Vinkeveen, Wilnis, Mijdrecht en Uithoorn, dat waren ooit vier vrij nietige veendorpjes in het Groene Hart. Tot 1950 werd dit kwartet verbonden door een puffend stoomtreintje over de Haarlemmermeerspoorlijn: (Utrecht CS - ) Nieuwersluis / Loenen – Amsterdam Haarlemmermeerstation. Daarna groeiden ze langzaam maar zeker uit tot forenzenplaatsen, ´slaapdorpen´, onvriendelijk gezegd. En die zijn tegenwoordig per OV nog net zo goed of kwaad bereikbaar als in de tijd van dat treintje, en het gaat nog net zo traag, ook.
Om er te komen vanuit Utrecht moet je eerst met de trein naar Breukelen en daar overstappen op de bus. Vanaf de Amsterdamse kant kun je de sneltram/metro Amsterdam Centraal - Amstelveen Westwijk nemen en bij de halte Amstelveen Poortwachter de bus pakken. Die Amstelveentram gaat de komende 5 jaar op de schop en loopt daarna van Amsterdam Zuid NS tot Uithoorn.
Ik reisde op zaterdag 4 februari 2017 van Utrecht via Uithoorn etc. naar Amsterdam en keerde pas op woensdag 15 februari terug. Een herkansing voor Syntus Utrecht en tevens een verkenning van de ´Uithoornlijn´, wat de werktitel is van die tramverlenging.
De
eerste helft van het reisverslag staat hieronder; de rest houd je
tegoed voor volgende week.
Hoezo een herkansing voor Syntus? Rond de jaarwisseling deed ik wat lijnen in de omgeving van Amersfoort (deel 1, deel 2) en was niet erg onder de indruk van wat Syntus presteerde. Aan het slot van dat stuk stelde ik de vraag of we deze nieuwe concessiehouder voor het Utrechtse streekvervoer nog een herkansing moesten gunnen. 60% van de lezers was het daarmee eens, 20% niet en nog eens 20% vatte mijn vraag louter retorisch op en had dus geen antwoord paraat. Ik heb het De Hond niet laten peilen, en sla er maar een slag naar – exact wat hij ook doet.
Zo reis ik dus op zaterdagmorgen naar Breukelen om daar aan boord te klimmen van weer zo´n rode Syntusbus, lijn 130, Breukelen NS – Uithoorn Busstation.
Helemaal aan het eind van mijn onafzienbaar lange artikel over het nieuwe NS-spoorboekje 2017 besteedde ik ook aandacht aan Breukelen. Je hebt daar een instapzone, NS´ nieuwste zet om de reiziger te pesten en te koeioneren, en de rare, scheve dienstregeling op Utrecht – Breukelen in de spits: afwisselend een trein na 7 en 23 minuten.
Bus 130 beoogt een aansluiting te geven op alle treinen en zou dus ook in een 7/23-frequentie moeten rijden. In tegenstelling tot NS vond Syntus dat al te dol en men maakte er een 10/20-dienst van. Dat geldt dan alleen in de spits. Op zaterdag rijden de treinen om het halfuur en bus 130 dus ook. De extra ritten doordeweeks in de spits rijden tot de halte Mijdrecht Roerdomp.
De aansluiting op station Breukelen is heel ruim; je hoeft je niet halsoverkop van de trap van het station af te storten om de bus nog te halen. Ik doe dat wel, voor de zekerheid. Beneden aan de trap is meteen een onoverzichtelijk fietspad, in het donker. Ik beland net niet onder een paar racefietsende idioten die met 45 km/uur de bocht om komen stuiven. Gelukkig zie ik ze net nog op het nippertje. Ik had ze niet graag belemmerd in hun poging, hun p.r. scherper te stellen.
Bus 130, niet echt druk op de zaterdagmorgen, rijdt meteen de A2/E35 op, een minstens 24-baans snelweg. Nee, 8-baans, goed geteld; laat ik niet overdrijven. Na een kilometer of 6 verlaten we deze verkeersader alweer en slaan af richting Vinkeveen. Dat brengt ons op de N201 die dwars door de Vinkeveense plassen voert. Die weg is ‘aangelegd toen de natuur- en milieulobby even de andere kant op keek’, suggereerde ik in een stuk uit 2000. Toen was ik op pad met bus 140 in de lange reeks ‘Langs lange lijnen’.
Wat zie je in Vinkeveen? Het
mooiste van Vinkeveen zijn die plassen. Door de bebouwde kom volgt de
bus een hoekige route langs nieuwe rijtjeshuizen langs slootjes,
waarlangs wilgen.
Vinkeveen (10.000 inwoners), Wilnis (5.000) en Mijdrecht (16.000)
vormen samen met Waverveen de fusiegemeente Ronde Venen. Uithoorn
(29.000) heeft zijn zelfstandigheid nog weten te behouden.
Er rijden in dit gebied nog
een hoop andere lijnen dan Syntus 130. Je kunt onder meer naar Woerden,
Amsterdam ArenA en Hilversum. Syntus feliciteerde zichzelf (op een
inmiddels verdwenen webpagina) met
introductie van ‘één herkenbare bus-as’ Vinkeveen – Wilnis -
Mijdrecht. Dat riekt naar wat ze ook in Leusden
en Soest
gedaan hebben: routes door woonerven opheffen.
Maar als je lijnennetkaarten en plattegronden bekijkt, stopt er in
bijna alle wijken wel een frequente busdienst. Helaas moet Molenland,
de zuidelijke wijk van Mijdrecht, het doen met M1, een ultrakort
dorpslijntje. Deze bus rijdt dan wel in kwartierdienst, dat wil zeggen:
continu rondjes rond de Mijdrechtse kerk. Voor de komst van Syntus
reden er reguliere bussen door de wijk, waarmee je zelfs ook buiten het
dorp kon komen.
Deze streek ligt op de grens
van twee concessiegebieden. Naast Syntus Utrecht heb je hier de
concessie Amstelland-Meerlanden. Die wordt tot 2027 gereden door
Connexxion en bestaat onder andere uit lange, kronkelige,
trage lijnen naar Amstelveen en Amsterdam. Straks ga ik er een paar
nemen.
Wilnis kun je rustig of
rustiek noemen (dat is namelijk helemaal niet hetzelfde), of saai, al
net naar gelang je stemming. Over stemmen straks meer. Ik kies nu voor
rustiek; vooruit.
Je kunt het je moeilijk voorstellen als je hier loopt, maar er was een tijd dat het NOS-Journaal zijn uitzendingen met dit dorp begon. Dat was in de dagen na 26 augustus 2003, toen er een gammele ringdijk bezweek en de laagstgelegen gedeelten van het dorp onder een halve meter water kwamen te staan. Dat was vast het dijkje waarop ik nu loop, want de beschoeiing is nieuw en oogt strak in de lak.
Ook hier slapen ze op zaterdag tot ver na twaalven uit. Ik zie dat overal in het land. Voor zover men niet in het bezit is van een Weekend Vrij, waagt men zich niet voor het middaguur op de openbare weg.
Ik heb dat al eerder opgemerkt, maar las laatst dat dit ook uit onderzoek gebleken is, en dan is het pas echt waar. Want uit dat onderzoek (dat ik zo gauw niet meer kan vinden) bleek namelijk dat volwassen Nederlanders in de nacht van vrijdag op zaterdag gemiddeld 9,5 uur slapen.
9,5 uur! Mijn hemel, dan verslaap je je halve verstand! Dan kun je net zo goed het hele weekend in je nest blijven liggen rotten. Dat je na 9,5 uur in bed nog geen decubitus-verschijnselen ontwikkelt; dat je nog geen doorligplekken vertoont!
De koe bij Slagerij J. van
der Ven, daar mag je niet op zitten en die mag je niet voeren en niet
als fietsenrek gebruiken. ´Paludis domus´ dat ik ergens op een woning
zie staan, betekent zoveel als: moerashuis, als ik me niet heel sterk
vergis.
Een mijlpaal: op deze dag,
dit uur en in dit dorp zie ik het eerste aanplakbord voor de Tweede
Kamerverkiezingen. Die worden gehouden op de idus van maart, een
uitgelezen dag voor politieke omwentelingen (je weet wel, ‘Ook gij,
Brutus?’, dat was ook op 15 maart, 2060 jaar geleden). Op de dag dat
dit stukje op Internet verschijnt, zal heel Nederland wel met
verkiezingsborden vergeven zijn.
De gemeente De Ronde Venen heeft er verstandig aan gedaan, een beetje ruime borden te plaatsen, die aan twee zijden beplakbaar en bekijkbaar zijn. 28 posters moeten er hun plaats op kunnen vinden; zo versnipperd is de politiek. We krijgen straks op 15 maart een stembiljet uitgereikt ter grootte van de bouwtekening voor een flink uitgebreid appartementencomplex. Ik hoop dat het stemhokje breed genoeg is om het uit te kunnen spreiden.
Er staat al iemand te plakken, geholpen door zijn zoontje. Ze zijn wat vaag uitgevallen. Dat lag aan een foutje van onze fotograaf, schrijver dezes, uw dienaar. Voor candid camerafotografie kun je niet echt de tijd nemen. Maar het politieke landschap is voor velen ook knap vaag geworden.
Enige orde valt er toch wel in te onderkennen. Tegenstellingen zoals links-rechts, progressief-conservatief of confessionelen versus vrijdenkers, die hebben allemaal afgedaan. Die zijn zó 1980! Tegenwoordig gaat het om de boze burger tegen de elite.
Dat zijn twee groeperingen die elkaar niet meer begrijpen, steeds verder uiteen drijven en elkaar over en weer verketteren. Vrijwel alle partijen vallen in een van die twee vakjes. Hopelijk blijven er ook nog wat zwevende partijen over voor zwevende kiezers.
Ik vraag me wel af of mensen nog naar verkiezingsborden kijken en of al dat geplak niet volkomen overbodig is. Ook een beetje 1980. Tegenwoordig wordt de stembusstrijd gevoerd op tv en niet te vergeten de sociale media, met alle listen en lagen die aan die digitale media vastkleven.
Op mijn rubriek FHM´s vind je
trouwens een stuk over de vervoersparagrafen
in verschillende partijprogramma’s.
De Burgemeester Padmosweg begint als een geasfalteerde landweg, maar
verbreedt zich tot een provinciale weg waar diverse bussen rijden en
stoppen. Ik pak de eerste die verschijnt en dat is een groene: lijn 174
van Connexxion, Wilnis – Amsterdam Centraal. Die rijdt in de
avonden, gedurende de schoolvakanties en in het weekend. Op tijden dat
de scholen open zijn, heb je in plaats daarvan lijn 142 die nagenoeg
dezelfde route heeft, maar in Amsterdam rijdt naar de Elandsgracht in
plaats van het station.
De Padmosweg voert naar Mijdrecht, waar we een kronkelroute door
woonwijken rijden. Daarna pakken we de N201 richting Uithoorn
waarlangs, hier en daar maar niet overal, busstroken liggen.
Die grote forenzengemeente
krijgt zoals gezegd, na de doortrekking van de Amstelveenlijn, in 2022
opnieuw een railverbinding, na 72 jaar. Reden om eens te gaan kijken
naar verleden, heden en toekomst van de Amstelveenlijn.
De Amstelveenlijn werd eind 1990
geopend maar was door talloze kinderziekten – die ik hier maar niet
allemaal ga oprakelen – pas een jaar later volledig in bedrijf. Het
was, en is nog steeds, een aftakking van de al langer bestaande
metrolijnen van Amsterdam Centraal naar Gein en Gaasperplas.
Het aftakpunt ligt even voorbij station Spaklerweg. Dat station had ooit als ondertitel: ‘Penitentiaire inrichting’, maar daar geen Amsterdammer dat kon uitspreken en iedereen die grimmige gevangenistorens Bijlmerbajes bleef noemen, heeft men die naam maar later vallen. Een niet druk beklant station; de bewoners van die penitentiaire inrichting namen normaliter nooit de metro, maar konden hem door de tralies wel zien rijden.
Via de stations Overamstel en RAI rijdt de Amstelveenmetro naar Amsterdam Zuid, de Zuidas, onze financial mile waar ik me twee jaar gelden een arme sloeber voelde. Op station Zuid ondergaat het railvoertuig een transformatie. De treden bij de deuren worden uitgeklapt, de pantograaf gaat tegen de bovenleiding aan, en de stroomafnemers van de derde rail worden ingetrokken, want die stroomrail houdt hier op. De metrorijtuigen ontpoppen zich ineens als sneltram en rijden over de Amstelveenboog naar straatniveau, langs de Vrije Universiteit in Amsterdam Buitenveldert.
Hier heeft stadstram 5 (Amsterdam Centraal – Amstelveen Binnenhof via het Leidseplein) zich bij de Amstelveenlijn gevoegd om langs 7 haltes en over 4,5 km van hetzelfde spoor gebruik te maken. Aangezien de metro/sneltrams een hoge vloer hebben en de stadstrams een lage, hebben ook de halteperrons een hoog en laag gedeelte. Het tramverkeer is behoorlijk gestroomlijnd op het Amstelveense traject: op kruispunten is er meestal voorrang op het autoverkeer.
Na zich in het centrum van Amstelveen ontdaan te hebben van de stadstram, reden de metro/sneltrams tot 2004 door naar het eindpunt Poortwachter. Dat jaar is de lijn verlengd naar de huidige eindhalte Westwijk. De Amstelveenlijn heeft vanaf aftakpunt Spaklerweg totaan Westwijk een lengte van 14,5 km. Het laatste gedeelte van de lijn ligt op het talud van de oude Haarlemmermeerspoorlijn. Hetzelfde geldt straks voor de doortrekking naar Uithoorn en het geldt al een hele tijd voor de N201 tussen Mijdrecht en Uithoorn waar we net waren; een historische OV-route.
Bij het eindpunt Westwijk zie
je de flats van Uithoorn al aan de einder, dus verdere doortrekking lag
erg voor de hand. Maar al met al heeft het toch tot ruim een kwart eeuw
na introductie van de Amstelveenlijn geduurd voordat de Vervoerregio
Amsterdam, de gemeenten Amstelveen en Uithoorn en de provincie een klap
gaven op de verlenging van 5,5 km naar Uithoorn.
v/m station Uithoorn (archieffoto
2015), straks het eindpunt van de Uithoornlijn
Eerst kwam er nog een discussie over een volwaardige metro naar Amstelveen, in plaats van de (snel)tramlijn. Men had de Noord/Zuidlijn – die in de zomer van 2018 eindelijk echt, écht gaat rijden - best door kunnen trekken van het eindpunt Amsterdam Zuid Amstelveen in. Maar aanleg van een metrobaan door Amsterdam Buitenveldert en Amstelveen stuitte af op te hoge kosten. Jammer, want dan had je echt een hypersnelle verbinding gecreëerd.
Meer donkere wolken pakken zich samen boven de Amstelveenlijn. Die wordt nu namelijk helemaal losgekoppeld van het metronet, en is straks dus alleen nog maar een (snel)tramverbinding. Dat komt doordat de Amstelveenboog gaat verdwijnen. Op de plek waar die ligt, wordt een nieuw ondergronds autoriool aangelegd in plaats van de A10 die nu op talud loopt, parallel aan het NS-spoor.
De Amstelveentram heeft straks zijn beginpunt aan de zuidkant van station Amsterdam Zuid om daarna snel op zijn oude route terecht te komen. Die deelt hij dan nog steeds met stadstram lijn 5, die blijft rijden. De route door Amstelveen wordt nog wel wat gestroomlijnd door aanleg van enkele ongelijkvloerse kruisingen, maar ook door het opheffen van 5 van de 19 haltes in Buitenveldert plus Amstelveen.
Met de doortrekking naar
Uithoorn is de lijn straks 15 km lang, een afstand die bij ideale
doorstroming binnen een halfuur afgelegd zou moeten kunnen worden. Met
overstap op de Noord/Zuidlijn ben je dan binnen drie kwartier vanuit
Uithoorn op Amsterdam CS of het Rokin, toch wel een dik kwartier
sneller dan nu.
De trams die straks van Amsterdam Zuid naar Uithoorn gaan rijden, zijn
van het type Urbos 100, waarmee dezelfde tram is gekozen als voor de
bijna-naamgenoot Uithoflijn in Utrecht. Ze kunnen
twee aan twee gekoppeld rijden, waardoor de capaciteit hoger wordt dan
de huidige metro/sneltramrijtuigen. Wat zal betekenen dat de frequentie
niet omhoog gaat. Tegenwoordig is die 7,5, 10 of 15 minuten, al naar
gelang het uur en de dag; krap soms, maar gedicteerd door de frequentie
van de overige metrolijnen.
Wat kost die Uithoornlijn allemaal bij elkaar? 60 miljoen euro, een bedrag dat grotendeels opgehoest wordt door de Vervoerregio Amsterdam. Een koopje! Dat is geen cynische opmerking; het is echt bijna voor niks. Per kilometer is dit lijntje bijna 4 keer zo goedkoop als de Uithoflijn in Utrecht. En in totaal is het project ongeveer 15 keer zo goedkoop als die ondergrondse snelweg op de Zuidas.
Bovendien wordt het bedrag dik terugverdiend door het opheffen of inkorten van een hele vloot parallelle buslijnen. Een aanvullend busnet, dat is meestal nog wel een dingetje bij aanleg van hoogwaardig railvervoer. Daarover straks meer.
Syntus-bus 130 uit Breukelen eindigt bij Busstation Uithoorn, waar ik twee winters geleden ook was, toen met de R-net-bus uit Haarlem. Cafetaria The Family doet nog steeds dienst als een soort busstationsrestauratie, die ik ook deze keer bezoek voor een lunch. Daarbij heb ik zicht op het af- en aanrijden der bussen en ook op een stuk of vijf jongeren die op het pleintje contemplatief bijeen staan op wat misschien de beste, zo niet de enige, hangplek van Uithoorn is. Ze laten alle bussen passeren en passeren hier zelf de middag.
Bij dit busstation komt de middelste van de drie tramhaltes die Uithoorn gaat krijgen. Het eindpunt van de tram komt te liggen bij het oude station van de Haarlemmermeerspoorlijn dat ik twee jaar geleden al op de foto zette.
Laat ik, na de lunch, dan maar eens gaan lopen naar de geprojecteerde eerste tramhalte in Uithoorn: Aan de Zoom. Die ligt aan de westkant van het dorp te midden van zich sterk uitbreidende nieuwbouw.
Het openbare leven is nu, nu er al een aardige kop van de middag af is, nog steeds niet helemaal op gang gekomen. Stil is het in deze wijken. Blauw is het zwerk; beginnend voorjaarsachtig het weer. Vliegtuigen bewegen zich loom, en met gierende geluiden, door bochten in hun luchtwegen die vanmiddag allemaal over Uithoorn voeren.
Boven: Aan het Spoor, waar voor iedere
deur wel een auto staat. Onder: ongeveer de plek waar tramhalte Aan de
Zoom komt
Een van de straten hier heet Aan het spoor, ter herinnering aan de Haarlemmermeerlijn, en komt straks echt weer uit op het spoor. Ongeveer op de plek van de onderste foto’s komt de eerste tramhalte in Uithoorn. Momenteel is hier het eindpunt van een dun buslijntje dat zaterdags niet rijdt: 149, via Nes a/d Amstel naar Amstelveen.
Ik loop langs Zwembad De Otter terug naar het busstation waar ik Connexxion-lijn 170 neem (Uithoorn Meerwijk – Amsterdam Centraal). Met mij stappen twee van de vijf jongeren in die nu toch bezweken zijn voor de verleidingen van een bus naar de grote stad. De rest blijft achter op het busplein.
De bus volgt, alvorens koers te zetten naar Amstelveen, een kronkelende route door de Uithoornse flatwijk Zijdelwaard. Die ligt straks het verst af van de trambaan. Er is plechtig beloofd dat de busroutes door de wijken van Uithoorn zoveel mogelijk intact zullen blijven. Dat moet je als reiziger dan maar geloven; het pakt ook nog wel eens slechter uit, als het puntje bij het haltepaaltje komt.
Als ik ´Zijdelwaard´ intyp in mijn digitale notitieboekje, maakt hij er ‘zielsgelukkig’ van. Dat doet hij soms: ongevraagd woorden die ik bedoel, vervangen door woorden die er soms maar heel vaag op lijken. Domweg zielsgelukkig in de Zijdelwaard; jeetje, ik weet niet, het ziet er niet uit als een aards paradijs, maar aan de andere kant: waarom ook niet.
Dat opschrijfsysteem is wel een lerend systeem. Het leert van mij, en van waarover ik altijd schrijf. Als ik bijvoorbeeld ‘Spr’ intik, maakt hij er meteen Sprinter van, hoewel ik ook springvloed, spruitstuk of spreadsheet had kunnen willen typen.
Natuurlijk gaat de introductie van de Uithoornlijn gepaard met opheffing van het parallelle bustraject Uithoorn – Amstelveen, waar onder meer deze lijn 170 en nummer 174 rijden, waar ik daarnet in zat. Zo’n hoogwaardige tramverbinding is vooral leuk als je woont tegenover een tramhalte.
Zijdelwaard ligt daar wat verder daarvan. Dan wordt het: aantakken, en dus een overstap, terwijl je voor een reis naar Amsterdam Centraal straks ook al een extra overstap moet maken bij Amsterdam Zuid.
Van ‘Uithoornlijn’ maakte mijn notitieblok een keer ‘horrorfilm’. Maar de Uithoornaars hebben over het algemeen wel zin in de tram. Er was wel enig NIMBY-gesputter; buurtbewoners waren bang dat hun huis minder waard zou worden. Maar daar weet t.z.t. hun makelaar wel raad op: ‘Gelegen nabij hoogwaardig railvervoer’. Of nog liever: ‘U woont op een zuchtje van de halte van de sneltram die u in een ommezien in het bruisend hart van Amsterdam brengt’.
In welke richting ik me nu ook ga begeven.
Tot
hiertoe gepubliceerd op 26 februari 2017
‘Use it, lose it’, lees ik bij Amstelveen
Poortwachter, de
overstaphalte van bus op metro/sneltram. Oh ja, ik nader de Amsterdamse
gettogordel, waarbinnen je niet moet zeuren als een gauwdief je je
mobieltje
uit de handen grist terwijl je staat te appen. Dan had je dat maar
binnenshuis
moeten doen en niet op straat! ‘Use it, lose it’ was 10 jaar
geleden ook de
titel van een stuk op deze site dat in dit diep verdorven deel van ons
land
speelt.
Ik pak de
metro/sneltram, reis naar het beginpunt Westwijk en
daarvandaan naar het eindpunt Amsterdam Centraal, en stap hier en daar
uit voor
een foto.
Die
gelede, twee aan twee gekoppelde wagens, met hun kenmerkende,
kermende geluid bij het optrekken en afremmen, hebben hun langste tijd
gehad en
zullen plaats moeten maken voor de Urbos. Met hoorbare tegenzin treden
ze in
beweging.
Hier
spelen ook chipkwesties. Reis je met de metro/sneltram, dan
moet je inchecken op het perron, en op tram 5 in het voertuig. Als je
dus op
zo´n gemeenschappelijk halte incheckt op het perron, en toch de tram
neemt,
omdat die nou eenmaal eerder komt, rijd je dus zwart. Evenals wanneer
je niet
incheckt en vervolgens in de metro-sneltram stapt, waar je niet kunt
inchecken.
Het chipbedrijf Translink uit Amersfoort zal de komende weken in opspraak komen wegens het oppotten van meer dan 50 miljoen euro, afgetroggeld van de reiziger, en wegens het monstersalaris van de directeur, Arno Groothedde. Groothedde, Groothedde, er komen associaties bij me op: Grootgraaier hebbe, hebbe, hebbe. Er komt een accountantsonderzoek naar wat iedereen al heel lang weet: Translink deugt niet.
Straks 5
haltes geschrapt, zoals gezegd, in Amstelveen en
Buitenveldert. Van zuid naar noord zijn dat: Spinnerij, Marne, Gondel,
Amstelveen Centrum en A.J. Ernststraat. In de newspeak
van een informatiesite die ik ergens zag, heet dat niet ´opgeheven´,
maar ´samengevoegd´. Als je één halte schrapt en de volgende of vorige
iets in
de richting verplaatst van de lege plek die die halte heeft
achtergelaten, heb
je ze in de ogen van de schrijvers samengevoegd.
Ze wijzen
er dan ook op, dat je bijvoorbeeld maar 200 of 300 meter
hoeft te lopen naar de nieuwe, samengevoegde halte. Maar dat is nog een
heel
eind als je het met een rollator zou moeten doen. Bovendien
rekenen ze dan de kortste weg, over
het spoor, waar je helemaal niet overheen mag lopen.
Doorgaande
reizigers zullen overigens wel blij zijn met wat minder
stopplaatsen. En misschien moet iedereen, achteraf gezien, maar blij
zijn dat
die volwaardige metro door Amstelveen niet doorging, want die had vast
en zeker
nog minder stations geteld dan er straks tramhaltes overblijven.
De op te
heffen halte Spinnerij ligt bij het kantoor van Canon,
waarvan de medewerkers nu dus een stuk zullen moeten lopen, en bij
Peugeot,
waar ze met de Peugeot blijven komen. Een stukje verderop in Amstelveen
worden
zelfs twee opeenvolgende haltes opgeheven: Marne en Gondel. Samenvoegen
kun je
dat niet meer noemen. Er gaapt nu een kloof van meer dan een kilometer
tussen de
haltes Meent en Sportlaan.
Amstelveen
Centrum kon ook gemist worden, in de ogen van de planologen,
wegens nabijheid van de halte Binnenhof, het beginpunt van tram 5.
Arend
Janszoon Ernststraat ten slotte, in Buitenveldert, ligt niet ver van de
halte VU
(Vrije Universiteit).
Nog een maatregel om de snelheid te verhogen. Drie Amstelveense haltes: Sportlaan, Zonnestein en Kronenburg worden straks ongelijkvloers uitgevoerd, al is nog niet helemaal duidelijk hoe dat eruit gaat zien.
Kronenburg
De
ombouwoperatie van de Amstelveenlijn moet in 2020 voltooid
zijn, twee jaar vóór de realisatie van de Uithoorntak, dus.
Wat me te
binnen schiet, nu ik hier loop: ik had in 1990 als een
van de weinigen het voorrecht, de Amstelveenlijn al te mogen berijden
tijdens
een proefrit, nog voordat gewone, normale passagiers konden instappen.
Dat was
na afloop van een vergadering van de ROVER-adviesraad, een maandelijkse
bijeenkomst van ROVER-activisten uit alle delen van het land. Naar hun
adviezen
werd meestal niet geluisterd door het bestuur, en dat was dan vaak nog
terecht,
ook.
Op die
zaterdag in 1990 was de adviesraad in Amsterdam en na
afloop was er een verrassing: een proefrit met de Amstelveenlijn! Die
was van
te voren niet aangekondigd, anders had die raad drie keer zoveel leden
geteld
als normaal, allemaal tuk op een ritje. Er verschenen toch vaak al
randfiguren op
die vergaderingen waarvan niemand wist wat ze precies deden voor de
vereniging.
Die kwamen dan meestal alleen voor de gratis treinreis; je reiskosten
werden
vergoed.
Ik weet
niet meer of die ene bejaarde vrouw uit Amsterdam er die
keer bij was. Ze leek op het eerste gezicht heel normaal – wat bij
ROVER op zich
al opmerkelijk was. Maar ze had de gewoonte, halverwege een vergadering
ineens,
meestal zonder enige waarschuwing en zonder duidelijke aanleiding, een
hevige
woedeaanval te krijgen.
Dan begon
ze als een bezetene te krijsen, te schelden en wild met
haar armen te maaien. Daarbij liep ze helemaal paars aan, zodat de
vrees
bestond dat ze erin zou blijven of er minstens iets aan zou overhouden.
Maar
even snel als de furie begonnen was, viel zij ook weer stil. Daarna
trok ze zich
even terug op het toilet om zich een beetje op te knappen. De rest van
de
vergadering zat zij aandachtig luisterend uit, zonder zelf nog iets te
berde te
brengen.
Enfin, ik
zal ergens wel gepast hebben binnen dat
rariteitenkabinet. Waar had ik het ook alweer over? Die proefrit.
Tijdens
die onverwachte rit naar Amstelveen kregen we deskundig
commentaar van een medewerker van het GVB Amsterdam. Het was een
tochtje vol
jolijt, een gratis schoolreisje. Ik herinner me nog dat we allemaal erg
moesten
lachen om de haltenaam Onderuit. Gelukkig wordt die niet opgeheven; dat
was
zonde geweest van die naam.
Niet lang na de opening ging de complete Amstelveenlijn onderuit. Ik had het daarnet over kinderziekten. Er was iets raars met konijnen, als het geen hazen waren. Die groeven holen in het tramtalud, waardoor dat ondermijnd werd. Of ze vraten de bekabeling op, zoiets was het, maar ik zou me er niet verder in verdiepen, had ik me voorgenomen.
Het is
gaan regenen. Ik pak de metro-sneltram naar Amsterdam
Centraal en keer 11 dagen later terug naar onze hoofdstad voor het
vervolg van
dit stukje.
Zo zag de
dienstregeling van de Haarlemmermeerspoorlijn
(zie deze
fotosite) eruit in het laatste jaar van zijn bestaan, 1950. Deze
tabellen zijn afkomstig
uit de NS-zomerdienstregeling van dat jaar. Dit collectors
item is niet te koop; ik heb hem zelf ook maar geleend.
De lijn
begon op het Haarlemmermeerstation in Amsterdam Zuid en
liep langs Amstelveen (toen nog een weinig betekenend dorpje) naar
Bovenkerk,
waar een splitsing was. Daarna kon je naar rechts tot eindstation
Aalsmeer en rechtdoor
naar Uithoorn waar je aansluiting had op een aanvullend lijntje naar
Mijdrecht,
Wilnis, Vinkeveen en Nieuwesluis - Loenen, waar die lijn aantakte op de
spoorlijn Amsterdam – Utrecht.
Dit was
nog maar het restant van het netwerk van de Haarlemmermeerlijn,
die je ooit overal bracht binnen de vierhoek Amsterdam – Utrecht –
Leiden –
Haarlem. Hier en daar zie je in die streek nog steeds oude stations,
maar de
meeste daarvan waren al in 1935 gesloten. Op dat in Leiden, aan de
Herensingel,
werden in de oorlog door de Duitsers nog V2-raketten aangevoerd, zoals
te lezen
staat in het oorlogsdagboek van mijn oma.
Van de
lijn Amsterdam – Aalsmeer / Uithoorn - Nieuwesluis waren de
dagen in 1950 geteld, zoals blijkt uit de mededeling in het spoorboek:
‘Dienstregeling
alléén geldig tot nader te bepalen datum’. Dat gold voor meer lijnen in
dat
boekje. Zo zou ook voor de Halvezolenlijn
(’s-Hertogenbosch-Lage Zwaluwe) en de
Baronnenlijn
(Apeldoorn-Zwolle) in
de
loop van de zomer het doek vallen.
Als ik dat boekje doorblader, snap ik
des te beter waarom mijn
indertijd verloofde ouders niet elk weekend
bij elkaar op bezoek gingen. Een
reis Deventer - Leiden of omgekeerd duurde 3 uur.
De
terugreis dan, op woensdag 15 februari, een dag dat de prille
lentezon de winter en de laatste sneeuwresten uit de straten verdrijft.
Die terugrit
wil ik op een passende plek beginnen, bij het Haarlemmermeerstation.
Maar daar is
op het moment niets aan te fotograferen; het staat in de
restauratiesteigers.
Het is al
heel lang het beginpunt van de Elektrische
Museumtramlijn Amsterdam naar Bovenkerk. In de beginjaren van
deze eeuw was het
tevens een eetcafé, even lawaaierig als trendy; ik
waagde me er in maart 2003
aan een lunch. Tegenwoordig is het een lokaliteit voor
evenementen.
Ik ben
hier gekomen met een wandeling van een halfuurtje vanaf
station Amsterdam Zuid. Onderweg werd vanuit een auto mijn aandacht
getrokken
door een man die ‘Héé, héé, komt u eens even hier!’ riep. Hoewel het
wel iets
beleefder had gekund, trad ik naderbij en zag een man van mijn leeftijd
met een
enigszins verplukt uiterlijk en een licht verwilderde uitdrukking in de
ogen.
Overduidelijk iemand die dringend om hulp verlegen zat, van welke aard
dan ook.
‘Mag ik
s.v.p. even een beleefde vraag stellen?’, grauwde hij
woedend; ‘bent u hier bekend of niet?’ Oh, hij wil alleen maar de weg
weten.
‘Nee’, antwoorde ik, ik ben nog nooit eerder in deze buurt geweest, het
spijt
me, ik kan u niet helpen’.
-‘Ja, ja. En waar komt u dan WEL vandaan, als ik vragen mag??’
Nu leek
het me raadzaam om het antwoord te geven dat we op het
schoolplein altijd gaven op al te impertinente vragen: ‘Dat HOEF je
niet te
weten, tien pond scheten!’ Daarna liep ik haastig door, waarbij me nog
een paar
scheldwoorden achterna werden gezonden vanachter dat autoraampje.
In elke
andere stad dan Amsterdam zou je schrikken van zo’n
incident, maar in onze hoofdstad hoort zoiets alleen maar tot de
folklore. Je
kunt hier alles verwachten van de mensen, behalve wat je zou
verwachten.
Mafklappers heb je overal wel, maar in en om Amsterdam ligt het
percentage
ervan toch wel verontrustend hoog. Altijd weer als ik een uurtje in
Amsterdam
geweest ben, vraag ik me af hoe een mens er kan léven. Als
buitenstaander uit
de provincie zul je je wel snel aanpassen als je hier komt wonen, en
ver-Amsterdammen;
Amsterdamned.
Ik neem
Connexxion-bus 142 die rijdt van Amsterdam Elandgracht totaan
het kerkhof van Wilnis. Die doet een kleine vijf kwartier over de 30 km
lange
rit. Het lijkt wel een levensweg, met dat eindpunt. Straks, met de
Uithoornlijn, zal je beslist niet vlugger kunnen reizen van het hart
van
Amsterdam naar dat van Wilnis. Ik denk zelfs, dat je dan vast zit aan
twee
overstappen, waar je nu nog een directe verbinding hebt.
Deze bus
is goed gevuld met vooral terugkerende studerenden en
winkelende dames. De jongste passagier ligt nog in de kinderwagen.
Tellen ze
die nou eigenlijk wel mee in de reizigersstatistieken? Er hoeft nog
niet voor
betaald te worden.
Lijn 142
komt niet langs station Zuid. We kruisen de Ringmetro bij
station Amstelveenseweg, niet ver van de VU. Daarna rijden we over een
brede
laan, de Amstelveenseweg, richting Amstelveen, zo´n kleine kilometer
ten oosten
van de metro/sneltrambaan, door een buurt met brede lanen en sloten.
Bij het grote busstation in het
centrum van Amstelveen komen
we te vroeg aan en moeten we 4 minuten wachten. Dan is het bijna tijd
en rijdt
de chauffeur weg, waarbij hij veinst, een op moeie voeten naderende
bejaarde vrouw,
niet te zien. Een meter of 50 verder staan we alweer stil bij een
verkeerslicht. De dame is nu wederom genaderd tot de voordeur van de
bus en
kijkt smekend naar binnen. Maar de chauffeur blikt nu dwars door haar
heen en
ze mag mooi 20 minuten wachten op de volgende.
Dat heb ik in 20 jaar reizen en schrijven voor deze site nooit echt begrepen: waarom moet een baan in het OV vrijwel automatisch samengaan met reizigershaat? Bij busstastion Uithoorn wordt de chauffeur afgelost, wat de haast verklaart waarmee hij wegloopt en de brede glimlach die nu op zijn gelaat ligt.
Ik laat me rondrijden door een
uitgestrekte nieuwbouwwijk
van Mijdrecht en stap daarna op goed geluk ergens uit waar het
Bozenhoven heet.
Achteraf, bij een blik in de Wikipedia, blijkt dat bij de dijk van die
naam
Mijdrecht ontkiemd is. Een kleine 1000 jaar geleden vestigden zich hier
de kwartiermakers,
die hun nieuwe stekkie Midreth noemden.
Volgens de haltevertrekstaat zal hier
over 5 minuten de
dorpsbus M1 passeren die elk kwartier een rondje rijdt door Midreth. Ik
wil hem
niet nemen, maar wel op de foto hebben, dus wacht 6, 7, 8, 9 minuten. Hij komt niet, en
ik loop verder in de
richting van een van de twee Mijdrechtse kerken. Daar stuift het busje
toch nog
langs me heen; leeg, geheel volgens mijn verwachtingen. Ik heb hem nog
net kunnen
knippen (rechtsonder op de foto).
Dat soort buslijnen zijn de
excuustruusjes van de
dienstregeling. Buurtbewoners kunnen niet zeggen dat er geen bus rijdt.
Maar
aangezien ze er nergens mee komen, stappen ze er niet in, en dan wordt
zo´n
lijn over een paar jaar opgeheven wegens gebrek aan belangstelling.
Ik loop hier een uurtje rond. Of
liever: heen en weer, want
Mijdrecht is zo langgerekt als je van een veendorp kunt verwachten. Aan
de twee
uiteinden heb je de RK-kerk in het zuiden en de Hervormde in het
noorden.
Bij de dijk zie ik de
Syntus-bussenstalling waar wel
degelijk een wasmachine aanwezig is (niet op mijn foto). In het stuk
over Soest
twijfelde ik daaraan, gezien de dikke, donkergrijze laag sneeuwdrek op
alle
bussen.
´Heemschut hoeft hier geen
monumentendag te organiseren´.
Dat was in 2000 mijn oordeel over het dorp Mijdrecht. Sindsdien zijn de
winkelpassages
nog weer verder opgerukt en doen dat nu nog steeds. Er is er weer een
in
aanbouw, genaamd: De Lindeboom; aannemer Bébouw Midreth doet het.
Zouden de
Mijdrechtenaren over onbeperkte financiële middelen beschikken om maar
meer en
meer te kunnen kopen in meer en meer winkels?
Vandaag zie ik, in de zon, toch
weinig aanleiding om somber
te worden van dit dorp. Je moet je er even voor openstellen, denk ik.
En het is
ook wel zo dat ik tegenwoordig een foto of 50 of 100 kan maken in zo’n
plaatsje
en dan thuis de beste eruit zoeken voor de vakjesfoto die het
handelsmerk is
van deze site.
Vroeger, in 2000, was digitale
fotografie een voortzetting met
andere middelen van de kleinbeeldfotografie. De kleinbeeldfotograaf
haalde 36 negatieven
of dia’s in postzegelformaat uit één filmrolletje. Digitaal maakte ik
in het
millenniumjaar dan ook precies 36 postzegeltjes, en dan was het
geheugen van de
camera vol en de accu leeg. Dat was in Mijdrecht het geval, want ik heb
er geen
enkele foto meer van.
Wat kun je verder nog doen in de kern
van Mijdrecht als je
uitgewinkeld en uitgekocht bent? Een slijter kondigt een ‘wijnproeverij
in
groepsverband’ aan, bij u thuis of hier in de winkel. Ik weet niet
waarom, maar
mijn overspannen jongensfantasie ziet er een massale, met wijn
besprenkelde
gangbang bij: het jaarlijks Mijdrechts bacchanaal.
Ergens in de nieuwbouw neem ik Syntus
bus 130, de eerste spitsrit
naar Breukelen, die begint op de halte Roerdomp. De bus rijdt over een
groot
bedrijventerrein tussen Mijdrecht en Wilnis. Toen ze hier klaar waren
met
turfsteken, industrialiseerde Mijdrecht. Nog later verforensde het
dorp; het is
de geschiedenis van honderden woonplaatsen in Nederland.
In de bus klinkt om de vijf
minuten een boodschap uit
de zwoelgevooisde mond van een vrouw: ´We zijn BLIJ met je´. Omdat
Syntus zo
blij is met ons, reizigers, kun je ergens op internet een gratis
dagkaart downloaden,
of zo; nog maar tot en met morgen, dus wees er snel bij! Ik neem me
voor,
vanavond eens te gaan kijken, maar vergeet het en denk er nu pas weer
aan, nu
ik dit opschrijf; dág, dagkaart!
Van mijn kant ben ik ook weer blij
met Syntus, want in
tegenstelling tot die keren rond Amersfoort is er deze keer
werkelijk niets
aan te merken op deze concessiehouder voor de provincie Utrecht. Ze
zijn
geslaagd voor hun herkansing.
Dit is zo’n verhaal dat geen
uitsmijter kent, geen
overtuigend slot, maar dat langzaam vervaagt, uitfadet. Ik zet de
Uithoornlijn
op mijn planning voor 2022, bij lezers en welzijn.
Frans Mensonides
5 maart
2017
Er geweest: zaterdag 4 en woensdag 15 februari 2017.
©
Frans Mensonides, Leiden, 2017