R-net (10)
EBS start in Haaglanden met 2 nieuwe R-net-lijnen


         

R-net, nu ook in Delft




Op 25 augustus 2019 steeg het aantal R-netlijnen in Zuid-Holland van 10 naar een dozijn. Twee lijnen kwamen erbij: 455, Delft-Zoetermeer via Pijnacker en 456, Den Haag Leyenburg – Schiedam Centrum NS via Honselersdijk, Naaldwijk en Maasland. Aan de onderkant van dit artikel een overzicht van al mijn stukken tot nu toe over de groei van het R-net in de dichtst- en meestbevolkte provincie van Nederland.

Zoals wel vaker is gebeurd, viel de introductie van de rood-grijze bussen samen met een concessiewisseling. Op diezelfde laatste zondag van augustus 2019 nam EBS in de regio Haaglanden het stokje over van Connexxion. Het uit Israël afkomstige EBS, al bekend uit Waterland en van Voorne-Putten, mag tot/met 2030 in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag het streekvervoer rijden in de wijde omstreken van de residentie.

Die twee R-netlijnen zijn eigenlijk niet veel bijzonders. Zoals gebruikelijk zijn ze een voortzetting van al bestaande busverbindingen, met een ander kleurtje, blitse abri’s en op sommige delen van de dag een hogere frequentie.

De Metropoolregio, en daarmee EBS, zorgen ook voor een paar echt nieuwe verbindingen, waaronder twee heel opmerkelijke. De ene is die van station Delft met Rotterdam The Hague Airport, bij ouderen onder ons nog bekend onder de naam Vliegveld Zestienhoven. Die lijn is uitgevoerd als een verlengstuk van de al bestaande lijn 37 (Den Haag Leyenburg – Delft NS). De andere nieuwe verbinding is die van Wassenaar met Voorschoten, lijn 42. Maar die is evenmin nieuw als zinvol, als ik er goed over nadenk.

Ook aan die twee nieuwe lijnen aandacht in dit groeiartikel, hoewel ze geen R-netstatus bezitten. Het had een toegift moeten worden. Door een grove fout op de afdeling Planning van De digitale reiziger zijn we echter alvast begonnen met die toegift, terwijl het stuk over R-net nog geschreven moest worden en vanzelfsprekend eerst nog beleefd. HIER begint het hoofdgerecht over R-net, maar eerst het toetje.



Einde van een tijdperk

De concessie Haaglanden kent een paar uitlopers tot in de regio Leiden, die verder tot/met 2022 bediend wordt door Arriva. Het gaat om de lijnen 43 (Den Haag – Wassenaar – Leiden), 45 (Den Haag  - Voorburg – Leidschendam – Voorschoten – Leiden) en 46 (Den Haag – Voorburg – Leidschendam – Voorschoten Vlietwijk). Deze lijnen werden tot/met zaterdag 24 augustus 2019 gereden met de rode bussen van Connexxion, v/h Veolia. Op lijn 45 zie je soms ook de groene van Arriva, dank zij een in het streekvervoer zeldzaam staaltje van samenwerking.

Afscheid dus van deze bussen, die duidelijk nieuw gewéést zijn. Ik wilde maandag de 19e een afscheidsfoto maken van een bus op lijn 45, en liep vanuit huis naar de halte Brahmslaan. Toen kreeg ik de bus er telkens niet goed op: tegen de zon in, auto’s ervoor. Dus wandelde ik langs de route en zocht steeds andere standpunten, totdat ik 8 km verderop terecht kwam bij de halte GGZ Rivierduinen in Leidschendam. Die halte noem ik nog altijd Schakenbosch, omdat hij zo heette toen ik met de Blauwe Tram van Voorburg naar opa en oma in Leiden reisde.

Enfin, mijn dagelijkse verplichte wandelkilometers meer dan gemaakt! De beste foto was die bij de halte Kniplaan in Voorschoten. Ook afscheid van die lieftallige dame in de abri, van wie de houdbaarheidstermijn over 1 à 2 weken zal verstrijken.

 


En nog een afscheid van lijn 45. Zaterdagavond om 22:00 fotografeerde en nam ik een van de laatste Connexxion-bussen die zouden vertrekken van Leiden Centraal.

Een afscheid dat alle passagiers volkomen Siberisch liet; ik zag in ieder geval niemand schreien van aandoening. Dat concessiespel met miljoeneninzet is tijdverdrijf voor OV-bobo’s, en ergernis voor vakbonden en de SP, die er altijd op tegen zijn – zoals ze overal op tegen zijn. Maar de reizigers geven er geen zier om, welke naam er op hun bus staat. We hebben vanaf 1961 al gezien: NZH, Westnederland, ZWN, Connexxion, Veolia, weer Connexxion en soms ook Arriva, zoals gezegd.

Een echt emotioneel afscheid vond plaats in de vroege avond van donderdag 9 november 1961 toen de Blauwe Tram plaatsmaakte voor de grijze bus; dat was echt het einde van een era. Daar zijn werkelijk hete tranen om geplengd. De laatste rit werd enkele dagen vervroegd, om een volksopstand te voorkomen. De Blauwe verdween als een dief in de nacht.

Ikzelf, 5 jaar plus 5 dagen oud die dag, was nog veel te jong voor nostalgie en stapte voortaan met evenveel plezier in de bus als ik gedaan had in de tram. Maar niet meteen de dag erna, want ik was nog herstellende van mijn amandelverwijdering, die ook plaatsvond op 9 november 1961.

Dat heb ik geloof ik al eens verteld. Maar vorig jaar leerde ik in Liverpool dat op diezelfde dag ook nog de eerste ontmoeting plaatsvond tussen het toen nog vrij onbekende boysbandje The Beatles en hun toekomstige manager Brian Epstein, die ze wereldroem zou bezorgen. Fascinerend, op één dag 3 zulke historische gebeurtenissen, die totaal niets met elkaar te maken hebben!

 




Rotterdam The Hague Airport ontsloten




5 jaar geleden schreef ik een stukje over een wild idee voor een tramlijn van Den Haag naar het vliegveld dat mede de naam van die stad draagt: Rotterdam The Hague Airport. Hoewel het een slecht doordacht plan was, niet veel meer dan een losse flodder, wordt het stuk erover al jaren massaal gelezen / bekeken op mijn site. Dat is na bijna 23 jaar op het web nog steeds een levensgroot raadsel voor me: waarom trekt het ene artikel wel veel bezoekers en het andere niet?

Nu dan eindelijk wel een busverbinding vanuit Haaglanden met dit bescheiden vliegveldje, dat maar 2,5% verwerkt van het aantal passagiers van grote broer Schiphol. Tot gisteren reed er alleen stadsbus 33 van de RET heen: Rotterdam Centraal – Overschie – Airport – Metro Meijersplein. Die bus neem ik op deze gedenkwaardige dag om bij dat vliegveld met die onhandige naam te komen.

En omdat het zondag is en dit verhaal zich afspeelt in groot Den Haag, ben ik in het gezelschap van mijn broertje Sjoerd. Die resideert in een verpleeghuis in Den Haag Bohemen en ik heb hem een rit rechtstreeks naar zijn huis beloofd met deze doorgetrokken buslijn 37.

Zo’n concessiewisseling heeft normaliter een voorbereidingstijd van ongeveer een jaar. Maar deze keer wat korter, 7 maanden, doordat Connexxion, de verdreven concessiehouder, naar de rechter stapte. Connexxion: een veelvuldige en slechte verliezer van concessies.

Nu was er binnen 7 maanden toch wel ruim voldoende tijd geweest om een EBS-haltepaal te plaatsen bij Rotterdam The Hague Airport. In plaats daarvan is aan die van RET een tijdelijke EBS-halte bevestigd, en daaraan weer met plakband een haltevertrekstaat. De bus van 16:21 blijkt echter gereed te staan aan de andere kant van het busstationnetje. Ik krijg het nog net op tijd in de gaten. We rennen erheen, maar de chauffeur veinst ons niet te zien en vertrekt.

Dan maar naar het ook zeer bescheiden restaurant van het luchthaventje en dan maar een verkwikkend glas gazeuse bestellen op deze kokendhete middag. `Toen ik in Latijns Amerika reisde´, zegt Sjoerd, ´moest ik soms wel eens een hele dag op de volgende bus wachten, als ik er een gemist had´. Lijn 33 rijdt gelukkig elk half uur, 7 dagen per week van ´s morgens heel vroeg tot ´s avonds laat.

Wat in ieder geval tijd genoeg is om even naar EBS te twitteren wat een verpletterende indruk ze al op me maken op hun eerste dag. Het gezegde ‘Je krijgt nooit een 2e kans voor een 1e indruk’ hangt daar vast boven elk bureau.

De twitteraars van deze vervoersmaatschappij uit het beloofde land zijn in de leer geweest bij NS. Op alle klachten reageren ze op dag één al in de trant van: wat vervelend voor je dat het zo gelopen is, dit is natuurlijk niet de bedoeling, we zetten de klacht door. Ze zouden het twitteren kunnen overlaten aan een app.

Enfin, de bus van 16:51 slaagt erin, aan te meren op de goede plek. Deze lijn staat nog niet in de toeristenfolders en reisgidsen all over the world. Er zitten maar 4 passagiers in de bus, waarvan er 2 eigenlijk al een half uur eerder hadden moeten vertrekken.








Als je er eenmaal inzit, gaat het toch wel hard. Er wordt non-stop gereden tot de halte Krakeelpolderweg in Delft. Snel na vertrek van het luchthaventje  rijden we de A13 op. Bij een hoeve langs die snelweg zal op zondag 1 september een veulenveiling plaatsvinden. De Ruyven is de naam van een hamburger- annex goktempel aan de weg. Ineens zien we opdoemen wat de locatie bij Zoetermeer-Lansingerland had moeten worden: Las Vegas in de polder.

De nieuw ruikende streekbus van EBS rijdt op groen gas, wat geen gas is van groene kleur, maar gas dat gewonnen wordt via biologische afbraakprocessen. De stadsbussen in Delft en Zoetermeer gaan voor 100% op elektriciteit.

Aan de westkant van Delft: Buitenhof en Den Hoorn, is een stadslijn vervangen door de ‘Delfthopper’ die een half uur van te voren ontboden moet worden. Op de rest van de stadslijnen in Delft is er maandag t/m zaterdags overdag nu kwartierdienst. Een rit duurt daar ook zelden langer dan een kwartier.

Ook bus 37 bereikt Delft een kwartier na vertrek van de luchthaven, die daardoor nu een snelle verbinding heeft met de Haagse regio. Een vlotte rit over een afstand van 12 km.

Daarna rijdt de bus verder via Den Hoorn, waar we een nieuwbouwwijk doorkruisen. Daar heeft men nu tenminste nog regulier OV, zodat ze er niet de Hopper hoeven te appen.

Via Wateringse Veld koersen we naar Den Haag Zuidwest. Afgelopen vrijdag, 23 augustus, was het 20 jaar geleden dat HTM-tram 17 doorgetrokken werd naar het toen in aanbouw zijnde Wateringse Veld. Dat was me ontgaan, maar de online-krant RijswijksNieuwsblad mailde me een dag eerder of ze een oud stukje van mij over die historische gebeurtenis mochten plaatsen. Dat mocht van mij, en ze hebben dat integraal gedaan, inclusief een sneer naar Marco Borsato, spotternij met een voorlichtingscampagne over de sief, en de postzegelfotootjes die ik toen op mijn website plaatste.

Vanzelfsprekend doet de WiFi het niet in deze bus van EBS. Hetzelfde moet gezegd worden van de airco. Wat het wel doet: de luidspreker van de automatische halteafroep. Die gaat gepaard met zulk onwijs gebrul en geschreeuw dat ik me afvraag of de passagiers nu werkelijk een gehoorbeschadiging moeten oplopen. Gelukkig ontbreekt de helft van de haltenamen. Soms hoor je ‘DE VOLGENDE HALTE’ en daarna een weldadige stilte.

Bij het eindpunt, het OV-knooppunt Leyenburg, stappen we over op HTM-lijn 21 voor de laatste paar haltes. Haagse Harry achter het stuur bekt een bejaard echtpaar, dat wil uitstappen,  af omdat ze niet op de bel gedrukt zouden hebben, terwijl iedereen die bel heeft kunnen horen. ‘Je zal toch net besloten hebben om voortaan de auto te laten staan’,  vindt Sjoerd, ‘en dan meteen zo’n busmiddag meemaken. Je bent meteen helemaal klaar met het OV!’

Ik nog niet; ik ben een masochist of een volhouwer; zeg het maar! Een uurtje later neem ik bij Den Haag Centraal EBS-bus 46 naar Voorschoten. Die komt 10 minuten te laat voorrijden, toont geen lijnnummer, noch bestemming – hetgeen volgens de chauffeur te wijten is aan een complete meltdown van ‘Het Systeem’ – en laat ook dat onwijze geblèr uit de luidspreker klinken.

Lijn 46 rijdt in de nieuwe dienstregeling niet meer via de Binckhorst maar volgt tot/met Voorburg de route van lijn 45. Hij rijdt nog wel langs het mega- winkel- en amusementscentrum Mall(igheid) of the Netherlands in Leidschendam dat langzaam vorm krijgt.

Met de chipkaart wil het vandaag ook nog niet helemaal vlotten bij EBS. Het regent op Twitter klachten van reizigers die een abonnement hebben, maar bij wie toch saldo wordt afgeschreven.

Postzegelverzamelaars zijn of waren altijd tuk op eerstedagenveloppen. Maar OV-fans kunnen op de eerste dag van een concessie maar het best thuisblijven. Waarom heb ik dat niet gedaan?

 



Busplatform bij Den Haag Centraal

Drie dagen later keer ik terug naar Rotterdam The Hague Airport voor nog een foto van de EBS-bus bij dat schattige verkeerstorentje; het schoot er zondag bij in.

De middag loopt tegen de spits als ik instap bij station Delft. Ik ben de enige passagier. ‘De volgende halte: Krakeelpolderweg’, de halteafroep bij EBS is de laatste dagen bijgesteld naar een normaal volume.

Op de van 6 rijstroken voorziene A13 stroomt het lekker door. Desondanks doet de bus nu 20 minuten over de rit. Dat komt doordat in Delft werkelijk alle negenogen op rood stonden. Een kwelling, want ik voel me altijd helemaal opgelaten als ik als enige passagier in een bus zit.

Bij de luchthaven wordt de bus bestormd door mensen met koffers, veel koffers. De reizigers vragen of deze bus echt naar Rotterdam Centraal gaat. Uiteindelijk stapt er maar één daadwerkelijk in. Ik ga hier een uurtje rondlummelen en nog twee bussen op lijn 37 afwachten, of het vervoer nog aantrekt.




Alles hier: het restaurant, de vertrekhal, de omgeving, ademt een bijna surrealistische, schier landelijke rust. Geen gedrang bij de dranghekken. Geen opgewonden getetter uit de luidspreker ook. Boarding calls worden hier niet gegeven, je moet zelf opletten of jouw vlucht op het bord met vertrektijden verschijnt. Dat omroepen, daar kunnen ze natuurlijk niet aan beginnen met 10 of soms wel 12 vertrekkende passagiersvliegtuigen per dag.

Wat een contrast met de warrelende wereld van Schiphol! Op de brede allee naar de vertrekhal rijdt een enkele auto. En die kan dan voor een schappelijk bedrag geparkeerd worden op het terrein tegenover de hal. Geen ‘Parking Valets’ hier die tijdens je afwezigheid voor een kapitale som op je auto beloven te passen, maar er dan mee gaan joyriden, hem inzetten voor taxi- en koeriersdiensten, er reeksen boetes mee oplopen die jíj mag betalen en hem op de nastoot in de prak rijden. Ook geen agressieve, opdringerige taxichauffeurs en snorders hier die passagiers ronselen.

De kantoorarchitectuur rond het vliegveld heeft ook iets sereens, vind ik. Ze staan niet op elkaar gepropt. Aan de ene kant zijn het variaties op het thema: schoenendoos, maar ergens hebben ze ook iets van Rotterdamse ‘smoel’ over zich.

De volgende bus 37, die ik niet heb zien aankomen, vertrekt met maar liefst 5 passagiers aan boord. De bus die weer daarop volgt, komt met een klein kwartier vertraging aanwaaien. 3 passagiers eruit en 0 erin. Die passagiersaantallen maken wel duidelijk, hoe zinvol het plan was voor een railverbinding op het traject van lijn 37…

 

Rechtsboven: kleefbriefjes wijzen EBS de weg naar het vliegveld.



In de herhaling: Voorschoten - Wassenaar



Voorschoten

Een dag eerder, dinsdag de 27ste, ga ik bus 42 eens proberen, de nieuwe lijn van Voorschoten naar Wassenaar, die rijdt sinds maandagmorgen.

Hoe is men toch op het idee gekomen om het traject Voorschoten-Wassenaar opnieuw in de dienstregeling op te nemen? Misschien heeft het ermee te maken dat de 2 gegoede forenzendorpen enkele jaren geleden getroffen zijn door de natuurramp van een ambtelijke gemeentelijke fusie. Mogelijk verwachten ze in deze nederzettingen, waar iedereen boven de 17¾ in een auto rijdt, een enorme toeloop op de gemeentelijke instellingen in het andere dorp.

Feit is dat het  met deze verbinding al 136 jaar niet wil lukken. 136 jaar?? Ja. In 1883 werd een ca. 4 km lange stoomtramlijn op smalspoor geopend van het minuscule dorpje dat Voorschoten toen was, naar het idem-dito dat Wassenaar heette. De geheel enkelsporige route liep via de Papelaan, Papeweg en Kerkdam naar Wassenaars korenmolen Windlust, die er nog steeds staat. De tramlijn was een zijtak van de wél succesvolle stoomtramverbinding van Den Haag Staatsspoor naar de Haagweg in Leiden: de verre, verre, verre voorloper van de huidige lijn 45. Maar die tak naar Wassenaar zong het maar 10 jaar uit.

Wat er de 70 jaar daarna gebeurde met deze verbinding, zou een interessant studieobject kunnen zijn voor iemand die meer tijd dan ik heeft om door te brengen in leeszalen van archieven. 4 km; in die tijd zag nog geen mens ertegenop om zo’n kippeneindje, bovendien langs bossen en weiden, te lopen.

Wat ik me herinner van de laatste 55 jaar, die ik als streekbewoner bewust heb meegemaakt, is aan de vage kant. Voorschoten - Wassenaar was een knipperlichtverbinding, die een keer of 4 à 5 is opgedoekt en weer ingevoerd.

In de 60’s kon je vanuit ‘mijn’ Fortuinwijk in Leiden rechtstreeks met de bus via Voorschoten naar alle pret van Wassenaar Duinrell (toen slechts bestaande uit een wandelpark, speeltuin, kinderboerderij en amusementshal met flipperbakken; een kinderhand was toen nog gauw gevuld). Die lijn reed toen onder nummer 45, terwijl de lijn Den Haag – Leiden in die tijd eerst 40 als nummer had en later 46.

Medio de jaren 70 liep lijn 45 van Den Haag via Leidschendam en Voorschoten naar Wassenaar. De bus sloeg voorbij de Gouden Leeuw linksaf het Voorschotense villapark Boschgeest in, wat het sein was voor de laatste passagiers om uit te stappen. Er kwam snel een eind aan die verbinding. In de 90’s hebben ze het nog 1 of 2 of 3 keer geprobeerd met een lijn 64 of zo, Voorschoten Vlietwijk – Wassenaar(se Slag). Maar ik weet het niet precies meer; mijn geheugen was in mijn kindertijd fotografischer dan als volwassene.

Lijn 42 rijdt nu dat korte eindje alleen op werkdagen overdags, in de dal-uren in halfuurdienst en in de spits zelfs elk kwartier. De lijn begint bij station Voorschoten, dat in de periode 1973-1980 Voorschoten-Wassenaar heette maar waar zelden een Wassenaarder instapt.

De nieuwe lijn  komt niet in het hart van Voorschoten. Hij zet meteen koers naar Wassenaar via de Papeweg, waar de omgeving nog bijna net zo landelijk is als een eeuw geleden. In Wassenaar stopt hij op de belangrijkste halte, Van Oldenbarneveltweg, waar je EBS-bus 43 (Den Haag – Leiden) en Arriva-lijn 90 (Den Haag – Wassenaar - Katwijk – Noordwijk(erhout) – Lisse) kunt nemen. Daarna rijdt 42 nog een lusje door de wijk rond winkelcentrum Stadhoudersplein om vervolgens terug te keren naar Voorschoten.

Ik stel me aan het begin van de middagspits op bij de halte Voorschoten Station, in een verzengende hitte. Er verschijnt een achttax met het EBS-logo. Geheel volgens mijn verwachting ben ik de enige passagier. Ik vraag de chauffeur naar de bekende weg, of deze lijn al een beetje wil lopen.

Maar dat valt volgens hem nog erg mee. Als volgende week de scholen weer gaan beginnen, komt het nog zover dat hij mensen bij de halte zal moeten laten staan. ‘Er mogen echt niet meer dan 8 mensen mee; ik mag geen staande passagiers vervoeren. Als er meer bij de halte staan, zal er iemand achter moeten blijven. Dan zullen ze toch een grote bus in moeten zetten!’

Nou, dat achterblijven bij de halte zal dan wel uitputtende discussies op gaan leveren, zo niet: knokpartijen. Maar deze busbestuurder is optimistischer van aard dan ik.

Ik voel me altijd een beetje opgelaten als ik als enige passagier in een bus zit; dat schreef ik hierboven al. Daarom stap ik uit op de Van Oldenbarneveltweg en ga dat rondje Wassenaar al fotowandelend doen.

 



Wassenaar

Daarna neem ik op de Van Oldenbarneveltweg EBS-bus 43 naar Leiden Centraal. Ik moet er 15 minuten op wachten, maar kort de tijd met kijken naar de nasleep van een ongeluk dat enkele decameters voorbij de halte gebeurd is. Er zit een vrouw op de grond die niet meer kan staan; er wordt bloed afgedept en er staat een gebutste scooter met een plas benzine ernaast. Ik zoek zulke taferelen niet op; het gebeurt nou eenmaal voor mijn ogen. Er nadert een professionele ramptoerist met een camera als een kanon, met ook nog een microfoon eraan, zo’n pluisjesding. Hij zal wel van het Wassenaarder sufferdje zijn.

De bus verschijnt kort na de ambulance en is een gelede, met een aardige innovatie. De deuren gaan alleen open als je op de dichtstbijzijnde stopknop drukt. Dat staat erbij, maar niemand heeft het door, en de chauffeur brult het iedere keer zwaar geïrriteerd door de microfoon. Waarbij hij voorbij gaat aan het feit dat de deur in de achterste geleding echt niet open wil, op welke knop er ook gedrukt wordt.

Allemaal nieuwigheid! Tot zover het toetje van deze aflevering over 2 nieuwe R-net-bussen in Zuid-Holland. Het hoofdgerecht begint onder de afbeelding.

<<< Tot hiertoe gepubliceerd op 1 september 2019 >>>







Dienstregelingen EBS-haaglanden

lijnennetkaart EBS-Haaglanden
 


R-net-lijn 455: Zoetermeer Centrum West – Delft NS



Zoetermeer Centrum West


Laatst deed ik 7 Engelse steden in 7 dagen. Vandaag, deze eerste dinsdag in september, een kleinschaliger uitdaging: 5 Zuid-Hollandse dorpen binnen 5 uren. Ik moet wel de vaart houden in zo’n OV-reismiddag, anders ga ik me maar vervelen en had ik net zo goed naar kantoor kunnen gaan.

Die dorpen zijn in chronologische volgorde van bezoek Pijnacker, Delfgauw, Naaldwijk, Poeldijk en Honselersdijk. De laatste twee kent iedereen bij naam, want die namen staan / stonden altijd op veilingkistjes bij de groenteboer. De eerste 2 plaatsen zijn sinds 25 augustus 2019 bereikbaar met R-net 455 en de andere 3 met lijn 456.

Ik hoop dat die snelle bussen met speciaal design vlot genoeg doorjakkeren om mijn missie binnen die 5 uur mogelijk te maken. Ik moet maar niet te lang blijven hangen in ieder dorp; liefst uiterlijk een half uur later de volgende bus alweer nemen.

Voor de portemonnee is dat ook niet slecht; dan betaal je niet steeds opnieuw het basistarief,  want de bus is duur genoeg. In Haaglanden wordt een pittig kilometertarief gerekend:  16,6 cent per 1000 meter busroute. In de aanpalende concessie Zuid-Holland-Noord is dat slechts 14,1 cent. Op EBS-lijn 45, Den Haag – Leiden, geldt vanaf de halte Voorschoten Kniplaan dat goedkopere tarief.

Al die 5 dorpen… hoe zeg ik dat met vermijding van het lelijke woord ‘lelijk’? Al die 5 dorpen hebben een eigen schoonheid. Die presenteert zich niet meteen als je er per bus binnenrijdt; je moet er soms even naar op zoek. Met de Wikipedia als gids kom je een heel eind, met hun monumentenlijsten van zelfs de kleinste nederzetting.




Van lijn 455, Zoetermeer – Pijnacker – Delfgauw – Delft, begreep ik vanachter mijn bureau niet waarom die de R-netstatus heeft verkregen. En (spoiler!) na mijn rit Zoetermeer – Delft in 3 etappes zal ik het nog steeds niet begrijpen. Het is een doorsnee-streeklijn met bussen die sukkelen van halte naar halte, en buiten de spits niet overdreven druk zijn.

Die haltes zijn bovendien bijna nergens voorzien van de hippe, strak gedesignde R-net-abri die zo belangrijk heette te zijn voor de herkenbaarheid van het product R-net. Ik zag er maar één in Zoetermeer en verder nergens. Die ene was dan alleen maar een zuil met logo en klok, naast een gewone abri. De herkenbaarheid van R-net is in Haaglanden toch al vrij gering. R-net moet het voornamelijk hebben van de rode kleur van de bussen. En de normale streekbussen rond Den Haag zijn ook gedeeltelijk rood.

Lijn 455 werd tot 25 augustus gereden onder nummer 55 en heeft in een verder verleden ook wel eens het nummer 121 gedragen. In de Connexxiontijd ging hij in de spits soms 8 keer per uur. Dat is onder R-net opvallend genoeg teruggebracht tot maximaal 6. In de dal-uren rijdt hij nu elk kwartier tegen vroeger elk halfuur. Ik ben daar uiteraard niet op tegen, maar echt nodig is het niet, gezien het bescheiden passagiersaanbod. Tijdens mijn ritten aan het begin van de middag zag ik maximaal 14 man in de bus.

Voor gegevens over de historie van buslijnen heb ik trouwens altijd een grote steun, niet aan dé Wiki, maar aan de speciale Wiki OV in Nederland.





Pijnacker

De R-net-bus begint zijn rit bij het bus- en Randstadrailstation Zoetermeer Centrum West en koerst langs NS-station Zoetermeer. We verlaten daarna de hoofdwegen van de stad en rijden een soort woonerf op waar je een R-net-bus eigenlijk niet wilt zien. Van de halte Nathaliegang maakt mijn opschrijfboekje Martelgang, waar hij straks van de Papsouwselaan in Delft de Plaspauzelaan zal maken. Handig, zo’n zelf nadenkende app!

Vervolgens gaat het via een nogal rurale weg langs kassen richting Pijnacker. Daar was ik een jaar of 15 geleden eens toen de Sprinters van de Hofpleinplein er nog stopten; een historisch stukje, nu al. Ik had er in het deels overdekte winkelhart een beroerde horrorca-, sorry: horeca-ervaring; ik bestelde een tosti met cappuccino en die tosti moet nóg komen. Die ga ik nu dan maar eens ophalen; hij zal nu wel eens klaar zijn. Lunchtijd, en ook tijd voor een herkansing.

Deze tent – maar ik weet helemaal niet zeker of het echt dezelfde is als toen - revancheert zich gelukkig; de tosti arriveert nu wel, en is zelfs nog voor consumptie geschikt.

Er liggen kranten in deze eetgelegenheid. Het gezicht van Pia Dijkstra (D66) is vandaag op alle voorpagina’s. Haar gelaat vertoont een omineus-vastberaden uitdrukking. Nergens ter wereld bestaat er nog een wet voor (voorlopig nog vrijwillige) beëindiging van ‘voltooide levens’ van bejaarden. Maar in onze verlichte natie gaat er een komen, en zíj gaat zorgen voor die wereldprimeur!!

Zulke plannen vragen om zieke grappen. Ik zal ze je besparen; Twitter levert er vandaag meer dan genoeg. Nee, even serieus. We hebben allemaal wel eens een periode dat we er wel kláár mee zijn, het allemaal wel gehád hebben en geen licht meer zien aan het eind van de tunnel; welk cliché je er maar tegenaan wilt gooien. Zou je in zulke omstandigheden, op welke leeftijd dan ook, niet veel meer hebben aan een coach die je begeleidt op je levenspad, dan aan (brrrrrrr!) Pia’s ‘levenseindebegeleider?’

Ongetwijfeld wordt Pia gedreven door de beste bedoelingen. Maar daarmee beginnen de meeste maatschappelijke rampen. Ik hoop dat ik, tegen de tijd dat ik zelf hoogbejaard ben, nog zelf mag beslissen of ik nog verder wil, en dat het ultieme besluit dan niet genomen wordt door je artsen, zorgcoördinatoren en / of erfgenamen. Maar in dit stukje uit 2016 uitte ik daarover al mijn ernstige twijfel.

Dit allemaal terzijde. We leven nog.  Waren we niet met een 5-dorpenbustocht bezig?

 Pijnacker is, een groot forenzendorp in de grootstad, ontkiemd uit een historisch kerntje. Ik wrijf hier en daar over een gevel om na te gaan of gebouwen die er eeuwenoud uitzien, niet uit 2009 dateren of daaromtrent; oud-tentiek tegenover nieuw-tentiek. Maar het oude Raadhuis, alias: Het Witte Huis, is echt op leeftijd; ik zie het 18e-eeuwse jaartal op de gevel  als een certificaat van echtheid.

Verder met bus 455 richting Delfgauw. Dat is een leuke naam voor een cryptogram: ‘Graaf in Zuid-Holland, en vlug wat! (8)’ Het dorp met bijna 10.000 inwoners mist een echte harde kern. Het is ontstaan als lintbebouwing langs een vaart en aan het eind van de vorige eeuw zwaar verVinext.

 









Ik stap uit bij een halte met de bloemrijke naam Laan der Zeven Linden. Behalve een aardig rijtje huizen langs het water fotografeer ik ook twee losse armen in een etalage. En inderdaad: volg je eigen weg in het leven en vaar niet blind op anderen.

Het is aangenaam zerfstweer: beetje wolken, beetje wind, zonnetje soms, niet echt heet en niet echt koud. Het ligt in tussen de hittegolf van vorige week en de kille en natte moesson, die morgen uitbreekt.

Zerfst, dat is op deze site in het vervolg de benaming voor de periode van 1 tot  23 september. De astronomen rekenen die nog tot de zomer, maar de weerkundigen al tot de herfst. Op dezelfde manier spreek ik te zijner tijd ook van: Hinter, Wente en Lomer. Ik dacht dat ik deze woorden zelf bedacht had, hier en nu, spontaan, maar Zerfst vind ik ook al via Google.

De gemeente Pijnacker-Nootdorp is in Delfgauw op deze zerfstdag al bezig met het verwijderen van bladeren die er nog niet liggen. Vier mannen staan verwoed om zich heen te zwaaien met bladblazers. Mateloos irritant lawaai en vette benzinewalmen verspreiden zich over het dorp. Wat werkt zo’n afdeling Groen toch heerlijk groen! Ze konden niet wachten. Ik geloof dat ze de bladeren van de struiken proberen af te blazen, om ze vervolgens van de stoep te kunnen blazen. Het leven van die bladeren is toch nagenoeg voltooid.

Al denkend en associërend – bus-abri’s lijken ervoor uitgevonden – vraag ik me ineens af of D66 zich nou niet eens sterk zou kunnen maken voor een hyper-gunstige pensioenregeling voor levenslustige 60-plussers die alleen hun arbeidsleven als voltooid beschouwen. Ik vraag het voor een collega.

Ik pak opnieuw bus 455. Die heeft één halte op het terrein van TU Delft, in een beetje achteraf hoekje. Er stapt niemand in of uit. Misschien zijn weliswaar de scholen weer begonnen, maar de knutselacademies nog niet.

Het vervoer naar de TU ligt momenteel op de schop. De Sint Sebastiaansbrug tussen de binnenstad van Delft en de campus is afgesloten; die wordt gerenoveerd om hem geschikt te maken voor HTM-tram 19 die er vanaf eind 2020 overheen moet gaan rijden. Onze roodgrijze bus rijdt om via onder meer de Papsouwselaan die ik net al noemde. Maar kruisen we ergens de ongebruikte, verroeste tramsporen in de TU-wijk.

We stoppen alleen nog op de Krakeelpolderweg. Zo wordt het moyenne op deze lijn nog wat opgekrikt. 37 minuten over 18½ km, dat is altijd nog exact 30 km per uur.

Op station Delft pak ik de trein naar Schiedam voor het vervolg van de 5-dorpentocht.

 

R-net-lijn 456: Schiedam Centrum – Maasland Viaduct – Naaldwijk – Honselersdijk – Poeldijk - Den Haag Leyenburg



Naaldwijk


Deze lijn doe ik in maar liefst 6 etappes: Schiedam – Naaldwijk – Poeldijk – Den Haag – Honselersdijk – Maasland Viaduct – Schiedam; heen en weer dus, al met al.

In tegenstelling tot 455 is dit wel een lijn die het R-net-logo verdient: snel en hoogfrequent. De bussen leggen de route van ruim 30 km af in ongeveer 3 kwartier; ’s zondags en ’s avonds in 40 minuten. De route voert grotendeels over provinciale- en snelwegen. Er zijn 16 haltes op het hele traject. Ook hier zijn ze niet voorzien van R-net-design, maar wel uitgerust met een fietsenstalling.

Ten opzichte van zijn voorganger, Connexxion-bus 86, is de spitsfrequentie verhoogd van 4 naar 6 ritten per uur, die in de dal-uren (die slechts van 10:00 – 14:00 uur duren) van 2 naar 4 en die in de avonduren van 1 naar 2. In het weekend wordt ook altijd halfuurdienst gereden.

Dat alles zou een verbinding toch aantrekkelijk moeten maken. En dat is ook wel zo als ik afga op deze ene middag: geen uitpuilende bussen, maar toch altijd wel  een man of 20, 30 aan boord. Meteen de eerste bus waar ik bij Schiedam Centrum instap, loopt vol met over het algemeen studerenden. De Erasmus Universiteit is vast al begonnen. Het is een gelede bus en de passagiers mogen zelfs door de achterdeur instappen. Dit is een lijn met tempo!

Op deze lijn rijden gelede en ongelede bussen door elkaar. Bij de laatste is in vrijwel ieder exemplaar de allerachterste deur defect. De halteafroep laat ook in het Westland vaak horen: ‘De volgende halte…’ gevolgd door diepe stilte.



In Schiedam gaan we meteen de snelweg A20 op, langs Vlaardingen, om die te verlaten bij de eerste halte: Viaduct Maasland. Dat ligt tussen het dorp van die naam en Maassluis. Daar kan overgestapt worden op een paar andere lijnen. Daarna snellen we langs Westerlee over de N213 op Naaldwijk af.

Dat dorp rijden we binnen via een haarspeldbocht die in de Alpen niet zou misstaan. Het telt slechts 3 R-net-haltes: Pijle Tuinen, Busstation en Industriestraat. Maar die zijn zo handig over de oppervlakte van het dorp verdeeld dat geen Naaldwijker erg ver hoeft te lopen of fietsen naar een halte.

We arriveren op het busstation om 15:15, op het moment dat veel lijnen op veel andere lijnen aansluiting geven. Dat draagt bij aan de populariteit van deze lijn: de overstapmogelijkheden hier in Naaldwijk, bij Schiedam (trein, metro, tram, bus) en Leyenburg (Randstadrail, tram, bus). Van Naaldwijk ben je in minder dan 3 kwartier in de koopgoot van Rotterdam of in de Passage van Den Haag.


De bus kent verder een redelijk goede doorstroming en punctualiteit, in ieder geval deze middag. OK, hier op de foto staat hij even vast bij een verkeerslicht in Poeldijk. Maar het heeft niet veel meer van het ´Wij Sukkelen Maar´ dat een eeuw geleden de grap was onder Westlanders, vrij naar de Westlandsche Stoomtram Maatschappij.

EBS heeft ook gezorgd voor aansluiting van een paar streekbuslijnen op de metro, bij station Maassluis Centrum. De Hoekse Lijn schijnt nu toch echt op maandag 30 september te gaan rijden.

 














Naaldwijk is duidelijk het centrale dorp van de streek, wat blijkt uit de aanwezigheid van het gemeentehuis, een theater, en een uitgebreid winkelhart met HEMA mét restaurant. Was het in Pijnacker lunchtijd, het is nu alweer theetijd.

Geurende de amper 2 uur dat ik niet op mijn telefoon gekeken heb, is de wereld alweer ingrijpend veranderd. Pia Dijkstra is niet meer trending, want dat is nu Boris Johnson.  Die is zijn meerderheid in het Britse parlement nu kwijt; de dag die hij wist dat zou komen. Voor het Brexit-proces betekent dat… ja, wat betekent dat eigenlijk voor het Brexit-proces? Ik mag een boon zijn als ik er nog iets van begrijp.

Eén ding begrijp ik wel: ik vertrek de 28ste  gewoon naar GB, zoals gepland, zolang er geen burgeroorlog uitbreekt. Oh, wacht even; ik realiseer het me nu pas: nou mis ik de opening van de Hoekse Lijn, op de dag dak ik in Cardiff zit. Die planning, dat is echt een dingetje op deze site.

Naaldwijk heeft iets van een oester, waarin je een parel aantreft als je de weggetjes weet: het Marktplein, het oude Raadhuis, de kerk, het Heilige Geest Hofje. Een bejaarde man die hier achter zijn rollator in de zon loopt te kuieren, veronderstelt dat ik aan het fotograferen ben, hetgeen ik in alle toonaarden ontken.

 


Verder met de bus langs kassen, bedrijventerreinen en veilingen, door Honselersdijk, waarover straks meer, naar Poeldijk. Dit dorp heeft maar 2 R-net-haltes, maar het is ook niet erg groot.

Het opvallendste deel van Poeldijkse skyline, na de spitse kerkspits, is de toren van de oude Groente- en Fruitveiling. Die is van 1931 tot 1967 in gebruik geweest.

In het dorpshart staat een standbeeld van Franciscus Verburgh (1618-1708) die op het idee kwam om druiven te verbouwen in Westlands kassen. Een winkelpandje heeft als motto ‘Parva sed apta mihi’, klein maar goed genoeg voor mij.

 



Ja, luister eens, mevrouwtje, als u niet op de foto wilt, moet u niet pal voor mijn lens blijven zitten!


Ik keer terug naar de abri van de halte Dr. Weitjenslaan waar ik ben uitgestapt en waar nu een oudere dame de haltevertrekstaat staan te bestuderen. ‘Meneer, alles is zo veranderd met die bussen. Nou moet ik overmorgen voor controle naar het Haga, en kan ik hier dan gewoon de bus nog nemen? Rijdt er nog wel een bus naar het Haga, meneer, weet ú  dat misschien?’ Ik zeg van wel, gewoon die rode duivel van 456 nemen, en pak zelf ook de bus richting ziekenhuis.

De laatste kilometers gaan nu in een vrijwel rechte lijn langs de Nieuweweg (N211) en de Escamplaan. Eindpunt: het OV-knooppunt Den Haag Leyenburg. Vrijwel alle ca 25 uitstappers lopen naar de halte van Randstadrail 4, richting Den Haag Centrum.

Nu lijn 456 in de (heel brede) spits om de 10 minuten rijdt, had er mooi een strakke aansluiting tot stand kunnen komen van de bus op Randstadrail, die ook elke 10 minuten vertrekt. Maar die aansluiting is er niet; volgens de reisplanner, en  ook in het echt, mis je hem net. Misschien is dat de oorzaak dat er, hartje spits, nog geen 20 man in de R-net terug naar het Westland stappen; het valt wat tegen.

 


Dé must-see van Honselersdijk is dit restant van de Hof Honselaarsdijk, het buiten dat ooit toebehoorde aan stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, bijgenaamd de Stedendwinger (1584-1647) en diens echtgenote Amalia van Solms (1602-1675). Op het oog lijkt dit optrekje wel groot genoeg. Maar het was maar een bijgebouwtje bij een enorm slot, dat zich bevond aan de overkant van de weg, waar nu een bedrijventerrein is met een R-net-bushalte ervoor. ‘Parva sed apta’ zou daar aardig misplaatst geweest zijn.

Het bijgebouw doet sinds 1976 dienst als gezinsvervangend tehuis. Een jongeman zit in een hoekje op een gitaar te spelen om deze aflevering muzikaal op te luisteren. Hij speelt vast ook wel een beetje voor de secretaris van de Stedendwinger, Constantijn Huygens, zelf een enthousiast luitist, van wie we morgen de 423ste geboortedag herdenken. Tenminste, ík doe dat morgen wel, tegelijk met de 123e van mijn grootmoeder.

Ik stel me op bij de bushalte. Hier loop ik mijn eerste en enige vertraging van vanmiddag op. De bus naar Schiedam zal volgens de dynamische vertrekinformatie 7 minuten te laat arriveren, en zijn opvolger zit hem dicht op de hielen. Dat is nu jammer, want door die vertraging haal ik net die 5 dorpen niet binnen 5 uur. Ik zette om 12:55 voet aan de grond Pijnacker en had Honselersdijk om 17:50 willen verlaten, maar dat wordt nu 17:57.



Enfin, toch al die plaatsen gezien en gefotografeerd. Ik schiet nog een paar plaatjes bij busstation Maasland Viaduct, snel-snel, voordat die achtervolgende bus verschijnt. Handig, zo’n eetcafé bij die  halte. Als je na een lange werkdag geen zin meer hebt om te koken, kun je hier meteen vanuit de bus aanvallen op het diner.

 Maar het etablissement is vandaag gesloten zonder opgaaf van redenen. Ik ben er niet zeker van dat het morgenochtend wel weer open gaat. Ze zoeken nog een afwashulp, maar ik betwijfel of er echt nog wel iets af te wassen valt.

Ik stap in de volgende bus, voor de laatste etappe naar Schiedam Centrum. Ik heb me niet verveeld, vandaag, en ik hoop de lezer ook niet.

Frans Mensonides
8 september 2019
Er geweest: zondag 25, dinsdag 27, woensdag 28 augustus en dinsdag 3 september 2019




R-net in Zuid-Holland

400 Leiden – Zoetermeer (2014)
403 Spijkenisse – Brielle – Rockanje (2018) 
404 Spijkenisse – Hellevoetsluis – Rockanje (2018) 
410 Leiden – Leiderdorp (2017) 
436 Rotterdam Zuidplein – Goeree-Overflakkee (2015) 
455 Delft – Zoetermeer (2019)
456 Den Haag Leyenburg – Schiedam (2019)
470 Alphen aan den Rijn – Schiphol  (2017) 
489 Rotterdam Kralingse Zoom – Nieuw-Lekkerland (2018)
488 Rotterdam Kralingse Zoom – Dordrecht (2018) 
491 Rotterdam Zuidplein – Sliedrecht (2018) 
497 Gouda – Schoonhoven (2017) 





© Frans Mensonides, Leiden, 2019