Op
zondag 9 mei 2021 is
Zuid-Holland verrijkt met 3 nieuwe R-netlijnen: 430, 431 en 432, die
alle drie
van Katwijk naar Leiden lopen.
Tot
genoegen, hopelijk, van eventueel nog overgebleven fans, is mijn
OV-rubriek De digitale reiziger daarom even opgestaan uit een zeer
langdurige lockdown. Daar de Katwijkse R-netlijnen geheel binnen
fietsbereik liggen vanuit mijn huis in Leiden Zuidwest, kan ik een
fotorapportage verzorgen zonder zelf de bus te hoeven nemen, wat ik
liever niet doe voordat ik mijn 2e
prik mag ontvangen.
Des te beter, eigenlijk. Het behoort
tot mijn ervaring van bijna een kwart eeuw dat je bussen het best op de
foto krijgt vanaf de straat, en niet als je er zelf inzit. Bovendien is
een fiets ook ideaal voor de ‘achterlandverkenning’, zoals ik dat noem;
rondkijken in de wijken waar zo’n bus heenrijdt. Op een fiets ga je
ongeveer 4 keer zo snel als te voet, dus je ziet ook 4 keer zoveel in
dezelfde tijd.
Wat was R-net (met de R van Randstad) ook alweer? En wat was het ook
alweer niet? Ik zet het nog even op een rijtje.
R-net is NIET…
* … een reeks nieuwe busverbindingen. Vrijwel alle R-netlijnen hebben
een voorganger gehad die ongeveer dezelfde route reed. Zo ook deze
Katwijkse lijnen.
* … een vervoermaatschappij. Het R-netlogo staat op de bussen naast
dat van de vervoerder.
* … een concessie. Elke R-netlijn maakt deel uit van een concessie die
ook andere, ‘gewone’ lijnen kan omvatten. Voor de Katwijkse lijnen is
dat de concessie Zuid-Holland-Noord,
die tot eind 2022 gereden wordt
door Arriva.
* … altijd duurder dan een gewone bus; er zijn ook R-netlijnen die
rijden volgens normaal kilometertarief. Ook met lijnen 430, 431 en 432
is dat het geval.
* … altijd een bus. Het kan ook een tram, metro of trein zijn. De tram
van Katwijk, daar kom ik nog op terug.
R-net is WEL…:
* …een soort keurmerk voor hoogwaardig OV (HOV) binnen de Randstad, met
eisen aan snelheid, doorstroming, frequentie, comfort, betrouwbaarheid
en informatievoorziening.
*… een herkenbare huisstijl van bussen, abri’s, etc.
R-net ging in 2011 van start in
de regio Amsterdam. In 2014
werd de
eerste R-net-busverbinding in Zuid-Holland geopend: Lijn 400: Leiden –
Zoetermeer. De R-netlijnen 455 Zoetermeer – Delft en 456 Schiedam – Den
Haag Leyenburg completeerden in de nazomer van 2019 het eerste dozijn
lijnen. En nu dus: Katwijk.
Het totale rijtje van R-net in Zuid-Holland:
400 Leiden –
Zoetermeer (2014)
403
Spijkenisse – Brielle – Rockanje (2018)
404
Spijkenisse – Hellevoetsluis – Rockanje (2018)
410 Leiden
– Leiderdorp (2017)
430 / 432 Noordwijk ESA *)
/ ESTEC – Katwijk Hoornes -
Leiden Centraal (2021)
431 Katwijk Boulevard Zuid – Leiden Centraal (2021)
436 Rotterdam
Zuidplein – Goeree-Overflakkee (2015)
455 Delft
– Zoetermeer (2019)
456 Den Haag Leyenburg –
Schiedam (2019)
470 Alphen
aan den Rijn – Schiphol
(2017)
489
Rotterdam Kralingse Zoom – Nieuw-Lekkerland (2018)
488
Rotterdam Kralingse Zoom – Dordrecht (2018)
491
Rotterdam Zuidplein – Sliedrecht (2018)
497 Gouda
– Schoonhoven (2017)
*) Inderdaad:
Noordwijk. Het Europese ruimtevaartcentrum met aanpalend
doe-museum Space
Expo grenst aan de Katwijkse nieuwbouwwijk
Rijnsoever, maar ligt in de gemeente Noordwijk. Om verwarring te
voorkomen, ‘filmen’ de bussen op lijn 430 Katwijk ESA / ESTEC.
Eerst de inleiding over de kronkelige voorgeschiedenis van deze 3
lijnen over 2 routes (432 verzorgt alleen een paar versterkingsritten
van lijn 430 in de ochtendspits). Daarna de fotorapportage in wat op
deze site nog steeds hodologische volgorde heet: volgens de weg die de
bus rijdt.
Voor de geschiedenis moeten
we teruggaan tot de avond van vrijdag 7
oktober 1960. Aan het begin van die avond werd mijn kleine broertje
geboren. Dat doet hier niet ter zake en ik had het ook onvermeld kunnen
laten. Maar later op dezelfde avond reed de Blauwe Tram Katwijk /
Noordwijk – Leiden voor het laatst naar de remise, tegelijk met het
stadstrammetje Leiden-Oegstgeest.
In Katwijk lag het beginpunt van de tram op wat nu nog steeds de
Tramstraat heet, op een steenworp van het strand. De trams maakten daar
rechtsomkeert, maar dan moest eerst de motorwagen nog omlopen via een
rangeerspoor. Er lagen 3 sporen naast elkaar en er was ook nog een
stationsgebouw. Het kon allemaal nét in die vrij smalle straat, waar
een auto nog een bezienswaardigheid was.
Tramstraat
Na die oktoberavond namen
eerst grijze en later gele NZH-bussen het
vervoer over. Vanuit Katwijk aan Zee reed heel lang lijn 41 via Katwijk
aan den Rijn, Rijnsburg, Oegstgeest, het station en het centrum van
Leiden naar Leiden Zuidwest. Later werd er ook een busverbinding
geopend vanuit de nieuwe wijk Katwijk Hoornes.
Jawel, wij konden vanuit Zuidwest rechtstreeks met de bus naar het
strand. En Katwijkers op hun beurt zonder overstappen naar het
winkelhart van Leiden. Deze heel handige ‘doorkoppeling’ van kustlijnen
naar Leidse stadstrajecten hield stand tot 2009, toen ik
daarover DIT
stukje schreef.
Het moest toen allemaal anders. De RijnGouweLijn (RGL) zat eraan te
komen en die tram was bedoeld als een enorme sprong voorwaarts.
De RGL – ik vertel de oude, trouwe fans van De digitale reiziger niets
nieuws – was de beoogde lightrailverbinding van Gouda over het voor
treinen bestemde spoor naar Leiden Lammenschans, en vervolgens door de
binnenstad van Leiden en over een nieuw aan te leggen sneltramtracé
naar de kust.
Die zeer omstreden prestigetram - waarvan ik en velen met mij nooit het
nut hebben ingezien - was in 2007 al afgeschoten bij een referendum
in
de gemeente Leiden. Maar de verkeersgedeputeerde van Zuid-Holland (van
wie ik de naam vergeten ben; ik ga hem beslist ook niet meer opzoeken)
wilde zijn ‘doorzettingsmacht’ gebruiken om de regio de railverbinding
door de strot te rammen.
De RGL had naar de kust zullen rijden via de N206, alias de Ingenieur
G. Tjalmaweg, langs Valkenburg, en niet door Rijnsburg. De bussen naar
Katwijk volgden vanaf 2009 alvast die route, en dat dus zonder
doorkoppeling. Lijnen 30 en 31 reden een rondje door Katwijk; lijn 30
eerst naar Hoornes en 31 eerst langs zee. In 2018 werden deze 2 lijnen
uit elkaar getrokken en kregen ze elk hun eigen eindpunt in Katwijk.
De RGL is er nooit gekomen. In 2011 trad er een nieuw provinciebestuur
aan dat als allereerste daad
resoluut een rode streep haalde door de tram; ik schreef er toen over
op FHM’s.
Er zou iets veel mooiers voor in de plaats komen: snelbussen
Zoetermeer – Leiden Centrum – Leiden Centraal - Katwijk, via een
mogelijk te ‘vertrammen’ busbaan langs de N206. Herstel van de
doorkoppeling dus, met een rechtstreekse verbinding van Katwijk naar
het centrum van Leiden.
Er zou nog veel meer komen in plaats van de RGL: kwartierdienst op het
spoor Leiden – Utrecht, en een paar extra stations tussen Leiden en
Alphen aan den Rijn. Daar hebben we nog niets van gezien, de afgelopen
10 jaar. Wel werd het spoorlijntje
Alphen – Gouda
opgekrikt tot
kwartierdienst en kreeg het 2 nieuwe stations; zie het gelinkte stuk
uit 2018.
Ook de vrije HOV-baan langs de Tjalmaweg / N206 werd op de lange baan
geschoven. De weg wordt momenteel verdubbeld van 2 naar 4 rijstroken.
Maar die 2 extra’s zijn voor auto’s (en ook voor de bus, OK, dat is
waar). Die uitbreiding is nodig voor de nieuwe woonwijk Valkenhorst:
5600 woningen op het terrein van het v/m Vliegkamp Valkenburg, te
realiseren in de periode 2022-2037.
Katwijk heeft tussen 2011 en nu geworsteld
met aanleg van een paar
kleine stukjes bus-infrastructuur, die dan ook nog getroffen werden
door NIMBY-protesten. Man, man, man; laten ze blij zijn dat er geen 3
trams meer naast elkaar staan op de Tramstraat!
Door die straat blijven nog wel de R-nets van lijn 431 rijden; niet tot
plezier van iedere Kattukker, misschien. Die lijn begint op de
Zuidboulevard. Lijn 430 start bij het ruimtevaartcentrum en rijdt door
de wijken Rijnsoever en Hoornes naar het gemeentehuis van Katwijk, waar
beide routes bij elkaar komen. Daarna gaat het via de N206 naar Leiden.
Qua frequentie krijgt de Katwijkse busreiziger veel minder dan de 12
bussen per uur per richting die hem in 2011 beloofd waren. Onder corona
begint deze verbinding met een bescheiden 20 minutendienst per tak;
10-minutendienst op het gezamenlijke traject. Alleen in de ochtendspits
buiten de vakantieperiodes is er eventjes een kwartierdienst; 8 bussen
per uur per richting dus langs de N206.
Een rit van één van beide beginpunten naar Leiden Centraal duurt ruim
20 minuten voor een afstand van bijna 10 km. Je kunt het er niet in
fietsen, zelfs niet op een elektrische fiets.
Ik stap in, wilde ik na deze lange inleiding ouder gewoonte
schrijven. Nee, ik stap op de fiets, ondanks (hagel)buien en storm.
Al in de eerste week van mei ben ik op voorverkenning gegaan (ook
tussen de buien door). Toen zag ik dat de infrastructuur in
Rijnsoever / Hoornes na die 10 jaar nog niet eens af was.
We starten het foto-overzicht bij het beginpunt van lijn 431. Voor de
statistiek en de volledigheid: sommige foto’s van Katwijk dateren uit
het jaar 2020.
Het beginpunt van lijn 431 ligt waar dat van 31 sinds december 2019
lag: bij de lus op het zuidelijkste puntje
van de Boulevard. Dit stukje Katwijk is voor 2019 nooit ontsloten
geweest
door lijn 31 en voorlopers.
Opvallende gebouwen in de omgeving zijn de Soefitempel op een duintop
en het Zeehospitium in de duinen, meestal aangeduid met het koosnaampje
Zeehos. Het werd geopend in 1908 en er werden toen Rotterdamse
kindertjes met tuberculose verpleegd in de frisse, zilte zeelucht. Er
staan nog een paar paviljoens uit de vroege 20ste eeuw. De nieuwbouw
bevat zorgwoningen. Met nu een bushalte om de hoek.
Ook het Vuurbaakplein, met de vuurtoren en het schip, is nu weer aangesloten op hoogwaardig OV. Tussen 2009 en 2019 heeft het plein het moeten stellen zonder een snelle busverbinding met Leiden.
Katwijk aan Zee
De halte Centrum, op de foto,
had ook Tramstraat kunnen heten, en de
halte Zwanenburg, een paar hectometer verder, ook Stationsstraat. Het
lijkt wel of men met die haltenamen alle verwijzingen naar het
railverleden van deze OV-verbinding heeft willen uitbannen. Mogelijk in
de hoop dat er dan niemand meer begint over ‘vertramming’. Dat zou ook
niets anders zijn dan een herhaling van zetten, gezien die ondoordachte
plannen uit de RGL-periode.
Maar welk bericht verscheen er vorige week
in mijn timeline? Ja, hoor,
je kon erop wachten; ik had er vergif op kunnen innemen: de gemeente
Leiden en het regionale samenwerkingsverband Holland Rijnland streven
naar aanleg van een lightrailverbinding van Leiden naar de kust. Maar
laten ze nou eerst na corona de bussen maar weer eens vol zien te
krijgen!
Bij veel van de 11
Rnet-haltes in Katwijk staan mooie, moderne
fietsenrekken, met van die palen met een oog eraan, waaraan je een
extra kettingslot kunt vastmaken. Het meest indrukwekkende rek is wel
geplaatst bij de halte Gemeentehuis in de richting Leiden. Dat rek is
90
meter lang en er kunnen op de kop af 200 fietsen in geplaatst worden.
Op maandag 3 mei staan er in de middagspits maar een stuk of dozijn.
Maar mocht ooit op een morgen half Katwijk nog eens de R-net nemen naar
school en kantoor, dan is er ruimte genoeg voor al hun tweewielers.
Iets wat me al vaker is opgevallen: fietsers stallen hun
voertuig bij de halte waar ze ’s morgens instappen, en niet bij de
halte schuin aan de overkant, waar ze ’s avonds zullen uitstappen. Dat
is ergens ook wel logisch, als je er dieper over nadenkt: 's morgens
altijd haast.
Bij de halte Gemeentehuis komen beide takken van het Katwijkse R-net
samen. Tijd om te gaan kijken op de oostelijke tak.
De 2 eerste haltes, ESA / ESTEC en Space Expo, liggen zoals gezegd in
Noordwijk, al ben je daar nog 2 kilometer verwijderd van de bebouwde
kom van Noordwijk-Binnen.
Halte ESA / ESTEC ligt zelfs op het eigen terrein van die Europese
ruimtevaartorganisatie, bij mijn weten verboden toegang, al mogen
gewone burgers er misschien wel in de bus stappen. Bewoners
van Noorderlicht en Juno bijvoorbeeld, die op nog geen 100 meter
van die
halte wonen.
Ik weet niet hoeveel werknemers van ESA / ESTEC de bus nemen naar de
zaak. Ik heb het vooroordeel dat mensen die zich met satellieten en
ruimtesondes bezighouden, niet in een bus gaan stappen, ook al is het
een R-net.
Halte Space Expo. De
raket naar Mars staat al met stationair draaiende motor
klaar voor vertrek. Ideale aansluiting naar de Rode Planeet. Doe mij
maar een
enkeltje; tabé, moeder Aarde!
Halte Sportpark De Krom was een week voor
de invoering van de R-net nog
niet af, maar is dat nu wel. Het cement is net op tijd droog.
Aan
de HOV-busbaan op de Biltlaan door de
wijk Hoornes en op de Julianalaan werd op woensdag 12 mei nog
volop gewerkt. Alleen de bussen in de richting Leiden gaan hier rijden
op een eigen baan. Het is allemaal een stuk goedkoper dan een tramlijn
aanleggen, en meestal net zo effectief.
De Hoornes Passage is het hart van de wijk. In het overdekte
winkelcentrum wordt een loterij gehouden voor ondersteuning van
winkeliers die
door de coronacrisis in financiële nood gekomen zijn. De prijzen: hier
te
besteden cadeaubonnen. Vandaag, woensdag 12 mei 2021, zijn vrijwel alle
winkels
weer open; elk met hun eigen deurbeleid en voorwaarden.
Dat is meer dan theater annex evenementenlocatie Tripodia kan zeggen.
Bij
Tripodia, gevestigd in de Passage, hopen ze binnenkort weer
heerlijk samen
te kunnen zijn. Dat kan met ingang van 19 mei al wel bij de sekswerker,
maar nog
niet in het theater.
En dat brengt ons terug bij het gemeentehuis van de ruim 60.000
inwoners tellende gemeente Katwijk, die ook Rijnsburg en Valkenburg
omvat. Ik heb in dat gemeentehuis nog eens gewerkt. Welgeteld één dag.
Was het in 2004? Anders was het in 2005.
Nee, het was niet zo dat ik na die ene dag meteen ontslagen werd, net
als die schlemielige Lul-de-behanger uit die reclamespot van
Brandmeester, met zijn zeiksnor en z’n lullige kantoortasje. Nee, ik
werkte voor een detacheringbureau, met die ´sympathieke´ directeur over
wie ik wel eens geschreven heb.
Het was maar een baantje naast mijn studie. Ik versleet in 5 jaar tijd
een kleine 30 werkplekken. Toen, die ene keer in Katwijk, moesten er
3000 archiefdozen ingeladen worden in een verhuiswagen. Als ik binnen
afzienbare tijd kan terugkijken op bijna een halve eeuw broodwinning,
zal die dag er toch wel uitspringen als één van de hoogtepunten.
Terwijl die baas toch grossierde in dieptepunten. Achteraf bleek dat
hij een paar jaar lang onze pensioenpremie verduisterd had. Maar daar
had hij geen actieve
herinnering meer aan toen hij er op werd aangesproken.
Laat ik het dus ook maar vergeten. Deze halte is een van de 3 plekken
in Katwijk waar je een deelfiets
kunt huren; een elektrische, nog wel: de Urbee
E-bike. Dat is een
nieuwe service van Arriva, nog nergens elders in de provincie
opgedoken. Je moet er een app voor hebben, en dan betaal je 5 cent per
minuut, met een maximum van 15 euro per dag.
Bij OV-fiets van NS moesten ze ook maar snel op elektrische overgaan;
niet zozeer voor stadsritjes, maar wel in plattelandsstreken. Ik hoop
van de zomer nog een dagje op de Veluwe te kunnen fietsen (buitenlandse
vakanties, daar práát ik niet eens over). Maar ik zie wat op tegen die
zware OV-fietsen zonder versnelling, nu ik gewend ben aan elektrisch
rijden.
Verder richting Leiden. De halte aan de
rand van Katwijk, waar een hele
vloot streeklijnen stopt, heet sinds heel kort Duinvallei. Vroeger was
het Wilgenhoek, en ook nog een poosje Zanderij; ik weet het niet
precies meer. Ook bij deze halte staat een enorme fietsenstalling.
De wijk Zanderij bestaat uit
moderne appartementen en huizenrijtjes.
Het vliegveld van Suriname heet ook zo.
Bij de halte Duinvallei kun je ook bus 35 nemen naar de Unmanned
Valley op het terrein van het v/m vliegveld Valkenburg. Daar
wordt nog
steeds gevlogen, maar dan met drones. Het heet een ‘field lab’, maar
het heeft niets te maken met Hugo de Jonges superspreading events,
waarmee hij de kudde-immuniteit en het dodental nog iets verder
probeert op te krikken. Het gaat uit van de TU Delft, ik snap er niet
veel van, maar het staat uitgelegd op de gelinkte site.
De halte Valkenburg / N206 heb ik niet op de foto. Het fietspad langs
de N206 is momenteel afgesloten in verband met de
uitbreiding van die verkeersader.
Het al langer bestaande Bio
Science Park Oost. Deze halte langs de
Plesmanlaan in Leiden ligt niet ver van de priklocatie en de vaccinfabrieken
van Janssen en Halix.
Deze hele omgeving staat corona uit
te wasemen. Die vaccinfabrieken, dus, waar je terecht komt als je de
Verbeektunnel doorgaat (linksboven op de foto), en die prikstraat. En
op de Verbeekstraat is een
testlocatie gevestigd.
Ik zie daar een kluit fietsen bij een voormalig kantoor dat nu
studenten huisvest. Verder staat vrijwel alles langs de Verbeekstraat
leeg. Ooit was dit een kantorenwijk; een ‘kantorenensemble’, zelfs! Nu
wachten alle gebouwen op hun appartementificatie, vermoed ik.
Het is erg rustig in deze omgeving, zelfs op een werkdag, hartje
avondspits. Maar gewerkt wordt er echt nog wel in en om Leiden; op de
Plesmanlaan raast het autoverkeer als vanouds.
Op het busstation van Leiden
Centraal vertrekken de R-netbussen naar
Katwijk sinds 9 mei van perron D, naast de R-netten naar Zoetermeer en
Leiderdorp die gereedstaan op perron C. Op deze plotseling heel warme
zondagmiddag zie ik 12 mensen in een R-net naar de boulevard stappen,
maar slechts 3 in die naar Space Expo.
De week daarna ga ik nog een paar keer kijken in de avondspits. Er
stappen dan zo’n man of 20 in elke R-netbus naar Katwijk. Zodra we de
definitieve wederopstanding van de rubriek De digitale reiziger mogen
beleven, ga ik er zelf ook eens inzitten.
Frans Mensonides
14 mei 2021
Laatste wijziging: 17 mei 2021
Er geweest, zij het niet met de bus: 3 t/m 12 mei 2021
De belofte in het stuk hierboven maakt schuld: ik
zou nog
een keer instappen in de R-netbussen Leiden-Katwijk op de lijnen 430 en
431.
Die snelbusverbinding heb ik in de week van 9 mei 2021 enigszins
feesteloos
geopend met fietstochten langs de route. De coronacrisis en de
prikcampagne
ertegen waren toen in een zodanige fase dat ik niet durfde in te
stappen.
Waarom het vervolgens anderhalf jaar moest duren
dat ik dat wél
zou doen, dat snap ik ook niet helemaal meer. Het kan ermee te maken
hebben dat
ik, als bewoner van de Fortuinwijk in Leiden ZW, op de elektrische
fiets in een
stijf halfuur in Katwijk ben. Met de bus – met overstap bij Leiden
Centraal -
kan ik er toch wel dik 3 kwartier voor uittrekken, en dan moet alles
nog
meezitten.
Het komt door die overstap. De R-netbussen zelf
rijden snel
genoeg. Ondanks zo nu en dan wat langzaam rijdend verkeer op de N206,
de Ir. G.
Tjalmaweg, duurt de rit van Leiden Centraal naar een
van de 2 Katwijkse eindpunten meestal niet langer
dan 20 minuten. Maar daar kan toch nog wel een paar minuten vanaf. Er
wordt een
vrije, eventueel ‘vertrambare’ busbaan langs die verkeersader
aangelegd; ook
een heel oude belofte.
Nu ik dan toch nog besloten heb om in te stappen,
pak ik het
meteen maar grondig aan, ook. Ik heb vorige week 8 ritten gemaakt, voor
de
liefhebber van getalletjes hieronder uitgeschreven:
Zondag 13/11/2022, lijn 431, Leiden Centraal 13:58
– 14:19 Boulevard Zuid; 24 pass (0)
Zondag 13/11/2022, lijn 431, Katwijk Centrum 15:24 – 15:42 Leiden
Centraal; 23
pass (2)
Maandag 14/11/2022; lijn 430, Leiden Centraal 14:45 – 15:03 Noordwijk
ESTEC; 41
pass (15)
Maandag 14/11/2022; lijn 431, Katwijk Centrum 16:22 – 16:39 Leiden
Centraal; 19
pass (8)
Maandag 14/11/2022; lijn 430, Leiden Centraal 17:14 – 17:32
Hoornespassage; 37
pass (6)
Maandag 14/11/2022; lijn 430, Hoornespassage 17:57 – ??:?? Leiden
Centraal; 33
pass (16)
Vrijdag 18/11/2022; lijn 430; Leiden Centraal 12:28 – 12:35 Valkenburg
Oost; 14
pass (0)
Vrijdag 18/11/2022; lijn 431; Valkenburg Oost 13:00 – 13:09 Leiden
Centraal; 62
pass (50)
Een beschrijving van al die 8 ritten zou net zo
saai worden (saai
in het ‘Saaiens Park’) als dat staatje hierboven. Daarom pik ik er
hieronder
alleen een paar dingen uit. En wijd zoals gewoonlijk wat uit over zaken
die er
niets mee te maken hebben, voor de juice.
Het is goed om weer
eens volle bussen te zien, na 2 heel
magere jaren voor het OV (en voor wie niet?).
We beginnen op Leiden
Centraal. De frequentie van de 2 lijnen: 430 (naar Hoornes,
Rijnsoever en het ruimtevaartcentrum ESTEC) en
431 ( naar Katwijk aan Zee) is er wat op
vooruit gegaan sinds corona. Bij de start van de exploitatie in mei
2021 reden
er in de spits per uur en per richting 4 bussen op elke lijn en in de
dal-uren
slechts 3. Dit is nu opgekrikt naar 4 bussen per lijn van maandags
tot/met vrijdags
overdag. Tenminste als het geen vakantie is, en als er geen
lentedienstregeling
geldt. Die hield dit jaar stand tot 30 oktober. En ja, in Australië is
het dan
inderdaad lente. Overigens reden vóór corona de voorlopers van de
R-net’s 5
of zelfs 6 keer per uur per lijn.
In de dienstregeling van nu zit er een opvallende
knik. ’s Morgens
op doordeweekse dagen rijden de bussen Leiden - Katwijk beurtelings met
intervallen van 3 en 12 minuten, in plaats van het 7 / 8-patroon dat je
zou hopen en verwachten. ’s Middags is dat het geval in de andere
richting:
Katwijk - Leiden.
Meestal heeft zo'n wisselend patroon iets te maken
met de dienstroosters en rusttijden voor
chauffeurs, en niets met de reiziger. Volgens een OV-voorvechter uit
Katwijk (die ik hartelijk dank voor enkele aanvullingen) is dat ook
hier het geval. Lijn 431 is wat hectometers langer dan 430 en telt een
halte meer. De rijtijden op beide lijnen zijn daardoor niet precies
gelijk. Bij de Katwijkse eindpunten is er geen wachthok met toilet voor
de chauffeurs. De bussen aanvaarden daar onmiddellijk de terugtocht.
Een 'slag' Leiden - Katwijk - Leiden duurt al met al voor lijn
431 dus een stuk langer dan voor 430. In de drukste richting wordt wel
altijd de voor reizigers
gunstige 7/8-dienstregeling gereden.
Een vaste waarde op het busstation van Leiden
Centraal is nog
steeds dat kleine, bejaarde, verknipte, kwaadaardige vrouwtje. Zon of
regen, kou
of hitte; ze zit van 8:00 – 18:00 uur, tas met proviand bij de hand, te
schelden tegen fietsers die de verkeersregels overtreden. Bij bijna al
mijn
overstappen heb ik haar schorre, doch doordringende stemgeluid mogen
vernemen.
Als ze er een keer niet zit, denk ik meteen: er zal haar toch niks
overkomen
zijn?
Dienen zich geen fietsers aan, dan treft haar
toorn
willekeurige wachtenden. Twee vrouwen die op een bankje zitten te
kouten, krijst
ze toe: ‘Roddelen, roddelen, een stelletje roddelwijven zijn jullie’,
een groepje
studenten: ‘Jullie zijn verwend, verwend!’, en een geblesseerde
jongeman op
krukken: ‘Hou die stokken bij je, jij!’ Die laatste man had haar van
mij wel op
haar hoofd mogen slaan met zo’n ‘stok’.
Ik ben al jaren van plan om haar eens te vragen
naar het
doel van haar handelwijze, en of ze niet een keer een aardigere hobby
kan
oppakken, of een Netflix-abonnement kan nemen, of zo. Ik heb het haar
nog nooit
durven vragen. Maar ik gá het nog een keer doen; ik zweer het je.
Ze heet Agaath. Ik wist niet dat ze tot 2017 jarenlang de Albert
Cuypmarkt in Amsterdam onveilig heeft
gemaakt. Daar stond ze bekend als het Boze Omaatje, Boze Bep of de
Fietsmevrouw, omdat ze ook daar
haar scheldkanonnades bij voorkeur afstak tegen illegale fietsers.
uit Oegstgeest kwam. Elke morgen om 6 uur nam zij de bus naar Leiden
Centraal om daar op de trein te
stappen naar de hoofdstad.
haar dood en misten haar oprecht, en niet eens als kiespijn. Maar
vermoedelijk was ze te slecht ter been
geworden om die dagelijkse treinreis nog te maken, en koos ze daarom
haar standplaats op het busstation
voor Leiden Centraal. In Oegstgeest leidt zij een heel
teruggetrokken leven, zonder opzien te baren.
Nee, ze trekt niet scheldend over de De Kempenaerstraat of de
Geversstraat.
op een voormalige gymnastieklerares of zweminstructrice, op grond
van haar stemvolume en haar neiging
tot commanderen. Maar ik kan er mijlenver naast zitten en ga het haar
maar niet vragen, ook.
heeft ze alleen in 1991 een keer de krantenkolommen gehaald met de
aankondiging van een speech die
zij in een kerk zou houden over ‘de vader’. Ik denk dat zij de vader
bedoelde die volgens een oudhollands
spreekwoord vreemde kostgangers heeft.
De R-netverbinding Leiden-Katwijk voorziet wel in
een
behoefte; volle bussen, ook op zondag als heel Leiden een boulevardje
wil
pakken in het kustdorp.
Hoeveel reizigers zouden per dag gebruik maken van
de lijnen
430 en 431? Op grond van de 30 passagiers die ik gemiddeld per rit in
de bussen
gezien heb, schat ik - vinger in de lucht, pakkembeet,
god-zegen-de-greep – wel
een stuk of 7500 op een doorsnee werk-, school en studiedag. Er zijn
buslijnen
in het land, ook R-netlijnen, die het met veel minder moeten doen.
Reizigersstatistieken worden zelden gepubliceerd.
Ze vallen
onder het striktste bedrijfsgeheim van Arriva, dat volgend jaar gaat
strijden
voor behoud van de concessie Zuid-Holland Noord (ZHN). Die gaat gelden
voor de
jaren 2025-2037. De nieuwe concessie, met voor 100% uitstootloos
busvervoer in
de hele regio, had in december 2022 moeten ingaan. De coronacrisis
zorgde voor
uitstel.
Op tijden dat de collegezalen open zijn, reist
zeker de
helft van de passagiers van of naar de haltes bij de universiteit:
Verbeekstraat en Bio Science Park Oost.
Halte Verbeekstraat
Die 2 haltes liggen op de Plesmanlaan. Die deelt
de R-netbus
met EBS-lijn 43 (Leiden – Wassenaar – Den Haag). Verder rijden over of
langs de
universitaire campus ook nog de Arriva-lijnen 9 (spits- en ringlijn
Leiden
Centraal – Wassenaarseweg – Bio Science Park), 38 (Leiden – Valkenburg
–
Katwijk Unmanned Valley), 57 (Leiden – Voorhout - Noordwijkerhout –
Hillegom - Nieuw-Vennep) en 90
(Leiden – Rijnsburg - Katwijk – Noordwijk(erhout) – Lisse).
Op het drukste uur van de dag, 8:00-9:00,
vertrekken er
vanaf Leiden Centraal 20 bussen die de collegezalen, laboratoria en
bedrijfsgebouwen aandoen. Lijn 430, Leiden – Katwijk Estec, slaat dan
de haltes
Verbeekstraat en Bio Science Park Oost over, en heet voor die
gelegenheid dan
lijn 432.
Lijnen naar een universiteit, ik schreef het al
bij de
opening van de tram naar
Utrecht Science park, kennen rond het middaguur een ‘tussenspits’
van late komers en vroege vertrekkers. De collegeroosters bepalen de
drukte in
de bus. De foto hierboven bij Leiden Centraal nam ik op woensdag de 16e
om 10:45 uur. Bus
430 werd bestormd door een student of 60.
Over tram gesproken: de rector magnificus van de
Rijksuniversiteit Leiden was in 2011 ontroostbaar toen de RGL werd afgeblazen.
RGL stond voor RijnGouweLijn, een
regionale tram die de campus had zullen verbinden met Katwijk, Leiden
Centraal,
de Leidse binnenstad en helemaal met Alphen aan den Rijn en Gouda aan
den Gouwe;
zie het artikel uit 2021, hierboven.
Ik was er beslist niet rouwig om dat het niet
doorging. Ik
vond het een slecht doordacht project dat verwoestend uitgepakt zou
hebben voor
de rest van het OV in de regio; een tram als een vlag op een
modderschuit.
De huidige rector magnificus heeft wel andere
dingen aan
zijn hoofd. Elke week haalt de universiteit wel de kranten door een
schandaal. Afgelopen
week was dat het cancellen, lees: van de muur rukken, van een
schilderij waarop
sigaren rokende blanke witte universiteitsbestuurders te zien
waren. Dat
gebeurde op instigatie van een woke promovenda. Met name die sigaren
waren haar
een doorn in het oog, geloof ik, hoewel slechts 4 van de 6
geportretteerde mannen
afgebeeld waren met een bolknak.
En twee weken geleden ging het om een professor in
de sterrenkunde
die grensoverschrijdend me-too-gedrag had vertoond. Door het heelal
lopen per
slot van rekening ook geen grenzen, zal hij wel gedacht hebben.
Zoiets mág natuurlijk niet. Maar gedrag is
tegenwoordig wel
erg gauw grensoverschrijdend; het geklaag erover gaat ook al snel de
perken te
buiten.
Zo stond laatst ook een Amsterdamse professor
onder
verdenking. Wat had hij misdreven? Hij had tijdens colleges
willekeurige
studenten de beurt gegeven, om te controleren of ze de lesstof wel
begrepen
hadden, of überhaupt gelezen. Studenten voelden zich daar erg
ongemakkelijk bij,
om niet te zeggen: geïntimideerd.
Tsja… bereid dan gewoon je colleges goed voor, zou
ik zeggen,
dan zit je nooit met een bek vol tanden. Maar ik heb zelf in Utrecht
gestudeerd,
en de hemel zij dank niet in Leiden of Amsterdam.
Dit was zo’n uitweiding. Door naar Valkenburg,
steeds
verder, plus uitra.
Plus Ultra Leiden. Hier worden grenzen verlegd, in
plaats
van overschreden! Dit hypermoderne, fonkelnieuwe verzamelgebouw biedt
onderdak
aan laboratoria en kantoren van innovatieve bedrijven.
Vanaf de loopbrug over de N206. De fotograaf kijkt in de richting Leiden.
In Valkenburg
(door mij befietst tijdens corona) heeft de
R-net maar één halte. Die staat langs de N206, ten westen van het dorp,
en heet
dan ook: Valkenburg Oost / N 206.
Oost? Ja, want Valkenburg gaat enorm uitbreiden,
zoals ik ook
hierboven al schreef, met de uitgestrekte wijk Valkenhorst, op het
terrein van
het voormalige Marinevliegkamp. Er daardoor verschuift het zwaartepunt
van het
dorp naar het westen, en wordt wat west was, oost. En ‘never the twain
shall
meet’, want die N206 blijft liggen tussen het bestaande dorp en
Valkenhorst.
Het zullen 2 heel verschillende werelden worden.
De eerste zandheuvels zijn zichtbaar van
Valkenhorst, dat in
2037 zo’n 12.000 inwoners moet tellen. Voor hen wordt de N206 nu alvast
verdubbeld
tot 4 rijstroken. Én - en dat is het
goede nieuws - komt er, ten westen van die 4 rijstroken, die al heel
lang
geleden beloofde vrije busbaan. Zie dit plan en deze presentatie van de
provincie Zuid-Holland.
De 3 kilometer lange busbaan gaat lopen van de Zeeweg in
Katwijk tot ergens voorbij de halte Valkenburg Oost. Mogelijk te
‘vertrammen’;
daar houden ze nog steeds aan vast.
De R-nethalte is niet erg populair bij de bewoners
van Valkenburg,
getuige het kleine plukje fietsen dat er midden op de dag geparkeerd
staat. Om
de bus naar Leiden te bereiken moet je vanuit het dorp een ijzeren
loopbrug
over, die over alle wegwerkzaamheden heen loopt. Die brug wordt
beklommen via een
steile trap van 30 treden.
Voor die klauterpartij word je wel beloond met 8
bussen per
uur, die binnen 10 minuten Leiden Centraal bereiken. Daarnaast rijdt er
door de
dorpskern ook nog lijn 38 naar die onbemande vallei in Katwijk; de
meest
intrigerende bestemming op een bus in deze streek.
In 1994 hebben wij van ROVER nog eens gestreden
voor het
behoud van de bus in Valkenburg, dat toen bijna geheel van OV verstoken
dreigde
te raken. Het toen 3500 inwoners tellende dorp was nog niet ingelijfd
bij de
gemeente Katwijk. Ik belde toen de gemeente Valkenburg een keer, omdat
ik
iemand wilde spreken die over de bus ging, en werd meteen doorverbonden
met de
burgemeester. Heerlijk, zulke korte lijnen. Kom daar bijvoorbeeld in
Amsterdam
eens om!
Katwijk aan Zee
Halte Hoornespassage. De bussen op de lijnen 430/431 zijn
Volvo 8900’en, ongelede wagens die nog op diesel gaan. Het comfort van
deze
bussen is prima, al zijn ze niet fonkelnieuw meer; sommige zelfs even
oud als
de concessie, die verleend is in 2012.
Bij de ESTEC, die eigenlijk in Noordwijk ligt,
staat nog
steeds die raket, waarvan ik 1½ jaar geleden beweerde dat hij naar Mars
zou vertrekken,
en zeker niet unmanned.
Maar NU is de tijd; nu gaat het echt gebeuren!
Mars staat deze
winter op heldere nachten vuurrood en kraakhelder aan de zuidelijke
hemel, in
oppositie, op slechts een slordige 80 miljoen kilometer van de Aarde.
Dit is je
kans om er te komen, op de Rode Planeet, en de volgende doet zich pas
voor in januari
2025. Haast je, reserveer vandaag nog; nog slechts een paar tickets
beschikbaar;
ze vliegen werkelijk weg!
Gekkigheid. Ik schreef vorig jaar dat medewerkers
van ESTEC,
mensen die zich met ruimtevaart bezighouden, vast en zeker nooit in een
R-netbus zouden stappen. Maar dat valt nog best mee. In de bus naar
Leiden
Centraal, maandag is de avondspits, is de voertaal in ieder geval (nee,
niet
Martiaans!) Engels.
De beide Katwijkse eindpunten liggen best ver uit
elkaar; 3
kwartier wandelen door een wijk met straten die naar sterrenbeelden
genoemd
zijn, langs sportveldjes langs de duinrand, over de Rijnmond heen, door
een oud
wijkje bij de haven en langs de boulevard.
Even een boulevardje pakken, even uitwaaien, even
door de
straatjes en stegen achter de boulevard lopen: het blijft een aangenaam
tijdverdrijf.
Frans Mensonides
27 november 2022
Laatste aanpassing: 5 december 2022
Er geweest: zondag 13 t/m vrijdag 18 november 2022
©
Frans Mensonides, Leiden, 2021 / 2022