LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
272. ZICH ONTPOPPEN, VLINDERS AAN DE VLIET
(31/07/2022)
271. 'KUNST
VOL VERHALEN', MIJN BROERTJE EXPOSEERT
(01/05/2022)
270. DOOMSCROLLEN
EN DOEMDENKEN: VERSLINGERD AAN SLECHT NIEUWS (06/03/2022)
269. OUWEMANNENKWAALTJE:
DAGOPNAME IN HET ALRIJNE
(13/02/2022)
268.PUZZELS
VOOR DE ZONDAGMIDDAG: REDACTIESOMMEN
(06/02/2022)
267. ZOMER
1946: NACHTBOOT NAAR ZWOLLE (16/01/2022)
De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag
3 gezichten van Mart Visser, vervaardigd uit v.l.n.r. keramische scherven gevonden op bospaden, een oud kinderboek en een telefoonboek van Rotterdam.
Beelden
aan Zee in Scheveningen is misschien wel het meest
onzichtbare en onvindbare museum van Nederland. Je moet echt speuren
naar de
ingang: in de Harteveldstraat, achter de Boulevard en bereikbaar via de
Gevers
Deynootweg. Ik kon mijn fiets – waarmee ik deze zomer een aantal musea
en andere
attracties in de regio afrijd – vastketenen aan een lantaarnpaal in
weer een
zijstraat van die zijstraat. Beelden aan Zee bezoeken per auto lijkt me
een
afrader.
Maar de ware kenners weten de weg wel
te vinden naar dit
museum met beeldhouwkunst van na WO II. Ook op de warme zomermiddag dat
ik de
steven naar Scheveningen wend, is het in de grote, lichte zalen niet
veel
minder druk dan op het strand.
Beelden aan Zee ligt meer IN dan OP
een duin. De creatie uit
1994 van de onlangs overleden architect Wim Quist mocht van de gemeente
Den
Haag niet zichtbaar zijn vanaf de boulevard of vanaf het strand. Het
museum bevindt
zich naast en onder het Paviljoen Von Wied, dat in 1827 door koning
Willem I
werd geschonken aan zijn echtgenote, Wilhelmina van Pruisen, als
verjaarscadeautje.
Ik kom vooral voor Mart Visser. Niet
waar: ik had nog nooit
van hem gehoord toen ik daarnet mijn fiets stalde. Maar de ‘koppen’ van
Mart
Visser maken vanmiddag wel verreweg de meeste indruk op me van al het
tentoongestelde.
Visser (1968) is van huis uit
modeontwerper en designer,
maar heeft zich de afgelopen 15 jaren vooral toegelegd op de beeldhouw-
en
schilderkunst. De tentoonstelling van zijn werk heet eenvoudigweg
‘@Sculptures’,
maar had ook ‘Koppen’ kunnen heten.
Voor zijn beelden maakt hij gebruik
van materialen die hij vindt
in de natuur, in afval, of ook wel in zijn eigen huis op de Veluwe.
Gebruikte
materialen zijn bijvoorbeeld: een telefoonboek van Rotterdam,
autoruitglas, gespoten
aluminium, een trui van chenillewol, oude kinderboeken van Mart Visser
zelf,
Franstalige Winnetouboeken, restanten van een tegelpad van de buren en
keramische scherven gevonden op bospaden, hij specificeert het allemaal
heel
nauwkeurig.
De tentoonstelling biedt een
fascinerende variëteit in variaties
op dat ene thema: het hoofd. Honderden en honderden geschilderde en
gebeeldhouwde koppen zijn er te zien. Langwerpige koppen; vrijwel allemaal hoofden
van leptosomen, smal
gebouwde mensen met dito gezichten. Mart Visser behoort daar zelf ook
toe. Ik
vermoed, dat hij vooral gebiologeerd is door zijn eigen beeltenis.
‘Leptosoom’, het woord welde ineens
op uit de kelder van
mijn geheugen. Het behoorde tot de typologie van Kretschmer. Het
lichaamstype
verried veel over het karakter van de mens. De leptosoom is een
verlegen, nerveuze,
overgevoelige, ontoegankelijke, neurotische, introverte zoeker.
Dat soort dingen, daar las ik als
jongeling graag over in toen
al aardig verouderde boeken uit de openbare bibliotheek. Ik wilde de
menselijke
geest doorgronden. Volgens de Wikipedia, waaruit ik tegenwoordig mijn
wijsheid
puur, is de typologie van Kretschmer nu net zo achterhaald als de
schedelmeting
van Lombroso – al klopten Kretschmers karakterbeschrijvingen opvallend
vaak
opvallend goed.
Ik licht uit de overvloed aan koppen
nog 3 exemplaren die me
bijzonder opvielen. Links een van de minstens 100 geschilderde
gezichten op een
30 meter lange lamellenwand.
De middelste zou volgens de
informatiefolder bij de
tentoonstelling in plaats van een mensenhoofd net zo goed een luchtfoto
kunnen
zijn van een stad vol wolkenkrabbers. Als je het ter plaatse aan de
muur ziet
hangen, zie je er het hoofd in, maar op het platte vlak van een foto
eerder een
skyscraper skyline; het klopt echt.
Rechts ‘Babylon’, een stuk
toevalkunst: een werk, bestaande
uit in brons gegoten kartonstroken. De bronsgieter wilde er eerst niet
aan,
omdat hij vreesde dat het werk met gietfouten uit de mal zou komen.
Maar Visser
hoopte daar juist op: de onvolmaaktheid en onvoorspelbaarheid is de
charme van
het beeld.
Niet op mijn foto maar wel
op YouTube staat het geblakerde
beeld van eikenhout en messingdraad, door Mart Visser
hoogstpersoonlijk in de
brand gezet op de binnenplaats van het museum. Fikkie stoken blijft
leuk!
‘Sculptures’ van Mart Visser is nog te zien in Beelden aan
Zee tot en met zondag 2 oktober 2022.
Beelden aan Zee biedt, behalve
kunstgenot, ook ontmoetingen
met de kunstenaars zelf. Verder zijn er workshops voor mensen die met
hun
handen meer kunnen dan op een toetsenbord rammelen.
Het Paviljoen von Wied is ’s zomers
in gebruik bij de leden
van de dâftige Nieuwe of Littéraire sociëteit De Witte. Dat was tot
niet zo
heel lang geleden een herenclub, maar tegenwoordig mogen ook dames er
lid van
worden. Zowel heren als dames worden dan wel geconfronteerd met een
lange
wachtlijst en een heel strenge ballotageprocedure. Wonderlijk genoeg
circuleren er
op Twitter weinig of geen complottheorieën over dit overblijfsel uit
het Den
Haag van Couperus, en heeft Sylvana Simons nog niet geprotesteerd tegen
de naam
De Witte. Maar ik dwaal af.
Foto rechts: archief de Thuispagina van Frans Mensonides, maart 2020, uit de ‘Coronasaga.’
Op het terras bij het paviljoen zie
ik, behalve de
bungee-toren van de Pier en een paar golfjes Noordzee, ook een oude
vriendin.
Dat is dit ‘Wicht’ uit 1958 van Oswald Wenckenbach. Een replica van
haar staat
al heel lang nuffig om zich heen te kijken in het Leidse winkelcentrum
De
Luifelbaan bij mij in de buurt. Hoe ongenaakbaar ze ook is, haar durfde
ik
hartje corona wel te benaderen tot op minder dan 1½ meter.
archief de Thuispagina van Frans Mensonides, zomer 2005
In tegenstelling tot het museumgebouw
zelf is er vanaf de
boulevard wel iets te zien van de collectie: een permanente expositie
van die grappige
beelden van Tom Otterness. Gratis
voor elke voorbijganger die er naar kijken
wil.
FHM
14 augustus 2022 (met lichte vertraging op Internet gezet op de 16e)
Er geweest: donderdag 28 juli 2022
25 jaar
De thuispagina van Frans Mensonides: hoe het begon