LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
171. GOKKEN EN SPECULEREN MET CHRISTIAAN HUYGENS (27/04/2014)
170. KOPEN, KOPEN, KOPEN, EEN WEEK
WINKEL-IN, WINKEL-UIT (20/04/2014)
169. MIJN OUDERS OP STAP;
LOW-BUDGETVAKANTIE IN 1952 (13/04/2014)
168. MIJN TOP-5 VAN WILLEM II;
KUNSTCOLLECTIE HERENINGD IN DORDRECHT (06/04/2014)
167. 'T IS MAAR ééN KEER: NUCLEAIRE
TOP! (30/03/2014)
166. HET ONVERMIJDELIJKE ZINKEN:
TITANIC-RAMP BLIJFT FASCINEREN (23/03/2014)
Ebola-arts overgenomen van Lutheranworld.org;
pestdokter overgenomen van mijn eigen pest-pagina, en daar weer van een andere
Goed nieuws van de week. De Russische troepen trekken zich
terug van de grens met Oekraïne. Het waren maar oefeningen (om de laconieke
woorden van mijn opa uit de nacht van 9 op 10 mei 1940 te citeren, die het
kanonnengebulder dat mijn oma gehoord had, wegwuifde met: ‘Oh, dat zijn
oefeningen´). De inval lijkt niet door
te gaan.
Althans, dat is de stand van zaken op dinsdagavond 29 april
2014, als ik deze woorden tik. Het zal woensdagmorgen al ontkend worden. Dit stukje gaat
online op de Dodenherdenking van de vorige wereldoorlog. Hoe de zaak er dan
voor staat, weet geen mens. Vooruitwerken is een hachelijke onderneming voor
een columnist.
Ander goed nieuws, in dit geval bestaande uit het
spreekwoordelijke géén-nieuws. Al dagen heb ik niets meer gelezen over de
ebola-epidemie die een maand geleden woedde in verschillende landen van Afrika.
Dat zou kunnen betekenen dat ze ook deze uitbraak van de hyperbesmettelijke, dodelijke
virusziekte weer tijdig onder controle hebben. De mondiale ebola-epidemie, die
best toch ooit eens een keer zou kunnen uitbreken, is opnieuw afgewend.
Misschien wordt er nog een remedie gevonden voordat het zover is. Maar daar
zijn de virologen al enkele decennia mee doende, en het gaat vast nog wel een
jaar of tien, twaalf duren, denkt men.
Je kunt beide plagen, Poetin en ebola, afdoen als
ver-van-mijn-bed of een echo uit een ver verleden. Maar de klok lijkt toch teruggedraaid
te worden, of de Doomsday Clock vooruit, totdat de wijzers weer vijf voor
twaalf aangeven. Ik, en vast veel generatiegenoten met mij, krijg de laatste
weken onheilspellende reminiscenties aan de eerste helft van de jaren 80, toen
Oost en West tegenover elkaar stonden aan weerszijden van het IJzeren Gordijn. Soms
leek het een kwestie van tijd voordat de Koude Oorlog zou omslaan in een
nucleair armageddon.
Bijna een derde van de Nederlanders vreest dat het conflict
rond de Oekraïne zal escaleren tot een Derde Wereldoorlog, zo bleek enkele
weken geleden uit onderzoek. 3% van ons volk gaat zelfs al zo ver dat ze hun kussensloopje
alweer gevuld hebben met grauwe erwten. Zo´n voedselvoorraad werd ons ooit door
Bescherming Burgerbevolking aanbevolen om de nucleaire holocaust te overleven.
Een meerderheid van ruim tweederde van ons volk denkt dus
dat het allemaal zo´n vaart niet zal lopen, en dat je nog wel kunt dansen op de
vulkaan, zolang hij alleen nog maar rommelt. En misschien dat Poetin niet zo
gek zal zijn, om een NAVO-land binnen te vallen, want dan heb je de poppen heus
wel aan het dansen. Ik – met toch een duidelijke neiging tot tobben en
zwartkijken in mijn karakter – heb me aangesloten bij die meerderheid.
Dat komt vooral, denk ik, doordat die Derde Wereldoorlog al
zo vaak is aangekondigd. Al die keren kunnen we nu nog navertellen. Vooral
jongeren zijn bang voor de oorlog, bleek uit die enquête. Wij senioren lijken
er zo langzamerhand wel immuun voor. Zeker ik, geboren op de Bloedzondag van
de Koude Oorlog. Boven mijn wieg fluisterden ze al over de Bom. Ik begreep het vanzelfsprekend
nog niet, maar moet de angst meteen meegekregen hebben, nog bovenop mijn
geboortetrauma.
Meteen immuun, dus, als was het een kinderziekte. Op de
avond van ‘Nine Eleven’ zag ik geen enkele aanleiding, er mijn college ‘Taalverandering
en taalverloedering’ voor te laten lopen; het leven gaat door, nietwaar?
Immuun ben je ook voor ebola, als je het eenmaal een keer
gehad hebt. Maar de kans dat je die eerste keer overleeft, is niet heel groot.
De berichten over die uitbraak in Afrika deden me sterk
denken aan wat ik een paar jaar geleden schreef over pestepidemieën in de 17e
eeuw. De uitmonstering van verplegers en
laboranten die met ebola te maken hebben, ziet er niet minder sinister uit dan
die van de pestdokters uit de geschiedenis. Maar ze is hopelijk wel effectiever;
de kruiden in die vogelsnavels hielpen geen steek, en vele pestdokters
overleefden zelf de epidemie niet.
De Haagse onderwijzer David Beck, een weduwnaar, hield in
1624 een dagboek bij over zijn familiezorgen, zijn beroepsbezigheden, zijn
gesprekken met vrienden, zijn wandelingen, zijn nieuwe verliefheden. De
pestepidemie die in de zomer van dat jaar in Holland heerste, stelt hij min of
meer terloops aan de orde. Ook zijn leven ging door. Hij werd pas bang voor de
pest toen hij zelf op een dag onwel werd en moest braken– maar het bleek loos
alarm. Psychosomatisch, zouden we nu zeggen.
Een navrant stukje las ik over lijders aan ebola in
ziekenhuizen. Om besmettingsgevaar te voorkomen moesten ze in strikte
quarantaine. Zij mochten slechts door
middel van een videoboodschap afscheid nemen van hun naasten.
Dat brengt me dan weer Bericht
van de pest (1636) in herinnering van de indertijd bekende arts-schrijver Johan
van Beverwijck. Hij adviseerde, stervende dierbaren niet aan te raken, want de
kans was groot dat je daardoor zelf besmet raakte.
Van Beverwijck beval verder iedereen een kalme, evenwichtige,
stoïcijnse levenshouding aan, juist in tijden van een epidemie. Als je in
paniek raakte door de pest, trok je die ziekte juist naar je toe. In die tijd
wist men nog niets over bacteriën en virussen, en werd gedacht dat je alleen al van
heftige emoties de pest kon krijgen.
Maar laat dat dan een dwaling zijn; het neemt niet weg, dat
de raad van de oude dokter beslist geen slechte is tegen plagen, van welke aard
ook. Je doet er toch niets tegen…
FHM
4 mei 2014
VOLGENDE
AFLEVERING:
TER GELEGENHEID VAN MOEDERDAG (11/05/2014)
© Frans Mensonides, Leiden, 2014