R-net (7): Onder de minutenwals: Nieuwe R-netlijnen in Zuid-Holland Noord



Gouda

Op zondag 10 december 2017 is het aantal R-net-buslijnen in Zuid-Holland uitgebreid van 2 naar 5. Naast lijn 400 (Leiden – Zoetermeer) en 396 Rotterdam – Goeree-Overflakkee) kwamen er 3 lijnen bij, alle in het vervoersgebied van Arriva Zuid-Holland Noord. Het zijn: lijn 410, een mini-lijntje van Leiden naar Leiderdorp, lijn 497 (Gouda-Schoonhoven) en numero 470 (Alphen a/d Rijn – Schiphol).

Ik ga ze alle drie doen, en meerdere malen zelfs, niet over één nacht ijs, in de thuisregio van De digitale reiziger.

Dit is deel 7 (verschenen in twee plukken) in een zeer laagfrequente, zeer langlopende reeks over het fenomeen: R-netbus. Aan de voet van dit artikel een lijstje van eerdere afleveringen. De reeks begon, net als R-net zelf, in 2011 en gaat – bij leven, wel- en goed ter been zijn – eindigen in 2028. Maar liefst 17 jaar neemt de OV-sector de tijd om dit netwerk van hoogkwalitatieve OV-verbindingen in de R van Randstad uit te rollen.

Wat was R-net nou ook alweer? En vooral: wat was het nou net niet?


R-net is NIET…
* … een reeks nieuwe busverbindingen; vrijwel alle R-net-lijnen hebben een voorganger gehad die ongeveer dezelfde route reed;
* … een vervoermaatschappij; het R-net-logo staat op de bussen naast dat van de vervoerder;
* … een concessie; elke R-net-lijn maakt deel uit van een concessie die ook andere, ‘gewone’ lijnen kan omvatten;
* … altijd duurder dan een gewone bus; er zijn ook R-netlijnen die rijden volgens normaal kilometertarief. Dat geldt bijvoorbeeld, voor zover na te gaan, voor Gouda – Schoonhoven, maar dan weer niet voor de andere twee nieuwe ZH-lijnen, die een pittig kilometertarief hanteren.
* … altijd een bus. Vorig jaar maakten we kennis met de R-netrailverbinding van Abellio door het veen: Alphen a/d Rijn – Gouda. En ook in en rond de 3 grote steden rijden railvoertuigen rond in de lichtelijk sombere R-netkleurstelling. In de R-netreeks op deze site doen we echter alleen R-netvoertuigen op rubberen banden.

R-net is WEL…:
* …een soort keurmerk voor hoogwaardig OV (HOV) binnen de Randstad, met eisen aan snelheid (nou ja…), doorstroming (tsja…), frequentie, comfort, betrouwbaarheid en informatievoorziening;
*… een herkenbare huisstijl van bussen, abri’s, etc.



LIJN 410: LEIDEN CENTRAAL – LEIDERDORP ALRIJNE ZIEKENHUIS




Leiden Centraal


Eerder in de deze reeks heb ik me wel eens verbaasd over het samenraapsel van zeer uiteenlopende buslijnen die het R-net vormen: snellijnen, interregionale lijnen, voormalige Interliners, spitsbussen, doodnormale streeklijnen zonder echt opvallend hoog kwaliteitsniveau. Met lijn 410 is alweer een uitbijter, een nieuw curiosum toegevoegd aan dit allegaartje. Het is een stadslijn binnen de agglomeratie Leiden. Met een lengte van 5,6 km, een reistijd van 15 minuten en 6 haltes, inclusief begin- en eindpunt, is hij in alle opzichten de mindere van alle andere R-net-lijnen.

Toch bezorgt invoering ervan me net zulke gevoelens van triomf als de opening van station Boskoop Snijdelwijk, ook op de 10e van deze maand. R-net, inclusief het spoorlijntje Alphen - Gouda, is in deze streek namelijk de opvolger van het rampzalige, doch niet doorgegane tramplan RGL, Rijn-Gouwelijn. Wij van ROVER vonden dat deze lightrailverbinding, van Gouda via het centrum van Leiden naar Kat- en Noordwijk, áls hij dan toch gerealiseerd zou worden, beslist een zijtak zou moeten krijgen naar Leiderdorp. Een kort en – door de aanwezigheid van scholen, werkgelegenheid en een ziekenhuis op de route – druk traject dat per kilometer rails een groot aantal reizigers zou trekken. Ook in dit opzicht krijgen we nu uiteindelijk nog min of meer onze zin, in de gedaante van een R-net-bus.

En voor het traject Leiden – Katwijk staat ook een R-net-oplossing op stapel. Die bus gaat volgens planning eind 2019 rijden. Ik voorzie echter wel wat uitstel. Het in die vissersplaats te hoop lopende anti-OV-NIMBY-gespuis zal nog wel de weg inslaan naar de Kneuterdijk, waar bij de Raad van State vrijwel alle NIMBY-protesten tegen vrijwel alles hun Waterloo vinden. Patientia; die R-net-bus naar Katwijk gaat er echt wel komen!

Die naar Leiderdorp was er feitelijk al. De voorloper, lijn 366, reed al een poosje in de R-netkleuren.


Leiden Centraal Westzijde

Lijn 410 stopt nu, behalve aan de begin- en eindhalte, onderweg slechts vier keer. De eerste halte is die bij gezondheidsfabriek LUMC, achter het station, aan de voet van de beddentorens. Die halte is omgedoopt tot: Leiden Centraal Westzijde. Noordwestzijde zou juister zijn, als mijn kompas het bij het juiste eind heeft.

De tweede tussenstop, op de uitvalsweg Willem de Zwijgerlaan, heet: Leiden Kooiplein. Daarna gaat de bus de rivier de Zijl over, en daarmee de gemeentegrens. De eerste halte in Leiderdorp is omgedoopt van Rietschans in Buitenhof, van straat- naar wijknaam, je ziet het vaak bij R-net, maar niet altijd. Mijn digitaal opschrijfboekje verandert Rietschans trouwens in Roetschade, en zo wil je ook niet heten, als halte. De tweede halte in Leiderdorp is Winkelhof, maar heeft volgens mij Statendaalder geheten.

Op dinsdag 19 december maak ik twee ‘slagen’ naar Leiderdorp. Twee dagen later maak ik nog een foto bij het Kooiplein, Leidens Mekka. Die dinsdag doe ik de eerste slag aan het eind van de middag, als het nog licht is, en de tweede aan het begin van de avond, bij duister. 


Winkelhof

Maar het is ook ’s avonds niet zo duister, dat ik niet zou kunnen zien waar ik bij licht niet op gelet heb: enkele heel korte stukjes vrije busbaan op deze route. Deze lijn scoort een onvoldoende voor doorstroming. Het eerste gedeelte is een soort hindernissenbaan, een slingerroute onder het spoor door, langs het ziekenhuis, wederom een tunnel onder de spoorbaan door, een chicane bij het kleurrijke Achmea-gebouw …

In totaal tel ik 16 stoplichten (sorry, ‘verkeerslichtinstallaties’) op de route naar dat andere hospitaal in Leiderdorp, waarvan 6 op de eerste kilometer. Die staan lang niet allemaal op groen bij nadering van de bus. Zelfs de speciaal voor de doorstroming van het OV bestemde negenogen tonen nogal eens een hatelijk rood puntje.

15 minuten over 5,5 km, dat geeft geen indrukwekkende gemiddelde snelheid: 22 km/uur. Maar het is niet eens altijd haalbaar. Over die rit in de middagspits (de drukste die ik vandaag meemaak, met een kleine 30 passagiers aan boord) doe ik 17 minuten. Terug zijn het lot en de verkeerslichten ons gunstiger gezind en zitten we per ongeluk in een groene golf. Ik klok 13 minuten.

’s Avonds gaat het nog vlotter: 12 minuten. De auto versla je daar toch nog bijna mee. Die doet er 11 minuten over, volgens een online-routeplanner. Die moet ook langs al die stoplichten. Maar de auto moet je daarna nog parkeren en ’s zaterdags wassen, en dat hoef je niet met een bus. Als je het zo beschouwt, is R-net toch sneller dan de persoonlijke vierwieler, en dat is niet elke OV-verbinding gegeven.

Toen ik in oktober een keer rondliep in Leiderdorp – wat ik doorgaans beperk tot het allerhoogstnoodzakelijke - zag ik een slogan over files, van de plaatselijke afdeling van de VVD (Voor Vrije Doorstroming van het autoverkeer). Het Derde Asfaltkabinet Rutte gaat de files allemaal oplossen, door het opentrekken van diverse blikken autowegen.

Behalve dat lijn 410 een kwartier doet over zijn reis, rijdt hij van maandag tot/met zaterdag overdag ook elk kwartier en vertrekt hij ook op ongeveer de hele kwartieren van beide beginpunten. Hij krijgt versterking van de buslijnen 183 (Leiden – Alphen) en 365 (Leiden – Roelofarendsveen – Schiphol) die wel bij alle haltes stoppen.

Veel getallen in het eerste deel van dit hoofdstukje. Minuten, minuten, minuten; boeiend! Het lijkt de minutenwals wel. Maar laten we niet alles platwalsen onder die wals; wat is nou een minuut op een mensenleven?? 

Eindpunt Alrijne Ziekenhuis



In het achterland van deze lijn van hospitaal tot hospitaal kan ik geen plezierige herinneringen ophalen. Waarom loop ik er dan rond? Om de tijd te overbruggen tussen twee R-netritten. De R-net keert op de rotonde op de Persant Snoepweg, voor het Alrijne Ziekenhuis, en aanvaardt meteen de terugreis.

Sla je hier twee hoeken om, dan beland je op de Meubelboulevard Wooon (sic: met 3 o’s). Doe je dat niet, dan blijft het Alrijne Ziekenhuis je aangrijnzen (voorheen het Rijlandziekenhuis, nog voorderheender het Sint Elisabeth). Daar opereren ze door middel van incisie. Ertegenover, in het opvallende kerkgebouw, werken ze non-invasief. Een chirurg moet er een kwart eeuw voor leren, vanaf de kleuterklas gerekend, maar wonderdokter word je door je zo te noemen. 

Er staat trouwens een groot bord TE KOOP bij het kerkgebouw. Da’s waar ook; ik las zoiets. Er was een kerkscheuring die blijkbaar niet meer door handoplegging te helen was. Er zit nu een afsplitsing in Warmond en een ergens schuin onder achter station Lammenschans. Dat gebouw in Leiderdorp raken ze wel kwijt. Het lijkt toch al meer op een kantoor dan een godshuis. Ideale locatie ten opzichte van OV en de snelweg, logo op het dak en klaar!

Achter het ziekenhuis beschermt een kantoorwand vol zorginstellingen Leiderdorp tegen de herrie van de A4. Daar heb je die glazen rookruimte. Ik stond daar – en ik kan hier drie jaar later aan niets anders denken – in de nacht van zaterdag 10 op zondag 11 januari 2015 om vier uur te ijsberen in een klamme winterkou. Ik wachtte daar, compleet met zojuist aangebracht blaaskatheter, op een taxi. Ja, dat ouwemannenkwaaltje….

Die dag had ik te horen gekregen dat mijn moeder nog slechts weken of hooguit maanden te leven had. De nacht daarop overleed ze, ´toch nog onverwachts´. Een paar straten hiervandaan herdacht ik haar een klein jaar later tijdens zo´n massaherdenking met bloemen en kaarslicht in een uitvaartcentrum. Als je, zoals ik, een dikke halve eeuw in dezelfde stad woont, kun je op elke straathoek wel een verhaal vertellen, vrolijk of minder vrolijk.

Ik keer nu terug naar die rotonde en het busvervoer. Bij mijn avondrit is bij de beginhalte een groepje corpsballen met veel geschreeuw aan het inroken en inbieren voor vermoedelijk een woest eindejaarsfeest. Dit trimester ook nog wat interessante hoorcolleges bijgewoond, heren? Ik vraag het ze maar niet.

Alle R-nethaltes in Leiderdorp zijn uitgerust met een kloeke fietsenstalling.

Bij introductie van R-net is er niet gesneden in het stadslijnennet, dat een geheel andere markt bedient. Nog steeds rijden lijn 1 en 2 in een knotsgekke 7-23-minutendienst via de Leidse Professorenwijk naar het station. Lijn 6 doet dat nog altijd in kwartierdienst met een slingerslangerroute door De Kooi en Leiden Noord. Ik schreef er al eens over toen lijn 13 daar nog reed.

Een veel vrolijker verhaal was dat, over de licht ontvlambare bibliothecaresse mevrouw Vogelaar, die ik als jongmaatje van 19 ooit assisteerde op de woensdagmiddagen. Inderdaad: een anekdote op elke straathoek in Leiden en buurdorpen. 

Willem de Zwijgerlaan


Kooiplein



LIJN 497 GOUDA NS – SCHOONHOVEN VEER OOST





Stolwijk

Schoonhoven, het zilverstadje waar de Lek langs stroomt en de Vlist ontspringt, is op 10 december ook op het R-net aangesloten. Al heel lang reed hier lijn 197, maar die heeft er nu 300 bij opgeteld gekregen. Ook hier zijn de bussen nu rood-zwart in plaats van groen-wit.

De promotie ging gepaard met het schrappen van wat haltes en ook een stuk route. De wijk in het noorden van Schoonhoven wordt nu niet meer bediend. Daar moet men zich nu behelpen met buurtbusje 505, Woerden – Oudewater – Vlist - Schoonhoven – Lopik – IJsselstein; kronkelend als de Vlist zelf.

Het oude eindpunt van 197, bij het nog veel oudere tramstation aan de rand van het centrum, is ook niet meer in de route opgenomen. De bus rijdt nu via een provinciale weg door naar de veerpont over de Lek, althans zo staat het in de dienstregeling.

Ook hier sloeg de minutenwals toe; de rijtijd van begin- tot eindpunt is een minuut of wat korter dan dat het was, en bedraagt nu een ruim half uur. Plezierig, tenzij je halte is opgeheven, waardoor je die tijdwinst kwijt bent aan een wandeling.

Ik pak deze bus in Gouda, op zaterdag 16 december, na mijn bezoek aan Boskoop Snijdelwijk. Op zaterdag rijdt hij elk halfuur, maar doodeweeks veel vaker, tot 10 keer per uur van Schoonhoven naar Gouda in de ochtendspits.

De haltes heten: Gouda Station, Centrum en Stolwijkersluis; Stolwijk Beijersche, Pompstation en Dorp; Bergambacht Noord en Centrum; Ammerstol; Schoonhoven West, Noord, Oost en Centrum/Veer. ‘West, Noord, Oost’, niet eens meer wijknamen; saai en weinig krejatief.

In het centrum van Gouda heerst kerstdrukte. De bus staat in de file op de singel. Blij dat ik hier gisteravond niet was, bij de jaarlijkse lampionnentocht, of zo. Kerstmis is nog 9 dagen weg, en ik voel de kerstwalg al weer in mijn ingewanden opkomen. Volwassenen schijnen zich bij nadering van dat 'feest' ineens volkomen infantiel te willen gaan gedragen: met lampjes door de stad lopen, kerstmutsen opzetten, foute truien aantrekken, speelgoedkerstmannen in de vensterbank zetten...

Wie er bij de buurtschap ’t Beijersche ooit zullen opstappen op de bus, weet ik niet. Een groene oase tot waar het oog reikt, hier op de zuidflank van het Groene Hart. Ik ga er van de zomer eens fietsen; kan bijna niet wachten op het fietsseizoen, na die winterweek die we gehad hebben met veel verkeersellende, en de eindejaarsnarigheid die ons nog wacht.

Stolwijk, Kerststolwijk, denk ik melig; daar ben ik nog nooit geweest; goede reden om uit de bus te stappen bij de halte Dorp. Ook hier een fietsenstalling bij de halte. 



Terwijl ik een paar minuten wacht om de R-net in de andere richting te fotograferen, passeren me een paar walmende gierkarren. R-net ontsluit ook zeer rurale streken. Die R-netbussen hebben wel een naar poepkleurtje, waardoor ze op een donkere winterdag lastig fotografeerbaar zijn. En nu we het toch over poep hebben: dat gele ding op die rotonde lijkt sterk op een drol; niet erg geslaagd.

Stolwijk, 5000 inwoners, bestaat uit een heel klein dorpskerntje met een ook al erg bescheiden schil van nieuwbouw eromheen. Hier is het gemeentehuis gevestigd van de hele gemeente Krimpenerwaard, een modern gebouw met het obligate carillon ervoor.

Bij een restaurant kun je een 9-gangendiner gebruiken voor 95 euro. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Dan zul je om half vier aan tafel gaan en om halfeen in de nacht naar de gereedstaande taxi gerold worden. Of krijg je dan om het uur een muizenhapje en ga je nog met een rammelende maag naar huis? Als ik het echt wilde weten, zou ik naar binnen kunnen gaan. ‘Indien gewenst kunnen we deze menu’s inhoudelijk aan uw tafel toelichten. De gerechten van onze à la carte kaart vormen hiervoor de basis, verrijkt met onze inspiratie van het moment’. Waarom werkt deze serieus bedoelde tekst nou op mijn lachspieren?

Was ik niet bezig met een busreis? Terug naar de halte, nu! Via Bergambacht en langs Ammerstol (Ammer-Kerststol) bereiken we Schoonhoven. Bij de haltes West en Noord kun je overstappen op de lijnen 195 en 295, beide Rotterdam – Utrecht. Dat zijn snelle (195) en heel snelle (295) bussen die desondanks niet de eer hadden, de R-net status te verkrijgen. De halte Noord wil R-net helemaal nog niet kennen; hij heeft geen R-net-look. 

Willige Langerak

Bij Oost blijf ik zitten, als laatste passagier, in de veronderstelling dat de bus nog doorgaat naar de aanlegsteiger van het autoveer naar Gelkenes. Maar de chauffeuse helpt me uit de droom: die halte is nog niet af. Misschien eind van deze week…’

Half af, ook in Schoonhoven klinkt de lievelingsspreuk van de OV-sector. Noodgedwongen ga ik nu dan Schoonhoven Oost maar bewandelen, onder drenzende motregen. In deze nieuwe wijk is een minuscuul oud dorpje geïncorporeerd, Willige Langerak. Het centrum van Schoonhoven en het Zilvermuseum deed ik al in een zomerse aflevering in ’15.

Met een omweg bereik ik toch nog de veerhaven. In het restaurant bestel ik een lunch van één gang, zonder daarop een schriftelijke toelichting in drievoud gevraagd te hebben. Ik geniet van het uitzicht op de Lek, de Veerpoort en op het schouwspel dat de veerpont biedt, die doet wat veerponten doorgaans doen: heen en weer varen.

Voor de eindhalte van lijn 497 bij deze veerhaven kom ik volgend jaar graag nog een keer terug. Wordt dus vervolgd, ook nog voor de lijn Alphen-Schiphol.

Frans Mensonides
Tot hiertoe gepubliceerd op 24 december 2017
Er geweest: Leiderdorp dinsdag 19 en donderdag 21 december 2017, Schoonhoven zaterdag 16 december 2017.
En... 'verrijkt met mijn inspiratie van het moment!'

v/m Tramstation Schoonhoven (archieffoto 2015)











Schoonhoven



-

In januari 2018 dus nog een keer terug naar Schoonhoven voor die halte bij de veerpont. Ik maak die rit op donderdag de 11e, rond 15:30, als de spits en de schemering zich beginnen aan te kondigen en er in Gouda 19 passagiers in de roodgrijze bus stappen.

Ik had er een jaarwedde, inclusief vakantiegeld en eindejaarspremie Individueel Keuze Budget, onder durven te verwedden dat die halte bij het veer nog steeds niet gerealiseerd zou zijn. En inderdaad, dat wedje zou ik gewonnen hebben: Schoonhoven Oost is nog altijd het eindpunt.

Toch wil ik eens bij die veerpont kijken of ze dan misschien al begonnen zijn aan de aanleg van een keerpunt voor de bus. Ik kom deze keer niet terecht in Willige Langerak maar bij deze mooie, verstilde singel die ik niet gezien zou hebben als ik een beter oriëntatievermogen had gehad en de kortste weg was ingeslagen.

 

 

 Nee, nog niets te zien van die keerlus; er staat alleen een bordje dat de halte tijdelijk vervallen is. Waar ze de R-net-bussen nou precies willen laten keren, is me een levensgroot raadsel. Zo op het oog gezien is er helemaal geen ruimte voor. Of er zullen parkeerplaatsen voor moeten wijken, en dat zal de bedoeling wel niet zijn.

Er varen nu twee ponten, die elkaar steeds ontmoeten in het midden van de Lek. Als je het versneld zou afdraaien, zouden het twee cricketers lijken die met z’n tweeën heen en weer rennen. Het is hectisch in de spits; druk met autoverkeer. De auto’s komen met een noodvaart de veerstoep afstuiven om nog net mee te kunnen voordat het hek sluit en de boot van wal steekt. Dat er nooit een brug is aangelegd tussen Schoonhoven en Nieuwpoort!

Door de binnenstad van de Zilverstad loop ik naar de halte Noord en pak de R-net, om die in Bergambacht te verlaten. Bij de rotonde aan de rand van dat dorp begint het spitsverkeer langzamerhand vast te lopen. En daarmee de R-netten; ook op deze route is weinig gedaan aan doorstromingsmaatregelen, zoals vrije busbanen.



Behalve Bergambacht heb je in deze contreien ook nog de buurtschappen Bergstoep, Benedenberg en zelfs Bovenberg. Die ‘berg’ is dan de donk waarop de kerk en de kern van Bergambacht liggen en die een duizelingwekkende 4 meter boven het polderland uittorent. Elke oneffenheid in het landschap die hoger is dan een molshoop, is in deze streken een ‘berg’. Voor zo’n donk, een soort rivierduin, zijn de polderaars en watermanagers niet verantwoordelijk. Ze liggen er al sinds de ijstijd en vormden als vanouds een ideale plek om je voeten droog te houden.

Donker op de donk. Maar Bergambacht oogt na het invallen van de duisternis gezelliger dan overdag.

Toch pak ik snel de bus naar Gouda, waar al een aardige mensenmassa klaar staat voor de rit de andere kant op. In de avondspits rijdt de bus om de 10 minuten. De lijn is blijkbaar een succes, hoewel hij niet veel toegevoegd heeft aan zijn voorganger, lijn 197.

 

LIJN 470 ALPHEN AAN DEN RIJN NS – SCHIPHOL CENTRUM



Deze R-net is de opvolger van QLiner 370 en rijdt dezelfde route met ook ongeveer dezelfde frequentie. Die loopt uiteen van 8 ritten per uur in de ochtendspits richting Schiphol, tot uurdienst gedurende de nacht. Inderdaad: deze bus rijdt 24/7.

Enkele haltes van lijn 370 zijn geschrapt en keerden dus niet terug in de R-netdienstregeling. Tussen Alphen en de luchthaven stopt de bus wel nog steeds in, c.q. bij Jacobswoude, Rijnsaterwoude en Leimuiden.

De rit van 25,5 kilometer varieert in tijdsduur van 33 minuten in de nacht tot een niet flitsend snelle 44 minuten tijdens de ochtendspits. Er wordt nog wel gewerkt aan de doorstroming. De N207 wordt momenteel tussen de haltes Rijnsatertwoude en Leimuiden verbreed met busstroken aan weerszijden.

Ik reisde eind december en in januari op maar liefst vijf verschillende dagen op deze lijn, soms zuidwaarts en soms noord-. Hieronder de foto’s met een praatje, in ‘hodologische’ volgorde van Alphen naar Schiphol.

 

We beginnen dus bij station Alphen a/d Rijn met een foto in de avond en een overdags.

 

Een kleine kilometer noordelijker de halte Alphen a/d Rijn Centrum, niet ver van het oude en het nieuwe stadhuis en het winkelhart.

 

Wat haltes geschrapt, zoals ik al schreef. Onder meer die bij de Zoutmanstraat, in een dichtbevolkte wijk, waar nu alleen nog maar ‘gewone’ bussen stoppen.

Dat is toch het kromme van R-net. Men heft een halte op, zodat de reizigers die al in de bus zaten, een halve minuut eerder op hun bestemming zijn. Maar de gedupeerden die altijd bij die halte instapten, mogen nu 10 minuten naar de volgende lopen.

 

 

De eerste 4 kilometer van de route, binnen Alphen a/d Rijn, doe ik op donderdag 11 januari lopend. Tijdens die wandeling kan ik de batterij van mijn camera wel sparen. Alleen deze wat nevelige blik vanaf de brug over de Rijn is wel aardig; vooruit met de geit.

 

Hier de halte Ziekenhuis, bij het Alrijne Ziekenhuis, v/h Rijnland Ziekenhuis. Dat ziekenhuis zie je niet. Je moet nog een paar hoeken omslaan; het ligt verscholen tussen de huizen.

 

 

De volgende, tevens laatste R-nethalte van Alphen, is Herenhof bij een groot winkelcentrum waar je ook de stadsbussen 1 en 2 kunt nemen.

 

Daarna de N207 op, richting Leimuiden. De halte Jacobswoude ligt op de toendra van Zuid-Holland, waar twee polderwegen elkaar onder een hoek van 80 graden snijden in een vrijwel onbewoonde vlakte. Bij windkracht 7 zou ik bijna gaan verlangen naar een zonvakantie van Sunweb. 

Jacobswoude is de naam van een verdwenen dorp en die van een verdwenen gemeente. Het dorp heeft op deze plek gelegen van 823 tot ca. 1750, toen het door overmatig veensteken op een eiland was komen te liggen. Het verhaal is niet onomstreden; er zijn historici die geloven dat dit dorp nooit bestaan heeft. De gemeente Jacobswoude heeft dat in ieder geval wel, zij het kort. Zij werd gevormd in 1991. Het was een fusie van Leimuiden, Rijnsaterwoude en Woubrugge (de laatste inclusief Hoogmade). Maar ze ging in 2009 op in alweer een nieuwe gemeente: Kaag en Braassem. Die samenvoegingen tot steeds grotere monstergemeenten ondernemen ze om de afstand tot de burger te verkleinen.

Jacobswoude heeft dus met het Duitse Bielefeld gemeen dat het niet bestaat. Maar wat is dan de reden dat hier in Nergenshuizen toch een halte staat? Je kunt er overstappen op bus 182 (Leiden Centraal – Leiderdorp - Hoogmade - Woubrugge -Ter Aar – Alphen NS) en de buurtbus 727 (Ter Aar – Papenveer – Nieuwveen – Langeraar – Halte R-net Jacobswoude – en weer terug naar Ter Aar).

Dit is dus een compleet OV-knooppunt in de polder, ook nog uitgerust met fietsenstalling en zelfs een bescheiden carpoolplaats met parkeerterrein waar plek is voor een stuk of 15 auto’s. Boven de fietstunnel staat aan de ene kant in betonnen letters: ‘onderweg’ en aan de andere, niet minder toepasselijk: ‘even droog’.

De buslijn 182 heb ik nog (mede) uitgevonden, in 1999, toen ik bij de gemeente Ter Aar werkte - niet eens als beleidsmedewerker mobiliteit. Ik bemoeide me met dingen die me totaal niet aangingen; dat moet soms. En deze keer met succes, want die bus rijdt nu al bijna 20 jaar. Het verhaal staat, voor wie het nog niet kende, opgeschreven in dit artikel uit 2013 over Arriva die Zuid-Holland Noord toen net had overgenomen. Het ging me wél aan, vanzelfsprekend, als bus-forens.

Die buurtbus 727 staat pas sinds december 2017 in de dienstregeling en is de opvolger van de reguliere lijn 184 die ik in 2013 al geen lang leven voorspelde.

 

8 maal Rijnsaterwoude. Klik dr'op voor een vergroting

Dit artikel over R-netlijn 470 is toch de kans van mijn leven om nog eens in Rijnsaterwoude te komen. Het is zo’n dorp dat geen herinneringen achterlaat en dat je bij elk bezoek opnieuw moet ontdekken en leren te waarderen. Het wordt niet bestierd door een sater, bij mijn weten, maar was, gok ik zonder verdere bronnenstudie, ooit een zate (landgoed) in een woud bij de Rijn.

Op zaterdagmorgen (zate-dag!) 6 januari loop ik er rond, of liever: heen en weer, want het kent lintbebouwing langs de Herenweg. De enige bushalte, met broodnodige fietsenstalling, staat langs de N207 en dan ben je nog wel een meter of 1250 verwijderd van de kerk. Ik ga het niet halen binnen het halfuurs-interval van de R-net, trek er dan maar een uur voor uit en kan het dan rustig aan doen.

Rustig is het toch wel. Overal waar ik vandaag kom heerst de stilte voor de storm die 2018 gaat worden. Overmorgen zijn de meeste vakanties afgelopen. De mensen hebben er al genoeg van en verlaten huis en haard niet.

Het nieuwbouwwijkje dicht bij de N207 geeft aan het eind uitzicht op de dijk om het Braassemermeer. Jongetjes van een jaar of 11 lopen de kerstbomen te verzamelen die nu op Driekoningen afgedankt zijn. Gelukkig, gelukkig, hier tenminste nog polderjongens die geluisterd hebben naar die SIRE-campagne van vorig jaar, en gewoon nog ouderwetse jongensdingen doen!

Het v/m gemeentehuis van Jacobswoude, daar heb ik nog eens vergaderd toen ik in deze contreien werkte. Het staat met één been op de dijk en met het andere in de polder. Het eveneens voormalige gemeentehuis van Ter Aar was ook zo gebouwd. Verkijk je niet op de rurale, idyllische omgeving. Het kan er spoken, in zulke gemeentehuizen! Ik zie de kerktoren van Langeraar in de nevel in de verte staan, ten teken dat ik gevaarlijk dicht bij Ter Aar zit.

De meeste mensen in Rijnsaterwoude zijn niet van het groeterige type, maar meer van het soort: wie-is-die-vent-en-wat-doet-ie-in-ons-dorp? Ach, ik ken de streekbewoners een beetje.

Achter de kerk begon vroeger een pad van ca. 500 meter naar een bushalte langs de N207. Die is er nu niet meer (ja, het pad nog wel), evenmin als de streekbus, ik ben het nummer vergeten, die elk uur van Alphen naar Leimuiden reed via de lange Herenweg van Rijnsaterwoude. Verschraling, anders kun je het toch niet noemen.

 

 

 

Leimuiden


Ik keer terug naar de R-net-abri. Leimuiden zal er met jalousie naar kijken. Daar staat, als je uit de richting Schiphol komt, geen spiksplinternieuw wachthokje in R-net-design, maar een oud, gammel, afgebladderd, beklad, scheefgezakt stuk oudroest.

Ik ben hier op een heel erg gure dag tussen kerst en nieuw, heb geen zin om Leimuiden in te lopen en wacht een kwartier, weggedoken in mijn winterjas en onder een muts, op de volgende bus. Leimuiden heeft, behalve R-net, ook nog een reguliere streekbus via Roelofarendsveen naar Leiden.

Erg flauw dat de R-net niet eventjes stopt bij het brugrestaurant over de 48 banen van de A4 heen. Maar enkele andere lijnen doen dat nog wel. Vóór de luchthaven halteert bus 470 nu alleen nog bij halte De Hoek en ergens tussen de bedrijfsgebouwen van Schiphol.


Schiphol Centrum; eindpunt van deze lijn en tevens van het R-net-busnet van Zuid-Holland (voor zover je een verzameling losse lijnen een net kunt noemen). Je kunt vanaf hier verder met R-net Noord-Holland.

Populair is lijn 397, de opvolger van 310. Die reed van Nieuw-Vennep naar de Zuidas, en 397 van Nieuw-Vennep naar het centrum van Amsterdam (Elandsgracht). Hij heeft metrofrequentie op de drukke uren. In de eindejaarsperiode, als ik hier rondloop, is hij zeer gewild bij toeristen die net zijn aangekomen op Schiphol. Die betalen honderden en honderden euro’s per nacht om de oudejaarsnacht in Amsterdam door te kunnen brengen. Wat daar aantrekkelijk aan is, ik mag een boon zijn als ik het snap. 

Even onbegrijpelijk is het dat de Noord/Zuidlijn, die as. zomer nu echt in gebruik komt, niet doorgetrokken  wordt naar de luchthaven. Een verbinding van Schiphol naar het centrum van Amsterdam zou volgens ramingen per dag 70.000 passagiers kunnen trekken. Niet alleen de in de hoofdstad gehate toeristen, maar ook bijvoorbeeld Amsterdammers die op Schiphol werken. Het zou de druk op treinen tussen Schiphol en Amsterdam Centraal aardig kunnen verminderen.

Van het derde asfaltkabinet Rutte hoeven niet te verwachten dat het de pecunia voor zo’n lijn beschikbaar stelt. Er wordt nu al gesproken over private financiering. Een goed begin zou een crowdfundingsactie kunnen zijn; als iedere inwoner van groot-Amsterdam nu eens duizend euro zou lappen, dan komen we een heel eind.

 

 

Toeristengekte bij Amsterdam Centraal, zaterdag 30 december 2017. Je zou ze meer moeten spreiden. Maar och, nieuwjaar doorbrengen in een B&B bij Rijnsaterwoude...

Enfin, dat heeft allemaal niets meer te maken met R-net Zuid-Holland. We moeten naar een conclusie toe over de drie nieuwe lijnen. Beoordeeld naar het gemiddelde niveau van het streekvervoer in Nederland doen ze het beslist niet slecht qua comfort, snelheid en frequentie. Maar geen van die drie overstijgt echt het niveau van de reguliere lijnen die hun voorgangers waren. De H van HOV van hoogwaardig zie je er niet altijd aan af. Een gevoel van lichte teleurstelling kon ik niet altijd en overal onderdrukken.

Frans Mensonides
28 januari 2018
Laatste aanpassing: 24 maart 2018.
Er geweest: Schoonhoven donderdag 11 januari 2018; Alphen zaterdag 16 december en donderdag 28 december 2017; zaterdag 6 januari, donderdag 11 januari en woensdag 24 januari 2018.



TARIEVEN

PS: nog even iets over de tarieven. Zijn die R-netbussen nou duurder dan reguliere? Op 9292.nl kun je precies zien, wat een rit gaat kosten. Maar wat je vrijwel nergens kunt zien, het best bewaarde geheim van veel OV-concessieverleners: wat een rit kost per kilometer. Een lezer die reageerde op een eerdere versie van dit stuk, wist te melden dat het instaptarief 89 cent bedraagt, het kilometertarief in Zuid-Holland Noord voor een 'gewone' streekbus 14,3 cent en voor een HOV-bus het pittige bedrag van 18,0 cent. Maar dat was in 2017. Het instaptarief is op 1 januari gestegen naar 90 cent. Maar de kilometertarieven voor 2018 heb ik nergens gezien.

Nu het transactieoverzicht van Mijn OV-chipkaart er maar bij gepakt en de calculator. Het transactieoverzicht biedt een verrassing. Op dinsdag 19 december zou ik uitgestapt zijn bij de woonboulevard van Zoetermeer, in plaats van het Woooooon-gebeuren in Leiderdorp. Rare fout weer; ik ben helemaal niet in Zoetermeer geweest, en die bus ook niet. Voor deze rit met lijn 410 is me de somma berekend van om precies te zijn 0 euro en 0 cent; schappelijk! Terug, die avondrit, betaalde ik € 1,90, inclusief opstaptarief van 89 cent. Dat is € 1,01 voor 5,6 km, ofwel dat hoge tarief voor HOV-lijnen. Misschien verklaart dat, dat het nog niet stormloopt.

Voor de rit Gouda NS – Schoonhoven Oost betaal je anno 2018 volgens 9292.nl € 3,45, minus opstaptarief € 2,55 voor 18 km, dus 14,1 cent per km. Dat komt aardig overeen met het normale tarief.

Alphen – Schiphol kost met lijn 470 volgens de reisplanner € 5,47 Minus instaptarief is dat € 4,57 voor 25,5 kilometer, ofwel bij 18 cent per km; het hoge tarief.

In enkele R-netbussen zag ik de afgelopen weken folders hangen over een abonnement voor de regio Zuid-Holland Noord van Arriva. Daarvoor zijn het zonesysteem en het sterabonnement opnieuw ingevoerd; zaken waar ze beslist vanaf wilden toen aan het begin van dit decennium de strippenkaart werd afgeschaft.

Nog iets nieuws: per 1 februari 2018 kun je je in de bus aangeschafte enkeltje niet meer contant betalen. Arriva noemt die beperking: nieuw betaalgemak.

FM



Meer over R-net:

Deel 6: (december 2015)
Deel 5: Haarlem - Uithoorn / Haarlem - Zuidas (februari 2015)
Deel 4: Leiden - Zoetermeer (december 2014 / Januari 2015)
Deel 3: Purmerend, IJSei, Monnickendam, Hoorn, Geen conclusie (februari / maart 2012)
Deel 2: Zaandam, Haarlem-Amsterdam ZO - Purmerend - Amsterdam (januari 2012)
Deel 1: Wat R-net wel niet is, Almere Haven, Huizen, Hilversum, Marken (december 2011)

En als je echt zoekt naar zeer uitgebreid leesvoer over de bus: in 2012 / 2013 schreef ik over de concessie Zuid-Holland Noord die toen net was overgenomen door Arriva.


© Frans Mensonides, Leiden, 2017, 2018