Weense ‘Bim’
Wiener Linien: Öffis, U-Bahn, Bim und Bus - De heenreis
The image has gone, only you and I
It means nothing to me
This means nothing to me
Oh, Vienna
Vienna, Ultravox (1981) (HIER de originele video)
Tietenkont-tietenkont-tietenkont-kont-kont
Tietenkont-tietenkont-tietenkont-kont-kont
Tietenkont-kont-kont
Tietenkont-kont-kont
Tietenkont-kont-kont-kont-kont
Nederlandse tekst op de Radetzkymars van Johann Strauss sr.
(1848), een instrumentaaltje met een opwekkend ritme.
Waar heb je die tekst eerder
gehoord of gelezen? Ik denk in de roman of film ‘Turks fruit’.
De mars is,
zonder tekst, altijd de uitsmijter van het Nieuwjaarsconcert in de concertzaal van de Wiener
Musikverein.
Must sees van Wenen: Schönbrunn, Hundertwasser en Prater
Mijn alweer 5e Interrail-reis van 2025 (na Milaan en Florence, Mannheim en Heidelberg, Luik en Skagen), voerde
naar Wenen. Ik maakte een 8-daagse reis naar de hoofdstad van Oostenrijk, met
vertrek op vrijdag 29 augustus 2025. Daarbij laste ik op de heenweg een overnachting
in in Augsburg en op de terugreis een in München. In Wenen bracht ik zodoende 5
etmalen door, en daarmee ook 5 nachten.
Al jaren was ik een bezoek aan Wenen van plan, maar even
lang vroeg ik me af of ik daar, net als de ‘ik’ in de song ‘Vienna’, zou moeten
concluderen: ‘This means nothing to me’ (gesteld dat die regel op de stad Wenen
sloeg; de meningen over de interpretatie van de tekst zijn verdeeld).
De voornaamste attracties van die stad, die behoorden tot
mijn parate kennis: een enorm slot, genaamd: Schönbrunn, een paardenrijschool, een
reuzenrad, opera’s en walsen, Sachertorten en Mozartkogels: het zijn allemaal
niet de zaken waar in de eerste plaats mijn interesse naar uitgaat.
Aan de andere kant: ik noem mezelf altijd een generalist,
een alleseter. Wat me over de streep trok, toen ik me verder in de stad ging
verdiepen: de belofte van schier perfect, en vrijwel gratis OV.
De stadsvervoerder in Wenen, dat vorig jaar de 2 miljoen
inwoners heeft aangetikt, heet Wiener Linien. En lijnen, die zijn er nogal wat in
Wenen. Wiener Linien exploiteert er in totaal 171, waarvan 5 U-Bahn (metro), 29
Bim en 137 bus.
Bim is in Oostenrijk het koosnaampje voor de tram, naar het
geluid van de trambel. Een mooi voorbeeld van een onomatopee, een
klanknabootsing, die in het Duits een Lautmalerei heet, ook een mooi woord. Een
Wener die verzeild raakt in de IJtram van Amsterdam, zou bij de halte Bimhuis
misschien de tramremise verwachten.
U-Bahn, ‘bim’ en bus zijn in de Oostenrijkse volksmond, maar
ook in officiële mededelingen van Wiener Linien, ‘Öffis’. Dat is een afkorting
van Öffentlicher Nahverkehrsmittel(Openbare stads- en streekvervoermiddelen). In
Wenen wordt intensief gebruik gemaakt van de Öffis. Wiener Linien vervoerde in het
pre-coronajaar 2019 per werkdag maar liefst 3,2 miljoen passagiers. Daarvan namen
er 1,5 miljoen de U-Bahn, 1 miljoen de bim en 700.000 de bus. In 2024 bleek een
klseine 90% van dat aantal na corona teruggekeerd te zijn in het OV.
Die miljoenen mensen reizen voor feitelijk niet veel meer
dan een symbolisch bedrag. Wenen stimuleert het OV – en ontmoedigt daarmee het
gebruik van de auto - met opvallend lage
tarieven. Een enkeltje kost slechts 1,20 euro, een bedrag waarvoor je in
Nederland nog net mag instappen, en met een beetje geluk kunt reizen naar de eerstvolgende
straathoek.
Wiener Linien telt verder niet minder dan 1,3 miljoen ‘Öffi-Stammkund*innen’,
vaste klanten van het Weense OV. Deze mensen bezitten een jaarkaart. Die kan
ingaan op de eerste dag van elke maand, en is dan 12 maanden geldig. Hij kost 365
euro, één euro per dag, maar voor senioren en scholieren nog veel minder. Die
kaart is alleen geldig in de zone 100. Maar die omvat de gehele gemeente Wenen,
een aardig grote zone, dus.
Voor toeristen zijn 24-, 48-, 72-uurs-, en 7- en
31-dagenkaarten verkrijgbaar, ook tegen heel schappelijke bedragen en ook
geldig in heel de stad. Met al die kaarten mag je ook met de trein reizen, voor
ritten tussen de niet minder dan 52 (S-Bahn-)stations die de stad telt. De
S-Bahn wordt geëxploiteerd door de ÖBB (Österreichische Bundesbahnen), het Oostenrijkse
spoorwegbedrijf.
Het stimulerend beleid werkt: binnen Wenen reizen meer
mensen met de Öffis dan met de auto, die vrijwel nergens in Wenen echt
hinderlijk aanwezig is.
Dat wil ik wel eens zien – evenals de kleurrijke
sprookjeshuizen van architect Hundertwasser, het Kunsthistorisch Museum, waar
vast wel een paar Rembrandts hangen, de mooie blauwe Donau en nog een paar andere dingen die ik vond
door te googlen naar must sees. Kortom: Ik naar Wenen!
U-Bahn bij het eindpunt van lijn U1: Leopoldau
De ruim 1300 spoorkilometers tussen Leiden en Wenen kun je in
één dag afleggen; 13 uur van station tot station als alles meezit en je alle
overstappen haalt - wat in Duitsland meestal een illusie is. Maar ik ben veel
te ongedurig on zo lang in een trein te zitten. Ik hoef ook niet zo nodig naar boven de poolcirkel, zoals
veel Interrailers doen. Ik heb mezelf al eens een Interrailer van de koude
grond genoemd.
Ja, ik zou onderweg in
de trein een boek kunnen lezen om de tijd te korten. Maar daarvoor hoef je niet
op reis. Dat kan ik thuis ook, al doe ik het tegenwoordig vrijwel nooit meer.
Op vrijdag de 29ste daarom
niet verder dan Augsburg, waar ik in 2023 al 4 dagen logeerde.
Op Utrecht Centraal neem ik de
ICE 225 (Amsterdam – München) van 9:00 uur. Hij bestaat uit 2 ICE 3neo’s, het
nieuwste model, dat sinds kort ook naar Nederland rijdt. Hij heeft een paar
nieuwe features, zoals extra deuren, een rolstoellift, een fietsafdeling (met
verplichte reservering), extra bagageruimte en stopcontacten bij elke stoel.
Op de ICE 225 is niet alleen voor fietsplekken, maar ook voor een van de 900 stoelen
reserveren verplicht – alleen in de zomerperiode, voor zover ik weet. Ik heb
daarom gereserveerd voor het traject Utrecht – Mannheim. In de laatste plaats wil
ik me, met mijn genoemde ongedurige natuur, alweer vertreden.
Ik Interrail altijd 1e klasse,
alsof ik een rijkaard was. Maar er waren in deze trein een paar dagen van
tevoren alleen nog reserveringen voor de 2e klasse beschikbaar, waar ik dan
maar morrend genoegen mee heb genomen.
Zo’n reservering hoef je niet
meer uit te printen; je kunt hem tonen op je telefoon. Als ik hem oproep op het
perron van Utrecht Centraal, blijk ik toch een stoel in de 1e te hebben;
vreemd! Als ik bij die stoel – helemaal voor in de trein, ik moet bijna naar
Vaartsche Rijn lopen – ben aangekomen, staat hij te boek als gereserveerd voor
Duisburg tot Mannheim. Klopt ook al niet.
Nu al in Arnhem, met de nog af te
leggen route op het fraaie display in de coupé. Op de dag dat ik hier langs
kom, is Arnhem nog in diepe rouw
over de intrekking van de proflicentie van
Vitesse. Maar op de dag dat ik dit type, hebben ze die alweer terug, en mogen
ze toch nog meedoen aan de competitie
van de keukenkampioenen, met een
inderhaast in elkaar geknutseld campingelftal en met meteen alweer 12
strafpunten.
Ik volg het nieuws erover op de voet, vooral omdat het vrijwel nergens
over gaat, denk ik; een klucht tussen het barre wereldnieuws van de laatste
tijd.
Ik breek me het hoofd over die
reservering totdat we de grens al over zijn, kijk op dat reserveringsbewijs,
kijk nog eens, en zie dan eindelijk dat het een oud exemplaar is; hij was geldig
op 28 maart. Die dag begon ik mijn reis naar Italië ook met een rit Utrecht –
Mannheim, ook met de IC 225. Nu ga ik nog eens zoeken op mijn phone, en vind
dan toch nog de juiste reservering voor vandaag. Nou, deze reis begint alweer
met een mooie miskleun!
Die reservering voor vandaag is
wel degelijk voor een stoel in de 2e klas, helemaal achter in het andere treinstel.
Ik heb weinig zin om daar bij het eerstvolgende station, Duisburg, helemaal
heen te lopen, en verkas naar een vrije stoel in de 1e klas. Daar is een
overvloed aan. Dan begrijp ik niet, hoe de
zitplaatsen al uitverkocht konden zijn toen ik er een probeerde te reserveren.
De conducteur komt, keurt mijn
1e-klas Interrail-ticket vanzelfsprekend goed, en controleert niet of ik er wel
een reservering voor heb. Ik kan gewoon tot Mannheim blijven zitten.
Anderen dan ik zijn nog ernstiger de weg kwijt. Op Mannheim
is er consternatie op het perron. Een jonge vrouw staat hysterisch te krijsen voor
een deur van een op punt van vertrek staande trein: ‘Nein, nein!!’ Ze had haar
bagage aan boord gezet, hoewel het vertreksignaal al gegeven was, en toen ging
de deur dicht. Nu klimt ze op de treeplank en poogt die deur met haar handen
open te rukken.
‘Mens, stap dan ook op tijd in!’, bijt iemand de vrouw toe. Een
paar wagens verder is er nog een deur open. Ze rent op aanwijzing van het
personeel gillend en met maaiende armen over het perron die kant op. ‘Mein
Gott, mein Gott’, roept een spoorwegman. Maar dit loopt nog goed af.
Verder gebeurt er niets opmerkelijks op weg naar Augsburg. De verbouwing van Augsburg
Hbf is nog in volle gang. 28 maanden na mijn vorige bezoek, zien de perrons en
de stationshal er een stuk gelikter uit dan ik me herinner. Er is beslist vooruitgang
geboekt. Het voorplein is echter nog even rommelig als toen en het tramperron
onder het station is nog niet in gebruik.
Zo gaat het gaat worden:
In Augsburg heb ik hetzelfde hotel en eet ik bij dezelfde chinees ertegenover als in 2023. Ik maak wel een heel andere stadswandeling en dientengevolge ook andere foto’s dan toen. Je maakt nooit tweemaal dezelfde foto, beweer ik altijd, maar ook niet tweemaal dezelfde wandeling. Die plaatjes komen later wel een keer in mijn rubriek ’overgeschoten foto’s.’ Morgenochtend verder naar Wenen.
De trein Augsburg - Salzburg gaat over bekend terrein. Het gedeelte München - Rosenheim
deden we al in de jaren van de Bergland Expres en Rosenheim – Salzburg deed
ik vorig jaar voor het eerst. Vandaag zit ik in de EC 217 Saarbrücken - Graz.
Treinen van Westbahn op Wenen Westbahnhof
Verder met een trein van WESTbahn. Dat is een
spoorwegbedrijf dat de ÖBB beconcurreert op het spoor, en een paar
eigenaardigheden heeft. Daar maakte ik vorig jaar al kennis mee toen ik tussen
Salzburg en Kufstein niet in de 1e klas mocht zitten omdat ik er niet voor
gereserveerd had,
Dat is een stelregel bij WESTbahn: je moet reserveren voor
de 1e, en mag er niet plaatsnemen zonder reservering, ook al vind je een vrije
plek. Dus ik ga op voorhand maar in de 2e zitten.
WESTbahn rijdt sinds
2013 met Stadler KISS dubbeldekstreinen elk uur van Wenen Westbahnhof naar
Salzburg Hbf en soms verder naar München, Stuttgart, of helemaal naar Landeck
in Vorarlberg. Een zijtak van hun net loopt van Salzburg naar Sankt Johann im
Pongau.
Er rijdt een restauratieafdeling mee. Op het bovendek zijn
de bagagerekken veel te krap voor grote tassen en koffers. Met bagage moet je
dan ook verplicht op het benedendek zitten. Daar heb je zelfs rekken waar je je
koffers met een kabel en een slot aan vast kunt leggen.
Het wordt omgeroepen en de conducteur houd er ook strak de
hand aan: bagage alleen toegestaan in de rekken. Geen bedrijf dat het zijn
klanten echt gemakkelijk maakt. Maar ik had weinig keus. Ik heb, zoals wel
vaker, in Wenen geboekt voor het Intercityhotel, en dat ligt vlakbij het
Westbahnhof. Zoek je een reis uit naar het Hauptbahnhof, dan kom je meestal
terecht in die mooie, Oostenrijkse Railjets.
Westbahnhof en Hbf, dat zijn de 2 grootste stations van
Wenen en zijn in zekere zijn concurrenten van elkaar; ik kom er nog op terug.
Concurrenten op Salzburg Hbf: Railjet en WESTbahn
De WESTbahn maakt gebruik van de spoorlijn die ook Westbahn
heet, Salzburg Hbf– Wenen Westbahnhof, 312 kilometer. Die heet Westbahn omdat
hij vanuit Weens perspectief naar het westen loopt. Voor mij is het een oostbaan.
In Oostenrijk ben ik nooit verder gekomen dan het Alpengedeelte van het land,
de deelstaten Tirol, Salzburgerland en Vorarlberg.
Met de bergen is het na Salzburg wel gedaan; hooguit wat
sloom glooiende heuvels, en ergens halverwege het vage silhouet van een middengebergte
verweg in het zuiden, waarvan ik de naam niet heb kunnen vinden.
De Westbahn is aangelegd in het midden van de 19e eeuw en
heette ooit: Kaiserin Elisabeth-Bahn. Recentelijk is de lijn tussen Linz en
Wenen uitgebreid van 2- naar 4-sporen. Die 2 extra sporen lopen tussen Sankt-Pölten
via een shortcut, met tunnels, waar gereden kan worden met een snelheid van 230
km/uur. Harder gaat het bij mijn weten nergens in Oostenrijk.
De trein stopt in Vöcklabruck, Attnang-Puchheim, Wels, Linz,
Amstetten, Sankt Pölten en Wien Hütteldorf.
Daarbij doorkruisen we de deelstaten Opper-Oostenrijk (Oberösterreich) en
Neder-Oostenrijk (Niederösterreich) en belanden uiteindelijk in Wenen (Wien),
dat in zijn eentje de gelijknamige deelstaat vormt.
Tijdens de reis daal je langzaam af naar Wenen. Maar je moet
je geen uitzicht als in het Groene Hart of in de Flevopolders voorstellen. Het laagste punt van Wenen
ligt nog altijd 151 meter boven de zee (die je niet hebt in Oostenrijk). Ze spreken hier over meter Über
Adria; zie het gelijknamige stuk van mijn hand uit 2022.
Nu ontbreken op mijn lijstje alleen nog de deelstaten Burgenland,
Karinthië (Kärnten) en Stiermarken (Steiermark); misschien kom ik daar ook nog
wel eens.
Linz heeft een groot station, met een spaghetti van sporen. Linz
is de 3e stad van Oostenrijk qua inwonertal en is de hoofdstad van
Opper-Oostenrijk.
Tussen Linz en Amstetten slaag ik erin, de app van Wiener Linien
te installeren en er een ticket voor 7 dagen op te laden en te betalen. Het
kost slechts 19,70 euro; de hele vakantie door Wenen reizen voor nog geen 2
tientjes.
Verder op de rit ontspint zich een app-gesprek per WhatsApp over
dat nummer ‘Vienna’ van Ultravox met een vriend die ook duizenden oorwurmen
kent. In de tijd dat het in de hitparade stond, moest je de Engelse teksten maar
zien te verstaan; bij gezongen teksten nog moeilijker dan bij gesproken woord.
Tegenwoordig kun je de ‘lyrics’ van een nummer googlen op het Web. Niet dat we
daardoor nou erg veel wijzer worden van ‘Vienna’.
Het nummer wekt eerder een sfeer op dan dat het helder
verhaal vertelt. Ontreddering en vervreemding, plus relatiegedoe. Er is sprake
van een ‘you’, en bovendien gaat ¾ van de popnummers over relatiegedoe, dus met
zo’n gok zit je bijna altijd goed. De
winterse sfeer van de tekst en de clip symboliseert de kou die er in de liefdesrelatie
is geslopen. En dat alles grijpt plaats in Wenen, anders zouden we de titel
niet kunnen verklaren.
Ik denk vandaag nog dat het in elke stad had kunnen spelen.
Maar na 5 dagen Wenen zal ik snappen dat geen enkele andere stad dan Wenen het
decor had kunnen zijn. De melodie en de clip van ‘Vienna’ passen naadloos in
die stad: kitscherig, decadent, bombastisch en flink over the top, maar toch
ergens wel mooi en roerend; hoe Weens wil je het hebben?
In Nederland kwam ‘Vienna’ in het voorjaar van 1981 op 1 in
de top 40, maar in het moederland van Ultravox, het VK, bleef hij steken op 2,
achter het vervelende niemendalletje ‘Shaddap You Face’ van Joe Dolci. Daar kunnen ze in
Engeland nog steeds niet over uit, net zomin als ze er in Liverpool over uit
kunnen dat Penny Lane / Strawberry Fields Forever van de Beatles in 1967 bleef
steken achter Engelbert Humperdincks ‘Release Me’. Midge Ure, de zanger en schrijver van
‘Vienna’, wees ooit een uitnodiging voor een ontmoeting met Joe Dolci af; hij
had die naam al tot brakens toe gehoord.
Bij een poll in 2012 werd ‘Vienna’ in de UK uitgeroepen tot
de beste nummer-2-hit aller tijden. Waar kwam Penny Lane / Strawberry Fields dan
terecht in die poll? Op nummer 7 pas, en daar kan IK nou weer niet over uit.
Mijmeringen over muziek, onderweg naar een muziekstad…
Na Sankt-Pölten, de hoofdstad van Neder-Oostenrijk, begint
het hogesnelheidsgedeelte van de Westbahn. Je hebt er uitzicht op tunnelwanden,
en bij afwisseling ook wel op hoge geluidsschermen.
En dan rijden we Wenen binnen en even later Wien
Westbahnhof. Bestemming bereikt!
Dit was, in verband met tijdnood en allerlei gedoe te
mijnent, een erg kort beginnetje van een reisverslag dat verder tot je zal komen in nog een
stuk of 4, 5 wekelijkse afleveringen. Wordt
vervolgd!
Frans Mensonides
15 september 2025
Oostenrijk mag dan niet aan de zee liggen; naar het strand kun je er wel, langs de Donau.
Als je denkt dat de blauwe Donau hier groen is, dan ligt dat niet aan
je beeldscherm of aan je ogen of aan mijn camera; het is echt zo.