[Instrumentaal]
Stukje luisteren? klik op de zwart-witradio
Er woei een frisse wind door de popmuziek, aan het eind van de jaren zestig, maar hoe fris die wind ook was, een nieuwe wind was het bepaald niet. Het was een eeuwenoude wind.
Procol Harum en The Nice (met de frenetieke toetsenist Keith Emerson; zie deel 13 van deze reeks) waren de voorlopers, en het aantal navolgers was talrijk: iedereen nam ineens klassieke werken op, voorzien van een pop-jasje. De Haarlemse toetsenspeler Rick van der Linden (1946-2006), net van het conservatorium, hoorde in 1968 The Nice Beethovens Brandenburger Concerto uitvoeren en dacht: dat kan ik ook. Kort daarop bracht Ekseption, de jazz- annex beatgroep waartoe Van der Linden pas was toegetreden, The Fifth uit op single. Het was niets minder dan de vijfde symfonie van Beethoven (pá-pa-pa-paaaahhhhh!) in een pittige, zeer acceptabele popversie, en teruggebracht tot een lengte van ruim drie minuten. Ekseption brak er mee door; het nummer belandde pardoes op de derde plaats van de top-40.
Nog beter deed Ekseption het in de herfst van dat jaar. Met het iets rustigere Air, een bewerking van een stuk van J.S. Bach, stonden ze vier weken lang op de tweede plek. Het nummer was een gezamenlijk arrangement, waar alle groepsleden aan hadden meegewerkt.
Air maakte in november 1969 deel uit van de meest plechtstatige top-3 uit de historie van de Veronica top-40. Op één stond My Special Prayer van Percy Slegde, een weinig levendige gospelsong. Op drie had je Ramses Shaffy en Liesbeth List met hun Pastorale, een pompeus nummer met een over-pretentieuze tekst die geen aanspraak kon maken op het predikaat ‘glashelder’. Shaffy voelde zich het middelpunt van het Copernicaanse universum, dat begrepen we wel; hij deed daar met galmende stem kond van: ‘je kunt niet houden van de zon!’
Air, een instrumentaal intermezzo tussen het verbale geweld van Sledge en Shaffy, sleepte ons door die herfst heen, gedurende welke het 90 dagen onophoudelijk geregend heeft (zo herinner ik mij hem). Ik knipte voor jullie een mooi loopje uit Air van Rick. Hij speelt spinet of klavecimbel, zo te horen; een échte volgens mij; de synthesizertechnieken waren vast nog niet zo ver dat ze zo’n instrument op overtuigende wijze konden emuleren.
De muziek van Ekseption was behoorlijk omstreden; de ware beatliefhebbers vonden het evenzeer ‘niks’ als adepten van klassieke muziek, die hun helden vermoord zagen. Toch konden velen deze neoklassieke muziek wel waarderen. Op de site van de top-2000 staan een paar getuigenissen van mensen die door de muziek van Ekseption belangstelling hebben gekregen voor de klassieken. Aan mij zijn die nooit besteed geweest. Ik waardeerde Air als popmuziek; niet als klassieke muziek, waarvoor ik nooit de verfijndheid van geest heb kunnen opbrengen.
Het hek was van de dam, in 1969. Ekseption kreeg in de top 10 gezelschap van Bourree, een Bach-bewerking van Jethro Tull. Na de jaarwisseling dansten wij op een klasseavond bij gedempt licht op The Flood van Ginger Ale, een nummer gebaseerd op het duet uit De Parelvissers. Iemand was zo vriendelijk, dit singletje telkens weer op de draaitafel te leggen; je kon er heerlijk op ‘slijpen’. Hoog in de hitlijst stond toen Mijn gebed van D.C. Lewis, begeleid door een bonkend en dreunend kerkorgel. En het ging maar door, de jaren daarop; Het orkest o.l.v. Waldo de los Rios kwam aan de top met Mozart; In Amerika ging de formatie Apollo 100 de klassieken te lijf; het eerder genoemde Brandenburger Concerto werd onder de titel Country Pie een zeer klein hitje voor The Nice, de aanstichters van alles.
Ekseption dreigde inmiddels aan zijn eigen succes ten onder te gaan. Ze hadden in 1971 een grote hit met Peace Planet, hun conceptalbums met muziek uit alle eeuwen deden het uitstekend, en op het hele Europese continent waren hun optredens altijd uitverkocht. Succes genoeg, maar het ging mis in de persoonlijke sfeer. Ruzies en bezettingswisselingen waren niet van de lucht. Die grote groep, met die blazerssectie, moest door Rick van der Linden met veel kunst- en vliegwerk in het gareel gehouden worden. Hij deed dat op een manier die niet iedereen beviel; ‘de Rick-tator’, noemden ze hem wel.
In 1973 werd Van der Linden uit de groep gezet. Nu kun je een schip niet ongestraft beroven van zijn boegbeeld; met Ekseption ging het daarna dan ook snel bergafwaarts. Van der Linden maakte zich de jaren daarop verdienstelijk in groepen als Trace en Mistral – en in Ekseption, dat enkele reünies beleefde.
Op 22 januari 2006 overleed Rick van der Linden aan de gevolgen van een herseninfarct. Alweer een popster van weleer, die ons ontvallen is…
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)
Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ!
© Frans Mensonides, Leiden, 2006