Ik deed hem in 1999 op één dag, in 2015 tijdens een driedaagse vakantie en deze nazomer opnieuw in drie dagen.
Op
woensdag 22 september reed ik na aankomst in De Panne heen en weer naar
Lombardsijde, in diverse etappes, met onderbrekingen voor foto’s. De
dag daarop ging ik per bus van Veurne – dat misschien een aftakking
krijgt van de trambaan - naar Mariakerke en pakte daar de tram terug
naar De Panne. Waarvandaan ik op de laatste dag van deze korte
doe-vakantie helemaal naar Heist spoorde, bijna bij het andere
eindpunt, en terug tot Oostende, waar ik de trein naar huis nam.
Tot
zover de tijdlijn. In het vervolg van dit stuk een sfeerbeeld van de
Kusttram in het naseizoen en wat nieuwe ontwikkelingen rond deze lijn:
de eventuele zijtak naar Veurne en nieuw materieel dat in 2019 gaat
instromen. Daarna aan de voet van dit document nog een uitgebreide
bonus: een serie van 30 foto’s, geknipt in 1999, 2015 en 2017, in
wegvolgorde van De Panne naar Knokke. En oh ja, echt zeer uitgebreide en gedetailleerde informatie vind je op deze site van een andere NL-Kusttram-fan.
Zoals
ik in ’15 al schreef, levert de Kusttram zijn grootste
vervoersprestatie in de zomermaanden juli en augustus, en dan vooral
als het GEEN ideaal strandweer is. Het zal dan ook geen verbazing
wekken dat hij de afgelopen (regen)zomer alle records gebroken heeft.
Ruim 4 miljoen tramritten werden er gemaakt gedurende de 2 maanden dat
in België de schooldeuren gesloten waren, wat neerkomt op zo’n 66.000
passagiers per dag.
De populairste bestemmingen waren pretpark Plopsaland in De Panne, de waterdierentuin Sea Life
in Blankenberge (waar ik in deel 1 was) en een zandsculpturenfestival
dat gehouden werd in Oostende. Maar de allerpopulairste attractie aan
de Vlaamse Kust is de Kusttram zelf.
Ik veronderstelde in 2015
dat vanaf 1 september de tram wel het domein zou worden van forenzen en
scholieren. Maar dat beeld heb ik deze september snel bij moeten
stellen. Ja, schoolkinderen bestormen de Kusttram soms in horden van 25
of meer; zo’n schoolreizende klas die de wagen in één klap vol maakt.
Minstens
even opvallend zijn de groepen van een stuk of 10 à 12 senioren die ik
regelmatig en masse in en uit een tram zie stappen. Is dit een nieuwe trend in reizen voor ouderen, reizen als in een
schoolklas? Niets over gelezen, nog, en het zou mij niet trekken.
Op
de middelste dag neem ik in Mariakerke de tram in de richting De Panne.
De twee dames in mantelpak, napratend over een congres die ze bezocht
hebben, zitten aardig te detoneren tussen alle toeristen.
De
meeste forenzen zullen in deze streek gewoon per auto reizen en niet
met de prettram. De dienstregeling levert daarvoor ook wel het bewijs.
In het naseizoen rijdt de tram na 9:00 elk kwartier, maar in de
ochtendspits meestal slechts twee keer per uur. Tussen 2007 en 2015 had
je ’s morgens sneltrams Nieuwpoort – Oostende en Blankenberge -
Oostende, met een beperkt aantal haltes. Maar die trams zijn in 2015
wegbezuinigd. In de middagspits rijdt er nog wel bovenop
de kwartierdienst een extra tram van Oostende tot Westende, die wel aan alle haltes
stopt; toevallig kwam ik er in terecht.
Op de donkere, wat
kille woensdag dat ik aankwam, vervoerde de tram soms ook nog wel wat
lege zitplaatsen. Maar die andere twee zonnige dagen: druk-druk-druk.
En de drukste halte is Marie-Joséplein in Oostende, in het winkelhart
van de grootste kustplaats. Veel boodschappentassen en -karretjes in de
tram, zeker aan het begin van de middag.
Rond zessen breekt
een tweede spits uit: de tocht naar de honderden restaurants in alle
soorten, maten, nationaliteiten en prijsklassen die je aan de kust
hebt. Minstens de helft zit dicht, eind september, maar het aanbod is
nog steeds overweldigend. Ik kies ze natuurlijk met uitzicht op de
tram, en maak ook mijn keuze vanuit de tram.
De eerste avond bezoek ik een Thai in Nieuwpoort,
tussen de haltes Cardijnlaan en Stad. De bediening is in handen van een
opvallend contrasterend duo, een frêle oosterse prinses die mogelijk
echt uit Thailand komt en een ras-Vlaming die sterk gelijkt op Lambiek.
De bediening is vriendelijk, het eten is prima, en het uitzicht
vanzelfsprekend ook. Als er geen tram langsrijdt, knippert er nog
altijd een bord met TRAM verticaal in grote, gele letters. Een klein
minpuntje is de muzak, een soort new-age waar ik na een uur helemaal
gallisch van word (we zitten toch al dicht bij Gallië) en waar je na
nog eens 2 uur high of verlicht van zou raken, maar zover laat ik het
niet komen.
De tweede avond stap ik uit in Koksijde Bad en
dineer in een degelijk ouderwets hotel-restaurant ter hoogte van de
halte. Langzaam zie ik de frequentie van de trams afnemen.
In
het donker vertoont de Kusttram ook een heel ander beeld dan overdag.
Zo tegen tienen keer ik terug naar het hotel in De Panne. Er zitten nu
voornamelijk landerige jongelieden in de tram, die ingepilst hebben
voor een feestje; zo zien ze eruit. Een iets minder jonge man tegenover
me zit te geeuwen en staart met holle ogen in het duister. Hij zit er
helemaal doorheen, hij heeft het helemaal gehad. Misschien is hij een
hobbyist net als ik, en is hij vanaf vanmorgen heel vroeg drie keer
heen en weer gereden naar Knokke, op een dagpas van 6 euro.
De
volgende dag is het vrijdag, einde van veel (mid)week-arrangementen en dus
veel rolkoffers in de tram. Een beginnend bejaarde, moeilijk ter bene
vrouw heeft er twee bij zich plus nog een grote tas en een handtasje en
worstelt zich ermee door de klapdeurtjes waarin ze twee keer klem komt
te zitten. Hulpvaardige handen worden toegestoken. Niet die twee van
mij; ik zit me alleen maar hogelijk te verbazen dat ze niet een deur
verder ingestapt is, in de tussenbak met gelijkvloerse instap.
Ze
is met bagage en al aan boord gehesen en krijgt nu dan toch die
middenbak nog in de gaten, waar veel meer ruimte voor haar valiezen is.
Daar transporteert ze die nu dan ook een voor een heen, wederom met
hulp, tijdens de rit, steeds van dat steile trapje af, terwijl de tram
zachtkens deint. Nu zijn de koffers beneden, maar blijkt haar sacoche
nog op haar zetel boven te liggen. Bij het ophalen daarvan verliest ze
haar evenwicht, dondert van dat trapje af en belandt op haar gat te
midden van haar hele hebben en houwen. Auw!, in ‘Kuifje’ zouden er
veelkleurige sterren bijgestaan hebben. Passagiers gillen, maar ze komt
vrij met de schrik plus hooguit wat schrammen en lichte ontvellingen.
Dit
zou het daverende slot van dit hoofdstuk zijn als ik nog niet eerst
wilde opmerken dat de Kusttram een prima kwaliteitsniveau weet te
handhaven. Nauwelijks vertragingen ondervonden; er komt gewoon elk
kwartier een tram bij de halte.
De
Lijnwinkels zijn overdag allemaal
open, zodat er in de tram weinig tijd verloren gaat met kaartverkoop.
De medewerkers van de Lijnwinkels reizen zelf per tram naar en van hun
werkplek. De openingstijden zijn dan ook exact afgestemd op de
dienstregeling; sluitingsuur bijvoorbeeld om 17:38. De tram wacht even
als de winkel dicht gaat. Er moeten dan ook wat spullen aan boord; ik
zag het een keer in De Panne.
Ongeveer
om de twee kilometer ligt er een overloopwissel in de baan, waardoor
trams naar het linkerspoor kunnen uitwijken als er een blokkade is; ook dat
maakte ik een keer mee in die drie dagen.
En ten slotte: de
baan is de afgelopen twee jaar hier en daar ook aardig opgekalefaterd.
Rotte plekken zitten er niet veel meer in; echt fanatiek slingeren doet
de tram niet meer.
Na Diksmuide,
met de loopgraven en die horror-toren, bezoek ik Veurne. In Diksmuide
is het busstation halverwege de middag compleet verlaten; geen klanten,
geen bussen. Veel dunne buslijnen houden hier siësta en vertrekken niet
tussen 13:00 en 16:00 uur.
Ik pak de trein naar Veurne. Het ligt in De Polders, zo’n 5 kilometer van
het strand van Koksijde. Het is
een klein stadje met mooie gevelwanden die weer doorkijkjes bieden op
verderweg gelegen gevels.
Jammer dat je in België zo vaak over
en om geparkeerde auto’s heen moet fotograferen. In Nederland ben ik
altijd mordicus tegen ondergrondse parkeergarages aan de rand van de
stad, omdat ik vind dat die het autogebruik stimuleren. Maar voor
steden als Veurne zou het een uitkomst zijn.
Veurne staat al een hele tijd op de nominatie om een aftakking te
krijgen van de Kusttram. De operatie is mede bedoeld om meer toeristen
naar het stadje te lokken - en minder auto's, hoop ik. Maar of het doorgaat; ik heb er een hard
hoofd in.
Sommige
trams uit de richting Knokke – Oostende
zouden dan in Koksijde afbuigen naar Veurne, in plaats van door te
rijden naar De Panne. De route voert langs een provinciale weg,
met erg weinig aanwonenden; wie stapt daar in een tram? In Veurne zelf
is er gesteggel over de te volgen koers. De tram zou kunnen eindigen
bij station Koksijde, maar dan komt hij slechts tot de rand van Veurne.
Doortrekken naar station Veurne ligt meer voor de hand – door de smalle
straatjes van de stad, maar die metersporige trambaan kun je
vrijwel overal wel inpassen.
De verbinding tussen Veurne en de
kustplaatsen wordt nu onderhouden door bus 68 en 69. Lijn 69 volgt
daarbij tussen Koksijde en Oostende min of meer de route van de
Kusttram. Numero 68 doet de binnendorpen, zal ik maar zeggen, de
Noordwijk- en Egmond-Binnens van de Vlaamse Kust. Die liggen soms op een flinke
afstand van de zee. De tram moet dus lijn 68 vervangen, maar 69 zal
moeten blijven, denk ik, want die bedient heel andere wijken.
Die
bussen rijden in de daluren maar een uurdienst per lijn (halfuurdienst
in combinatie), en houden er na 21:00 uur helemaal mee op. Als ik bij
station Veurne arriveer, val ik net in het spitsuur. Tussen 16:00 en
16:15 vertrekken er maar liefst 4 bussen vlak achter elkaar. Die zitten
allemaal vol met scholieren. Ik laat een bus 69 gaan, die me al te
afgeladen is met jong grut, en pak even later een 68.
Veel
burgpiepers – als dat in Vlaanderen ook zo heet -; recente proefwerken
voor Nederlands, Frans en Engels worden besproken. Ik zie een heel
ander stuk wereld dan vanuit de tram: forenzen- en villadorpen achter
de duinen, 3 kilometer van de waterlijn. In Nieuwpoort rijdt de bus,
die nu langzamerhand steeds leger wordt, door nieuwbouwwijken, om weer
uit te komen bij het Thaise restaurant en het fraaie bus- en
tramstation in het centrum.
Lombardsijde nemen we mee op de
route. Daarna gaan bus en tram weer uiteen en belanden we weer in
wijken achter de kust, maar nu slechts zo’n 600 meter achter die hoge
flatwanden. Ik vrees het ergste voor dit bustraject als er straks een
tram Veurne – Oostende gaat rijden.
We passeren een vliegveld en
een pilotenschool. Als het kerkje van Mariakerke in zicht komt, druk ik
op de stopknop en stap uit. Dit is nog een restantje van dat artikel
uit 2015. Ik had me in een museum ingeleefd in de wondere wereld van de
schilder James Ensor en wilde dat kerkje zien dat hij geschilderd had. Daar kwam toen niks van terecht, door een zware regenbui.
Bij
dezen goedgemaakt. Ensor heeft ooit in de bres moeten springen voor het
kerkje, dat gesloopt dreigde te worden. De schilder en ligt begraven op
het kerkhof ervan.
En ja, die tramverbinding Veurne – Oostende.
Een beetje een twijfelgeval. Maar als hij ooit wordt aangelegd, kan hij
zeker op een bezoek van mij rekenen.
Tegen
die tijd rijden er fonkelnieuwe trams. Begin jaren 80 werden zowel de
Kusttram als de tramfabriek La Brugeoise et Nivelles (BN) uit Brugge
gered van de ondergang met een bestelling van 50 gelede tramrijtuigen
(Charleroi kreeg er even veel). Sommige van de 50 kusttrams beginnen er
na 35 jaar intensief gebruik wel wat ouwelijk uit te zien. Het
kenmerkende kreunende geluid bij het optrekken krijgt ook steeds vaker
bijgeluiden van gekraak, gepiep en één keer gesis alsof de band van de
tram leegliep.
Na zoveel jaar zijn ze zo langzamerhand toe aan
vervanging. Daarin zal worden voorzien. De Lijn, de Vlaamse bus- en
trammaatschappij, mag 146 nieuwe trams bestellen. 57 daarvan zijn
bestemd voor de Kustlijn; de overige gaan in Antwerpen en Gent de
laatste PCC-wagentjes vervangen.
De Europese aanbesteding voor
de nieuwe wagens is gewonnen door de Spaanse trambouwer CAF. Het worden
Urbos-trams, net als in Utrecht en Uithoorn.
Bombardier uit Brugge, opvolger van BN, greep naast die order van 8
nullen. Er zijn rechtszaken over gevoerd; het ging totaan de Raad van
State, ook in België het hoogste rechtsorgaan. Maar CAF trok aan het
langste eind.
De eerste Urbossen zullen in de loop van 2019
instromen. Een goede reden om dan nog eens terug te gaan naar de
Vlaamse Kust, bij vrede en welzijn.
Frans Mensonides
12 oktober 2017
Er geweest: 20 t/m 22 september 2017
Laatste aanpassing: 27 februari 2018
... is het beginpunt van 69 kilometer tramplezier (2015)
De Panne (1999)
Hetzelfde punt bij avond (2017)
Extra-spitstram rijdt via de keerlus in Westende terug naar Oostende (2017)
Middelkerke, korttrajecttram naar Westende (2015)
Blankenberge (2017)
Als de bruggen bij de sluis van Zeebrugge open staan, maakt de tram een ommetje.
Heist, Heldenplein (2017)
©
Frans Mensonides, Leiden, 2017