Jaargang 5 Aflevering 31 MAANDAG 19 AUGUSTUS 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. OV-reisverslag Trammen door Amsterdam (1) De Combino
De lezer zal ons (“mij” bedoel ik, de uitgever van dit eenpersoonsmagazine) wel niet kwalijk nemen, dat we in deze bescheiden artikelenreeks meer aandacht hebben voor Amsterdam zelf, dan voor het OV in die stad. - - - Vandaag de Combino, dus, waarmee ik in januari 1999 al enkele proefritjes maakte. Later dat jaar heeft nog enige tijd een Alstom-tram op proef in Amsterdam rondgereden, ook nauwgezet gevolgd door dit magazine. Maar de door Siemens gefabriceerde Combino maakte van de twee de beste indruk, en in maart 2000 werd een enorme bestelling geplaatst, één van de grootste uit de wereldgeschiedenis van het tramwezen, heb ik begrepen, al kan dat Amsterdamse ophakkerij zijn. Trams hebben een levertijd van 500 à 1000 werkdagen. Vandaar, dat de eerste exemplaren pas afgelopen winter afgeleverd werden. Na maanden van test- en instructieritten konden met ingang van 22 april 2002 ook de trampassagiers kennismaken met de Combino. De reizigers op lijn 13 (Centraal station - Geuzenveld) waren de gelukkigen. Op deze lijn kwamen die dag vier Combino’s in dienst.
De laatste Combino moet eind 2003 afgeleverd worden aan het GVB. Er zullen er dan 130 rondrijden op het Amsterdamse tramnet; de oude rammelkasten uit de jaren vijftig tot en met zeventig zijn gedoemd, langzamerhand uit het straatbeeld te verdwijnen. Voor de IJtramlijn, die pas in 2004 geopend zal worden, zijn, bovenop die 130 Combino’s, bij Siemens nog eens 25 extra exemplaren besteld, met iets afwijkende specificaties. Ze zijn nogal wat van plan, met die tram naar IJburg: 25 wagens is voldoende voor een frequentie van 2 minuten, of, indien met gekoppelde stellen gereden gaat worden, 4 minuten. Het pleinDe grootste kans om een Combino aan te treffen heb je nog steeds op lijn 13 (al zijn ze ook op andere lijnen al gesignaleerd; ik zal er in de loop van de dag één zien op lijn 7). Als ik op een sombere en wat regenachtige vakantiemiddag Amsterdam CS uitkom, zie ik net een Combino wegrijden. Het is de tram van 13.47.Lijn 13 rijdt in de zomervakantieperiode slechts om de 12 minuten. Ik loop het stationsplein rond en kijk om me heen. Deze plek oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op bedelaars, vage artiesten, neringdoenden in etenswaar, freaks van allerlei nationaliteiten, verslaafden aan uiteenlopende roesmiddelen, en soms ook evangelisten die ons trachtten te bekeren tot de God van hun keuze. Even volg ik met het oog een schriele, slechtgeschoren man op zijn strooptocht langs de afvalbakken; hij lijkt sprekend op de voddenboer Steptoe Sr. uit de klassieke Engelse sitcom Steptoe and Son. Midden op het plein staat een wat haveloze, zwaar bebrilde jongeman met smalle schouders, waarlangs vodderige kleren omlaag druipen. Hij bedelt niet, maar observeert met strakke blik het tramverkeer, en is volgens mij gewoon een railhobbyist; die zien er doorgaans ook niet uít. Dit plein is een ideale spotplek; 12 tramlijnen hebben er hun keerlus, verdeeld over twee lokaties van elk zes.
Op de brug maakt een kleine kromgebogen man, een allochtoon van onduidelijke herkomst, misbaar ten overstaan van twee geüniformeerde veiligheidsfunctionarissen. Ik heb dat ook wel eens, dat draaien en draaien, maar dan ga ik altijd maar een stukje schrijven, in plaats van anderen ermee lastig te vallen. Dan ontwarren alle draadjes zich, en wijzen alle pijlen ineens weer in dezelfde richting. Als ik niet schrijf, ontstaan er binnen de kortste keren overal bulten op het lichaam en de ziel; stuwing van woorden die eruit willen. Dan word ik uiteindelijk net zo verknipt als die vreemdeling, vrees ik. Ik blijf dus maar gewoon doorgaan met schrijven, al ben ik me ervan bewust hoe weinig het voorstelt; het is slechts bezigheidstherapie. Schrijven, desnoods over GVB-lijn dertien. De tram van 14.01 is voor komen rijden, maar het is een antieke 700, dus ik laat hem gaan. Nog een allochtoon trekt de aandacht: een oude HTM-tram passeert, twee PCC’tjes, die volgens de lijnfilm op weg zijn naar het Statenkwartier, en wel zeer ver van het rechte pad geraakt zijn. -”Joh, doe ons en jezelf nou een lol, en ga rustig naar huis”, zegt een van de geüniformeerden tegen de man met de grote hersenen, die aan een nieuwe reeks babyklanken begonnen is. “Rustig nou maar, rustig praten!” Er staan nu inmiddels al vier functionarissen om hem heen. -”Iek niet roestieg ga naar de chuis”, stoot hij uit. “Iek niet roestieg ga naar de chuis. Iek twientieg-vijf jaar in de Nederland, twientieg-vijf jaar, twientieg-vijf jaar! Ies beloofd. Joeliana van de paleis cheeft beloofd, twientieg-vijf jaar geleden. En Bernhard cheeft beloofd, twientieg-vijf jaar geleden! Iek wiel choelp, ik wiel maatsjappeliekwerker!”
Vlats! Eén van de veelbezongen Amsterdamse duiven plaatst een voltreffer op mijn jas. Ik vloek (hoewel de lucht daar niet van opklaart), graai in prullenbakken, vindt een handig, doch reeds gebruikt servetje, en begin aan een reiniging die een niet geheel vlekkeloos resultaat geeft. Nu lijkt ik in gebaar en qua kleding zelf wel een bedelaar, maar wordt toch nog aangesproken door een echt lid van dat gilde, een jonge vrouw. Dan verschijnt eindelijk de Combino. Ik kijk nog eenmaal om naar de man met de immer draaiende hersentjes. Deze heeft nu toch voor elkaar dat er een busje voor hem gearriveerd is. Niet van de politie, maar van de GVB. Privé-vervoer, hopelijk naar een maatschappelijk werker zonder wachtlijst.
Op de site van GVB Amsterdam vind je plaatjes en praatjes over de Combino. Klik links op 'Actueel/Persberichten', en vind twee berichten over de Combino De CombinoDe Combino is op het oog geschat 29 meter lang, is over de gehele lengte uitgevoerd met een lage vloer (instaphoogte: 30 centimeter) en bestaat uit vijf geledingen. In het vierde daarvan zit de conducteur, in een futuristisch aandoend hokje; betalende reizigers mogen slechts instappen bij de conducteur of voorin bij de bestuurder.Een Amsterdamse Combino telt 61 zetels. De gezellige zitjes voor- en achterin, die me bij de proefrit opvielen, zijn verdwenen. Ook de zittingen van de stoelen zijn aangepast aan Amsterdams peil; keihard plastic, overtrokken met een heel dun laagje bekleding; veel minder comfortabel dan ik me van 1999 kan herinneren. In de tussentijd heb één keer in een Combino gezeten; dat was in Potsdam, maar daarvan kan ik me het interieur niet meer herinneren. In een stad als Potsdam let je op andere dingen. We vertrekken om 14.16, met 3 minuten vertraging. Het is echt vakantie in Amsterdam; zelfs met een frequentie van 12 minuten krijg je een tram niet echt vol. Ook alle passagiers die instappen op de Dam, kunnen zitten; een grote uitzondering op deze drukke lijn. Zelfs de haringboer bij de Westerkerk heeft zijn kraam gesloten. Overal heerst zomerrust; met het toerisme schijnt het dit jaar ook wat minder te gaan dan vroeger. Amsterdamse tramreizigers zijn dolenthousiast over de rijeigenschappen van de Combino, maar ik ben er niet echt kaduuk van. Hij rijdt wat schokkerig en bonkerig, en klinkt wat schraperig, vind ik, en de vering is ook niet je-dat (of lijkt dat maar zo, door het ongemakkelijke zitmeubilair?). Als je de Haagse en Utrechtse trams gewend bent, valt dit beslist tegen. Lijn 13 loopt parallel aan buslijn 21 - die ik vorig jaar september heb genomen in mijn artikel over de GVB-bus - en heeft eveneens de westelijke wijk Geuzenveld als eindpunt. Het moet lang geleden zijn dat ik de 13 voor het laatst ‘gedaan’ heb. Het Mercatorplein ken ik niet meer terug. Dit bestaat nu grotendeels uit een uitgestrekt speelterrein. Hoe het er vroeger uitzag kan ik me met geen mogelijkheid meer herinneren. Even verder begint “De drie Jannen”, het traject langs de GVB-busgarage, over achtereenvolgens de Jan Evertsen-, Jan Toorop- en Jan van Galenstraat. “De drie Jannen” is een vrij recent tramtracé; het is een jaar of 10 geleden aangelegd om lijn 13 een kortere route naar Geuzenveld te geven. Vroeger reed de tram om via de Burgemeester de Vlugtlaan, waar nu lijn 14 rijdt (Flevopark - Dam - Slotermeer). Met de informatievoorziening zit het wel goed, aan boord van de Combino. Een sonore herenstem roept de haltes af. Bij elke spitsing van tramwegen wordt aangekondigd: “Dit is lijn 13 naar Geuzenveld”. Verder noemt de stem alle overstapmogelijkheden op andere lijnen. Ook is er visuele informatie: de naam van de eerstvolgende halte staat in rode letters vermeld op lichtkranten. Bovendien hangt er in het derde en middelste lid een digitaal lijstje met de vijf volgende haltes. Alles werkt perfect vanmiddag; het is een klein wondertje.
Alleen de bel van de Combino vind ik een aanfluiting. Hij klinkt wel luid, maar niet al te zuiver. Op het eerste gehoor zou je denken dat er een barst in zat. Maar ik weet beter: die bel is slechts virtueel; digitaal; gesynthetiseerd; kortom: afkomstig uit een chip. Wat een onzin toch!; hebben ze bij Siemens iets tegen een oerdegelijke koperen klok met een ferme klepel, zo één als er vroeger duidelijk zichtbaar voorop hing bij alle stads- en streektrams? Het PleinWe naderen het Lambertus Zijlplein, waar het eindpunt van lijn 13 is. Ik kan me herinneren dat de tram op de laatste hectometers van zijn rit een viaduct opreed, en dat het Zijlplein bestond uit een betonnen platform, bereikbaar met stenen trappetjes, waaronder zich een winkelcentrum bevond, en misschien wel een parkeerterrein. Dit ongezellige geheel werd omringd door de steile, grauwe gevels van flatgebouwen. Maar nu blijft de tram rijden op maaiveld. Viaduct en platform zijn geslecht.De sonore herenstem kondigt het eindpunt van de lijn aan, na exact een halfuur rijden. Ik stap uit en neem de metamorfose van het Zijlplein in me op. Er zijn wat sprietige plantsoentjes bijgekomen, en een paar moderne flatgebouwen, op de plaats waar vroeger een autoweg liep. Maar of het er nu echt aantrekkelijker op geworden is... De flats die er al stonden, lijken extra hoog, nu de begane grond van het plein gezakt is, wat het idee van een betonput versterkt. Bovendien blijkt de parterre van de flatgebouwen nu ineens vier meter boven de grond te bungelen. Er is een systeem van trappen en binnenstraten aangelegd, waar ik momenteel niet veel meer van snap, ruim een week na mijn bezoek, gezeten achter de PC. Laat ik me niet uitputten in beschrijvingen. Het Lambertus Zijlplein is in ieder geval het tegendeel van dat waar ik mijn rit begonnen ben. Geen drukte hier, geen freaks, geen mensen met doldraaiende hersenen, maar slechts eenzame figuren met boodschappentassen, die optornen tegen de wind die hier wel 365 dagen per jaar moet blazen, en die je altijd tégen hebt, in een waaigat als dit. Klaingggk!, galmt het over het plein. De synthetische trambel laat opnieuw een dissonant horen en de Combino begint aan zijn terugreis. Zonder mij; ik pak de bus naar Osdorp - De Aker, waar ook enige wanklanken te melden zijn. Frans Mensonides
Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto:
foto: Wim Scherpenisse Colofon
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Het is niet altijd eenvoudig om Nederlands meest geliefde successchrijver te zijn -Gastcolumn door Robert Gifhart - Za 17.08.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Melkert mag van LPF naar Wereldbank in New York WERELD-baan of MELKERT-baantje? Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. © 2002, Frans Mensonides, Leiden 34/180/312/42,6 |