Nr. 223 - zondag 4 september 2016 (week 39)
Het oor en de gekte van Vincent van Gogh

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

222. HET CIRCUS JEROEN BOSCH (2): DE TUIN DER LUSTEN (27/03.2016)
221. HET CIRCUS JEROEN BOSCH (1): TIME SLOT (13/03/2016)
220. 'LOPEND BUFFET'; DE MYSTERIEUZE HYPALLAGE (06/03/2016)
219. 'HUPPAKEE!'; EUTHANASIE OP DEMENTERENDEN (28/02/2016)
218. LOCATION TRACKING APP; OF: HET RECHT OP ZWERVEN (21/02/2016)
217. 'WE ZITTEN ER MOOI TUSSCHEN', OORLOGSBRIEVEN UIT APELDOORN (14/02/2016)





 

Zelfportret met verbonden oor, januari 1889.
Overgenomen van Wikipedia: Zelfportretten van Vincent van Gogh

 

Een nieuw bezoek aan het Van Gogh Museum in Amsterdam, dat ik in deze reeks al eens deed om Edvard Munchs ‘De Schreeuw’ te horen. In Vincents geboortedorp Zundert liep ik ook al een keer rond, twee nazomers geleden.

Deze keer lokte de tentoonstelling ‘De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte’ me naar Amsterdam. Deze is gewijd aan de laatste jaren van het leven van Vincent van Gogh, 1888–1890. De schilder ging langzaam ten gronde aan zijn gekte, maar beleefde tevens de meest creatieve periode van zijn leven.

Bij dit onderwerp is er één thema waar je niet omheen kunt, en dat is uiteraard: Het Oor. Iedereen, zelfs wie nooit van zijn leven een schilderijententoonstelling zou bezoeken, weet dat Van Gogh zijn oor afsneed - behalve hardnekkige gelovigen in de complottheorie dat zijn kunstbroeder en huisgenoot Paul Gauguin die wandaad op zijn geweten had.

Hoe dan ook, het gebeurde op 23 december 1888 in Het Gele Huis in het Zuid-Franse Arles, waar beide kunstenaars samen woonden, samen werkten en samen ruzieden over vrijwel alles. Die conflicten liepen uiteen van principiële kwesties over de schilderkunst tot strijd om de gunst van de plaatselijke barmeid.

Vincent liep, al bloedend, met dat oor in zijn hand naar een bordeel en toonde het daar om onduidelijke redenen aan een prostituee, die daar erg van schrok en in katzwijm viel. Het voorval haalde de plaatselijke krant. De schilder werd vervolgens voor enkele weken opgenomen in het hospitaal van Arles.

Zijn behandelende arts, Félix Rey, stelde de diagnose: epilepsie, wat weinig zegt, want alle onbegrepen vormen van waanzin werden in die tijd onder die noemer gebracht. Van Gogh was de arts zo dankbaar voor zijn goede zorgen, dat hij hem een portret van hemzelf (van Dr. Rey, bedoel ik) cadeau wilde doen. Maar Rey vond dat het portret niet goed geleek, en  weigerde het geschenk. Daar zal hij later wel spijt van gekregen hebben.  

Na Vincent van Goghs ontslag uit het hospitaal stelden buurtgenoten een petitie tegen hem op: de schilder was een gevaar voor zijn omgeving en moest daarom opgesloten worden. Niet lang daarna belandde hij inderdaad in een kliniek in Saint-Rémy, waar hij een jaar verbleef. Beter werd er in de 19e eeuw vrijwel niemand in zulke inrichtingen. Psychofarmaca bestonden nog niet; alle heil werd verwacht van dagelijkse wisselbaden.

In de zomer van 1890 verhuisde Van Gogh naar Auvers nabij Paris, waar zijn broer Theo woonde, zijn steun en toeverlaat. In Auvers bleef Van Gogh gekweld door depressies en vlagen van waanzin. Op 27 juli 1890 schoot hij zich op een akker met een revolver in de borst (al doen ook hier alternatieve theorieën de ronde: een dorpeling zou hem neergeschoten hebben). Twee dagen later bezweek Van Gogh aan zijn verwondingen.

In deze tentoonstelling wordt een hoogst importante kwestie opgehelderd: of Van Gogh nou op die decemberavond in 1888 zijn hele oorschelp afsneed, of slechts een deel daarvan; alleen de oorlel. Welnu, dat was: het hele oor. Er is een brief opgedoken, compleet met een tekening, van dokter Rey, die dat bevestigd heeft – weliswaar pas 40 jaar na het plaatsgrijpen van die gebeurtenis; hoe fotografisch was het geheugen van die arts?

Kunsthistorisch doet het niet veel ter zake. Hier neigt de tentoonstelling een beetje naar de sensatiezucht. Hetzelfde gevoel kreeg ik bij de vitrine met de verroeste revolver die ze ooit eens gevonden hebben op een akker bij Auvers. Dit zou best eens het zelfmoordwapen van Van Gogh geweest kunnen zijn. Maar het zou ook heel goed kunnen van niet, en het doet er in wezen geen sikkepit toe.

Boeiender is het object op deze tentoonstelling dat het meeste bekijks van het publiek trekt, al is het geen schilderij, oor-tekening of moordwapen. Het bestaat louter uit tekst en is een opsomming van alle medische en psychiatrische diagnoses die in de loop van de tijd gesteld zijn over Vincent van Gogh.

Dat begint met het bovengenoemde stempel ‘epilepsie’ van dokter Rey, die het voordeel had dat hij Van Gogh zelf nog heeft kunnen onderzoeken. Psychiaters die zich ver na 1890 over zijn geval hebben gebogen, konden dat niet, maar waren toch niet te beroerd om een postume diagnose te stellen over de ‘oor’-zaak van zijn lijden.

Zulke diagnoses zeggen vaak meer over het tijdperk waarin die artsen leefden, dan over de patiënt. Ik kwam al eens terug van het Haarlemse Museum Het Dolhuys met het idee dat de geschiedenis van de psychiatrie er vooral een is van dwalingen.

‘Schemertoestanden’, bijvoorbeeld. Die diagnose wordt sinds 1960 niet meer gesteld, zegt het bord. Maar het verschijnsel is daarmee niet verdwenen, in een wereld die ook nu nog heel wat schemerige dolenden telt.

´Jeugdtrauma´. Ja, er was een tijd dat al het psychisch lijden toegeschreven werd aan narigheid die je in je jeugd was overkomen. Die diagnose kun je bij iedereen feitelijk wel stellen. Geen mens heeft een geheel vlekkeloze, 100% gelukkige jeugd gehad, en zonder trauma’s wordt geen kind volwassen.

Het syndroom van Ménière, dan. Dat vind ik ook een heel sterke. Ménière is een ziekte van het binnenoor die gepaard gaat met duizelingen en oorsuizingen (tinnitus). Er is wel gesuggereerd dat Van Gogh zijn oor afsneed om een einde te maken aan zijn oorsuizingen, een vergeefse poging, vanzelfsprekend.

Voor zover ik weet gaan fysieke evenwichtsstoringen niet persé gepaard met geestelijke labiliteit. Maar houd me ten goede, ik ben met die uitspraak een beetje een slager die zijn eigen vlees keurt, want ik heb zelf een milde vorm van Ménière. Tenminste, dat dacht die ene KNO-arts; die andere dacht van niet.

Alcoholisme en alcoholisch delirium, dat is het volgende item op deze lange lijst (die ik maar niet helemaal punt voor punt ga behandelen). Dat komt volgens mij dichter in de buurt van de waarheid. Ook de ondertekenaars van die petitie tegen Van Gogh dachten aan oorzaak-drank. Absint, veel kunstenaars waren er aan verslingerd, en in huize Van Gogh / Gauguin kwam de absintfles regelmatig op tafel. Die fles is ook een paar keer afgebeeld op schilderijen.

Aan het vrijwel uit pure alcohol bestaande anijsdrankje werd bij matig gebruik een heilzame werking toegeschreven. Maar bij de hoeveelheden die sommige schilders door de keel lieten vloeien, zou het drankje krankzinnigheid in de hand gewerkt hebben. In de 20ste eeuw was het in vele landen verboden. In de 21ste staat het weer in de schappen van de betere slijter, en vinden ze dat al die verhalen erover uit de fin de siècle zwaar overtrokken waren. 

Borderline, tot slot. Ik dacht al: waar blijft-ie! Dat is voor de 21e-eeuwse zielenknijpers zo ongeveer hetzelfde als epilepsie voor de artsen uit de tijd van Rey. De term zelf is al lekker vaag: een syndroom dat bestaat uit leven op de grens (borderline) van normaliteit en psychose. Zelf diagnosticeerde ik vorig jaar de romanheldin Eline Vere uit de losse pols ook als borderline-geval; daar zit je eigenlijk altijd goed mee.

De tentoonstelling ‘De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte’ is goed voor een boeiende middag, maar roept per saldo meer vragen op dan hij beantwoordt. Hij is nog tot en met zondag 25 september te zien. De nacht daarvoor is er in het museum een ‘Nacht van de Waanzin’, die aan de lichtelijk sensatiezuchtige bedoelingen van deze expositie geen twijfel overlaat.

FHM
4 september 2016
Er geweest: zaterdag 20 augustus 2016

 

Portret van Dr. Félix Ray
overgenomen uit Wikipedia (E) ; Portraits by Vincent van Gogh

PS: Dit was deel 223 van mijn Internetrubriek ‘FHM’s A-viertjes’. Voor de trouwe klanten van deze rubriek val ik meteen maar met de deur in huis. Tot dusverre verschenen mijn A4-tjes in de donkere helft van het jaar elke zondag, en verschenen ze niet in de zomermaanden. Daarin gaat nu verandering komen. Vanaf vandaag verschijnt de rubriek voortaan jaarrond op mijn Thuispagina, maar dan eens per 14 dagen; alleen op de zondagen die de oneven weken afsluiten. Om 18 september 2016 meteen al over te slaan, sorry!

Ik heb deze frequentiewijziging --doorgevoerd omdat ik ieder jaar in de loop van de winter steeds meer verlegen kwam te zitten om onderwerpen, terwijl ik in de zomer vaak dacht: dat is nou echt iets voor FHM’s

Degenen die de vorige 222 afleveringen gemist hebben, wijs ik graag op het Archief waarin ze allemaal opgesomd staan. Voor hen leg ik ook nog even uit wat een ‘FHM’s A-viertje’ eigenlijk is.

Een ‘FHM’s A-viertje’ heeft een zodanige lengte dat het, uitgeprint in een niet te groot lettertype, past op een tweezijdig bedrukt vel A4. Daarbij tellen afbeeldingen, citaten, NB’s en PS’en zoals dit niet mee.

FHM, dat zijn de initialen die ik al bijna 60 jaar de mijne mag noemen. Dat die gelijkluidend zijn aan de naam van een papieren tijdschrift voor mannen die niet volwassen willen worden, dat kan ik niet helpen; dat blad bestaat korter dan ik.

Deel 223 gaat over een schilder. Deel 222 en 221 deden dat ook. Wat zeker niet wil zeggen dat alle FHM’s over schilderen gaan (wat ik zelf niet eens kan). Ik gaf eens een geenszins uitputtende opsomming van veel behandelde onderwerpen op FHM’s: moderne gemakken en ongemakken; bezoeken aan steden en musea; taal, literatuur, literatuurgeschiedenis en gewone geschiedenis; werkellende; hoogbegaafdheid; sportbeoefening (waar ik uren naar kan kijken); autobio; wetenschap, geloof en andere diepgravende nonsens; gezondheid; popmuziek; actualiteit.

Een generalist ziet tegen geen enkel onderwerp op. De lezer hopelijk ook niet!

FHM
4 september 2016
(tussen haakjes de 120ste geboortedag van mijn oma van moederszijde, en de 420ste van de huisdichter van deze site: Constantijn Huygens).


VOLGENDE  AFLEVERING: 'VOOR GOD & GELD' IN GENT / MARTEN EN OOPJEN ZIJN EEN KOOPJE  (02/10/2016)

 

© Frans Mensonides, Leiden, 2016.