Jaargang 5 Aflevering 36 MAANDAG 2 SEPTEMBER 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

OV-reisverhaal

Meer VINEX-blues: Leidschenveen, Nootdorp en Ypenburg revisited


Het is onvermijdelijk, als je een site onderhoudt over het openbaar vervoer in Nederland en omstreken, dat je van tijd tot tijd in herhalingen valt; in herhalingen valt. In 1998, 1999 en 2001 bezochten we de grote gordel van in aanbouw zijnde VINEX-wijken in de regio Haaglanden: Leidschenveen, Nootdorp en Ypenburg. Nu, op een lome, wat bedompte nazomerdag in augustus 2002, gaan we dat opnieuw doen; voor de zoveelste keer. Aanleiding is de opening van HTM-lijn 15, Den Haag CS – Nootdorp, die plaatsvond op de tweede dag van dit kalenderjaar.

Inderdaad, dat is al bijna acht maanden geleden. In januari heb ik op ledige middagen al minstens 6 ‘slagen’ gemaakt naar Nootdorp, zonder daarover te berichten op De digitale reiziger, die immers was opgeheven. Ik kreeg er geen genoeg van, om één of andere reden: dat razen, in soms lege trams, langs die kale, nog onbebouwde wintervlakten. Het “spoorde” uitstekend met mijn stemming. Sneeuw, ijs en grauwe luchten herinner ik me, al was deze winter volgens meteorologen aan de milde kant; je geheugen kan je bedriegen.

Mijn nieuwe bezoek, deze zomer, dient ook om te zien of er al wat schot zit in een ander OV-project in deze contreien: de aanleg van tramlijn 19, van winkelcentrum Leidsenhage naar Delft, over de lengteas van de VINEX-wijken. Deze tram had in 2003 moeten gaan rijden, maar na uitstel-op-uitstel-op-uitstel is de openingsdatum inmiddels als verschoven naar 2006 of daaromtrent. Rond dezelfde tijd zal de huidige Zoetermeer- en Hofpleinlijn omgebouwd zijn tot Randstadrail; ook voor dat project hebben we wel eens een eerdere datum horen noemen.

Naast lijn 15, de tramlijn die nu voltooid is, heeft de genoemde VINEX-zone een hele wirwar van buslijnen. Helderheid daarin schept de lijnennetkaart op de site van HTM. Deze kaart is dynamisch, in dier voege dat je haltes kunt aanklikken, en dan meteen de vertrekstaat op je scherm krijgt.


Glazen huis

Leidschenveen, nauwkeuriger gezegd: de wijk Waterland, is vanaf Den Haag CS bereikbaar met lijn 42, die daarna nog verder rijdt naar Zoetermeer. Ik neem de bus van 11.31 van het busplatform boven het Haagse centraal station. De lijn wordt geëxploiteerd door streekvervoerder connexxion.

We zijn met tien passagiers, waaronder een man en vrouw in de VUT-leeftijd met elk een grote zwarte zonneklep boven de bril. Ze kijken daardoor wat grimmig, al hoor ik ze lachen en vrolijk praten, en zijn ze misschien wel onderweg naar iets prettigs.

Meteen na Centraal Station draaien we de Utrechtse Baan op, waar zelfs op dit tijdstip, ver na de ochtendspits, een lange file stadinwaarts staat.

Al na een minuut of tien bereiken we de bedrijvenwijk Forepark, waar het Castellum het meest opvallende bouwwerk is. Met zijn niet-vierkante en niet-ronde ramen is het een baken langs de snelweg: “kijk, daar heb je dat rare gebouw weer”. Ik ben er in het jaar 2000 eens binnengeweest, zij het niet veel verder dan de vestibule, voor een zeer kort en onbevredigend sollicitatiegesprek bij één van de daar gevestigde bedrijven. Uit verhalen die me later ter ore zijn gekomen, valt op te maken dat ik blij mag zijn met mijn afwijzing. Tegenwoordig werk ik voor een concurrent.

We rijden het Pijlkruidveld op, een baan van betonplaten, die samenvalt met de toekomstige route van tram 19. Behalve lijn 44 rijdt hier nog steeds 47, het pendelbusje naar Leidsenhage dat we in 1998 namen, en lijn 33, waarover straks meer.

Nabij deze plek moet, volgens een kleurrijk aannemersbord, straks een fiets- en trambrug beginnen, onderdeel van de route onder de Vliet door, richting Leidsenhage. Er wordt werk verricht door een opvallend klein graafwerktuigje; een arbeider zit erop als een cowboy te paard.

Langs de Zaagjessingel staan huizen met een geheel glazen pui, zodat je onbelemmerd naar binnen kunt kijken, zowel in de huis-, als in de slaapkamer. Boeiende taferelen moeten buurtbewoners hier zien, als ze de hond uitlaten. De bewoners geven gestalte aan het aloude spreekwoord “in een glazen huis wonen”, maar de meeste woningen zijn voorzien van matglas, of vitrage, om inkijk te verhinderen. Maar waarom koop je dan… Sommige VINEX-dingen zal ik nooit begrijpen.

Ook de naamgeving blijft verbazen in dit soort buurten. Ik stap uit bij een halte, geheten Leliekeverstraat. Hier wil ik overstappen op lijn 33 (Leidschenveen – Rijswijk Steenvoorde), maar eerst een korte verkenningstocht.


Kikkerperspectief

Waterland is nu grotendeels voltooid. De architectuur van deze wijk is wat origineler en moderner dan in de meeste VINEX-locaties die ik bewandeld heb. Je ziet hier, naast de gebruikelijke sombere kleuren, ook wel eens wat helderders. Ik passeer witgele huizen waarvan de opvallend schuine daken de westelijke hemel in priemen. Het water kan er gemakkelijk afstromen bij overvloedige neerslag, terwijl het op platte daken juist blijft liggen, waarna instortingsgevaar dreigt; een ingenieur uit Delft heeft het laatst op de TV uitgelegd, anders hadden we het niet begrepen.

Drie donkerbruine meisjes wentelen rond in een ingewikkeld speeltoestel.

De wijk wordt aan de zuidoostkant afgesloten door nu nog de Zoetermeerlijn, en straks de Randstadrail, maar een station op deze plek zit er niet in. Dat komt t.z.t. ten zuidwesten van de wijk, op het punt waar de sporen uit Zoetermeer en die uit Rotterdam bijeenkomen. Aan de overkant van het spoor wordt de rest van Leidschenveen gebouwd.

Buurtbewoners hebben afgelopen voorjaar geprotesteerd tegen het lange uitblijven van het station; ze bouwden zelf maar een perronnetje van bordkarton, waaraan de treinen bleven voorbijrazen. Maar de demonstratie heeft toch effect gehad: de aanleg van station Leidschenveen werd vervroegd tot 2003 – en later weer uitgesteld tot 2005; er moet eerst een tunnelbak geplaatst worden voor het wegverkeer en lijn 19. 2005 is het eindbod, voor zover mij bekend.

Waterland heeft veel lange, rechte straten met tientallen eenvormige huisdeuren. Bewoners trachten zich van elkaar te onderscheiden door opvallende naambordjes en welkom-tekens met soms wat kinderachtige plaatjes.

Evenals in De Aker, zijn ook hier de huizenblokken zodanig gerangschikt dat overal reusachtige speelterreinen openvallen. Ik zie er een van honderden meters lengte, met een paar klimtoestellen en enkele kunstmatige grasheuvels. Twee blonde deerntjes brengen er hun laatste vakantieweek door. Ze lijken wat verloren. Ik probeer de wereld te bekijken vanuit hun lage standpunt, met hun kleine ogen: kikkerperspectief, zoals architecten het noemen. Dan moet zo’n wijk wel giganteske vormen aannemen; die veel te grote vlakte, de hoge heuvels, de huizen eromheen.

Ik voel me zelf, als volwassene van 1 meter 84, al verlaten, als ik een eindje verderop weer zo’n avontuurlijk gras- en heuvelland passeer, tussen de huizenblokken. Een paar oudere kinderen spelen er, zonder veel animo.

Ik moet denken aan “Het Veld”. Wij speelden vroeger altijd op Het Veld, een loos terreintje tussen een school en een bejaardentehuis; vergeten, misschien 50 are groot, met enkele zandheuvels, en daartussenin nog voldoende vlak terrein voor een partijtje voetbal, met vliegende kiep.

Een groot deel van onze jeugd speelde zich af op Het Veld. Er waren knusse hoekjes waar je gewichtige zaken kon bespreken die volwassenen niet aangingen. We hadden transistor-radio’s, en luisterden zaterdagmiddag naar de topveertig, met de rug geleund tegen de achterkant van het fietsenhok van de school. Niemand kwam klagen over overlast; de school was dicht en de bejaarden waren doof.

Het Veld was ideaal om er te crossen met een oude Solex. Het stond niet op stadsplattegronden, de politie kwam er niet; het maakte geen deel uit van surveillance-routes. Nooit is het bedoeld geweest als kinderspeelplaats. Non-existent was het; vergeten door de afdeling Ruimtelijke Ordening ten stadhuize, overgeslagen bij elke herziening van het bestemmingsplan. Niemandsland, en daardoor eem uitgelezen speelterrein. Pas toen ik een jaar of 25 was, heb ik het bebouwd zien worden. Er staan nu huisjes voor humanistische senioren.


Strot

Ik keer terug naar de Leliekeverstraat. In de abri staan wel acht passagiers, maar ze stappen allemaal in bus 44, die vrijwel tegelijk vertrekt met 33. Ook lijn 33 rijdt om de 30 minuten; in de avonduren en op zondagen slechts eens per uur. Deze lijn doet wat tram 19 na 2006 zal doen: de lengteas aanhouden van Leidschenveen, Nootdorp en Ypenburg. Meer dan 5 mensen heb ik nooit in deze bus gezien; gezien de bezuinigingswoede van het kabinet is het de vraag of hij 2006 haalt (hetzelfde kunnen we zeggen van het kabinet zelf).

Ook nu heb ik slechts twee medereizigsters. Geheel overeenkomstig de theorieën die ik onlangs op deze site ontvouwd heb, zitten ze helemaal voorin, respectievelijk achterin. Vanzelfsprekend neem ik plaats in het midden.

Lijn 33 is een product van HTM; als je het aan het type bus al niet gezien hebt, vormt ook de aanwezigheid van vette sigarendamp een aanwijzing. De chauffeur heeft het corpus delicti helaas al uit het raam gegooid, zodat er niet geklaagd kan worden. Ik beperk me tot de opmerking: “Wat ruikt het hier lekker!”

De vrouw achterin zit te kakelen, te gieren en te krijsen door een telefoon. Wij, de twee medepassagiers, kijken verstoord en enigszins verontrust om; deze kreten hebben werkelijk niets menselijks. Ze bezigt een uitheemse taal, waarin echter zo nu en dan wat Nederlandse flarden doorklinken; het geheel tart alle taalwetten van Chomski.

De bus rijdt weer door Forepark, waar nog ruimte zat is om een aardig bedrijfje te beginnen. Ooit bereikbaar per Cola-lightrail. Ook hier krijgt de Randstadrail een stop, over 1500 nachtjes slapen.

We doorkruisen Ypenburg, gebouwd rond de plek waar eens de landingsbaan was van het gelijknamige vliegveld. De chauffeur heeft nu genoeg van het geblèr door die debiele telefoon. “Jè hep gein lul-èzah nodâg!”, roept hij naar achteren. “Jè kèn zondâh zâun ding wel nâh Maastrich sgreeuwih, met zâun stgot!”

De vrouw veinst deze opmerking niet te verstaan en begrijpen, laat hem tot twee maal toe herhalen, maar heeft na de eerste keer al het schaamrood op de kaken. Niet lang daarna stapt ze uit.
“Veil te ggote sgeeuw altèd, die zwagtjes” zegt de bestuurder tegen de vrouw die voorin zit.


Nood-dorp

Bij de halte Laan van ’s-Gravenmade, bij een bedrijventerrein, stap ook ik uit. Hier wil ik tram 15 nemen, richting Nootdorp.

Lijn 15 heeft een lengte van bijna 10 kilometer. Ongeveer de helft daarvan is nieuw; aangelegd in de periode 1999-2001. Dit nieuwe traject, van de Hoornburg in Rijswijk tot Nootdorp, telt zeven haltes: Laan van Oversteen, Laan van ’s-Gravenmade, Laan van Ypenburg, Plesmanlaan, Scholekstersingel, Gruttosingel en Nootdorp Centrum.

De tram komt aanrijden, met niet veel meer dan tien passagiers. Lijn 15 moet ooit de drukst beklante lijn van het Haagse net worden, met bijpassende hoge frequentie. Tegenwoordig wordt, althans in de zomerdienst, nog gereden in 12-minutendienst. Met weinig fantasie hebben de dienstregelingmakers bepaald, dat trams op het gehele uur van beide beginpunten vertrekken, en vervolgens 12, 24, 36 en 48 minuten daarna.

Bij de volgende halte, nabij het winkelcentrum Ypenburg, stappen de meeste reizigers al uit. Van de winter was het passagiersaanbod sterk wisselend. In de eerste week van het jaar zag ik een keer een heel volle tram; een complete padvindersgroep en een aantal uitgebreide families maakten een proefritje. Daarna schommelde het aantal zo rond de dertig. Nog lang niet de hele wijk is bebouwd; plukjes huizen worden nog afgewisseld met grote vlaktes braakland.

Voorbij de halte Plesmanlaan ligt een driesprong, en een paar meter spoor richting Delft, het allereerste begin van tramlijn 19, waaraan momenteel nog niet erg voortvarend gewerkt wordt. 1200 meter van hier, bij de Gruttosingel ligt ook zo’n sporendriehoek; lijn 19 zal daar aftakken naar Leidsenhage. Daartussenin: de Nootdorpse Landingslaan, waar ooit vliegtuigen opstegen en landden. Een oud verkeerstorentje, rechts van de trambaan, is nu nog het enige relikwie uit die tijd.

Ypenburg en Nootdorp zijn het afgelopen halfjaar in elkaars richting opgerukt; de tram stopt nu ook bij de Scholekstersingel die indertijd nog bij elke rit werd voorbijgereden. De tramperrons op deze lijn lijken onnatuurlijk lang; er is rekening gehouden met langer trammaterieel in de toekomst. Hier en daar groeit het gras tussen de straattegels door.

De eindlus - de nood-eindlus moet ik zeggen, om het nood-winkelcentrum heen - is gelegen op de grens van de nieuwbouw en de oude dorpskern van Nootdorp. Hier kun je overstappen op de lijnen 60 en 62 van de Delftse stadsdienst, die alle hoekjes ontsluiten van Nootdorp en Ypenburg. Deze VINEX-zone-in-aanbouw heeft, in tegenstelling tot Carnisselanden, redelijk goed openbaar vervoer. Ook nu tram 19 en Randstadrail er nog niet zijn, kun je overal komen, al ben je aangewezen op soms laagfrequente bussen en ontkom je niet aan overstappen.

“[…] Nootdorp, dat gelaten ligt te wachten op een nieuwe fase in zijn geschiedenis”, schreef ik 3,5 jaar geleden. Die is nu wat dichterbij gekomen. De gebouwen van de drafbaan zijn geslecht. Traag graast de schep van een graafmachine in de hoop puin die ervan is overgebleven; op deze plek komt de definitieve eindlus van lijn 15. Betonwanden verrijzen alom; tegenover het nood-winkelcentrum ontstaat het bruisende stadshart van Nootdorp en de rest van deze VINEX-zone.

Ik neem de tram terug. Nootdorpers en Ypenburgenaren houden blijkbaar nog vast aan de traditie van woensdagmiddag naar de stad. Op alle haltes staan, naast pollen gras, ook grote plukken mensen.

Even voorbij het punt waar ik net ben ingestapt, ligt het mooiste gedeelte van het nieuwe tramtraject: de ongeveer 400 meter lange fly-over over de opritten van de A4 en de A13, gebouwd op sierlijke betonvoeten. De tram heeft dankzij het viaduct geen last van de autozee, waarop je als trampassagier nu minachtend kunt neerkijken.

Even verder, op de Hoornbrug, takt de lijn aan op lijn 1 uit Delft. In het centrum van Rijswijk zwaai ik gedag naar de dichter Tollens, die ik onlangs bezocht. Daarna nog een klein stukje nieuw tramtracé, dat over de v.d. Heijdenstraat; in september 2001 berichtte ik over de opening. De v.d. Heijdenstraat is net zo’n obscuur winkelstraatje als de Groene Hilledijk in Rotterdam, met het verschil dat hier wél trams rijden.

De rit van Nootdorp naar Den Haag Centraal wordt volgens dienstregeling afgelegd in precies 25 minuten, wat neerkomt op een voor stadsvervoer vrij hoog gemiddelde van bijna 24 kilometer per uur.


Villa’s

Mijn cirkel is rond, maar desondanks neem ik even later lijn 15 terug. Ik stap uit bij de halte Laan van ’s-Gravenmade en verbaas me over het feit dat bedrijventerreinen en woonwijken hier dooreen lopen. Dat lijkt me niet erg geslaagd; wie hier halfnaakt in zijn of haar tuin ligt te zonnen, voelt de ogen in de nek priemen van kantoorbedienden die op zo’n benauwde dag als deze geen vrijaf hebben kunnen krijgen, en zich jaloers opvreten over de lediggang van de buurtbewoners.

Om de hoek, op de Laan van Zuidhoorn, wordt onder de naam “Kantoor-villa’s” bedrijfsruimte verhuurd die even grimmig oogt als de Bastille, voordat die door revolutionairen aan puin werd geslagen. Donkerbruine wanden met vierkante gevangenisraampjes en balkons die op tralies lijken; geen gevangene kan hieruit vóór 17.00 uur ontsnappen.

Te midden van deze treurnis neem ik bus 33 naar Rijswijk, alweer met slechts drie opvarenden. Deze chauffeur houdt, in tegenstelling tot zijn collega daarnet, wel van herrie. Doordringend gebas van house-muziek doet wat de passagiers op deze lijn niet kunnen: de bus tot de nok toe vullen.

Lijn 33 wordt gereden met Den-Oudsten bussen in de 100-reeks, met kleurrijke stoelen en brede deuren. Deze gaven oorspronkelijk een snerpend elektronisch gepiep alvorens ze dichtklapten, maar zijn tot zwijgen gebracht omdat er al herrie genoeg is een Haagse stadsbus.

De bus kan geen gebruik maken van de fly-over, maar moet het wegverkeer gelijkvloers het hoofd bieden. Via opritten, afritten en een klein stukje snelweg rijden we naar de Plaspoelpolder.

Nu komt aan de house-muziek een eind, en er worden berichten omgeroepen over wat LPF-ministers, kamer- en bestuursleden allemaal aan schrikmaatregelen in petto hebben voor allochtonen. Er is sprake van fietslessen ter integratie van Turken, waar LPF voor is, of juist tegen; ik luister niet goed. Daar de klok drie uur precies wijst, neem ik aan dat er een nieuwsbericht gaande is; niet een satirisch programma. LPF is een zegen voor columnisten en cabaretiers. Wie verder wijzer wordt van deze bende halfgare intriganten en xenofoben, weet ik niet.

Lijn 33 rijdt nog door naar Steenvoorde, maar ik verlaat dit rijdende discopaleis bij Station Rijswijk.

- - - -

Nog één keer zullen we, bij leven en welzijn, terugkeren in de VINEX-zone Leidschenveen – Nootdorp – Ypenburg; dat is over vijf jaar, als alle lightrailbeloften zijn ingelost.

Frans Mensonides



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.

Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Horror vacui Waar mensen gaan zitten in bus, tram en trein - Vr 30.08.2002
- - - -
Luidste stemmen gelden Leefbaar Rotterdam blundert met trampluslijn naar Carnisselanden - Di 27.08.2002
- - - -
Trammen door Amsterdam (2) MAP beneden NAP - Za 24.08.2002
- - - -
Crisisinterventie Een onthutsende ervaring met Zorg- en Hulpinstellingen - Do 22.08.2002
- - - -
Trammen door Amsterdam (1) - De combino (OV-reisverhaal) - Ma 19.08.2002
- - - -
Het is niet altijd eenvoudig om Nederlands meest geliefde successchrijver te zijn -Gastcolumn door Robert Gifhart - Za 17.08.2002
- - - -
Ruimtewezens in streekbus - Je maakt wat mee, als je op de bus zit - Do 15.08.2002
- - - -
"Klanerbroek" (OV-reisverhaal) - Ofwel: Enschede - Winterswijk buitenom - Ma 12.08.2002
- - - -
Wimpel-wissel - Pijnlijke persoonlijke ervaringen met impopulariteitspolls - Za 10.08.2002
- - - -
Papierkunst - Over de dichter H.F. Tollens Czn. en de Holland Papier Biënnale - Wo 07.08.2002
- - - -
Niet naar de tuinen van Appeltern (OV-reisverhaal) Buurtbus en bloedhitte langs de Maas - Zo 04.08.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Feijenoord slaagt er niet in, de Supercup mee naar Rotterdam te nemen

Winst was niet REAListisch!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts.


© 2002, Frans Mensonides, Leiden


36/185/317/50,4