Nog steeds geen dranghekken noodzakelijk op ondergrondse tramhalte Voorburg Oosteinde van HTM-lijn 19
Ze liggen de laatste tijd voor het opscheppen, de OV-teleurstellingen
uit de titel, die gedeeltelijk gejat is van Herman Finkers. Denk aan anderhalf
jaar uitstel van de Uithoflijn, idem van de Hoekse Lijn, station Zwolle
Stadshagen (dat in ieder geval wel goed bereikbaar is met de stadsbus), de
trein die maandenlang niet reed naar Bielefeld dat niet bestaat, de
rechtstreekse Eurostar Amsterdam – Londen die de eerste jaren alleen maar
rechtstreeks rijdt van Londen naar Amsterdam…
Uitgestelde openingsdata zijn wel de dood in de pot, als je
een site hebt met OV-reisverhalen en op zoek bent naar nieuwe onderwerpen. Bij
gebrek aan al die verbindingen uit de vorige alinea ben ik in februari op
diverse dagen maar wat rond gaan toeren in de buurt, in wat met een weidse naam
de Metropoolregio Rotterdam Den Haag heet. Waar ik nog wat meer
teleurstellingen uit het verleden tegenkwam, maar ook hier en daar wat hoop
voor later.
Nieuwe tegenvallers dienen zich aan dank zij de golf van
lightrailretoriek die ons aan het begin van dit jaar plotseling overspoelde. Is
er net een nieuw kabinet aangetreden dat streeft naar meer, meer, meer asfalt,
asfalt, asfalt; verschijnen er ineens uit alle hoeken en gaten deskundigen ten
tonele die pleiten voor nieuwe railverbindingen in verstedelijkte regio’s.
Een deel van die plannen is onthutsend slecht, wat dan ook
weer zeer teleurstellend is voor wie het OV een goed hart toedraagt. Een ander
deel is onthutsend duur, zodat de kostbare worst die ons wordt voorgehouden, hoogstwaarschijnlijk
nooit echt opgediend zal worden.
Projecten die wél doorgaan en afkomen, willen ook nog wel
eens flink tegenvallen. Rond de jaarwisseling deed ik enkele R-netlijnen in
ZHN (Zuid-Holland Noord) en daarvan was de kwaliteit ook niet helemaal wat we
ons ervan voorgesteld hadden. In ieder
geval was het niet veel beter dan wat we hadden voordat die bussen
overgeschilderd waren in tinten rood en grijs. Je vraagt je wel eens af of de H
van HOV (Hoogwaardig OV, of zoals ik zelf wel zeg: Hoop op Verbetering) niet
wat hoog gegrepen is.
Neem bijvoorbeeld Randstadrail. In de serie over dat
lightrailproject in de driehoek Den Haag – Zoetermeer – Rotterdam (2005-2013)
schreef ik al eens dat men toch niet alles uit dit plan heeft gehaald wat erin
zat. Zo’n kwart eeuw geleden lag er een erg koen, stout ontwerp op de
tekentafel: een metro van Spijkenisse naar Scheveningen, gebundeld met die van
Zoetermeer naar Loosduinen / Kijkduin, als ik het me goed herinner.
Het mocht niet zo wezen. Metrolijn E vanuit Slinge nam de
Hofpleinlijn over en stuit, net als vroeger de NS-Sprinters, op Den Haag
Centraal op het stootjuk. Niks Scheveningen; de tienduizenden bezoekers per dag
van die badplaats – en niet te vergeten die van de grote kantoren langs de weg
daarheen – proppen zich nog steeds in tram 9.
Op Den Haag Centraal werd in de zomer van 2016 wel dit
blitse metrostation geopend. Eindpunt helaas, en geen doorgangshuis.
Zo nu en dan gaat er nog wel eens een nieuwe stem op voor
een metroverbinding naar Scheveningen. Uit de archieven haal je soms betere
plannen dan uit je eigen innovatieve creativiteit, zo vindt ook de Haagse
wethouder Tom de Bruijn (D66) in dit artikel, dat ik las kort voor het ter
webbe gaan van deze aflevering.
D66, altijd goed voor hoogst twijfelachtige OV-ideeën, ziet op
korte termijn graag alvast een ’superbus’ rijden op het traject Scheveningen –
Den Haag Centraal. Stond er ergens bij
de TU Delft nog niet een weg te roesten in een schuur? Nee, ze bedoelen een
snelbus of zo, op een traject waar ook al een tram rijdt. Wat moet je ermee?
Zo’n idee waarvan je na de verkiezingstijd nooit meer iets verneemt.
Hier krijg ik dan een weer een stuk beter humeur van. De
jongere passagiers op de onderste foto ook; die kids kijken allemaal nogal uitgelaten.
Ik heb geen idee heb of dat veroorzaakt wordt door de nieuwe tramperrons bij
Den Haag Hollands Spoor, het feit dat ze nu op De digitale reiziger komen, of door
iets geheel anders.
Hoe dan ook, dit ziet er goed uit. Bijna een half jaar nam
Den Haag de tijd om die perrons te realiseren en al die tijd lag het halve
tramnet op de schop. Maar we hebben nu dan ook wel wat: twee brede, mooie,
schone perrons met stemmig hout erin verwerkt. Eén perron per richting, net als
vroeger. Maar wel wat logischer. Als je nu, komend vanuit station HS, een tram
wilt nemen die naar links rijdt, moet je ook linksaf slaan voor het perron, en idem
dito analoog naar rechts rechtsaf.
Van de lijnen die HS aandoen: 1, 9, 11, 12, 16 en 17, rijden
sommige trams met deuren aan twee kanten en andere met alleen deuren rechts. De
laatsten halteren vanzelfsprekend links van het perron, de andere meestal
rechts, zodat de stroom van trams goed verdeeld wordt en ze elkaar niet in de
wielen rijden.
De perrons liggen, op een paar honderd meter afstand,
precies in elkaars verlengde. De rails daartussenin maken een mooie slinger.
Nu we toch bij HS staan, even een foto van het ultieme spoorzorgenkindje
van het laatste decennium: de Internationale trein Amsterdam - Brussel. Het
Fyra-drama van 2012 / 2013 zullen we maar niet meer oprakelen; die wond ligt na
5 jaar nog wijd open. Maar in april gaat het dan echt gebeuren. 12 van de 16
treinen per dag per richting nemen dan de HSL tussen Amsterdam en Rotterdam, en
stoppen dus niet meer in Den Haag. 4 treinen beginnen in Den Haag. En allemaal
pakken ze na Rotterdam opnieuw de HSL, maken kop op Breda, verlossen station Noorderkempen
in Vlaanderen uit zijn isolement en komen in Antwerpen uit op hun oude route
naar de Belgische hoofdstad.
Op de hogesnelheidslijn met die ouwe, plompe bakken, die
maar 160 km/uur rijden; ik zou in herhalingen vallen als ik het teleurstellend
noemde. Maar een heel oude belofte is dan ingelost.
Momenteel zijn ze die treinen aan het uittesten op de HSL.
Daardoor komen ze er een paar tekort voor de gewone dienst en hebben ze de lijn
ingekort tot Den Haag HS - Brussel Zuid. Op de CTA verscheen overigens, kort
nadat ik deze foto maakte, de mededeling: ‘+10 minuten’. Meteen bij de start al…
Delft Station. Links tram 19, rechts tram 1
Dat is ook zo’n zorgenkindje. In de jaren 90 en 00 bouwde
HTM het agglonet op: lijn 15, 16, 17 en 19 naar de nieuwe VINEX-wijken aan de
randen van de Haagse agglomeratie. Al die trajecten werden een succes, al die
lijnen, behalve nummer 19. Die had moeten rijden van Leidschendam Medisch
Centrum Haaglanden via de nieuwbouwwijken in Leidschenveen, Nootdorp en
Ypenburg naar Delft en had daar het terrein van de Technische Universiteit zullen
ontsluiten.
Op 2 juli 2010 werd het eerste deel van de lijn,
Leidschendam – Station Delft, feestelijk in gebruik genomen, met gratis vervoer
voor iedereen. Toen schreef ik al iets over de moeizame totstandkoming van de
lijn, waarop pas trams gingen rijden toen veel wijken al voltooid waren.
Een probleempje was er op de route naar de TU. Daar lag een
gammele brug, de Sebastiaansbrug, die niet geschikt was voor tramverkeer. Sint
Sebastiaansbrug heet hij voluit, maar er is weinig heiligs aan.
In Nederlands technologiestad nummer 1 was men zo gauw niet
in staat om de brug te repareren of een nieuwe aan te leggen. Wel werd er in
2013 werd er een trambaan door de TU-wijk aangelegd die tot dusverre dus
ongebruikt is. Ik was er in ‘14 voor een stukje over een ook alweer niet
doorgegaan tramplan: Den Haag – Delft –
Rotterdam The Hague Airport – Rotterdam Centraal.
Intussen werd lijn 19 tijdens de bouw van de spoortunnel
Delft ook nog eens ingekort tot de halte Nieuwe Plantage (a.k.a. Kalverbos of
Delft Noord) bij het centrum van Delft. Dit alles miste zijn uitwerking niet op
de vervoerscijfers. Een volle tram had ik na die gratis julidag in ’10 toch al niet
meer gezien, maar door die inkorting werden ze echt leeg. Dat kwam mede doordat
de oude HTM-trams van de 3000 / 3100-serie vervangen werden door de veel ruimere
Randstadrailvoertuigen; je kreeg er bijna pleinvrees.
Sommigen spraken al van wat in België een GNP heet: Groot
Nutteloos Project. Ik heb mijn mening altijd opgeschort totdat de hele lijn
klaar zou zijn. Volgens sommige berichten zal de Sebastiaansbrug uiteindelijk
toch nog vernieuwd worden. 2020, heb ik zelfs al eens horen noemen, maar dat is
over 2 jaar al, zo snel zal het toch wel niet gaan?
Wel kreeg lijn 19 in januari van dit jaar zijn verbinding
met station Delft terug. Ik heb sindsdien een paar ritten gemaakt op
verschillende dagen en zag een moedgevend hoog aantal passagiers. Weliswaar
hoefde er niemand te staan, maar een man of 50, 60 in één tram was op lijn 19
een paar jaar geleden niet denkbaar. OK, nou reisde ik in een kouwe maand en
steeds in de brede middagspits op schooldagen. Maar ik put er toch hoop uit.
Bij station Delft is een perron aangelegd waar lijn 19 kan keren en waar je kunt overstappen op lijn 1 (Scheveningen – Delft Tanthof). In Delft is het aartslelijke spoorwegviaduct afgebroken en de omgeving drastisch opgeknapt. Een mooi plaatje vormen nog altijd de molen en het waltorentje, die de tunneloperatie overleefd hebben. Hoe ze het doen in Delft, doen ze het, maar ze hebben het spoor er gewoon onderdoor getrokken.
In Delft volgt lijn 19 een stukje de route van lijn 1, en in
Ypenburg die van lijn 15 (Nootdorp – Den Haag Centraal). Bij de haltes in
Ypenburg dus overvloedig aanbod van trams; waarom zou een mens hier nog een
auto kopen?
Meer volk in lijn 19, dus. Maar dat beperkt zich dan wel tot
het trajectgedeelte Delft – Leidschenveen. De populairste haltes zijn station
Ypenburg en station Leidschenveen, waar je kunt overstappen op de trein,
respectievelijk Randstadrail en Metro.
Echt stil blijft het op het laatste stuk van de lijn, tussen
Leidschenveen en Leidschendam, en dus ook in de catacomben van de ondergrondse
tramhalte Voorburg Oosteinde. Maar ook in die contreien is nog plaats voor Hoop
op Verbetering.
Dé publiekstrekker voor de tram had namelijk het
winkelcentrum Leidsenhage moeten zijn, waar de tram op de halte Weigelia bijna
ín de winkels stopt. Maar Leidsenhage ligt grotendeels op de schop. Tweederde
ervan is afgesloten met dikke houten schotten.
Hier moet een geheel nieuw winkelcentrum verrijzen, The Mall of the Netherlands. Mall, ik vind dat inderdaad een malle Engelse naam voor een NL-winkelcentrum. En nogal pretentieus ook. Bij voltooiing van de eerste versie van Leidsenhage in 1971 was het het grootste winkelcentrum van het land, maar nu een van de heel velen. Ze hebben toch wel lef om nu nog zo’n enorme ‘mall’ met 230 winkels en andere vormen van divertissement neer te zetten; blijkbaar zien ze toch nog toekomst in het verschijnsel: winkelcentrum.
De laatste jaren kon ik, als ik hier wel eens kwam, mijn
blik nauwelijks afhouden van de etalage van dameskledingzaak Bronwasser. Dat
was niet omdat ik een fetisjisme zou hebben voor vrouwenkleren of me daar
regelmatig in zou vertonen; daar ben ik niet mee behept. Nee, de etalageruiten
van Bronwasser waren volgeplakt met woedende pamfletten, gericht tegen de
gemeente en de projectontwikkelaar van Leidsenhage / The Mall of the
Netherlands.
Alle winkels waren opgekocht door die projectontwikkelaar.
Alle winkels? Nee, alleen Bronwasser bleef dapper weerstand bieden tegen de
roep van het geld; zij wilden hun zaak niet van de hand doen. Maar de trein van
de verbouwing denderde door en de winkel bleef eenzaam achter, midden in een
bouwput. Om ze te pesten, naar zeggen van de Bronwassers, pompte een
bouwbedrijf de kruipruimte vol water, en dat was beslist geen bronwasser. En er
gebeurde meer, veel meer. De lokale pers schreef erover in de zomer van 2016.
Als ik nu langs Bronwasser kom, vallen me twee dingen op: 1)
de winkel staat er nog en 2) de pamfletten zijn van de ramen. Mogelijk heeft er
succesvolle mediation plaatsgevonden en zijn alle conflicten uitgepraat. Ik heb
er niets meer over gevonden, maar zo te zien is ook dit verhaal langs de
boorden van HTM-lijn 19 goed afgelopen. Het heeft vanzelfsprekend weinig of niets
te maken met OV; ik dwaalde weer eens af.
Ypenburg
Nog zoiets. De ZoRo-bus, daar schreef ik over in de winter
van ’12 op ’13 en vond het maar niks. Even het geheugen opfrissen: het betreft
een HOV-baan van ZO(etermeer) tussen Bergschenhoek en Berkel door naar
RO(denrijs). Daarover rijden RET-lijn 170 (Zoetermeer – Rodenrijs via de
kortste weg) en 173 (idem, maar dan met een ommetje via Bleiswijk). Berkel en
Rodenrijs, Bergschenhoek en Bleiswijk noemden ze vroeger wel: de B-driehoek,
maar ze heten nu: gemeente Lansingerland).
Toen in de 90’s Randstadrail werd uitgedacht, was er sprake
van een ZoRo-verbinding per rail; RO stond toen nog voor Rotterdam. In 2012
werd er slechts een busbaan aangelegd. Bij eindpunt Rodenrijs kon men, en kan
men nog steeds, overstappen op metro E naar Rotterdam.
Ik doe het vandaag eens, voor het eerst na dat stukje van 5
winters geleden. Het vervoer op die ZoRo-buslijnen is wat aangetrokken en de
aansluiting op metro E lijkt wat strakker dan ik me kon herinneren.
Toch; ik vind nog steeds dat een doorgaande railverbinding
Rotterdam - Zoetermeer de voorkeur had verdiend. Die busbaan kostte 23 miljoen;
een railverbinding over hetzelfde traject had 120 miljoen gekost. Ja, ook in
het HOV-wezen is goedkoop vaak duurkoop.
Tijdens de lightrailgolf van dit jaar zei de Zoetermeerse
wethouder Rosier dat hij alsnog een metro wilde van zijn gemeente naar de
Maasstad. Maar daar hing volgens hem nu een prijskaartje aan van 700 miljoen.
Wát?? Hoe kan dat nou, dat de inflatie op railprojecten
ongeveer 25 keer zo groot is als op boter, kaas en eieren? Of is de wethouder
uitgegaan van een geboorde tunnel of zo (niet echt nodig voor een baan die
grotendeels buiten de bebouwde kom ligt) terwijl die oorspronkelijke schatting
gebaseerd was op een baan op maaiveld?
Hoe dan ook, de ZoRo-railverbinding zie ik er nooit komen.
Weinig veranderd langs deze HOV-busbaan. Die sprietboompjes
in het park zijn nog steeds even sprieterig; ik heb geen idee waarom ze niet
willen groeien. En vanuit de bus zie je nog steeds Berkel aan je rechterhand en
Bergschenhoek aan de linker, als je tenminste bent opgestapt aan de Zo-kant en
niet achteruit rijdt.
Ik stap uit bij de halte Berkelseweg en ga eens wandelen in Bergschenhoek.
Dat is VINEX-bouw, vanzelfsprekend, en die hoef je eigenlijk niet te fotograferen,
gezien het feit dat het er overal, van Delfzijl tot Terneuzen, hetzelfde
uitziet.
Maar ergens diep van binnen, achter die schil van nieuwe
woningen, is ook Bergschenhoek nog steeds wat het was, een redelijk pittoresk
Zuid-Hollands dorpje, met bijvoorbeeld huizen langs polderdijken en wilgen
langs wateren – vandaag langs één nacht ijs.
De kern van het dorp ligt een dikke kilometer af van de HOV-busbaan. Er rijdt een reguliere buslijn, RET 174: Rotterdam Noord – Delft Station. Hij kruist de ZoRo-baan en biedt bij Berkel Westpolder en Pijnacker Zuid overstapmogelijkheid op de metro.
Hij is bijna een kwartier te laat. Dat kost me mijn gratis overstap
binnen 35 minuten. Maar wat zou ik me er dik om maken? De dag dat ik hier ben,
dinsdag 6 februari 2018, is er een klein beurskrachje gaande dat ook de
aandelen van de beursgenoteerde digitale reiziger niet onaangetast laat. Ik
word op deze wandeling met de voetstap armer, dus die 90 cent basistarief kan
er ook nog wel bij.
Erger is de kou bij het lange wachten, al stelt die ook deze
vrij pittige wintermaand niets voor vergeleken met de legendarische winters uit
de 20ste eeuw: 1947, 1963, 1979, 1985. Die van ’63 wordt steeds erger in de
verhalen van mij en mijn generatiegenoten. Maar ook objectieve weercijfers –
voor zover daar niet mee gesjoemeld is – ondersteunen mijn mening dat er
tegenwoordig veel te snel paniek gezaaid wordt en gevaarcodes in alle kleuren
van het spectrum worden uitgeroepen.
Van kerstmis 1962 tot ergens begin maart 1963 was er vrijwel
elke nacht strenge vorst. Maar als ik er op terugkijk, ervaar ik eerder warme
gevoelens dan een ijzige gevoelstemperatuur. Het aardgas, waar we nu vanaf moeten, was nog maar net in opmars
en vrijwel niemand had al centrale verwarming. Dus ‘s avonds eerst in de
woonkamer knus schroeien bij de kolenkachel en als het klokje van
gehoorzaamheid geslagen had, naar je slaapkamer die veel weghad van een koelcel.
IJs op de ramen, werkelijk. Ik kleedde me aan in plaats van uit als ik naar bed
ging. En moeder stopte me dan in tegelijk met een hete kruik, en vlijde daarna
nog een extra deken over me heen, de lappendeken die oma gemaakt had. Laat dan
buiten de poolwind maar door de straten gieren!
Tegenwoordig vind ik het niet verantwoord, mijn slaapkamer
te betreden bij lagere temperaturen dan 23,5 graden. We zijn verwend en vertrut
door dat aardgas, en zie er nou maar eens vanaf te komen!
Ik pak bus 174, stap over op de ZoRo naar Rodenrijs en keer
daar in de avond, na wat omzwervingen, terug. Het oude stationsgebouw van
Berkel en Rodenrijs, in 1908 neergezet langs de toen in gebruik genomen Hofpleinlijn,
is nu een eetcafé met een hoog pannenkoekengehalte; niet te versmaden bij dit
weer!
Fragment van kaartje, overgenomen van Twitter VVDRotterdam
Vooral wethouders kicken op lightrail. Allemaal willen ze
een plek in de geschiedenisboeken als de man of vrouw die een railverbinding
mogelijk maakte, ook al verslijt een gemeente meestal een stuk of 6, 7
verkeerswethouders tussen het eerste plan en de lintenknipperij bij de opening.
In 1959 loodsde de Rotterdamse B&W de metro door de
gemeenteraad. Mensen met visie! Goed, dat Pex Langenberg (Deceptie66) toen nog
geen wethouder was in de Maasstad, anders had hij voor de rivierkruisende
verbinding vermoedelijk een stoeltjeslift voorgesteld, en was die tot op de dag
van heden niet gerealiseerd.
Tsja, Pex. In Leiden was hij in de 90’s verkeerswethouder en
hadden wij van ROVER het altijd met hem aan de stok. Hij had een enorme
creativiteit in het bedenken van krankzinnige
OV-plannen waar geen reiziger op zat te wachten.
Op 21 februari 2018 is hij opgestapt als wethouder van
Rotterdam, naar aanleiding van het debacle met de Hoekse Lijn. Hij had begin
2017 al een mail gekregen waarin hij gewaarschuwd werd voor de onmogelijkheid
van een ombouwoperatie binnen 5 maanden. Daar schrok hij zo van, dat hij de
bijlage, met nadere details over het dreigende fiasco, verzuimde open te
klikken. Dat heeft hem de das omgedaan. Ook bij grote, al dan niet nutteloze projecten,
zit het venijn ´m in kleine dingen. Maar maak je over Pex geen zorgen; die
duikt wel weer ergens op!
Intussen circuleren er meerdere metroplannen in
groot-Rotterdam, en niet allemaal even zinvolle. Ik zou zeggen: zorg eerst eens
dat die Hoekse Lijn afkomt en ga daarna nog eens verder kijken. Maar onder de VVD
(Voor Vrije Doorgang van het autoverkeer) leeft nu al een heel briljant metroplan,
er verscheen al een kaartje van op Twitter. Het betreft een ondergrondse
verbinding Marconiplein - Gruttostraat (off
all streets) – Zuidplein – Rotterdam Stadion – Kralingse Zoom.
Oh, wacht; het dringt door. Dat is de V van voetbal. Dit
wordt de voetballijn. Het Feyenoord-stadion krijgt een metrostation. Maar de
metro stopt ook redelijk dichtbij Het Kasteel van Sparta en het stadionnetje
Woudestein van Excelsior. Dit wordt een voetbalmetro, dat ik het niet meteen
zag!
Vier dagen na Bergschenhoek doe ik op zaterdagavond een
bijzondere tentoonstelling op een bijzondere plek. Gisteren, 9 februari, was
het exact een halve eeuw geleden dat in Rotterdam de eerste metro reed. Die
ging toen nog maar van Rotterdam CS naar Zuidplein, een metrolijn van krap 6
kilometer, waarvan ruim de helft ondergronds, met 7 stations, inclusief begin-
en eindpunt.
Dit is eigenlijk wel een les voor mensen als ik die spotten met
plannen zoals dat van de VVD. Zo’n lijn lijkt absurd als hij op de tekentafel
ligt, maar als hij een halve eeuw of zelfs maar een paar jaar in gebruik is,
kan niemand hem meer missen. Dan lijkt het wel of hij er vanaf de grijze
oudheid gelegen heeft, als was het een rivier.
De Rotterdammers waren eerst vol scepsis over het metroplan.
Maar toen in 1968 de metro eenmaal geopend was, waren ze er maar wat ‘grreuws’ (groots,
trots) op: de grootse havenstad op aarde met de kortste metro. En Amsterdam had
er nog geen; dat speelde ook een rol. Laat het buitenland dan maar lachen om die
armetierige 6 kilometer, je moet ergens beginnen. Als die Hoekse Lijn nog een
keer afkomt, ligt er ruim 100 km metrotraject in en om Rotterdam; niet niks!
Er is veel belangstelling voor dit metrorijtuig op station
Blaak, waar hij geparkeerd staat op het derde spoor, terwijl het metroverkeer
op de andere 2 gewoon doorgaat. Je kunt je hier metrobestuurder wanen en
plaatsnemen in de cabine achter de knoppen – maar niet echt rijden; dat nou
weer niet. Verder wordt er een film vertoond over een halve eeuw metro en
hangen er antieke kaartjesautomaten en dat soort spul.
Het was een van de eerste der Mohikanen. Er reden in 1968 27
van deze stellen, voldoende om op drukke tijdstippen een 3-minutendient te
rijden met de wagens 3-aan-3 gekoppeld. Ze hadden spartaans zitmeubilair, van
die die harde, stalen kleuterzitjes. Maar je zat er hoogstens 10 minuten op; zo
lang duurde een rit van begin- tot eindpunt. Op beide eindstations zat er op
het perron een man in een glazen hok die het vertreksein gaf; ‘Wilt u vertrekken!’
schalde het dan door het station.
In 1968 maakten mensen nog geen pretritjes met het OV; wij
in ieder geval niet van moeders weduwenpensioentje. En zo kwam het dat ik pas
in 1972, met Tienertoer, mijn eerste metrorit maakte. Ik was met mijn neef en broertje.
Mijn neef en ik, beide 15, betaalden twee kwartjes voor een enkeltje, mijn
broertje (11) kon nog op een kinderkaartje, slechts een kwartje.
De metro was toen inmiddels doorgetrokken naar Slinge en
daar zag je het spoor richting Hoogvliet al in aanbouw.
Later in 1972 besteedde ik nog wat zakgeld aan een
treinretourtje Rotterdam en een 5-rittenkaart voor de metro. Die werkte met een
voor die tijd nogal futuristisch kaartjessysteem. Zo´n 5-rittenkaart (2 gulden,
kostte hij, als ik me goed herinner) telde 5 zichtbare magneetstripjes. Je stak
het in een leesapparaat dat er één stripje afsneed, en dan kon je via een
tourniquet doorlopen.
Het schiet me allemaal weer te binnen in dit oude
metrorijtuig – dat een definitieve plek krijgt in het Trammuseum aan de Kootsekade in Hillegersberg.
Tot zover dit ‘rondje langs de velden’ in de Metropoolregio
Rotterdam Den Haag. Mochten vaste lezers vinden dat ik een oninteressant
artikel bijeengeharkt heb over ouwe koek die al veel en veel eerder in deze
kolommen besproken is… dan zullen ook zij teleurgesteld zijn, maar ongelijk
hebben zij niet. Er staan trouwens wel nieuwe foto´s bij en we deden ook nog
iets aan achterlandverkenning. En het is gratis, dus denk even aan dat gegeven
paard…
Frans Mensonides
5 maart 2018
Er geweest: diverse dagen in februari 2018
©
Frans Mensonides, Leiden, 2018