Mooie toekomstplannen maar schraal heden: ‘stavaza’ OV rond Leiden

'Lightrail komt, net als corona, in golven'


Ook gedurende de afgelopen raadsperiode is de gemeente Leiden er niet in geslaagd, alle bussen uit de Breestraat te pesten.
Er rijden er nog honderden per dag. Maar in de loop van dit voorjaar verhuizen de R-net-bussen op lijn 400
(Leiden – Zoetermeer) naar de ‘HoLa-route’ (Hooigracht – Langegracht).

Ik denk niet dat ik de lezer echt iets nieuws vertel als ik zeg dat er van maandag 14 t/m woensdag 16 maart 2022 gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden. Ook in Leiden is dat vanzelfsprekend het geval.

Het behoort tot de tradities op deze site dat ik de verkeersparagrafen vergelijk in de verkiezingsprogramma’s van alle Leidse politieke partijen. En een stukje schrijf over hun plannen met het openbaar vervoer. Hier het artikel uit 2014 en dat uit 2018.

In 2022 heb ik in een dozijn verkiezingsprogramma’s helaas zo goed als niets nieuws onder de zon gezien. Het lijkt erop dat OV totaal niet lééft, in de politiek van deze stad.

Het is hetzelfde liedje als 4, 8, 12… jaar geleden: veel bereikbaarheidsretoriek, veel duurzaamheid, veel gebrek aan logica (autoverkeer ontmoedigen, maar wel nog wat parkeergarages erbij bouwen); veel gebrek aan inzicht (meer transferia, terwijl er op het tot dusverre enige transferiumpje in Leiden al vrijwel geen auto’s staan).

 


Bus 38 (Katwijk Unmanned Valley – Leiden Centraal via Valkenburg) nadert de weinig gebruikte halte bij het transferium ’t Schouw A44.
Archief De digitale reiziger, januari 2022


Delft heeft ze wel: kleine elektrische busjes


Veel stokpaardjes ook: drastische vermindering van het aantal bussen in een van de grootste stadscentra van Nederland; kleine elektrische busjes – terwijl Arriva in 2019 net een vloot nieuwe, grote elektrische stadsbussen voor Leiden heeft aangeschaft.

Maar helaas weinig originele en ook HAALBARE nieuwe OV-ideeën. En meestal ook geen concrete oplossingen voor concrete problemen. Ja, roep maar iets over lightrail, dat doet het altijd goed. En vergeet dan, er even een routekaartje bij te doen, een tijdsplanning en een kostenschatting.

Ik krijg de indruk dat de politieke partijen hun programma bij elke verkiezing copy-and-pasten uit dat van 4 of 8 jaar geleden. En dat zal niet alleen gelden voor verkeerszaken. Dat heb ik dan zelf ook maar gedaan. De klaagzang hierboven stond ook al gedeeltelijk in het stukje van 2014.

Ik heb niet veel zin om al die programma’s weer een voor een te bespreken. Namen van politici of politieke partijen zullen in dit artikel dan ook niet vermeld worden. Bovendien heb ik op de foto’s alle verkiezingsposters onleesbaar gemaakt, tenzij ik er een vergeten zou zijn.

Wel zijn er een aantal OV-kwesties die steeds weer genoemd worden in de verkiezingsprogramma’s. Die ga ik hieronder allemaal de revue laten passeren, in rijkelijk geïllustreerde paragrafen. De stand-van-zaken (ook wel kortweg stavaza genoemd door mensen die uit efficiëntieoverwegingen niet graag een woord teveel gebruiken) van het Leidse OV.

De afgelopen weken ben ik op fotosafari geweest in Leiden en de 4 randgemeenten die behalve met streekvervoer ook (nog min of meer) bereikbaar zijn met de Leidse stadsbus. Dat zijn: Voorschoten, Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude.

Nee, voor dat fotorondje heb ik niet de bus genomen. Ik had geen zeeën van tijd om een hele middag op pad te zijn voor een foto.  En ik heb al eens vaker opgemerkt dat je bussen beter vanaf de fiets kunt portretteren dan vanuit een bus. Dus ik deed het meeste op de elektrische fiets, waarmee je in stedelijk gebied het OV doorgaans met ruim verschil verslaat qua reistijd.

 



Opladen van een elektrische stadsbus bij station De Vink, het eindpunt van de lijnen 1, 2, 3 en 4.
Archief De digitale reiziger, januari 2022

 

Ergens op mijn fotorondje sprong de kilometerteller van mijn elektrische bolide op 10.000. Dat was om precies te zijn in de Sint Jorissteeg (die geen steeg meer is). Ik heb dat getal met 4 nullen bereikt in een periode van 20 maanden; dat is 500 km per maand. Het is een kwart van de evenaar, en een afstand van hier naar Mandalay, Myanmar, maar ik heb alles gereden binnen een straal van 35 km van huis.

In al die kilometers ben ik maar één keer op mijn hoofd gevallen. Daarom ben ik nog steeds blij dat ik die hele afstand met een helm op gereden heb. Ik had ook op z’n wappies kunnen redeneren: waarom zou ik een helm opzetten als er per kilometer maar een kans van 0,01% is dat ik op m’n hoofd val? Al die tijd heeft ook niemand naar me geroepen: ’Een helm is nog helemaal niet verplicht, hoor!’


Corona-crisis

Mooi bruggetje naar corona. Maar is dat nou wel zo’n heet Leids OV-hangijzer in de ogen der politici? In  de verkiezingsprogramma’s is het: corona-voor, corona-na, maar nooit in relatie tot het OV. Het zou toch dé uitdaging van zowel de politiek als de vervoersmaatschappijen moeten zijn om de mensen weer terug te krijgen in het OV. Maar als ik alleen al naar mijn eigen fietsgedrag kijk, zal dat een hele opgave worden.

Wat zeker niet zal helpen: in de Arriva-concessie Zuid-Holland-Noord (ZHN) is de dienstregeling nu echt tot op het bot uitgekleed. En niet, in tegenstelling tot NS, als corona-noodmaatregel; hij geldt in principe voor het hele jaar 2022. Wel doet Arriva de belofte van mogelijke aanpassingen in de loop van het jaar.

De verschraling is vooral te merken op de 9 stadslijnen (nrs. 1 t/m 9) in Leiden en de randgemeenten, een gebied met een kleine 200.000 inwoners. Hogere frequenties van 30 minuten per lijn komen niet meer voor, behalve in de spits op lijn 9 naar het universiteitsterrein. En die halfuurdienst geldt op de meeste lijnen alleen van maandag tot/met zaterdag overdag, en dat dan nog alleen als het geen vakantie is. Buiten die periodes: uurdienst, terwijl enkele lijnen helemaal niet meer rijden na 20:00 uur.

Bij ‘mijn’ halte op de Kennedylaan in de Fortuinwijk stopten in de jaren 90 doordeweeks en overdags 8 bussen per uur per richting. Tegenwoordig zijn dat er nog maar 2, en in de kerst- en zomervakantie nog maar één. Als het OV zo afgeschaald wordt, zit er in de weinige bussen die nog overblijven, op een gegeven moment ook geen levende ziel meer.

De grote verdienste van het Leidse stadsvervoer is dan ook, dat je er gemakkelijk anderhalve meter afstand van je medereizigers kunt houden.

Op de streeklijnen heeft Arriva een ‘lentedienstregeling’ ingevoerd, een dienstregeling die geldt in mei en juni. Dan is het nog geen zomervakantie, maar er reizen wel minder mensen met de bus dan in de donkerste helft van het jaar, dus er kunnen alvast wat ritten geschrapt worden. Opvallend genoeg geldt de lentedienstregeling ook in de herfstvakantie.

Helaas heeft de gemeente maar een beperkte invloed op het busvervoer in de streek en zelfs in de eigen stad. De provincie betaalt en bepaalt uiteindelijk; zij verleent de concessie aan Arriva voor de regio ZHN.

Een rondje door de stad en de dorpen.



Winkelcentrum Lange Voort in Oegstgeest

 

Halte Valkenhorst bij winkelcentrum Kopermolen in de Leidse Merenwijk.

Tijdens mijn foto-fietstochten heb ik wel gemerkt dat mijn kennis van lijnen, routes en vertrektijden aardig is gaan tanen sinds corona koning is en ik me meestal door de regio verplaats op de fiets. Op deze bus, op tijd volgens dienstregeling, heb ik 20 minuten staan te wachten – even lang als de mensen die al die tijd in de abri stonden, en blijkbaar op de bonnefooi naar de halte gelopen waren. Dat kun je wel doen bij metrofrequentie, maar bij halfuurdienst, nee.

 

Van de Valkenhorst naar de Van der Valk Boumanweg in Leiderdorp.

En een kilometer daarvandaan de Winkelhof in Leiderdorp met R-net 410: Leiden Centraal – Leiderdorp Alrijne Ziekenhuis. Ook het paradepaardje R-net ontkwam niet aan frequentieverlaging. Hij rijdt op deze lijn nog maar om de 20 minuten, tegen elk kwartier in vrolijker tijden.

Bus 169 (Alphen aan den Rijn – Leiden via Hazerswoude-Rijndijk) ter hoogte van de Rijneke Boulevard in Zoeterwoude-Rijndijk. Zoals je op de foto ziet, is die lange woonboulevard ook per auto uitstekend bereikbaar.

 

De Petruskerk aan de Lammenschansweg is immer de wijzende vinger van de Professorenwijk, al geven de wijzers van de klok zelden de juiste tijd aan. Op de foto bus 3 (Merenwijk – Station de Vink via Zuid West).

 

Halte Moddermanstraat op de Burggravenlaan in de Professorenwijk, waar lijn 1 en 2 stoppen (Leiderdorp - Stevenshof).

Ik heb een tik dat ik altijd wil weten waarnaar of naar wie straten genoemd zijn. Anthony Modderman (1838-1885) was professor in de rechtsgeleerdheid, minister van justitie en rabiaat tegenstander van de doodstraf. Dit terzijde.

 

Bus 50 naar de Bollenstreek en Haarlem op de Rijnsburgerweg in Leiden, voor Huize De Keet uit 1906 van de in deze regio befaamde architect Hendrik Jesse. Het is momenteel een kinderdagverblijf, maar Jesse heeft er zelf nog gewoond.

 



Overgefotografeerd van informatiebord ter plaatse.
De Rijnsburgerweg rond 1900 met heel klein in de verte een stoomtram

Toen De Keet pas voltooid was, zag je op de Rijnsburgerweg stoomtrams tuffen naar Katwijk, Noordwijk en Haarlem. Later werden dat elektrische Blauwe Trams naar dezelfde bestemmingen, plus Oegstgeest, met ook nog de Gele Tram naar Den Haag via Wassenaar. Ze reden werkelijk af en aan.

De tramhalte ter hoogte van De Keet heette Posthof. De bushalte op die plek heet nog steeds zo, hoewel het koffiehuis van die naam al lang niet meer bestaat. Een cafetaria is er nog wel.

 

Opnieuw de bollenbus 50, hier op de Laan van Oud Poelgeest in Oegstgeest.



Halte Voorschoten Centrum met bus 45 van EBS (Den Haag – Leiden) die nog steeds elk kwartier vertrekt.



 

Het Alrijne ziekenhuis in het Houtkwartier, daar heb ik laatst een dag mogen verblijven, zoals ik schreef op FHM’s. Als je dat stuk leest, snap je vast wel waarom ik voor die gelegenheid de fiets in mijn schuur liet staan en de bus nam. Met overstappen erbij was ik een kleine 3 kwartier tijd kwijt, tegen een stijf kwartier als ik de fiets had genomen. De ringlijn 13/14, die alle buitenwijken verbond met alle ziekenhuizen, behoort al bijna 20 jaar tot het verleden.

Maar op zo’n dag ben je al blij dat er überhaupt nog een bus ríjdt.

 

Busroutes door het centrum van Leiden

 Dit is dan een heet hangijzer waarover de politiek wel heel graag iets te vertellen wil hebben. Het speelt eigenlijk al sinds de opheffing van de tram in Leiden in 1961.




Kaart overgenomen van GoogleMaps, en verder bewerkt


Handig om erbij te hebben: kaart met enkele (potentiële) busroutes door het centrum van Leiden.

In rood: de Breestraatroute: Stationsweg - Steenstraat (andere richting Turfmarkt- 2e Binnenvestgracht) – Prinsessekade – Kort Rapenburg – Breestraat – Levendaal – Oranjeboomstraat – Geregracht. De Breestraat wordt thans bereden door lijnen 2, 4, 6, 7, 45, 169, 182, 183, 187 en 400; het noordelijke gedeelte van deze route ook nog door 1, 3 en 5.

Blauw: ‘HoLa-route’: Achter het station langs (Joop Walenkamptunnel – Bargelaan - Rijnsburgerviaduct) – Schuttersveld – Molenwerf – Lammermarkt – Langegracht –  Klokpoort – Pelikaanstraat – Hooigracht – Watersteeg – Sint Jorissteeg – Oranjeboomstraat – Geregracht. Dit is de beoogde route voor R-net-lijn 400 naar Zoetermeer en misschien nog veel meer lijnen. Lijn 6 (Leiden Centraal – Leiderdorp Leyhof) rijdt nu al op het zuidelijk deel van deze route.

Geel: de Morsweg-route. Stationsplein – Morssingel – Morsweg – Rijnzichtbrug – Haagweg – (evt. Noordeinde richting Breestraat). Thans geen reguliere busroute maar alleen omleidingsroute, onder meer tijdens de 3 oktoberfeesten.

De Hooigracht-Langegrachtroute nadert nu zijn voltooiing, wat ook wel mag na een jaar of 15. In 2008 schreef ik een stukje over wat toen nog de mogelijke route door het centrum van Leiden was voor de RijnGouweLijn (RGL), het lightrailproject dat niet door ging.

Nu is het de geplande route voor R-net lijn 400. Die zal in gebruik genomen worden als ook op de Langegracht de wegenbouwers en stratenmakers klaar zijn met hun klus.

De Hooigracht – Langegrachtvariant levert een omweg ten opzichte van de verguisde Breestraat-route. Er is geen vrije busbaan aangelegd; daarvoor was geen ruimte aanwezig. Voor de doorstroming houd ik mijn hart vast. Maar we gaan het zien als de route van lijn 400 verlegd is. Ik zet er t.z.t. een stukje over aan de onderkant van deze pagina. Ook dat is een artikel dat ik vanaf de fiets zal kunnen schrijven (en waarvoor ik de bus fietsend bij zal kunnen houden).

 






De bus zal op de Langegracht stoppen bij de halte Energiepark, op de Pelikaanstraat bij de halte Pelikaan en op de Sint-Jorissteeg ter hoogte van de Hogewoerd (onderste foto).

 

Op het Levendaal in het zuiden van het centrum komen de Breestraat- en de HoLa-route weer bij elkaar.

Ook klinkt er in Leiden al heel lang de roep om de bus te weren van de betrekkelijk smalle Stationsweg en Steenstraat voor de bussen die zuidwaarts rijden, en daarmee ook van de Turfmarkt en de 2e Binnenvestgracht voor de bussen richting station. De veelgebruikte halte Steenstraat is nu, ondanks de verschraling van het aanbod, nog steeds goed voor circa 450 bussen per werkdag buiten de zomer- of lenteperiode. En dat dan dus voor bussen in één richting.


 

Steenstraat

3 lijnen, de nummers 1, 3 en 5, verlaten het centrum van Leiden nu aan de noordkant, via het Noordeinde. Als de Steenstraatroute afgesloten wordt voor het busverkeer, zullen ze vermoedelijk via de Morsweg worden geleid. Deze route is erg druk en daarmee vertragingsgevoelig, zoals we altijd merken tijdens de 3 oktoberfeesten, wanneer de bus het zelfs niet wint van een wandelaar.

De Morsweg wordt gelijkvloers gekruist door de spoorlijn Leiden – Utrecht. Wat ons brengt bij het volgende hangijzer.

 

Spoorverdubbeling Leiden – Utrecht

Extra spitstrein Utrecht – Leiden op station Leiden Lammenschans
Archief De digitale reiziger, januari 2022

Toch minstens al een jaar of 40 smeekt de gemeente Leiden om volledig dubbelspoor tussen die stad en Woerden (tussen Woerden en Utrecht ligt sinds de jaren ‘00 al 4-spoor, en daar hebben we dus niets meer te wensen). Dan zou het treinverkeer tussen beide universiteitssteden uitgebreid kunnen worden, en behoort ook opening van een station in Hazerswoude-Rijndijk tot de mogelijkheden. Leuk om het nog een keer in je verkiezingsprogramma te zetten, maar de gemeente gaat er niet over, en het rijk zal het moeten betalen.

Wel rijden er sinds december 2021 eindelijk, ook na decennia soebatten, in de brede spits 4 treinen per uur naar Utrecht, tegen voorheen 2. Die extra treinen stoppen op alle stations tussen de Sleutel- en de Domstad, dus ook op Vleuten, Utrecht Terwijde en Utrecht Leidsche Rijn.

Helaas zijn die 2 extra Sprinters per uur in februari alweer geschrapt wegens corona. Maar NS heeft beloofd dat ze in de loop van maart weer terugkomen in het spoorboekje. Dan ga ik ze eens nemen, zodra ik weer met de trein durf (zie dit artikel > > >).

 



De Sprinter Leiden – Utrecht – (Houten Castellum), gespot ter hoogte van Heineken in Zoeterwoude-Rijndijk…
Archief De digitale reiziger, januari 2022

… en bij de Gemeneweg in Hazerswoude-Rijndijk.
 Archief De digitale reiziger, januari 2022

 

 Stationsgebied op de schop

Zolang als ik me kan herinneren, is het Stationsplein bij Leiden Centraal een windtunnel, waar het verblijf alles behalve aangenaam is. Wat dat verknipte vrouwtje, die er altijd tegen illegale fietsers zit te schelden, er niet van weerhoudt om er haar middagen te slijten. Ze zit er nog steeds, onverdroten.

Er bestaan plannen met het stationsgebied. Als ik tijd van leven heb, kan ik de stationsomgeving rond Leiden Centraal nog zien veranderen in iets moois, een monumentenstad als Leiden waardig.

Er komen fraaie appartementencomplexen in plaats van de betonbunkers van de universiteit die nu successievelijk gesloopt worden; er komt vertier; er komt groen; er komen winkels. En er komen kantoren, want het schijnt dat het huidige leger van thuiswerkers een onblusbaar verlangen heeft om weer 8 uur per dag bedompte lucht te gaan zitten inademen en gore automatenkoffie te drinken.

De plannen staan allemaal vermeld in deze 130 pagina’s tellende (concept-) Gebiedsvisie. Daarin las ik een passage die even opmerkelijk als tekenend is:

Het station en de spoorlijnen vormen een gevoelsmatige barrière tussen twee bijzondere stadsdelen: de historische binnenstad en het innovatieve, internationale Leiden Bio Science Park (LBSP). Alle reden om het stationsgebied grondig aan te gaan pakken.

Leiden Centraal als barrière, ik denk dat de 82.000 in- of uitstappende treinreizigers *) per werkdag die op weg zijn van of naar die binnenstad, dan wel dat innovatieve wetenschapspark, daar toch anders over denken. Voor hen is het station veeleer een toegangspoort tot Leiden, een stadspoort. Geeft deze gebiedsvisie wel de visie van de OV-gebruiker weer?

*) volgens het NS-jaarverslag 2019, met een heel fraai en informatief dashboard over reizigersstromen. 

Zeker, het pas 25 jaar oude station wordt uitgebreid of geheel vernieuwd, om de groei van het aantal reizigers op te vangen die er nu niet is, maar er misschien na corona gaat komen. En oh ja, er moet nog wel een busstation aanwezig zijn op die verder zo lucratieve vierkante meters. Het busstation blijft volgens de plannen op zijn huidige plek, ten zuidwesten van de hoofdingang van het station. Het belandt dan mogelijk wel in de kelder van een appartementen-, kantoor- en winkelgigant.

Dat alles vergt een ombouwperiode van een jaar of 10. Daarmee blijft voorlopig alles bij het oude, want dit stuk stad rond het station is ook al zo lang als ik me kan herinneren een bouwput.

 

Stationsplein. Links het onlangs voltooide complex ‘Lorentz’, dat laat zien hoe mooi het hier overal gaat worden; rechts zo’n steenklomp uit de 60’s, die wacht op de sloopkogel.

 

Archief De digitale reiziger, januari 2022

2 maal de achter- ofwel ‘Zeezijde’ van het station aan de kant van de innovatieve wetenschap.

 

Bij alle bezuinigingen op de stadsbus is er per december 2021 toch nog een nieuwe lijn bijgekomen, nummer 9, die Leiden Centraal verbindt met het Bio Science Park. In combinatie met enkele streeklijnen biedt de bus hier in de ochtendspits 5-minutendienst.


Bus 57 bij de futuristische gebouwen op het Bio Science Park

 

Lightrail

 

Randstadrail (hier op weg van Leidschenveen naar Zoetermeer) straks ook in Leiden?
Foto: de lezer uit Haaglanden

Lest best: lightrail!

Dat woord duidt meestal op iets tussen tram en metro in, met voertuigen die in ieder geval rijden op stalen wielen. Lightrail komt, net als corona, in golven. Het begrip dook in 2018 ineens weer overal op in de media. In de jaren 20, waar we toen nog optimistisch naar vooruit blikten, zou het gebruik van het OV best met 50% kunnen stijgen: klimaat; autoschaamte! Die stijging zou zich vooral voordoen in dichtbevolkte stedelijke gebieden.

In Leiden durft na het RGL-debacle niemand meer te beginnen over lightrail door de binnenstad. En terecht; zo’n plan zou ook niet zinvol zijn. In Zoetermeer rijdt Randstadrail tenslotte ook niet door de Dorpsstraat.

Wel zag men Leiden graag aangesloten worden op een te realiseren RET-metroverbinding langs de Oude Lijn, helemaal van Leiden naar Dordrecht. Daarbij zouden diverse nieuwe stations gerealiseerd kunnen worden. In de regio Leiden bijvoorbeeld: Leiden Morskwartier, halverwege De Vink en Leiden Centraal, en Leiden Merenwijk / Oegstgeest Poelgeest, 1½ km ten noordwesten van Leiden Centraal.

Een andere wens: vanuit Zoetermeer Leiden aansluiten op Randstadrail. En toen vorig jaar de R-netbussen naar Katwijk in gebruik genomen werden, doken natuurlijk ook meteen weer lightrailgeluiden op voor het traject Leiden – Noordzee.

Ik weet niet hoe de lezer het ervaren heeft, maar mij vallen de roaring 20’s tot dusverre wel een tikje tegen. Ik heb er nu al genoeg van, nu er nog geen kwart van voorbij is. Lightrailplannen zijn wel erg verre toekomstmuziek in tijden vol crises. Toch is het papier en het PDF’je geduldig, en ziet niemand er been in om lightrail maar weer eens in een verkiezingsprogramma op te nemen.

Wat zal ik ervan zeggen? Niet meer dan ik al geschreven heb in het stukje van afgelopen zomer dat speelde in Dordrecht, een stad 60 km van hier, waarmee we per lightrail verbonden schijnen te moeten worden. Alsof er al niet sinds 1872 treinen rijden tussen die 2 Zuid-Hollandse provinciesteden (jubileumjaar!).

Ik besluit dit stukje maar met wat foto’s.

Stopt hier ooit een metro?

 



En zien we hem hier, halverwege Voorschoten en De Vink, ooit rijden? Zo ja, dan zal hier wel geen metrostation komen.

Dit weiland werd in 2019 gepasseerd door 110.000 treinreizigers per werkdag, volgens bovengenoemd NS-dashboard. Maar misschien zijn de huidige 14 treinen per uur per richting wel voldoende om die massa te vervoeren.

 

R-net 400 naar Zoetermeer bij halte Leiden Lammenschans. Deze lijn is de hoogfrequentste (als dat een woord is) van de regio ZHN. Met ca. 12 ritten per uur in de ochtendspits en 8 in de dal-uren en de middagspits is hij bijna terug op zijn niveau van voor corona. De snelheid (30 minuten over een rit van 14 km) zou best was kunnen worden opgekrikt. 

 

Halte Zoeterwoude-Dorp op lijn 400. Het dorp is alleen bereikbaar per R-net, en de enige 2 haltes zijn gelegen langs de N206. De ontsluitende lijn Leiden – Zoetermeer (lijn 32) door de bebouwde kom is enkele jaren geleden gesneuveld.

Leuk hoor, hoogwaardig OV, en plannen voor lightrail, maar laten we het ontsluitende OV in de straten en in de wijken niet vergeten! En laat dat de conclusie zijn van dit stuk.

Frans Mensonides
13 maart 2022
Laatste aanpassing: 9 april 2022



© Frans Mensonides, Leiden, 2022