De digitale reiziger (119b)
De duinen en De Polders van Vlaanderen (2): Kusttram



Veurne

De Vlaamse Kusttram, schreef ik in deel 1 van dit tweeluik, mocht van mij wel lopen van Gibraltar tot de Noordkaap. In werkelijkheid loopt hij van De Panne aan de Franse grens tot Knokke aan de Nederlandse. Met ca. 69 km is hij de langste tramlijn ter wereld (volgens de Wikipedia en volgens de daar gegeven definitie van het begrip tram, waarbij metro- en treinachtige systemen niet meetellen).

Ik deed hem in 1999 op één dag, in 2015 tijdens een driedaagse vakantie en deze nazomer opnieuw in drie dagen.

Op woensdag 22 september reed ik na aankomst in De Panne heen en weer naar Lombardsijde, in diverse etappes, met onderbrekingen voor foto’s. De dag daarop ging ik per bus van Veurne – dat misschien een aftakking krijgt van de trambaan - naar Mariakerke en pakte daar de tram terug naar De Panne. Waarvandaan ik op de laatste dag van deze korte doe-vakantie helemaal naar Heist spoorde, bijna bij het andere eindpunt, en terug tot Oostende, waar ik de trein naar huis nam.

Tot zover de tijdlijn. In het vervolg van dit stuk een sfeerbeeld van de Kusttram in het naseizoen en wat nieuwe ontwikkelingen rond deze lijn: de eventuele zijtak naar Veurne en nieuw materieel dat in 2019 gaat instromen. Daarna aan de voet van dit document nog een uitgebreide bonus: een serie van 30 foto’s, geknipt in 1999, 2015 en 2017, in wegvolgorde van De Panne naar Knokke. En oh ja, echt zeer uitgebreide en gedetailleerde informatie vind je op deze site van een andere NL-Kusttram-fan.



Prettram jaarrond


Zoals ik in ’15 al schreef, levert de Kusttram zijn grootste vervoersprestatie in de zomermaanden juli en augustus, en dan vooral als het GEEN ideaal strandweer is. Het zal dan ook geen verbazing wekken dat hij de afgelopen (regen)zomer alle records gebroken heeft. Ruim 4 miljoen tramritten werden er gemaakt gedurende de 2 maanden dat in België de schooldeuren gesloten waren, wat neerkomt op zo’n 66.000 passagiers per dag.

De populairste bestemmingen waren pretpark Plopsaland in De Panne, de waterdierentuin Sea Life in Blankenberge (waar ik in deel 1 was) en een zandsculpturenfestival dat gehouden werd in Oostende. Maar de allerpopulairste attractie aan de Vlaamse Kust is de Kusttram zelf.

Ik veronderstelde in 2015 dat vanaf 1 september de tram wel het domein zou worden van forenzen en scholieren. Maar dat beeld heb ik deze september snel bij moeten stellen. Ja, schoolkinderen bestormen de Kusttram soms in horden van 25 of meer; zo’n schoolreizende klas die de wagen in één klap vol maakt.

Minstens even opvallend zijn de groepen van een stuk of 10 à 12 senioren die ik regelmatig en masse in en uit een tram zie stappen. Is dit een nieuwe trend in reizen voor ouderen, reizen als in een schoolklas? Niets over gelezen, nog, en het zou mij niet trekken.

Op de middelste dag neem ik in Mariakerke de tram in de richting De Panne. De twee dames in mantelpak, napratend over een congres die ze bezocht hebben, zitten aardig te detoneren tussen alle toeristen.

De meeste forenzen zullen in deze streek gewoon per auto reizen en niet met de prettram. De dienstregeling levert daarvoor ook wel het bewijs. In het naseizoen rijdt de tram na 9:00 elk kwartier, maar in de ochtendspits meestal slechts twee keer per uur. Tussen 2007 en 2015 had je ’s morgens sneltrams Nieuwpoort – Oostende en Blankenberge - Oostende, met een beperkt aantal haltes. Maar die trams zijn in 2015 wegbezuinigd. In de middagspits rijdt er nog wel  bovenop de kwartierdienst een extra tram van Oostende tot Westende, die wel aan alle haltes stopt; toevallig kwam ik er in terecht.

Op de donkere, wat kille woensdag dat ik aankwam, vervoerde de tram soms ook nog wel wat lege zitplaatsen. Maar die andere twee zonnige dagen: druk-druk-druk. En de drukste halte is Marie-Joséplein in Oostende, in het winkelhart van de grootste kustplaats. Veel boodschappentassen en -karretjes in de tram, zeker aan het begin van de middag.

Rond zessen breekt een tweede spits uit: de tocht naar de honderden restaurants in alle soorten, maten, nationaliteiten en prijsklassen die je aan de kust hebt. Minstens de helft zit dicht, eind september, maar het aanbod is nog steeds overweldigend. Ik kies ze natuurlijk met uitzicht op de tram, en maak ook mijn keuze vanuit de tram.

De eerste avond bezoek ik een Thai in Nieuwpoort, tussen de haltes Cardijnlaan en Stad. De bediening is in handen van een opvallend contrasterend duo, een frêle oosterse prinses die mogelijk echt uit Thailand komt en een ras-Vlaming die sterk gelijkt op Lambiek.

De bediening is vriendelijk, het eten is prima, en het uitzicht vanzelfsprekend ook. Als er geen tram langsrijdt, knippert er nog altijd een bord met TRAM verticaal in grote, gele letters. Een klein minpuntje is de muzak, een soort new-age waar ik na een uur helemaal gallisch van word (we zitten toch al dicht bij Gallië) en waar je na nog eens 2 uur high of verlicht van zou raken, maar zover laat ik het niet komen.

De tweede avond stap ik uit in Koksijde Bad en dineer in een degelijk ouderwets hotel-restaurant ter hoogte van de halte. Langzaam zie ik de frequentie van de trams afnemen.

In het donker vertoont de Kusttram ook een heel ander beeld dan overdag. Zo tegen tienen keer ik terug naar het hotel in De Panne. Er zitten nu voornamelijk landerige jongelieden in de tram, die ingepilst hebben voor een feestje; zo zien ze eruit. Een iets minder jonge man tegenover me zit te geeuwen en staart met holle ogen in het duister. Hij zit er helemaal doorheen, hij heeft het helemaal gehad. Misschien is hij een hobbyist net als ik, en is hij vanaf vanmorgen heel vroeg drie keer heen en weer gereden naar Knokke, op een dagpas van 6 euro.

De volgende dag is het vrijdag, einde van veel (mid)week-arrangementen en dus veel rolkoffers in de tram. Een beginnend bejaarde, moeilijk ter bene vrouw heeft er twee bij zich plus nog een grote tas en een handtasje en worstelt zich ermee door de klapdeurtjes waarin ze twee keer klem komt te zitten. Hulpvaardige handen worden toegestoken. Niet die twee van mij; ik zit me alleen maar hogelijk te verbazen dat ze niet een deur verder ingestapt is, in de tussenbak met gelijkvloerse instap.

Ze is met bagage en al aan boord gehesen en krijgt nu dan toch die middenbak nog in de gaten, waar veel meer ruimte voor haar valiezen is. Daar transporteert ze die nu dan ook een voor een heen, wederom met hulp, tijdens de rit, steeds van dat steile trapje af, terwijl de tram zachtkens deint. Nu zijn de koffers beneden, maar blijkt haar sacoche nog op haar zetel boven te liggen. Bij het ophalen daarvan verliest ze haar evenwicht, dondert van dat trapje af en belandt op haar gat te midden van haar hele hebben en houwen. Auw!, in ‘Kuifje’ zouden er veelkleurige sterren bijgestaan hebben. Passagiers gillen, maar ze komt vrij met de schrik plus hooguit wat schrammen en lichte ontvellingen.

Dit zou het daverende slot van dit hoofdstuk zijn als ik nog niet eerst wilde opmerken dat de Kusttram een prima kwaliteitsniveau weet te handhaven. Nauwelijks vertragingen ondervonden; er komt gewoon elk kwartier een tram bij de halte. 

De Lijnwinkels zijn overdag allemaal open, zodat er in de tram weinig tijd verloren gaat met kaartverkoop. De medewerkers van de Lijnwinkels reizen zelf per tram naar en van hun werkplek. De openingstijden zijn dan ook exact afgestemd op de dienstregeling; sluitingsuur bijvoorbeeld om 17:38. De tram wacht even als de winkel dicht gaat. Er moeten dan ook wat spullen aan boord; ik zag het een keer in De Panne.

Ongeveer om de twee kilometer ligt er een overloopwissel in de baan, waardoor trams naar het linkerspoor kunnen uitwijken als er een blokkade is; ook dat maakte ik een keer mee in die drie dagen.

En ten slotte: de baan is de afgelopen twee jaar hier en daar ook aardig opgekalefaterd. Rotte plekken zitten er niet veel meer in; echt fanatiek slingeren doet de tram niet meer.




Veurne: straks tramstad?



Bus voor het in renovatie verkerende station Veurne


Na Diksmuide, met de loopgraven en die horror-toren, bezoek ik Veurne. In Diksmuide is het busstation halverwege de middag compleet verlaten; geen klanten, geen bussen. Veel dunne buslijnen houden hier siësta en vertrekken niet tussen 13:00 en 16:00 uur.

Ik pak de trein naar Veurne. Het ligt in De Polders, zo’n 5 kilometer van het strand van Koksijde. Het is een klein stadje met mooie gevelwanden die weer doorkijkjes bieden op verderweg gelegen gevels.

Jammer dat je in België zo vaak over en om geparkeerde auto’s heen moet fotograferen. In Nederland ben ik altijd mordicus tegen ondergrondse parkeergarages aan de rand van de stad, omdat ik vind dat die het autogebruik stimuleren. Maar voor steden als Veurne zou het een uitkomst zijn.





Veurne staat al een hele tijd op de nominatie om een aftakking te krijgen van de Kusttram. De operatie is mede bedoeld om meer toeristen naar het stadje te lokken - en minder auto's, hoop ik. Maar of het doorgaat; ik heb er een hard hoofd in.

Sommige trams uit de richting Knokke – Oostende zouden dan in Koksijde afbuigen naar Veurne, in plaats van door te rijden naar De Panne. De route voert langs een provinciale weg, met erg weinig aanwonenden; wie stapt daar in een tram? In Veurne zelf is er gesteggel over de te volgen koers. De tram zou kunnen eindigen bij station Koksijde, maar dan komt hij slechts tot de rand van Veurne. Doortrekken naar station Veurne ligt meer voor de hand – door de smalle straatjes van de stad, maar die metersporige trambaan kun je vrijwel overal wel inpassen.

De verbinding tussen Veurne en de kustplaatsen wordt nu onderhouden door bus 68 en 69. Lijn 69 volgt daarbij tussen Koksijde en Oostende min of meer de route van de Kusttram. Numero 68 doet de binnendorpen, zal ik maar zeggen, de Noordwijk- en Egmond-Binnens van de Vlaamse Kust. Die liggen soms op een flinke afstand van de zee. De tram moet dus lijn 68 vervangen, maar 69 zal moeten blijven, denk ik, want die bedient heel andere wijken.

Die bussen rijden in de daluren maar een uurdienst per lijn (halfuurdienst in combinatie), en houden er na 21:00 uur helemaal mee op. Als ik bij station Veurne arriveer, val ik net in het spitsuur. Tussen 16:00 en 16:15 vertrekken er maar liefst 4 bussen vlak achter elkaar. Die zitten allemaal vol met scholieren. Ik laat een bus 69 gaan, die me al te afgeladen is met jong grut, en pak even later een 68.

Veel burgpiepers – als dat in Vlaanderen ook zo heet -; recente proefwerken voor Nederlands, Frans en Engels worden besproken. Ik zie een heel ander stuk wereld dan vanuit de tram: forenzen- en villadorpen achter de duinen, 3 kilometer van de waterlijn. In Nieuwpoort rijdt de bus, die nu langzamerhand steeds leger wordt, door nieuwbouwwijken, om weer uit te komen bij het Thaise restaurant en het fraaie bus- en tramstation in het centrum.

Lombardsijde nemen we mee op de route. Daarna gaan bus en tram weer uiteen en belanden we weer in wijken achter de kust, maar nu slechts zo’n 600 meter achter die hoge flatwanden. Ik vrees het ergste voor dit bustraject als er straks een tram Veurne – Oostende gaat rijden.

We passeren een vliegveld en een pilotenschool. Als het kerkje van Mariakerke in zicht komt, druk ik op de stopknop en stap uit. Dit is nog een restantje van dat artikel uit 2015. Ik had me in een museum ingeleefd in de wondere wereld van de schilder James Ensor en wilde dat kerkje zien dat hij geschilderd had. Daar kwam toen niks van terecht, door een zware regenbui. 

Bij dezen goedgemaakt. Ensor heeft ooit in de bres moeten springen voor het kerkje, dat gesloopt dreigde te worden. De schilder en ligt begraven op het kerkhof ervan.

En ja, die tramverbinding Veurne – Oostende. Een beetje een twijfelgeval. Maar als hij ooit wordt aangelegd, kan hij zeker op een bezoek van mij rekenen.


Een nieuwe vloot


Tegen die tijd rijden er fonkelnieuwe trams. Begin jaren 80 werden zowel de Kusttram als de tramfabriek La Brugeoise et Nivelles (BN) uit Brugge gered van de ondergang met een bestelling van 50 gelede tramrijtuigen (Charleroi kreeg er even veel). Sommige van de 50 kusttrams beginnen er na 35 jaar intensief gebruik wel wat ouwelijk uit te zien. Het kenmerkende kreunende geluid bij het optrekken krijgt ook steeds vaker bijgeluiden van gekraak, gepiep en één keer gesis alsof de band van de tram leegliep.

Na zoveel jaar zijn ze zo langzamerhand toe aan vervanging. Daarin zal worden voorzien. De Lijn, de Vlaamse bus- en trammaatschappij, mag 146 nieuwe trams bestellen. 57 daarvan zijn bestemd voor de Kustlijn; de overige gaan in Antwerpen en Gent de laatste PCC-wagentjes vervangen.

De Europese aanbesteding voor de nieuwe wagens is gewonnen door de Spaanse trambouwer CAF. Het worden Urbos-trams, net als in Utrecht en Uithoorn. Bombardier uit Brugge, opvolger van BN, greep naast die order van 8 nullen. Er zijn rechtszaken over gevoerd; het ging totaan de Raad van State, ook in België het hoogste rechtsorgaan. Maar CAF trok aan het langste eind.

De eerste Urbossen zullen in de loop van 2019 instromen. Een goede reden om dan nog eens terug te gaan naar de Vlaamse Kust, bij vrede en welzijn.

Frans Mensonides
12 oktober 2017
Er geweest: 20 t/m 22 september 2017
Laatste aanpassing: 27 februari 2018


Bonus: Kusttram in wegvolgorde, om niet te zeggen: hodologisch





Station De Panne bij het dorp Adinkerke... 



... is het beginpunt van 69 kilometer tramplezier (2015)





De Panne (1999)




'Mijn' halte De Panne Kerk (2017)




De Panne bij avond (2017)




Sint-Idesbald (2017)



Koksijde door een achterruit (1999)




Oostduinkerke. Inderdaad: bar, zulke totaalreclame (2017)


Gecombineerde tram- / bushalte Nieuwpoort Stad (2015)


Hetzelfde punt bij avond (2017)



HermeLijn in de dorpskern van Lombardsijde (2015). De Kusttram gaat uit dat dorp verdwijnen, schreef ik in dat jaar. Hij rijdt er anno 2017 nog steeds, maar de nieuwe route langs het dorp is in aanleg. Als die klaar is, zal de langste tramlijn ter wereld 300 meter korter zijn en kan er misschien 2 minuten van de rijtijd af.


Extra-spitstram rijdt via de keerlus in Westende terug naar Oostende (2017)



Middelkerke, korttrajecttram naar Westende (2015)





'Kaas marcheert altijd', zeker als het Hollandse is. Greefplein, Middelkerke (2015)





Oostende Ravelingen, bij Mariakerke
Twee haltes verder heb je de halte Oostende Northlaan die ik helaas niet op de foto heb.
Dat is de 34ste halte van de 68, gerekend vanaf De Panne. Die ligt dus op de helft, en is genoemd naar J.T. North,
een van de oprichters van de (elektrische) trammaatschappij die aan het eind van de 19e eeuw de Kusttram exploiteerde.




Hier zijn we dan dus over de helft, zowel qua haltes, minuten als kilometers.

Het Marie-Joséplein in het hart van Oostende (2015)




Bij station Oostende (2015).

De verbouwing van dat station is in 2 jaar tijd nog geen zier opgeschoten. Het stationsplein ziet er nog steeds uit alsof er onlangs een 500-ponds bom op is neergekomen. Geen foto waard. Komt het ooit nog af?




Vier maal Oostende (2015)



Originele abri uit 1924 bij de halte Bredene Renbaan, toen de voertaal nog Frans was, ook in Vlaanderen, en een renbaan nog hippodrome heette (2015)



Van Bredene naar De Haan





Een tram had in die tijd geen haltes maar stations. Als een van de weinige is dat van De Haan aan Zee bewaard gebleven (2015)





Door Wenduine(?) (2015)



Als je de tram neemt, slijten je schoenen niet. Blankenberge (2015)




Halte Blankenberge station (2015)


Blankenberge (2017)




Regen in Zeebrugge (2015)





De ochtend daarop was het weer behoorlijk opgeknapt (2015)


Als de bruggen bij de sluis van Zeebrugge open staan, maakt de tram een ommetje.


Heist, Heldenplein (2017)




Ook aan de langste tramrit ter wereld komt een eind. De keerlus bij het station van Knokke (2015)

Wie echt ALLE 68 haltes zien wil, kan zelf naar de Vlaamse Kust afreizen, uiteraard, maar zou ook deze 2:11 uur durende Youtube-video kunnen afspelen: een complete trajectvideo van Knokke naar De Panne, op een regenachtige winterdag rond het middaguur.


© Frans Mensonides, Leiden, 2017