LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
221. HET CIRCUS JEROEN BOSCH (1): TIME SLOT
(13/03/2016)
220. 'LOPEND
BUFFET'; DE MYSTERIEUZE HYPALLAGE
(06/03/2016)
219. 'HUPPAKEE!';
EUTHANASIE OP DEMENTERENDEN
(28/02/2016)
218. LOCATION
TRACKING APP; OF: HET RECHT OP
ZWERVEN (21/02/2016)
217. 'WE
ZITTEN ER MOOI TUSSCHEN', OORLOGSBRIEVEN UIT APELDOORN
(14/02/2016)
216. NUMMERTJES
TREKKEN BIJ HET ARTSENLAB
(07/02/2016)
'De Tuin der lusten' van Jeroen
Bosch, overgenomen van
Wikipedia.
Vorige keer riep ik het schilderij
‘De Tuin der lusten’ van
Jeroen Bosch uit tot topstuk van de Bosch-tentoonstelling in
het
Noord-Brabants Museum*.
Dat dan vooral omdat dat schilderij er niet hing. Museum
Prado in Madrid wilde het niet uitlenen. Daardoor hoefde ik dat bonte,
van
talloze barokke details voorziene schilderwerk tenminste niet te
bekijken
vanachter een haag van ruggen.
*Wie daar nog heen had gewild, had eerder
moeten wezen; hij
is uitverkocht.
Ik bekeek het later thuis, op mijn
beeldscherm, van links
naar rechts en van boven naar onder. En dat met passende muziek erbij
van
Boudewijn de Groot. Waarom juist hij, vertel ik straks.
Wikipedia heeft ‘De Tuin der
lusten’ beschikbaar in zeer
hoge resolutie. Maar DIT is eigenlijk nog mooier: een
interactieve site met
toelichting over vele details.
Als je ‘De Tuin der lusten’ luik voor
luik bekijkt, is het
wel duidelijk wat het schilderij voorstelt. Een drieluik is in feite
een
vijfluik, want zo’n gevaarte kan dichtgeklapt worden en het linker- en
rechterluik zijn daarom meestal ook aan de achterzijde beschilderd. Zo
ook ‘De
Tuin der lusten’, maar in dit geval met op de achterzijde één
doorlopende
afbeelding op de twee luiken. ‘De tuin der Lusten’ telt kortom vier
afbeeldingen, als de lezer me nog kan volgen.
In gesloten toestand toont ‘De Tuin
der lusten’ de aarde na
de derde scheppingsdag, met de Schepper heel klein linksboven. Dieren
en mensen
lopen er nog niet rond. Er is wel sprake van heel uitheemse flora. Het
ziet er
allemaal heel ongerept en vredig uit. Maar dat is afgelopen zodra je
het
drieluik openklapt.
Doe je dat, dan zie je links opnieuw
God, deze keer groter,
naast Adam en Eva die hij zojuist geschapen heeft. De zondeval heeft
nog niet
plaatsgegrepen, maar hangt al wel in de lucht. Adam en Eva kijken of ze
staan
te popelen om heen te gaan en zich te vermenigvuldigen. De Hof van Eden
is iets
minder vreedzaam dan je zou verwachten. Op de achtergrond zie je
diverse dieren
doende met het verslinden van andere dieren.
Het middelste luik is vooral gevuld
met ronddartelende naakte
mannen en vrouwen. De vruchtbaarheidssymbolen zijn ook niet van de
lucht.
Rechts hebben we dan de hel, waar de
verdoemden op de meest
inventieve manieren gekweld worden door dieren, huishoudelijke
voorwerpen en
muziekinstrumenten. Op dit punt praat iedere analyticus de ander na met
het
verhaal dat Jeroen Bosch in zijn jeugd de grote stadsbrand in ’s
Hertogenbosch heeft
gezien. Ja, en? Dat is nou weer zo’n verklaring die niets verklaart.
Ja, we
zien vlammen op dat rechterluik, zoals je mag verwachten in een beetje
fatsoenlijke
hel. Maar waarom zien we dan ook – om maar eens iets te noemen - een
varken in
nonnenkledij, of een monsterlijke vogel die lijken vreet en weer
uitpoept?
Sommige van die details vind ik
gewoonweg komisch - al viel
er voor Bosch’ tijdgenoten niet veel te lachen om de hel, waarin in die
tijd
nog heilig geloofd
werd. Vorige keer
vroeg ik me af, wat Bosch dreef bij het schilderen van al die vreemde
taferelen:
‘Was het louter om zijn waarschuwing voor de hel kracht bij te zetten,
gebruikte hij bedwelmende middelen die visioenen veroorzaakten, wilde
hij lollig
zijn, was hij gewoon gek, of bezat hij alleen maar een ongebreidelde
fantasie?’
Maar nu hel ik over naar het
standpunt dat Bosch er gewoon
lol in had; lol om zijn fantasie uit te leven, lust in ‘De Tuin der
Lusten’,
duivels plezier in de uitbeelding van de hel. Je
kan moralistisch schilderen en er toch de
grootste lol in hebben; zie Jan Steen, die ook onverbloemd
plezier had in zijn
eigen huishoudens-van-Jan-Steen.
****
‘Het
glazen ei vol land en wolken’ – ‘Een uil die schuine
liedjes fluit’ - ‘De vleesboom rijst het water uit’-
‘Je wilt me vergeten, mijn vruchten eten en
me bedriegen met je man’–
'Er vliegt in de hemel een vogel voorbij, ga mee op
zijn rug naar het zuiden’ - ‘De lijst om de wereld is breekbaar en
smal’ –
‘kom, kruip in een schelp met z’n tweeën´.
‘Het circus Jeroen Bosch’, de titel van dit kleine tweeluik, is
ontleend aan
een regel uit ‘Het land van Maas en Waal’ van
Boudewijn de Groot. Dat nummer
uit 1967 had ik al eens onder de loep in mijn rubriek ‘Soundbites of
the
Sixties’ van weleer (rechterkolom). Ik sprak trouwens laatst iemand die
die regel
al 49 jaar verstond als: ‘De zus van Judith Bosch’, in plaats van ‘Het
circus
Jeroen Bosch’. Dat zou een rare tekst geweest zijn, en had er daarom
uitstekend
in gepast.
Later in 1967 bracht Boudewijn de
Groot een elpee uit met de
titel ‘Picknick’, met psychedelische pop in de Nederlandse taal; erg
zeldzaam.
Het vinyl stond bol van de ambities: De Groot en zijn tekstdichter
Lennaert Nijgh
wilden niets minder maken dan de Nederlandse ‘Sgt. Pepper’s Lonely
Hearts Club
Band’.
De meningen zijn verdeeld of zij erin
zijn geslaagd, dat befaamde
album van de Beatles te evenaren. Zelf vindt Boudewijn de Groot
tegenwoordig
van niet. Maar op mijn persoonlijke hitlijst staat ‘Picknick’ in ieder
geval zeer
hoog geklasseerd. ‘Picknick' is geen slaafse na-aperij van ‘Sgt.
Pepper’; het
heeft een heel eigen sound. ‘Prikkebeen’ van ’Picknick’ was trouwens
een vaak
gedraaid nummer op mijn eerste klassenavonden in 1968; dat heeft mijn
oordeel
ook positief beïnvloed.
Drie achtereenvolgende nummers op
‘Picknick’: ‘Eva’, ‘De
Tuin der lusten’ en ‘Megaton’, zijn geïnspireerd op de luiken van
Bosch’ schilderij,
van links naar rechts. Zowel in ‘Eva’ als ‘De Tuin der lusten’ worden
een hele
rits details uit het schilderij aangeduid.
In ‘Eva’, een prachtige, gevoelige
song, is de ‘ik’ zowel
God als Bosch. Zijn schilderwerk, lees schepping, is hem uit de hand
gelopen;
Adam en vooral Eva leiden al een eigen leven, en trekken zich niet veel
meer
van hem aan.
‘De Tuin der lusten’ hinkt muzikaal
knap op twee gedachten:
de vrolijkheid van alle taferelen op het middenluik en de dreiging die
de
mensen al boven het hoofd hangt: ‘Nu plukken we samen nog bloemen in
het gras /
en leven als goden in vrede. / Maar ginder al strooien skeletten met as
/ en
wonen in brandende steden’.
‘Megaton’
is een
buitenbeentje in dit drietal. Dit apocalyptische, onaangename rillingen
veroorzakende nummer
gaat niet zozeer
over de hel van Bosch, als wel over de hel die we er hier op aarde zelf
van
maken. Milieuvervuiling, verwoesting van de natuur; de Club van Rome
was niet
ver meer weg in 1967.
Sommige andere teksten uit ‘Picknick’
zijn net zo mysterieus
als een schilderij van Bosch. Al met al de ideale achtergrondmuziek bij
het
bekijken van ‘De Tuin der lusten’ of het schrijven van een stukje
erover.
FHM
27 maart 2016
Met dit deel 222 zit de zevende
jaargang er al weer op van
deze rubriek, ‘FHM’s A-viertjes,’ die
alleen wordt bijgehouden in de donkere maanden van het jaar. Het was
een
jaargang met geringe kwantiteit - slechts 21 afleveringen,
deze keer -, dat
geef ik toe. Maar dat tekort werd ruimschoots goedgemaakt door de
kwaliteit. Overtuig
je daar zelf van door de afleveringen terug te lezen via het archief.
En dat
natuurlijk voor zover je niet behoort tot het legertje van trouwe fans
die
steevast elke zondagmiddag de nieuwe FHM’s oproepen op hun scherm.
Zo rond Pasen en de overgang naar de
zomertijd komt de sleet
er meestal wel op, en kost het me elke week meer moeite om een nieuw
onderwerp
te bedenken om aan te snijden in de volgende aflevering. Die staat nu
op het
programma voor ergens in september / oktober 2016; hopelijk bedenk ik
de
komende 6 maanden nog iets om over te schrijven.
Blijf intussen mijn Thuispagina
volgen, ook en vooral in de
lente en zomer! Bijna
wekelijks nieuwe
afleveringen over avonturen met het openbaar vervoer in Nederland en
omstreken,
al 20 jaar lang en het verveelt nooit; mij in ieder geval niet.
FHM
30 maart 2016
© Frans Mensonides, Leiden, 2016.