Jaargang 5 Aflevering 12 MAANDAG 24 JUNI 2002
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ! Klik hier voor de meest recente aflevering. Column Hartfilmpje WAARSCHUWING: deze column bevat medische praat. Het lezen ervan kan uw gezondheid schaden, alleen al door het idee.
Tok/tók, tok/tók, tok/tók, tok/tók, toktok/bóem... tok/tók, tok/tók... Zo, het ging dus door, die onregelmatigheid van de hartslag, ook wanneer hij er geen acht op sloeg. Als in een kelder galmde het door de borstholte, het bonkte tegen de ribben en tegen het kraakbeen van de keel.
Simon Vestdijk, Meneer Visser’s hellevaart - - - - Een eeuw geleden werd in Leiden door professor Willem Einthoven het eerste elektrocardiogram (ECG) gemaakt, ofwel, in de huidige terminologie van verpleegsters: het eerste ‘hartfilmpje’; dat klinkt minder afschrikwekkend, en bijna gezellig. Er zijn tegenwoordig weinig Nederlanders, van wie nooit zo’n hartfilmpje gemaakt is; het huzarenstukje van 1902 behoort nu tot de medische routine. Wie een indruk wil krijgen van Einthovens’ prestatie, kan ik een bezoek aan het Museum Boerhaave in Leiden van harte aanbevelen. De geleerde, Nederlands enige medische Nobelprijswinnaar, moest vrijwel alle benodigde instrumenten en materialen zelf ontwerpen en in elkaar knutselen. Voor de patiënt zal zo’n oer-ECG wel een beangstigende ervaring geweest zijn. Die handige plak-elektroden bestonden nog niet, en hij moest, gezeten te midden van ingewikkeld instrumentarium, zijn armen in een emmer zout water houden om de professor in staat te stellen, zijn hartstroompjes te registreren. Einthoven liet de meetresultaten per telefoonlijn van het Academisch ziekenhuis naar zijn laboratorium zenden. Ook in dat opzicht was hij zijn tijd ruim een halve eeuw vooruit. Is hij tevens de uitvinder van de modem?? Hij werd door zijn tijdgenoten niet begrepen; de tragiek van de pionier. Bovendien was de gangbare mening dat zijn uitvinding weinig praktisch nut sorteerde: de medische wetenschap kon dank zij zijn ECG nu weliswaar allerlei hartziekten opsporen, maar nog altijd niet genezen. Het is allemaal uitgebreid herdacht, met kranten- en tijdschriftartikelen, die ik allen ongelezen heb gelaten. Ook de open-hartdag of zoiets, op zaterdag 8 juni 2002 in het LUMC hier ten stede, heb ik niet bezocht. Ik wilde geen extra aandacht vestigen op hartkwalen. De maandag daarop namelijk, moest ik zelf een hartonderzoek ondergaan; onder andere een inspanningstest op de fiets. Zo eens in de tien, twaalf jaar denk ik dat er iets ernstigs mis is met mijn hart. Het vervelende is, dat als die gedachte eenmaal heeft postgevat, ik me daarover zo zenuwachtig ga maken, dat ik werkelijk hartkloppingen krijg. Ga ik dan in medische handboeken en op Internet speuren naar beschrijvingen van hartkwalen, dan kun je er donder op zeggen, dat er daarbovenop ook nog ritmestoornissen ontstaan. Zo stond het er met mij voor, tijdens een lange, sombere en donkere winter en een dito voorjaar, waarin ik tenminste zo humaan geweest ben, de lezer niet elke week met mijn gemoedstoestand te vervelen. Een hartfilmpje bij het artsenlab gaf een dubieus resultaat; de doorwaakte nacht die ik achter de rug had, was er vermoedelijk duidelijk uit af te lezen. Ik zag de rollen grafiekpapier uit het apparaat komen; het verwonderde me, dat de hartlijntjes niet met grote groene letters het woord HELP! vormden. De huisarts stelde me voor, ‘louter voor de zekerheid’, die fietstest te doen. Ik maakte daartoe een afspraak bij een klein streekziekenhuisje met wachtlijsten die korter zijn dan bij de academische grote broer. In dat ziekenhuis hebben de artsen minder haast en zijn de verpleegkundigen allervriendelijkst; ze spreiden een Jobsgeduld tentoon met stumpers als ik. De naam van de kliniek zal ik niet vermelden, anders wil straks iedereen erheen. Wat ik niet had moeten doen: de verwijsbrief openen en lezen. Daarin stonden zoveel afgrijselijke hartkwalen opgesomd, waarop ik tijdens het hospitaalbezoek onderzocht moest worden, dat ik me bij voorbaat al vrijwel ten dode opgeschreven voelde. Zo’n fietstest moest wel door een sadist bedacht zijn, meende ik: ze laten iemand met een mogelijk gammele rikketik expres het soort extreme inspanningen verrichten die je zulke patiënten juist zou moeten ontraden. Ook de uitgebreide voorlichtingsbrief die ik ontving van het vriendelijke streekziekenhuisje, vermocht mij niet gerust te stellen; de zinsnede ‘U verneemt onmiddellijk na de test de uitslag’ klonk me in de oren als een vonnis (en wat had ik in vredesnaam misdreven??). De dagen daarop leerde ik hoe toepasselijk het woord ‘kokerdenken’ is. Ik zat in een lange, smalle, bedompte tunnel, aan het eind waarvan ik die fiets zag. En die uitslag, me toegebracht door een strenge dokter met zwarte bril. Om mezelf af te leiden stortte ik me op werk en studie; het is juister om te zeggen, dat ik me er als een drenkeling aan vastklampte, om maar niet aan maandag te hoeven denken. Het werkstuk dat ik op zondag schreef, is zeker niet het beste in mijn carričre van student. Er werd bij ons in de buurt een marathon verlopen, en de hele middag hoorde ik sirenes van ziekenauto’s gieren, allemaal voor (dood)lopers die met een hartontploffing naar het ziekenhuis vervoerd moesten worden, vermoedde ik. “We zullen eerst even een hartfilmpje maken, meneer”. Aan maandagmorgen durfde ik niet te denken. Die nacht echter sliep ik, tegen alle verwachting in, als een os. De volgende ochtend werd ik wakker met een ongekende klaarheid van geest. Sta je ervoor, dan moet je erdoor! Weg was die tunnel. Ik was een volwassen mens van 45; vluchten kon niet meer; ik moest alles, wat nog op mijn weg zou komen aan leed, manhaftig dragen en accepteren. Op naar het ziekenhuis! Het bezoek verliep zonder incidenten. Ze werden daar op de afdeling Cardiologie niet eens boos, nadat ik ze een kwartier lang had laten zoeken naar mijn patiëntenkaart, die ik al had teruggekregen, en zich uiteindelijk in een zijvakje van mijn tas bleek te bevinden; zo aardig zijn ze in dat ziekenhuis. Ook het fietsen bracht geen problemen met zich mee. Ik had zelfs nog adem over om te praten met de dienstdoende verpleegkundige, die de vellen met hartgolfjes uit het apparaat trok en neervlijde op een hoge stapel. “Inspanning is vaak juist goed voor het hart, meneer. Dan krijgen die extrasystolen geen kans meer”. Ik nam het voor kennisgeving aan, en vroeg me plotseling af, waarom nooit iemand op het idee was gekomen, de door fietsende patiënten opgewekte energie op te slaan in accu’s, en terug te geven aan het lichtnet van het ziekenhuis. Hoeveel kilowattuur zat ik hier weg te trappen, zonder vooruit te komen? Even een schrikmoment, toen het apparaat begon te piepen. Een flatliner? Mors subitus? Nee, ik leefde nog - waarvan dit stukje moge getuigen -; het piepje bleek alleen een herinneringssignaal voor de verpleegkundige, dat hij een bloeddrukmeting moest verrichten. Kortom, een halfuur later stond ik op straat, met een raar, eng bonkend hart, trouwens, en met de mededeling dat er in ieder geval niets verontrustends aan de hand was; een gedetailleerde uitslag zou toegezonden worden aan de huisarts. Ik was gerustgesteld - maar nog niet opgelucht, dat komt de volgende dag pas, weet ik van de vorige gelegenheden -, mede dank zij de werken van professor Einthoven, één van de grootste zonen van de Leidse universiteit, naar wie in Leiden godbetert niet eens een straat is genoemd. Laat ik dit stukje aan hém opdragen, dat is wel het minste wat ik doen kan. Frans Mensonides
Deze rubriek verschijnt als regel twee keer per week; nl. één keer in het weekend en een keer midweexx. Als je maandagmorgen en vrijdagmiddag kijkt, zie je meestal wel iets nieuws. Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom. Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts. |
Pasfoto Frans Mensonides
foto: Wim Scherpenisse Colofon
Deze rubriek verschijnt onregelmatig, maar gemiddeld twee keer per week, en maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger. Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
Foetsjeboll WK's van heden en verleden - Vr. 21.06.2002 De uitsmijter, door Fris Spr!ts Veel 'Schwalbes' op WK voetbal. VoetVal!! Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts. © 2002, Frans Mensonides, Leiden 26/161/293/14,5 |