschool; het Grafisch Lyceum
Utrecht, in
een modern glazen huis; het nieuwe kantoor van reclamebureau DDK en het
C.O.V.-gebouw
waar onder meer de brandweer en de veiligheidsregio zit. DDK is
gevestigd op
het bedrijventerrein De Helling, genoemd naar de scheepswerven die hier in de 17e, t/m 19e
eeuw langs de
kades van de Vaartsche Rijn stonden.
De hofleverancier van het nieuwe
station is echter ROC
Midden Nederland, die hier mbo-opleidingen verzorgt in welzijn en
gezondheidszorg. De leerlingen daarvan zijn juist als ik passeer
vrijgelaten en
verdringen zich nu bij de halte van o.a. stadsbus U-OV 29. Die bus
rijdt van De
Uithof naar Leidsche Rijn, buiten het centrum om.
Daarmee komen we op het hoofdstuk: bus. De drukke busbaan ten noorden van het spoor, luisterend naar de op z’n Utrechts uit te spreken naam Adama van Scheltemabaan, is opgeheven; daar komt straks de tram voor in de plaats. De hele vloot bussen rijdt nu op een nieuwe busbaan aan de zuidzijde van het spoor. Van de stadszijde van Utrecht Centraal vertrekken nu geen bussen meer. Die zijn voorlopig allemaal verplaatst naar de busstations Jaarbeurszijde en Jaarbeursplein. Ik fotografeerde ze op een zomeravond in juli.
In de toekomst zullen er aan de centrumzijde ook weer bussen
halteren; die naar het centrum. En het is ook nog steeds een vrome wens, de
Uithoflijn (zie hieronder) te koppelen aan de sneltram Utrecht – Nieuwegein – IJsselstein.
De bussen naar het centrum verlaten
het busstation Jaarbeursplein via een
nieuw busviaduct bij de Van Sijpesteijnkade. Dat is alvast voorzien van
tramrails, maar nog niet van een bovenleiding. Dit viaduct
fotografeerde ik op
zaterdag 24 september door de spijlen van een bouwhek heen. Na dit
viaduct duiken de bussen onder de sporen door via de Leidseveertunnel,
om weer boven te komen bij de kantoorgigant Smakkelaarsburcht.
Busstation Jaarbeurszijde
Bus 12 naast zijn opvolger: de Uithoflijn
Foto
van de Oerbos-kop overgenomen van de Wikipedia.
Nederlands drukste buslijn, U-OV 12 (Utrecht
Centraal – De
Uithof), trekt 25.000 passagiers per schooldag, waarvan er 3000 á 4000
tussen
8:00 en 9:00 uur richting De Uithof reizen. De mensonterende taferelen
die dit
massavoer met zich meebrengt, zouden tot de verleden tijd moeten
behoren in
2018, als de Uithoflijn in gebruik wordt genomen.
Die begint dan op Utrecht Centraal
aan de noordzijde
(centrumzijde) en krijgt zoals gezegd een halte op station Utrecht
Vaartsche
Rijn. De tram gaat rijden in een frequentie van 16 ritten per uur. Vele
reizigers
zullen de tram nemen op Centraal en hier bij Vaartsche Rijn alweer
uitstappen.
Hun plaats kan dan mooi ingenomen worden door studerenden uit Maarn,
Tiel, etc.
die hier uit de trein zijn gestapt en doorwillen naar De Uithof – waar
de naam
Utrecht Science Park maar niet wil inburgeren.
De trams zullen geleverd worden door
het Spaanse CAF, en
heten: Urbos 100. Urbos in het Spaans zal wel iets met stad te maken
hebben.
Maar een stadstram die Oerbos heet, is in het Nederlands toch wel
bijzonder.
Overal wordt nu voortvarend gewerkt
aan de trambaan. Op
sommige plekken, nabij stadion Galgewaard en bij het eindpunt, zijn
zelfs al
spoorstaven zichtbaar. De trambaan in wording trekt een diepe vore door
De
Uithof. De bus is verhuisd naar een noodbaan. Een potige tante in een
geel
hesje staat het verkeer te regelen, zodat studenten niet overreden
worden door
bussen.
In een stuk uit 2012 heb ik de moeizame voorgeschiedenis
geschetst van deze 8 kilometer lange en 440 miljoen euro dure
OV-verbinding; 30
jaar worsteling met het OV naar de universitaire uithoek De Uithof.
Er zijn op De Uithof heel wat
gebouwen bijgekomen sinds ik rond
de eeuwwisseling studeerde in Utrecht (en soms tentamen moest doen op
De Uithof,
maar er verder vrijwel nooit kwam). Ook het aantal studenten is de
laatste
jaren flink toegenomen. De ramingen van de vervoerscijfers van de
Uithoflijn
zijn al bijgesteld van 36.000 naar 45.000 per dag. Het zou wel eens
kunnen
wezen dat straks die 3:45-minutenfrequentie in de spits ook al niet
genoeg is,
en dat de capaciteit van de tram al snel onvoldoende zal
blijken.
Ik kreeg desondanks de afgelopen
weken een drieluik wonderlijke
blogs in mijn Twitter-timeline van Ton van Rietbergen, een hoogleraar
in de
economische geografie aan de UU: deel 1, deel 2 en deel3. Die is van mening
dat de tram veel kost, en weinig oplevert. Hij heeft een veel beter
plan. Dat
behelst: een NS-station openen op De Uithof, iedere student een gratis
OV-fiets
geven en /of een netwerk van ´supersonische overdekte fietspaden’
aanleggen in
een zeer wijde straal rond het universitaire centrum.
Een economisch geograaf zou als geen
ander moeten weten dat OV-infrastructuur
niet wordt aangelegd om er winst mee te behalen, maar om de kwaliteit
van het
OV te verbeteren. Je kunt dan alleen nog twisten over de vraag of de
kwaliteitswinst de
investering waard is. ´Het kost veel en levert weinig op´,
het zou ook kunnen gelden voor het torenhoge
salaris van
zo’n professor …
Dit project lijkt mij geen schoolvoorbeeld van geldverspilling; eerder een van ‘Too little too late’. Ja, de projectkosten zijn inderdaad exorbitant voor een trambaan die grotendeels op maaiveld ligt. 440 miljoen euro – dat dan nog wel inclusief trammaterieel - dat is zo om en nabij 1 miljard gulden. Dat is op de kop af het bedrag dat in de jaren 80 een metro- of HOV-verbinding onder de binnenstad gekost had.
Nu zitten we dus voor die
centen met dat trammetje dat op de openingsdag misschien al te krap is.
Maar ik
worstel me er wel in, over 2 jaar, om kond te doen van het feit dat hij
rijdt.
Deze middag verlaat ik De Uithof met
U-OV-bus 31, Lunetten –
Bilthoven. Dit is een van de vele busverbindingen buiten Utrecht
Centraal en
het centrum om, die de laatste jaren zijn ingevoerd. Zij ontlasten bus
12 en
straks de Uithoflijn.
Deze bus naar Bilthoven trekt flink
wat klanten. Hij rijdt
in kwartierdienst en geeft aan beide einden een goede aansluiting op de
treinen.
Bij het vernieuwde station Bilthoven
eindigt deze
fotorapportage.
Frans Mensonides
18 september 2016
Er geweest: zaterdag 27 augustus, dinsdag 6 en vrijdag 9 september 2016
Laatste aanpassing: 16 oktober 2016
Een kleine aanvulling over de Uithoflijn. Ik plant hem maar
even onderaan het stuk over station Utrecht Vaartsche Rijn van vorige herfst. Daar
komt hij langs en daar had ik het ook al over die tram, die per dag 45.000 studerenden
en anderen gaat verplaatsen van of naar het Utrechtse universitaire centrum,
waarvoor de naam Utrecht Science Park (‘Joetrekt
Saaijens Pahk’) maar niet wil inburgeren.
Correctie op de vorige alinea: volgens een zeer recent
krantenbericht komt de tram voorlopig misschien niet eens LANGS Vaartsche Rijn,
maar krijgt hij er tot nader aankondiging zijn beginpunt.
Op tweede pinksterdag, maandag 5 juni 2017, fietste ik
vanaf station Utrecht Centraal langs de Uithoflijn in aanleg – waar mogelijk;
niet overal loopt er een straat of fietspad langs. Die lijn begint ergens op te
lijken, was mijn conclusie. Maar daarbij moet ik wel zurig opmerken dat het allemaal
wel heel erg lang duurt. In totaal 6 jaar (misschien dus nog meer L) voor de aanleg van
8000 meter trambaan…
In China stampen ze in die tijd een compleet metronet van
honderden kilometers uit de grond, zo niet: IN de grond. Ja, na zo’n operatie
zijn er in zulke steden wel tienduizenden daklozen bijgekomen, maar die hebben
dan wel hoogwaardig OV voor de deur, die ze niet meer hebben. Waar gehakt wordt,
vallen spaanders, en ieder voordeel heb z´n nadeel, nietwaar?
Mijn eerste stuk over de Uithoflijn dateert van september
2012, toen de spade net de grond in was. De eerstejaarsstudenten die toen
ontgroend werden, zitten nu voor het merendeel gebogen over hun masterscriptie.
De opening is gepland voor 7 juli 2018; laten we hopen dat
dan toch de hele lijn in gebruik kan worden genomen. Dat is dan net de week dat
de universiteit zijn poorten sluit voor de zomervakantie. Wijselijk gaat men
eerst een week of 6, 7 pendelen met vrijwel lege trams. Hopelijk zijn de
kinderziekten er dan uit als in september de studenten van Universiteit en Hogeschool
weer aantreden.
Zoals ik hierboven al schreef, gaat het vervoer plaatsvinden
met Spaanse Urbos-trams uit de fabrieken van CAF. Ik zei dat de capaciteit
daarvan vermoedelijk op dag 1 al tekort zou schieten, zeker in dat beruchte uur
tussen 8:00 en 9:00.
Maar die vijfledige trams zijn 33 meter lang en gaan twee
aan twee gekoppeld rijden. 66 meter tram, nog 6 meter langer dan de U-Bahn van
Düsseldorf, en dat was al zo´n eind. Zo´n combinatie van Oerbos-trams telt 132
zitplaatsen, waarvan 8 voor rolstoelers, en niet minder dan 312 plekken voor
verticaal vervoer. In totaal kunnen deze combinaties dus 444 personen tegelijk
verslepen. Met 16 ritten per uur per richting komt dat dus neer op een
uur-capaciteit van ruim 7000 man per richting.
De eerstkomende jaren zal dat wel voldoende zijn, zelfs in
dat drukste uur van de ochtendspits. Maar of het vervoer dan nou zoveel
comfortabeler zal zijn dan in de huidige overvolle drieledige bussen, ik waag
het te betwijfelen. We gaan het zien!
De foto’s.
De Uithoflijn begint op het plein bij Utrecht Centraal waar
ooit het streekbusstation was. Daar valt weinig te zien op het moment; de hele
boel is afgesloten met hekken en schuttingen. Daarvandaan neemt de tram de
route van de oude busbaan langs het spoor, de Adama van Scheltemabaan. Dat is
het trajectgedeelte dat dus naar verluidt nog niet voltooid zal zijn in de
zomer van ’18.
De tramhalte bij station Vaartsche Rijn en het uitzicht
daarvandaan. Een paar meter verder kruist de tram straks de Albatrosstraat, wat
me natuurlijk doet denken aan de Albatrostrams in Antwerpen en Gent.
Langs de Pelikaanstraat wordt de ruimte onder het tramtracé
benut voor garages en fietsenstallingen. Daarna gaat de tramroute verder rakelings
langs de begraafplaats Soestbergen (rechtsonder). Verderop doet de Uithoflijn
dat langs begraafplaats Kovelswade (niet op de foto). Die hele rit wordt zo één
memento mori.
Bij de Lunetten, welbekend van mijn Fortenwandeling uit
2007.
Voorbij de forten buigt de tram van de spoorbaan af richting
de sportvelden langs de Laan van Maarschalkerweerd, op weg naar stadion
Galgewaard. Langs de sportvelden lagen vorig jaar al tramsporen; zie de foto
ergens heel ver hierboven. Tussen Vaartsche Rijn en Galgewaard komt geen halte. De tram kachelt
hier 3 km achterelkaar door; bevorderlijk voor de gemiddelde snelheid.
Intimiteit tussen twee bouwkranen bij de halte Krommerijn
aan de Weg tot de Wetenschap.
En hier naderen we dan de Wetenschap waar die weg naartoe
leidt. We draaien het domein op van de universiteit en de hogeschool: De
Uithof…
…waar we even een uitstapje maken naar de heel bijzondere
architectuur.
Verder ziet het er nog steeds uit zoals een driekwart jaar
geleden; de Uithoflijn trekt zijn sporen door de Uithof.
Hier zijn we dicht bij het eindpunt: P&R De Uithof. 7/7/18
staat met dikke letters in mijn agenda. Was er die maand ook niets iets met een
langverbeide metro in Amsterdam? Ik plan voor ’18 een lange zomervakantie.
Frans Mensonides
18 juni 2017
Er geweest: 5 juni 2017; ´In eenen
tsinxen daghe´
© Frans Mensonides, Leiden, 2016