Overgeschoten foto’s (6): december 2024 - oktober 2025

 
< < < Overgeschoten foto’s (1), mei – november 2022
< < <
Overgeschoten foto’s (2), december 2022 - maart 2023
< < < Overgeschoten foto's (3),  mei - oktober 2023
< < <
Overgeschoten foto's (4),  december 2023 - maart 2024
< < < Overgeschoten foto's (5),  april 2024 - november 2024 

In een sombere, donkere novembermaand als deze vond ik het weer eens tijd worden om ca. een halfhonderd overgeschoten foto’s te publiceren. Overgeschoten foto’s zijn foto’s die geen plek hebben gekregen in een artikel op mijn Thuispagina en ook nooit verheven zijn tot foto-van-de-week op de voorpagina ervan.

Het zijn vaak snapshots die ik genomen heb op dagen dat ik niet op pad was voor dit magazine. Soms is een foto ook ‘bijvangst’. Ik ben dan van huis gegaan om aandacht te besteden aan een rail- of buslijn en stap ergens uit om te doen aan wat ik ‘achterlandverkenning’ noem. Een oude waarheid: verhalen over OV worden meestal pas interessant als je uitstapt.

Deze keer veel standbeelden op de foto. Er staat in dit land ontzaglijk veel kunst in de openbare ruimte. Je let er niet altijd op, als je gehaast ergens naar op weg bent, maar het is beslist de moeite waard om er bij stil te staan.

Een paar foto’s bevatten niet veel meer dan een straatnaambord. Waar ik ook ben, ik let altijd op straatnamen. Ik zou eens een collectie moeten aanleggen van opmerkelijke straatnamen, die soms gegeven zijn aan weinig opmerkelijke straten.

De foto’s hieronder zijn allemaal de afgelopen 11 maanden gemaakt in Nederland. Buitenlandse overgeschoten foto’s heb ik vorige week al gepubliceerd in mijn Interrail-vakantieplakboek.

Deze keer ga ik door Nederland van provincie naar provincie, in de klassieke volgorde. We beginnen dus in Groningen.

Er zit, zie ik tot mijn schrik, geen enkele foto uit Drenthe in de collectie. Ik ben er het afgelopen jaar helemaal niet geweest; alleen een paar keer erdoorheen gereden per trein. Volgend jaar ga ik er toch weer eens langs, en dan niet alleen ‘langs’.

 

Prinsentuin in de stad Groningen. Ik ben dol op zonnewijzers. Dit is een vrij ingewikkelde en uitgebreide. De schaduw van de stijl wijst de plaatselijke zonnetijd aan. Die schaduw valt op deze foto tussen XII en I, en dan iets dichter bij de I. Het is dus zo ongeveer 12:45 plaatselijke zonnetijd.

Wie er echt diep induikt, kan op de zonnewijzer ook nog aflezen, hoe laat de zon is opgekomen, hoe laat hij ondergaat, en nog veel meer. Het staat HIER uitgelegd.

 

 

De toer (toren) van De Jouwer (Joure), met nog een piek van de kerstboom, die er op 8 januari nog stond.


Zwartsluis, daar is weinig spectaculairs te zien, maar ik wilde perse een foto uit Overijssel opnemen in dit overzicht. De zondagmorgen dat ik in Zwartsluis liep, maakte ik me op voor een boottochtje met de familie. Dat vond die middag plaats onder plenzende regen en leverde foto’s op die niet om aan te gluren waren.


Zo belanden we meteen al in Gelderland. Dit beeld van een beerdiertje plus covidvirus is gehouwen door Arno Coenen, en staat er vanzelfsprekend nog niet zo lang, 2022, post covid.

Wat een covidvirus is, weten we zo onderdehand wel. Het is nog een stuk kleiner dan het beerdiertje. Dat is een microbe, ½ mm lang en 0,2 mm breed. Er is nog weinig over bekend, maar wel dat ze tot het dierenrijk behoren, en in de verste verte niet verwant zijn aan beren.

 

Ook in Arnhem staat Karel van Gelre, vervaardigd door Albert Diekerhof, Joop Hekman en Gijs Jacobs van den Hof (1949). Karel van Gelre was van 1492 – 1538 hertog van Gelre en graaf van Zutphen.

 





Nog 2 hoekjes in het centrum van Arnhem.

 

Deze waarschuwing valt in de categorie: nogal wiedes. Ik zat zelf op een OV-fiets die ik op station Harderwijk gehuurd had, en reed via het Hulshorster Zand naar de buurtschap Leuvenum. Daar streken we vroeger bij onze vakanties in Putten altijd neer op het terras van hotel-restaurant de Zwarte Boer, thans: Boutique Hotel-Restaurant De Zwarte Boer.

 

 







Nog 5 foto’s van het Hulshorster Zand en de bossen rond Leuvenum. De schoenafdrukken in het zand bewijzen dat er hier al eerder beschoeide wezens in de ongerepte natuur hebben rondgelopen. Zelf zette ik hier voetstappen voor mijn Veluwe-reeks in 2014, toen ik herinneringen ophaalde aan een nog eerdere wandeling en een nog veel eerdere fietstocht in 1968. In dat laatste jaar nam ik met mijn onfeilbare oriëntatievermogen het voortouw op een fietstocht met mijn moeder en broertje. Dank zij mijn kaartlezersvaardigheid kwamen we in Hulshorst uit in plaats van in Putten.





Slot Zeist. De Rijdende Rechter hield op die zaterdagmiddag geen zitting. Ik keek vergeefs uit naar zijn auto.

 







Op hetzelfde zomerse OV-fietstochtje vanaf Driebergen-Zeist fietste ik in de omgeving van Langbroek langs kaarsrechte polderwegen.

 

 

Landhuis Schothorst staat op het gelijknamige landgoed, dat ligt binnen het gelijknamige stadspark, niet ver van de gelijknamige wijk en het gelijknamige station. We zijn, al dan niet gelijknamig, in Amersfoort.

 

 

Ook in Amersfoort

 

Amerongen op de Utrechtse heuvelrug heeft nog een mooie, ouderwetse ANWB-wegwijzer, met een plaatje erop van ook een heel ouderwetse veerpont.

Gezicht vanuit de uiterwaarden van de Rijn op de Cuneratoren van Rhenen

 

In Utrecht, de stad

 

 

Dit is zo’n straatnaam die een stuk origineler is dan Molenweg, Vondellaan of Mozartstraat. Almere heeft in het stadsdeel Poort een wijk, gewijd aan de olympische spelen. Hoeveel zouden ‘we’ er gaan veroveren, gouden medailles, straks in Italië? 

 

De Lezer, die al vaker te gast is geweest in mijn kolommen, nam me mee op een zomers toeristenritje met de Museumstoomtram Hoorn – Medemblik. Van 1887 – 1936 was dat een reguliere spoor- of tramlijn (iets wat het midden hield tussen beide). In 1968 werd het een toeristische attractie. Op de foto: de loc van vandaag, de Bello, die zijn naam eer aan deed door fanatiek te bellen. 




Het was deze zomer mijn tweede dagtocht op dat nostalgische lokaalspoortje. De eerste was in 1973, op Tienertoer, enige tijd geleden al!

Aan de route van de tram is in ruim een halve eeuw niets veranderd. Maar de tram neemt tegenwoordig ook melkbussen mee (lege, het is maar voor het idee), en goederen, en die worden geladen en gelost door mensen in kleding zoals die 100 jaar geleden gedragen werd door arbeiders. Het is nu een complete historische show, meer dan alleen een ritje. Het stoomtramverleden komt echt tot leven.

Ook de stations In Hoorn, Medemblik en in een paar plaatsen onderweg zijn bezienswaardig: werkplaatsen en tentoonstellingen.

Dit zag ik in een van die musea onderweg. Door de streek waar ik geboren, getogen en vergrijsd ben, reden ooit, ver voor mijn tijd, open tramrijtuigen. De stoomtram Den Haag – Voorburg – Leiden vervoerde reizigers van 1885 tot 1924. Toen werd hij vervangen door de elektrische Blauwe Tram.  De Wijkerbrug is een brug over de Vliet bij Voorburg – waar die tram niet overheen reed.

 




‘Op reis’ van Ank de Jong staat in Heiloo, op de hoek van de Stationsweg en de Westerweg, op een paar hectometer van het pas vernieuwde station. Het lijkt wel alsof de 3 leden van dit gezin helemaal geen zin hebben om samen de trein te nemen, en elk een andere kant op willen. Nee, hun tocht brengt geen Heil, ooh!  

 

 



3 maal de wijk Stadswerven in Dordrecht, waar ik terecht kwam door op een wandeling langs de historische havens in de binnenstad ergens verkeerd af te slaan. Een ruim opgezette, waterrijke wijk, aangebouwd aan het Dordtse centrum, op een terrein waar ooit scheepswerven waren. Zoals ik altijd zeg: Als je vaak verdwaalt, zie je ook vaak iets nieuws.




2 maal het Watertje in Zoeterwoude Dorp


Ook in Noordwijkerhout stonden in de lente van 2025 de bloemen gewoon weer in bloei. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat dat in 2026 niet opnieuw het geval zal zijn.







3 beelden uit Lisse:

De Bollenreiziger, Frans en Truus van der Veld (2010)

Reuzenbol: Een terugblik op de haven van Lisse, die hier ooit was. Anneke van Kesteren

Groot Nieuw beest, Tom Claassen, 2010. Dit beeld, dat wel wat lijkt op het beerdiertje in Arnhem, is in de plaats gekomen van een kleiner beeld van hetzelfde beest en van dezelfde beeldhouwer.

 

En nog maar een bolbloem, om het af te leren

 

 

Nee, in dit villapark in de duinen van Scheveningen zijn de wegen niet geplaveid met vloerkleden. Het ligt anders. In het begin van de 20ste eeuw stonden hier nog geen huizen. Maar er was wel een ‘tapijtklopperij’ waar je je tapijten kon laten uitkloppen. In de bebouwde kom van Den Haag mocht dat niet: teveel herrie en te veel stof.



Dit pleintje in Goes heette lang geleden: Den armenhoec.






Nog 3 maal Goes


 

 Kapelle, De dorpspomp en de kerkring


 

De Sint-Jorisdoelen in Middelburg dateren uit 1582, zoals vermeld staat op de gevel, maar ook uit 1970, toen de voorgevel van het in WO II volledig verwoeste gebouw in de oude staat werd hersteld.

 

Dit beeld van Peter de Jong is een stukje Paaseiland op Walcheren. Het is een eerbetoon aan de ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen uit Middelburg die Paaseiland in 1722 ontdekt heeft, in de Stille Oceaan en met Pasen.

 



De watertoren aan het Molenwater in Middelburg is gebouwd in 1892, is 26 meter hoog en kon 300 kuub water bevatten. Hij is nu woonhuis, kantoor en B&B.




Tekst op bouwschutting bij station Middelburg. Ik kwam op het in verbouwing verkerende station wat te vroeg aan voor de trein terug naar Holland, en stond deze, vermoedelijk als gedicht bedoelde, uiting te lezen.  Wat was me DIT? Veel te veel (quasi-)diepzinnigheden, gepropt in 8 regels. 

Het heet een welkom te zijn, maar voelt meer als een natrap. De Middelburgse stedenmaagd ziet ons geloof ik liever gaan dan komen, omdat ze al falderappes genoeg binnen haar eigen grenzen heeft. Goed, van NS weet ik zeker dat ze ons haten, maar van Middelburg viel het me wel tegen.

Het gedicht was ondertekend door Michael van Oostende. Deze Zeeuwse nachtegaal is de stadsdichter van Middelburg. Onbezoldigd vermoedelijk, dit is Zeeland…

Los van dit alles, hoop ik op een terugkeer op station Middelburg van een stationsrestauratie / restaurant als Stoom, waarvan ik het verdwijnen betreurde in dit stuk uit 2022.

In de spoorzone van Tilburg

 

Villa Flora aan het Wilhelminapark in Venlo is gebouwd in 1901 en was het huis van een bankier.

Dat is inderdaad schrikken, zo’n naam. Maar hij betekent zoiets als: langs de helling of langs de heuvel. Het straatje zelf, in het centrum van Venlo, ben ik van de schrik vergeten te fotograferen; ik heb alleen het bord.

Tsen Koa Pai (1892-1965), beter bekend als Pinda Wullem, ventte met pindakoekjes langs de deuren, en was een bekende figuur in Venlo. Zulke venters uit China waren in de jaren 30 van de vorige eeuw graag geziene gasten in de straten van vele steden. Iedereen kende hun roep: ‘Pinda-pinda-lekka-lekka’ en noemde deze ambulante handelaren ‘pindachinezen’. Deze term wordt tegenwoordig beschouwd als discriminerend en racistisch (maar wat wordt dat heden ten dage niet?)

En daarmee zijn we terecht gekomen in Limburg, en daarmee aan het einde van deze reis door 11 van de 12 provinciën.

Frans Mensonides
28 november 2025



© Frans Mensonides, Leiden, 2025