Nr. 264 - zondag 7 november 2021 (week 44)
Doorgezaagd en gePhotoshopt: Aelbert Cuyp in Dordrechts Museum

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

263. ONTMOETING MET KRIJN, NEANDERTHALER IN DOGGERLAND (03/10/2021)
262. HERMAN STOK, DE EERSTE ECHTE DJ; OF: WAAR IS GUNDRUN JANKIS GEBLEVEN? (06/06/2021)
261. DE PEST (IN); TENTOONSTELLING IN HET VALKHOF, NIJMEGEN (23/05/2021 en 08/08/2021))
260. BILABIAAL; OF: HOE KLONKEN DE GEBROEDERS DE WITT? (18/04/2021)
259. UITSLAG; ZURE DRUIVEN EN WAT ECHT PIJN DEED (21/03/2021)
258. HET GAAT ECHT NERGENS OVER! TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN (14/03/2021)


De rubriek FHM's A-viertjes verschijnt onregelmatig. Maar als hij verschijnt, doet hij dat op zondag.


De landschapsschilder Aelbert of Albert Cuyp (1620-1691) wordt door vrijwel iedereen met Amsterdam geassocieerd. Daar is immers dé Albert Cuyp, die bekende markt in De Pijp.

Maar Cuyp was afkomstig uit Dordrecht, waar hij vrijwel zijn hele leven heeft doorgebracht. Zijn roem bleef tijdens zijn leven beperkt tot zijn eigen stad, die hij alleen een enkele keer heeft verlaten om inspiratie op te doen in de omgeving van Arnhem. Verder dan Kleef kwam hij nooit van huis.

Cuyp was populair onder de Dordtse notabelen, en kreeg veel opdrachten uit die kringen. Na 1665 heeft hij niet veel meer geschilderd; hij had zijn schaapjes toen al lang op het droge. Een heel ander verhaal dan dat van vele andere schilders, van wie de werken tegenwoordig miljoenen waard zijn, maar die zelf van de armen begraven werden.

In de 2e helft van de 18e eeuw ontstond er in Engeland een complete Cuyp-rage (Cype-hype?) onder gefortuneerden die beslist een schilderij van hem aan de wand wilden hebben. Zo inspireerde en beïnvloedde hij postuum ook Engelse schilders als Constable en Turner. De Gouden Eeuw, zowel van de economie als de schilderkunst, viel in Engeland een eeuw later dan hier. Dat is iets wat ik ook al eens heb meegekregen van een tentoonstelling in Enschede over Engelse portretschilders.

Er werden in Engeland gigantische bedragen betaald voor de landschappen van Cuyp. Het gevolg daarvan was, dat er in Nederland vrijwel geen Cuyp achterbleef, en een groot deel van zijn oeuvre zich nu aan de overkant van de Noordzee bevindt.

Momenteel zijn tientallen van zijn werken toch weer terug onder één dak in de stad waar zij ontstaan zijn. Het Dordrechts Museum organiseerde in 2020 onder de naam ‘In het licht van Cuyp’ een tentoonstelling ter gelegenheid van zijn 400ste geboortedag. Door coronaperikelen moest de tentoonstelling uitgesteld worden tot dit jaar, en dan herdenken we er zijn 330ste sterfdag maar mee.

Ik voorzag me via Internet - het zal na deze inleiding niemand verbazen – van een tijdslot voor deze tentoonstelling, en dat op mijn favoriete tijdstip: 15:00 uur. Dan kan ik zo tussen 16:15 en sluitingstijd 17:00 uur, als er niemand meer binnenkomt, alle schilderijen nog een tweede keer zien, in alle rust en stilte. Geen overbodige luxe bij deze zeer druk bezochte tentoonstelling.

Wat is nou zo bijzonder aan het werk van Cuyp? De lichtval, de luchten, de minutieus geschilderde dieren en mensen in het landschap. Het is alsof je zó zo’n schilderij binnen kan lopen en aan de wandel kunt in het tafereel, dat eerder gefotografeerd lijkt dan geschilderd.

Toch is dat niet de reden dat de conservator van Dordrechts Museum, Sander Paalberg, Cuyp een Photoshopper noemt (zie dit artikel uit het Algemeen Dagblad). Hij bedoelt dat de schilder elementen in zijn landschappen plaatste die hij in het echt nooit zo gezien kan hebben.

In een ander artikel, dat ik helaas niet meer kan vinden op het web, betoogt een kunstkenner dat je een Cuyp kunt lezen van links naar rechts. Het zonlicht komt meestal van links. Daardoor staat op sommige van zijn werken de zon in het noorden, want in Nederland niet kan, behalve in een mal verhaal dat ik eens schreef. Zijn landschappen vormen een constructie, en zijn minder realistisch dan een foto die je met je telefoon schiet van een leuk doorkijkje. Ook zijn gezichten op Dordrecht bevatten bouwwerken die er in het echt niet stonden. 

De tentoonstellings-top 5 van schilderijen die me om een of andere reden bijzonder zijn opgevallen. Of is het een top 6? Laat ik het een top 5½ noemen.

 

*1*

Jacob Gerritsz Cuyp, portret van Michiel Pompe van Slingelandt, 1649. Rijksdienst voor het cultureel Erfgoed

Foto: zie hierboven

De portretschilder Jacob Gerritsz Cuyp (1594-1652) was de vader van Albert. Voor dit portret van een wel heel jonge valkenier hebben vader en zoon Cuyp samengewerkt.

Het 6-jarige jongetje stamde uit een zeer vooraanstaande Dordtse familie, waarvan veel leden in het stads- en zelfs landsbestuur terecht kwamen. Ze beweerden van adellijke afkomst te zijn, maar dat konden ze helaas niet met bewijzen staven.

 

*2* IJsgezicht bij de ruïne van Huis te Merwede, ca. 1655. Particuliere collectie Engeland.

Prachtig altijd, die taferelen van ijspret uit een tijd dat de aarde nog niet opwarmde. Integendeel, het was in de Kleine IJstijd, toen de winters alleen maar kouder en kouder werden.

Deze kasteelruïne ziet er tegenwoordig nog precies zo uit als op dit schilderij. Hij is te zien vanaf de Beneden Merwede, zo’n 2½ km ten oosten van het Groothoofd in Dordrecht. Van de 700 jaar dat die stenen oud zijn, vormen ze al 600 jaar een ruïne.

In 1418 werd het Huis gedeeltelijk verwoest bij die bizarre, zich over 6 à 7 generaties ridders voortslepende Hoekse en Kabeljauwse Twisten. De Sint-Elizabethvloed van 1421 deed er ook geen goed aan. Het is een van de oudste ruïnes van Nederland, al klinkt ‘oude ruïne’ enigszins dubbelop.

Die vloed van 6 eeuwen geleden is tussen haakjes onderwerp van een kleine tentoonstelling in hetzelfde Dordrechts Museum.

 


*3* Portret van de 20-jarige eend Sijctghen (1647-1650). Dordrechts Museum

Deze zorgvuldig, met veel details geschilderde eend was niet zo maar een eend. Zij heet Sijtje, is op dit portret 20 jaar oud en heeft 100 eieren per jaar gelegd; allebei uitzonderlijke aantallen voor een eend. Zelf is ze uit het ei gekropen in Werkendam. Ze legde onbevruchte eieren en hoorde wellicht net als ondergetekende tot het gilde der verstokte singles.

Dat weten we allemaal door het gedicht dat Cuyp linksboven in het portret schilderde:

Ik ben gebroed te wercken.dam
k’was jonck en goet.
doen ick hier quam in voogelen borch, sonder te paeren
heb ick geleeft, wel twintich jaren
wel hondert eijers tsjaers geleijt
daerom ben ick geconterfeijt
gebroocken beennen, tooch wt geneesen
gesondt en bont is noch mijn weesen
en als ick sijctghen steruen
sal soo schrijft hoe out, en tjaer getal
1647.

Daaronder is later nog toegevoegd:

anno vijftich dartich daeghen
in october hoort men claeghen
sijctghen doot, dit is al waer
out zijnde drijentwintich jaer
1650.

Sijtje stierf dus op 30 oktober 1650, op leeftijd van 23 jaar.

Moeilijk te lezen, maar ontcijferd op deze pagina van de Vereniging Rembrandt

 

*4* Gezicht op de Valkhof vanuit het zuidwesten, ca. 1655-1660. National Galeries of Scotland, Edinburgh             

Van de Valkhof in Nijmegen resteert tegenwoordig nog een kapelletje, waar ik in 2019 kwam schuilen voor een sneeuwbui in mei.

 

 

*5* en *5½*

Riviergezicht bij Dordrecht (1644-1645), Los Angeles County Musuem of Art

en

Gezicht op Dordrecht (1644-1645) Museum der Bildenden Kunste, Leipzig

Deze twee schilderijen zijn er eigenlijk één. Ooit heeft een kunsthandelaar het ongebruikelijk langwerpige schilderij doodgemoedereerd doormidden gezaagd. Waarom, dat kan ik wel raden: twee Cuyps leverden meer geld op dan één. De linkerhelft kwam terecht in LA, USA en de rechter in Leipzig. Nu hangen ze tijdelijk weer naast elkaar.

Ik ben bijna net zo handig met Photoshop als Cuyp was. Met een beetje passen en meten moet ik die twee schilderijen weer aaneen kunnen smeden, toch?

‘In het licht van Cuyp’ loopt nog t/m zondag 6 maart 2022. Dat de tentoonstelling niet getroffen zal worden door een nieuwe museum-lockdown, is de wens van

FHM
7 november 2021
Er geweest: zaterdag 16 oktober 2021

VOLGENDE AFLEVERING: HORROR-TANDARTS (12/12/2021)



Je ziet er bijna geen barst meer van!


 

25 jaar De thuispagina van Frans Mensonides: hoe het begon






© Frans Mensonides, Leiden, 2021