Nr. 297 - zondag 24 december 2023 (week 51)
Pilaarbijters en varkensscheerders; de Brueghels in een tijdslot

LAATSTE ZES AFLEVERINGEN

296. BORMAN, LOVELL & ANDERS, HENKIE EN CHRIET; DE KERSTVLUCHT VAN 1968 (17/12/2023)
295. JE STEM VERHEFFEN; OVERPEINZINGEN ROND DE TWEEDE KAMERVERKIEZING (26/11/2023)
294. GOET GELACH EN QUAET-SLAGH,ADRIAEN VAN DE VENNE IN MIDDELBURG (19/11/2023)
293. 'EEN ZONDERLING GEVAARTE'; VINCENT VAN GOGH IN DRENTHE (05/11/2023)
292. DE TEERLING IS GEWORPEN, JULIUS CAESAR IN H'ART (08/10/2023)
291. EEN LEPEL VAN ROESTVRIJ STAAL (EN GROOTOUDERS VAN GOUD) (02/07/2023)


FHM’s A-viertjes is een rubriek op de Thuispagina van Frans Mensonides, die Henk als middle name heeft en dus FHM als initialen.
FHM’s verschijnt altijd op zondag, maar lang niet op elke zondag.


 


Pieter Brueghel de Oude; Dronkaard in de varkensstal geduwd

Uiteindelijk heb ik toch maar een tijdslot gereserveerd voor de tentoonstelling ‘Brueghel, de familiereünie – Vijf generaties onder één dak’ in het Noord-Brabant Museum in ‘s-Hertogenbosch. Ik moest daarvoor wel de kater verdringen die een andere tijdslot-tentoonstelling me eerder dit jaar had opgeleverd: Dichter bij Vermeer in het Rijks. Zie deel 286 van deze rubriek.

Een enorme mediahype had veel hogere verwachtingen gewekt dan die tentoonstelling in mijn ogen kon waarmaken. Door de mensenmassa kwam ik meestal niet dichter bij Vermeer dan met de neus op de ruggen vóór me.

Maar ik las ergens dat de belangstelling voor de Brueghels wat tegenviel. Wat voor mij dan juist de aanleiding was om toch nog een tijdslot te zoeken voor die Antwerpse schilderdynastie.

De dag was: dinsdag 19 december, en het tijdstip van mijn tijdslot 14:30 uur. Het was zo’n dag met aanhoudende regenval en een duisternis als tijdens een poolnacht. Goed dat ik een tijdslot had, anders was ik in de verleiding gekomen om de hele dag in bed te blijven.

Ik kreeg beslist geen spijt van mijn bezoek. Het was gezellig druk in de zalen, zonder dat je met de ellenbogen hoefde te werken om oog in oog te komen met een schilderij. En de levendige, vaak van levenslust bruisende werken van de Brueghels spraken me ook meer aan dan de soms wat statische schilderijen van Vermeer.

 






Het Noord-Brabants Museum, van buiten en van binnen

 De dynastie van de Brueghels bestond uit een stuk of 7, 8 kunstschilders, waaronder ook vrouwelijke, uit de 16e, 17e en nog een klein stukje van de 18 eeuw. Van de stamvader, Pieter Brueghel de Oude (overleden: 1569) zag ik laatst een standbeeld in Breugel, hoewel het lang niet zeker is dat hij in dat Brabantse dorp ter wereld is gekomen. Andere biografen laten hem geboren zijn in Breda.

In feite begint het verhaal van de Brueghels al een generatie eerder. Pieter Brueghel de Oude’s schoonouders waren Pieter Coecke en Mayken Verhulst, beide schilders. Helaas heeft geen een van Maykens werken de 21ste eeuw gehaald. Pieter Coecke zou volgens sommigen de leermeester geweest zijn van zijn schoonzoon, maar ook daarover bestaat geen zekerheid.

Het hele leven van Pieter de Oude is in nevelen gehuld. Wel is zeker dat hij twee schilderende zoons had: Pieter Brueghel de Jonge  (1564–1638) en Jan Brueghel de Oude (1568–1625). En ook staat als een paal boven water dat Pieter de Oude het grote voorbeeld was voor zijn nazaten, die vaak zijn werken naschilderden. Hij heeft veel schilderijen nagelaten, en dat terwijl hij alleen tijdens de laatste 10 jaar van zijn leven heeft gewerkt als schilder. Daarvoor had hij zijn brood verdiend met graveren.

De Brueghels waren ook gelieerd aan een ander Antwerps schildersgeslacht: Teniers. Anna Brueghel, de dochter van Jan Brueghel de Oude, was gehuwd met David Teniers II.

Verder bracht de familie Brueghel ook een ‘Bentveughel’ voort, een lid van dat roemruchte gezelschap van Hollandse en Vlaamse schilders die werkten en feestvierden in Rome. De Bentvueghels waren eerder dit jaar onderwerp van een heel aardige tentoonstelling in Utrecht, waaraan ik ook een FHM’etje gewijd heb.

Abraham Brueghel (1630-ca. 1690), een achterkleinzoon van Pieter de Oude, zat bij de Bentveughels onder de bijnaam Rijngraaf. Hij was de BentBrueghel, zal ik maar zeggen, en deed voornamelijk fruit en bloemslingers. De werken van de 3 oer-Brueghels: Pieter de Oude, Pieter de Jonge en Jan de Oude, konden me meer bekoren. Een greep uit de kleine 100 werken op de tentoonstelling:

 

Pieter Brueghel de Oude; De boerenbruiloftsdans 

Blijf maar eens chagrijnig bij dit schilderij: een en al jolijt, een en al levenslust, een en al beweging! Volgens een contemporaine biograaf reisde Pieter de Oude met een vriend het platteland rond Antwerpen af om zich (al dan niet genood) te mengen in boerenfeesten, -bruiloften en -danspartijen. Daar deed hij zijn inspiratie op voor doeken als dit.

 

Pieter Brueghel de Oude; Dronkaard in de varkensstal geduwd (zie de foto boven dit stukje)

Zag ik deze scene ook al eens niet op een schilderij van Jan Steen? Je kunt redeneren: wie zich als een varken gedraagt, moet ook maar bij de varkens slapen. Of je zou medelijden kunnen hebben met de outcast die zo wordt weggezet. De woedende menigte rechts op het schilderij zou je in ieder geval niet graag tegenkomen in een donker steegje.


Pieter Brueghel de Jongere; Het is te laat om de put te vullen nadat het kalf is verdronken (ca. 1594)

Of, zoals we nu zeggen: Als het kalf verdronken is, dempt men de put. De Brueghels hadden iets met spreekwoorden.

Pieter Brueghel de Oude; Nederlandse Spreekwoorden

 

2 fragmenten van Nederlandse Spreekwoorden; overgenomen van Wikipedia

 

De bekendste Brueghel, en ook de Brueghel die hier het meeste bekijks trekt; het onbetwiste topstuk van de expositie. Een schilderij dat te groot is om het een beetje duidelijk op de foto te krijgen. Je vindt het HIER op de Wikipedia.

Het is een kakelbont en hyper-kleurrijk tafereel met talloze kleine scènetjes die allemaal verwijzen naar een spreekwoord, zegswijze of uitdrukking. Sommige zijn in onbruik geraakt in 450 jaar tijd; andere zijn in de huidige tijd nog steeds gangbaar.

De Wikipedia ziet 80 van die spreekwoorden staan op het schilderij, het museum benoemt er 100, maar volgens echt enthousiaste speurneuzen bevat het er zelfs wel 125. In de tentoonstelling worden alle 100 spreekwoorden verklaard. Op de Wiki vind je een interactieve afbeelding. Beweeg er met je muis over, en je leest een toelichting per scène.

Ik maak gebruik van de laatste 3 kwartier voor sluitingstijd om er tientallen op te zoeken en te bekijken. Het is een aparte aflevering van FHM’s waard, maar ik pik er alvast 2 uit.

‘Pilaarbijter’ was, en is geloof ik nog steeds, een spottende benaming voor het soort lieden waarover mijn oma het had als ze tegen me zei: ‘Pas maar op, jongen, voor de mensen die in de kerk het dichtst bij de preekstoel zitten!’

‘De een scheert schapen, de ander varkens’ is een verzuchting dat het maar ongelijk verdeeld is in de maatschappij. Varkens scheren is net zoiets als veren plukken van een kikker: het levert geen cent op. Maar het karweitje kost ook weer niet veel tijd; dat is dan wel een voordeel.

 

Pieter Brueghel de Jongere, De Boerenadvocaat (1621)

Wat een pestzooi, dat overal rondslingerende papier! Dit schilderij dateert uit een periode dat onder boeren ‘een woord een woord’ niet meer gold, en steeds meer zaken op schrift werden vastgelegd. Daardoor moesten boeren nog wel eens rechtszaken voeren en daarbij een advocaat inschakelen.

‘Van de stijfkop en de zot, vult de advocaat zijn pot’, is een spreekwoord dat hier van toepassing zou kunnen zijn, al weet ik niet of die tegeltjeswijsheid in de tijd van de Brueghels al bekend was. De boeren hebben allerlei eetwaren bij zich voor betaling in natura. Ze staan letterlijk met de pet in de hand en zijn duidelijk geïmponeerd door die deftige rechtsgeleerde.

Brueghel heeft meer versies vervaardigd van dit schilderij. Een ervan werd vorig jaar ontdekt in de huiskamer van een Frans gezin. Zij hadden een taxateur in de arm genomen om hun inboedel te taxeren, in verband met een erfeniskwestie. Er hing een heel oud schilderij aan de wand dat volgens hen geen cent waard was en dat ze schertsend ‘De Brueghel’ noemden. Wat bleek? Het was écht een Brueghel! Bij een veiling bracht het doek 780.000 euro op. Tsja, de eens scheert schapen, de ander varkens!

 

Jan Brueghel de Oude; Landschap met molens (tussen 1600 en 1620)
Zo’n zonnig, zomers tafereel is precies waaraan je behoefte hebt op een chagrijnige regendag als deze!

FHM
24 december 2023
Er geweest: dinsdag 19 december 2023

De Brueghels zijn tot en met zondag 7 januari 2024 te zien in Den Bosch. Er zijn nog plenty tijdsloten beschikbaar!

VOLGENDE AFLEVERING: DE MIDDELEEUWEN DOORMIDDEN ZAGEN: HET JAAR 1000 (07/01/2024)






© Frans Mensonides, Leiden, 2023