Alles over deze bus
in dit stukje. Al op de derde dag van exploitatie, dinsdag 15 december
2015,
nam ik hem.
In
Zuid-Holland is R-net in de eerste plaats een belofte
voor de toekomst (zie deze provinciale pagina). Een
net is R-net nog lang niet
in ZH; twee losse lijnen nog maar. Er komen veel meer lijnen dan deze
twee,
maar het gaat erg lang duren. Ik houd de lezer op de hoogte.
Voordat we vertrekken, eerst nog even
een kort overzicht van
wat R-net (Randstad-net) wel en niet is.
R-net is
NIET…
* … een reeks nieuwe busverbindingen; vrijwel alle R-net-lijnen hebben
een
voorganger gehad die ongeveer dezelfde route reed;
* … een vervoermaatschappij; het R-net-logo staat op de bussen naast
dat van de
vervoerder;
* … een concessie; elke R-net-lijn maakt deel uit van een concessie die
ook
andere, ‘gewone’ lijnen kan omvatten.
* … altijd duurder dan een gewone bus; er zijn ook R-netlijnen die
rijden
volgens normaal kilometertarief. Een daarvan is lijn 436, de bus uit
dit
stukje.
* … altijd een bus; voorlopig wel, maar railverbindingen onder de
R-net-vlag
zijn in de maak. In Den Haag rijden op lijn 2 (Kraayensteyn –
Leidschendam) al
enkele trams op proef heen en weer in R-net-tooi.
R-net is
WEL…:
* …een soort keurmerk voor hoogwaardig OV (HOV) binnen de Randstad, met
eisen
aan snelheid, doorstroming, frequentie, comfort, betrouwbaarheid en
informatievoorziening;
*… een herkenbare huisstijl van bussen, abri’s, etc.
De uitrol van R-net is begonnen in 2011 en zal doorrollen tot 2028.
Sinds 2011 volg
ik het project op deze site (en op de voet), en ik hoop daar tot 2028
mee door
te kunnen gaan. Een overzicht van eerdere afleveringen vind je onderaan
deze
pagina.
Lijn 436 bedient de as van het
langgerekte Zuid-Hollandse eiland
Goeree-Overflakkee, en verbindt dit via het Hellegatsplein, de A29 en
de
Heinenoordtunnel met Rotterdam Zuidplein. Tot en met zaterdag 12
december 2015
reed Arriva drie lijnen op dit traject. Dat was in de eerste plaats de
basislijn 136, Stellendam – Rotterdam, die 7 dagen per week en 18 uur
per dag
reed, en in de avonduren en op zondag helemaal begon in Ouddorp.
Die werd aangevuld met lijn 130,
Middelharnis – Rotterdam
Zuidplein, alleen in de brede spits. En die beide lijnen werd de loef
afgestoken, zowel qua snelheid als prijs, door Q-liner 396, die van
Middelharnis naar Zuidplein reed en die afstand een paar minuten
sneller aflegde dan
de andere twee lijnen. Daar betaalde je dan wel een flink veel hoger
kilometertarief voor. En de kilometers tikken aardig aan, in deze
streken; Middelharnis ligt er
46 van Rotterdam
Zuidplein.
436 heeft al die drie lijnen
vervangen en levert nu van
alles wat. Hij houdt het midden tussen een snel- en een stopdienst.
Daartussen
is ook weinig verschil in deze streken. De haltes van de stopbus
stonden toch
soms ook al tientallen kilometers uit elkaar op deze onbewoonde steppen
en
toendra’s. En in sommige kleinere dorpen, zoals Nieuwe Tonge en
Melissant kwam
de bus toch al niet; die hebben vanouds niet meer dan een halte langs
de N215.
Lijn 436 kent een behoorlijk
ingewikkelde dienstregeling. Op
zondag en gedurende de avonduren rijdt hij elk uur de hele route vanaf
Ouddorp (zie
de routestrip). Op overige tijdstippen doet hij Ouddorp en Goedereede
niet aan.
Vanuit die twee plaatsen op de kop van het eiland neem je dan lijn 104
(Renesse
– Hellevoetsluis) en stap je over in Stellendam. Daarvandaan rijdt elk
half uur
een R-net-bus naar Rotterdam. In de dal-uren wordt deze dienstregeling
aangevuld tot kwartierdienst met tussenritten die beginnen bij het
ziekenhuis
in Dirksland.
In de spits is de dienstregeling nog
veel ingewikkelder.
Maar je hoeft je er dan eigenlijk niet in te verdiepen, want er rijden in de drukste richting
zo’n 8
bussen per uur; soms zelfs twee tegelijk. Sommige bussen slaan Oude
Tonge over,
andere rijden juist niet verder dan dat busstation op het kruispunt van
de vier
windstreken, van waaruit heel Zuid-West-Nederland bereikbaar is.
In Oude Tonge kun je namelijk
overstappen o.a. naar Bergen
op Zoom, Zierikzee en Middelburg. Een andere overstappunt is de halte
Numansdorp langs de A29, waar je een dijk op kunt klauteren naar een
bus die
daar klaarstaat om je nog verder de rimboe van de Hoekse Waard in te
sturen.
Een ander overstappunt heet Den Bommel (v/h: Schaapsweg) aan de
oostkant van
Flakkee. Daar vertrekt bus 135 naar de buitenplaatsen der
buitenplaatsen: Stad
aan het Haringvliet en Ooltgensplaat. Alle haltes, overstap- of niet,
zijn
voorzien van een abri, klok en dynamische reizigersinformatie in
R-net-kleuren.
Nachtbrakers komen volop aan hun trekken, met lijn 436. Op werkdagen vertrekt de eerste bus om 4:55 uur uit Dirksland. De laatste komt daar aan om 1:25.
R-net biedt, kortom, een snelle en altijd beschikbare
verbinding van Goeree-Overflakkee naar de scholen, winkels, bedrijven
en
verlokkingen van de grote stad Rotterdam (‘Op ‘n dag het Guus de buus
naar
Rotterdam genom’n’ en in zien binn’nzak had Guus een flinke boer’ntiet
met geld’;
schiet ineens door mijn hoofd; kwam Guus uit het liedje van Alexander
Curly
misschien van Flakkee)?
De concessiewisseling ging wel
gepaard met wat grieven. Op
lijn 436 werden een paar haltes in de
bebouwde kom van dorpen geschrapt. In het dubbeldorp
Middelharnis-Sommelsdijk,
die samen de hoofdstad van het eiland vormen, zijn nu nog maar vier
R-net-haltes
en wordt de rest bediend door een paar dunne reguliere lijntjes.
Middelharnis
is misschien het kleinste dorp in Nederland met een eigen stadsdienst;
lijn
134.
Er rijdt verder geen bus meer vanuit
Goeree-Overflakkee die
busstation Heinenoord, de toegangspoort tot de Hoekse Waard, nog
aandoet.
Ook is er gesneden in een paar magere
lijnen. Lijn 190 van
Oud-Beijerland naar Spijkenisse, die de veerpont Nieuw Beijerland –
Hekelingen
nam, sneuvelde bijvoorbeeld. Op dat traject tussen beide plaatsen aan
weerszijden van het Spui, maak je nu een omweg van vele euro’s en
tientallen
kilometers.
Deze dinsdag maak ik er een
streekvervoer-dag van en laat ik
de trein de trein. Ik reis vanuit Leiden met Veolia-bus 45, RET-metro
lijn E
(op het traject Leidschendam-Voorburg – Zuidplein) en R-net-bus 436
naar
Goeree-Overflakkee. Daar zal ik vanmiddag door invallende duisternis en
regen niet
verder komen dan Goedereede. Leiden – Goedereede is toch nog een
respectabele
afstand van 102 kilometer. En ik moet het allemaal ook weer terug. 212
kilometer zal ik in totaal afleggen; een paar extra kilometers tussen
Dirksland
en de horeca van Middelharnis.
Op metrostation Zuidplein lees ik dat
RET de WiFi van alle
reizigers volgt om onze voetgangersstromen in kaart te brengen. En – zo
denkt
de doorgewinterde paranoïcus erachteraan – om een rapport over al onze
bewegingen
en geestesgesteldheden te doen belanden op het bureau van
RET-opperhoofd Pedro.
Hij was de grote promotor van de OV-chipkaartellende, verzweeg tot de
dag van
heden dat zijn bedrijf er duizenden reizigers per dag door
verloren heeft,
en is nu even enthousiast over systemen waarmee je straks met je
smartphone
kunt in- uitchecken.
Zouden die nieuwe systemen ook
voldoende hardnekkige kinderziekten
krijgen om mij er acht jaar lang over te kunnen laten schrijven? Van
2006-2013 vulde
ik een rubriek
over de OV-chipkaart; volg deze link naar de afdeling nummer
laatst,
met aan de voet een overzicht van alle voorgaande delen.
De RET geeft zelf een afdoende
remedie tegen hun
WiFi-spionage: de WiFi op je telefoon uitschakelen; er zit gelukkig ook
op WiFi
een knop. In de R-net-bus kun je hem met een gerust hart uitgeschakeld
laten.
Ik zal de WiFi in bus 436 vandaag twee keer proberen. De eerste keer
krijg ik
helemaal geen signaal; de tweede keer, in een andere bus, een heel zwak
signaal,
en komt er niets dóór op mijn scherm.
Ik stap aan boord van de bus van
11:22 naar Stellendam, een
Citea-bus die nieuw ruikt. Hij telt 40 comfortabele zetels en
evenzoveel
aansluitingen voor medegebrachte digitale communicatieapparaten.
Slechts 9 van die stoelen zijn bezet,
door in totaal 18
reizigersbillen. We rijden Rotterdam uit en de snelweg op met aan boord
7
studenten die vroeg klaar waren, vanmorgen, mijn persoon en een
eveneens grijzende
man, die de bus aan het uitproberen is, denk ik, net als ik.
Vier studenten zitten in zo’n
carré-zitje. Ze reizen
misschien al vanaf de brugklas dagelijks op en neer naar Rotterdam. Heb
je
elkaar dan nog iets te vertellen? Ja, gisteren, toen was deze nieuwe
bus vast
het gesprek van hun dag. Maar daar is vandaag het nieuwtje al weer af.
Twee
studenten dragen een ijsmuts, ook in de bus; dan heb je er buiten
helaas niets
meer aan. Dat heb je toch niet in de winter
van 2015 / 2016, die een opvallend
mild begin kent.
Bij busstation Oude Tonge stapt
iedereen, behalve uw dienaar
uit en komen er 6 nieuwe passagiers voor in de plaats.
Middelharnis – Sommelsdijk hebben
zoals gezegd vier van die
speciale R-net-haltes. De verwevenheid van beide dorpen blijkt uit het
feit dat
de bus eerst een keer stopt in Sommelsdijk (halte Zuid), dan twee keer
in
Middelharnis (Gemeentehuis en Centrum) en dan opnieuw in Sommelsdijk
(Noord), dat je al achter je gelaten meende te hebben.
Bij halte Centrum moet je uitstappen
voor het gezellige
winkel- en horecahart van heel Goeree-Overflakkee. Ik
liep hier zes winters geleden rond, onbewust van wat me
op de terugweg boven het hoofd hing: ingesneeuwd raken door de
sneeuwjacht van
de eeuw, en de nacht moeten doorbrengen op een brits in een sporthal.
Althans,
dat voorspelde mijn moeder me per telefoon, waarbij ze zich baseerde op
een
paniek-weerbulletin van het KNMI, met de M van Massahysterie. In
werkelijkheid
was ik gewoon op tijd thuis om het avondeten te kunnen
bereiden, en
vielen er die avond twee, drie sneeuwvlokjes.
Het gemeentehuis waar die halte naar
is genoemd, was toen
nog het huis van de gemeente Middelharnis, maar nu van heel
Goeree-Overflakkee Deze
halte is verreweg de drukste op het hele eiland.
Niet dat de Goereese ambtenaren
allemaal met de bus naar hun
werk komen. Nee, naast het gemeentehuis staat de enige openbare HAVO /
VWO-school in de zeer wijde omtrek, in een regio die
hartje-bijbelgordel ligt.
Leerlingen reizen bij nacht en ontij letterlijk tientallen kilometers
om hier
op tijd hun jas aan de kapstok te kunnen hangen en daarna niet hun dag
te
beginnen met gebed.
Overdag zie je hier op lijn 436 ofwel
geheel lege bussen of compleet
uitpuilende met 50 à 60 scholieren. Na het einde van elk lesuur
verzamelt zich
een complete menigte jong grut bij de R-Net-abri en propt zich in de
eerst
arriverende bus. Maar de bus van een kwartier later trekt geen klanten
meer.
Die ritten konden wel geschrapt worden. R-net is op dit eiland een
veredeld schoolbussysteem.
Er rijden ook een paar speciale scholierenlijnen waarvan de
dienstregeling is
afgestemd op de lestijden: Zierikzee
–
Middelharnis en Hellevoetsluis – Middelharnis (’s middags natuurlijk
vice
versa).
Ik stap uit in Dirksland.
En ik zie het eigenlijk meteen al, je
krijgt er kijk op als
je veel door Nederland reist, naar nooit van gehoorde oorden. Dirksland
is een
duidelijk geval van een kerkring-dijkdorp met, zoals gebruikelijk, de
Voorstraat als voornaamste blikvanger. Het lijkt op de buren,
Middelharnis-Sommelsdijk.
Achter een
van de ramen hangt een borduurwerkje met de tekst ‘Van het concert des
levens
krijgt niemand een program’. Dat is niet erg origineel, en behoorlijk
afgezaagd.
Maar daarnaast hangt er een om over na te denken: ‘De meeste stellingen
zijn
teleurstellingen’.
De
kerkring is er een met water erin; dat is toch vrij
bijzonder.
Een suizende, tuitende stilte heerst
hier op dit
vroege middaguur in de dorpsstraten. Alle winkels dicht en het hele
gezin aan
de maaltijd; zo gaat het hier vast nog.
Heeft Middelharnis zoals gezegd de
enige middelbare
school-zonder-den-bijbel op het eiland, in Dirksland staat het enige
ziekenhuis
(dat ik ben vergeten te fotograferen). R-net stopt voor de deur. Tot
1956 deed
de tram van de RTM
dat; de herinnering aan die tijd wordt in leven gehouden
door een informatiebord.
Een eeuw geleden moesten zieke
eilanders per tram, boot en
tram naar een ziekenhuis in Rotterdam. Bepaald geen lolletje, met een
gebroken
been of een op knappen staande blindedarm, of zo. En met een
hartverzakking
haalde je dat ziekenhuis vermoedelijk niet eens.
In de jaren 20 werd er een ambulance
in gebruik genomen op Goeree-Overflakkee
en in de jaren 30 kwam er ook nog een ziekenhuis om de patiënten er met
die
ambulance heen te vervoeren. Het hospitaal was te danken aan de
schathemelrijke
mevrouw van Weel die de gemeente er maar liefst miljoen gulden voor
naliet
in haar laatste wil. Het ziekenhuis heet tot de dag van heden: van
Weel-Bethesda.
De andere haltes in Dirksland heten
Dorp en Staakweg. Ik pak
de bus terug naar Middelharnis, dat wat beter in de horeca zit dan
Dirksland.
Onderweg passeren we een opvallende watertoren, met een grote piek, als
was het
een kerstboom, en de busgarage.
Erwtensoep wil ik eten, bij de HEMA,
onderaan de dijk, met
uitzicht op al het busverkeer. Laat je niet foppen door onderstaande
foto
van Middelharnis. Ook hier ligt vandaag geen sneeuw. Ik schoot hem op
die wandeling van zes jaar geleden.
Daarna pak ik de bus naar Stellendam.
En daar zit ik bepaald
niet alleen in. Op die ene openbare school zijn zojuist alle
brugklassen
tegelijk uitgegaan. Een stuk of 45 brugpiepers telt de bus, waarvan er
gelukkig
één zo beleefd is, spontaan op te staan voor een grijsaard.
Verder zijn ze allemaal aan het appen
op hun smartphone.
Letterlijk iedereen heeft tegenwoordig zo’n ding, ook die kleine
wurmen, en
iedereen zit er met kromme nek over gebogen. Toen ik naar de brugklas
ging (opa vertelt van zijn jeugd), was
ik zo trots als een hond met 7 staarten op het echte herenhorloge dat
ik ter
gelegenheid daarvan had gekregen; mijn eerste echt eigen uurwerk.
Het jongetje tegenover me zit, zo
valt op te maken uit wat
daarover om hem heen gezegd wordt, te WhatsAppen met zijn uitverkoren
deerne
die ergens anders in dezelfde bus zit. Voor een tete a tete is hun
relatie nog te pril.
Stellendam is het jongste dorp van
Goeree-Overflakkee. Het
ligt in de flessenhals, het stuk dat ooit is ingepolderd om Goeree aan
Overflakkee vast te maken. Ik ga het dorp niet verkennen (dat wordt
Teleurstellendam, vrees ik), en werp alleen vanuit de bus een blik in
de
Voorstraat.
‘Daar staat een ouwe lul de bus te
fotograferen’, zegt een
van de opvarenden van deze bus. Dat zou op mij kunnen slaan, ware het
niet dat
ik in de bus zat. Inderdaad zie ik buiten een leeftijdgenoot met een
enorme camera
in de weer. Wat drijft zo’n man? Ik bedoel: om een optisch kanon van
vele
decimeters lengte met zich mee te slepen? Met een compactcameraatje kun
je bussen
ook prima fotograferen.
Op het busstation van Stellendam stap
ik over op bus 104
naar Renesse, en met mij de hele kluit kinderen.
Deze bus zit echt overvol, en deze keer maakt
er niemand plaats. Ik zou ook niet bij een vrije stoel kunnen komen. Ik
sta
tegen de voorruit geplakt. Een goede reden om bij de eerste de beste
halte uit
te stappen, en dat is Goedereede.
En met die naam hebben we dan de
enige stad op
Goeree-Overflakkee genoemd; zelfs Stad aan het Haringvliet, waar ik
ook ooit nog
eens wandelde, is geen stad. Een gemankeerde havenstad, dat is
Goedereede wel.
Hoe goed de rede (kade) ook was, de haven is nooit echt tot bloei
gekomen. Er
wonen hier niet meer dan 2000 mensen.
Ik was ook hier al eens eerder, in
de winter van 1997. Bestond
mijn site toen al? Jazeker! Ik zat toen in de 1e jaargang, en nu zit ik
in de
20ste. Ik had me toen net aangeleerd, mijn stukken te schrijven in
volzinnen,
in plaats van telegramstijl. Maar in Goedereede verviel ik meteen in
die oude
gewoonte, doordat ik ANWB-informatieborden in die stijl zag.
Die hangen er nog steeds. Verder is
er ook heel weinig
veranderd in dit stadje, behalve een rij nieuwe huizen aan de rand van
de stad, waar ik
daarnet ben uitgestapt. Alles hetzelfde op pleinen, in straten en
stegen; die 19 jaren lijken daardoor ineens weg
te vallen, en in een flits gepasseerd. Ik heb drie werkgevers versleten
in de
tussentijd, een universitaire studie gevolgd,ben jarenlang mantelzorger
geweest
voor een ziekelijke broer en moeder, heb vrienden gemaakt en verloren,
maar het lijkt allemaal niet gebeurd.
Ik maak nu de foto’s bij dat stukje
van toen. Indertijd had
ik nog geen digitale camera. Mijn papieren foto's legde ik bij mij op
de zaak
onder de scanner, om ze op Internet te kunnen plaatsen. Die apparaten
waren toen onbetaalbaar; bijna geen enkele
particulier had toen thuis een scanner op zijn bureau staan.
Het resultaat van
analoge foto’s scannen was meestal niet om aan te zien.
Het gaat al schemeren, en bovendien
motregenen. Ouddorp
geloof ik wel. Ik neem bus 104 van
15:36 terug naar Stellendam. Terug langs dezelfde weg. Als alles
meezit, ben ik
niet lang na zessen thuis.
De R-net-bus, waarop ik in Stellendam
overstap, is heel
rustig, tot we in Middelharnis zijn. De hogere klassen van die school
zijn nu
ook uit. Een enorme menigte scholieren bestormt de bus. Een paar
verstandigen
zijn binnendoor via straatjes en stegen naar de vorige halte gelopen,
Centrum.
Die zijn ingestapt in de toen nog lege bus, en kunnen daardoor nu
zitten.
Ruim 20 staande passagiers tel ik.
Deze bussen zijn
ontworpen als luxepaardjes en
niet als werkpaardjes.
Met die brede zetels blijft er maar een heel klein gangpad over en is
het proppen
en ongewild tegen elkaar aanstaan. Dat veroorzaakt toch nog wat jolijt
en plezier
onder de kids: ‘Blijf met je poten van me reet af, vieze, vuile
k…r-homo!’,
zegt er één schertsenderwijze tegen een schoolmakker.
‘Wat zijn nou ook alweer
steekhouders?’, vraagt een jongen, gebogen
over een cahier, die een zitplek heeft weten te veroveren en alvast aan
zijn
huiswerk voor morgen is begonnen.
Steekhouders? Mensen die steekhoudende argumenten naar voren brengen?
‘Nee joh, stakeholders, heet dat!’, zegt een ander.
Op de dag dat ik dit stukje tik (in
één ruk; een
hele avond
stevig doorrammen op de toetsen) orakelt onderwijsminister Bussemaker
dat
studerenden vaker de fiets moeten nemen om het OV te ontlasten. Maar
met de
afstanden die hier afgelegd worden om onderwijs te kunnen genieten
zonder levensbeschouwing, is fietsen niet wel doenbaar. Voor een school
mét reizen ze hier
overigens even ver; in Krabbendijke zag ik eens een
compleet busstation bij
een school.
Na de scholieren de forenzen. Op het
drukke busstation Zuidplein
slalommen ze dwars door de stroom van vertrekkende bussen heen om de
R-net van
17:09 nog te halen. Die is nu al populair onder de reizigers naar
Middelharnis-Sommelsdijk, omdat hij Oude Tonge overslaat. Toch weer een
paar
minuten eerder achter wat ze in groot-Rotterdam het prakkie noemen.
Wat valt er verder nog te schrijven
over deze lijn? Niets, al
mijn aantekeningen zijn verwerkt; het verhaal is uit. Wat niet wegnam dat ik in de zomer van 2016
terugkeerde naar Goeree en deze R-netlijn.
Frans Mensonides
20 december 2015
Er geweest: dinsdag 15 december 2015
Deel 5: Haarlem - Uithoorn
/ Haarlem - Zuidas (februari 2015)
Deel 4: Leiden - Zoetermeer
(december 2014 / Januari 2015)
Deel 3: Purmerend, IJSei,
Monnickendam, Hoorn, Geen conclusie (februari / maart 2012)
Deel 2: Zaandam, Haarlem-Amsterdam
ZO - Purmerend - Amsterdam (januari 2012)
Deel 1: Wat R-net wel niet is,
Almere Haven, Huizen, Hilversum, Marken (december 2011)
© Frans Mensonides, Leiden, 2015