De
elektrische bus van HTM op Den Haag Centraal
De laatste weken
van 2018 bleef ik voor de rubriek ‘De digitale reiziger’ dicht bij
huis; in
ieder geval in de provincie Zuid-Holland. Want daar gebeurde het, sinds
op
zondag 9 december de nieuwe dienstregelingen zijn ingegaan; daar viel
van alles
te beleven!
Tussen
Den Haag Centraal
en Haarlem rijden nu de fonkelnieuwe Sprinters Nieuwe Generatie van NS
(OK:
Haarlem ligt in NH, dat is waar). Lansingerland-Zoetermeer, het enige
nieuwe
spoorwegstation dat in december 2018 geopend is, ligt wel in zijn geheel in ZH (en voorlopig in
het midden
van nergens). Verder heeft HTM in Den Haag op lijn 28 (Voorburg Station
– Den
Haag Centraal – Scheveningen Zuiderstrand) zijn eerste elektrische
stadsbus in
gebruik genomen.
Naast
al die nieuwe
dingen, is ook het aantal R-NET-buslijnen in Zuid-Holland uitgebreid en
zelfs verdubbeld,
van 5 naar 10 stuks. Ook daar is de nodige aandacht aan besteed,
maar in twee andere artikelen (dit en dit).
In mei 2019 kwam ik nog een keer terug op en bij station Lansingerland-Zoetermeer.
Met toilet en Mondriaan-motieven: Sprinter Nieuwe Generatie - Half af: station Lansingerland-Zoetermeer - Lansingerland-Zoetermeer bij daglicht - MerwedeLingeLijn in andere handen - Een feestelijk oplaadmomentje: elektrische bus HTM -Eerstedagsstemming; Randstadrail
doorgetrokken naar Lansingerland-Zoetermeer - Forenzenstemming; woensdagmiddag
Zondag 9 december ging hij officieel
in dienst: de Sprinter
Nieuwe Generatie, ofwel: SNG. NS heeft bij de Baskische treinenbouwer
CAF niet
minder dan 118 exemplaren besteld van deze treinstellen, waarvan 68 met
3
bakken en 50 met 4. Daarvoor telde NS ruim een half miljard euro neer.
De treinen gaan dienen als opvolgers
van het compleet
versleten Stadsgewestelijk Materieel (SGM). Dat zijn de Sprinters die
in de
70’s in eerste instantie zijn ontworpen voor de Hofplein-, Zoetermeer-
en
Hoekse Lijn, ook allemaal in ZH. En ergens is het dus logisch dat de
nieuwe
Sprinters ook in die provincie op de reizigers worden losgelaten, ook
al overschrijden
ze tussen Hillegom en Vogelenzang de provinciegrens.
Ze rijden momenteel alleen op de
treinserie Den Haag
Centraal – Leiden Centraal – Haarlem, en in het weekend en de avond
alleen
tussen Leiden en Haarlem. Op de lijn Den Haag – Haarlem reed er de
afgelopen weken
al een op proef. Die nam ik een keer vanuit Haarlem, onderweg van werk
naar
huis. Ik heb er dus al eerder ingezeten dan de spoorhotemetoten die er
op deze
zondagmorgen op een onchristelijk tijdstip in Haarlem in moesten
stappen.
Mooi
contrast op station Haarlem in de avondspits: een
fonkelnieuwe SNG naast dat ouwe wrak waarmee de spitssneltrein Haarlem
–
Alkmaar gereden wordt.
Meer capaciteit op het spoor, meer
plek in de spits,
daarvoor moeten deze SNG’s gaan zorgen. In totaal bieden ze 20.000
extra
zitplaatsen.
Binnen valt meteen het
Mondriaan-design op, dat ook wel doet
denken aan dat in de FLIRT. En het enorme, ronde toilet trekt de
aandacht, waar
de SLT’s het nog zonder moeten stellen. En wat voor toilet! In een
overvolle
trein zouden ze zeker een dozijn extra reizigers een staanplek kunnen
bieden,
en één een zitplek.
Maar daarvoor zijn ze niet ontworpen.
Nee, je kan er in
keren met een rolstoel, zodat ze ook voor gehandicapten toegankelijk
zijn. Die
kunnen ook beschikken over 2 speciale rolstoelplekken in de gang, naast
die
ronde toiletdeuren. En de trein zelf is ook goed toegankelijk voor
rolstoelers, want
de vloer ligt nagenoeg op perronhoogte, en er is een uitschuiftrede om
de
barrière perron – treinvloer soepel te overbruggen.
Deze SNG’s beschikken, net als de
FLIRT’s en de SLT's, over
Jacobsdraaistellen, dat wil zeggen dat de wielen zitten onder de
‘harmonica’s’
tussen de geledingen. Dat betekent dat de trein daar geen hindermissen
kent in
de vorm van klapdeuren. Je kunt er van achteren naar voren doorheen
kijken en
er gemakkelijk doorheen lopen.
De stoelen vormen volgens velen wel
een minpuntje: te hard
en stug. Dat kan ik wel onderschrijven. Maar het kan ook nieuwigheid
zijn. Die
banken zijn nog niet uitgezakt en uitgelubberd door duizenden
reizigersbillen
en -ruggen. Over een jaar of wat zal de zit wel beter zijn.
Op zondagavond de 92 wil ik de 1e
klas van de SNG even
beproeven, gewapend met Weekend Vrij, aangevuld met een ‘upgrade’.
Ja, ook in de 1e klas zijn de stoelen
aan de harde kant. En
wat is de zin van een 1e klas als je er dezelfde accessoires hebt als
in de
tweede, waaronder een stopcontact en USB-aansluiting voor je
elektronische
communicatiemiddelen? Eigenlijk is deze trein één grote 1e klas.
Deze hoeve uit 187* bij station Voorhout heeft de stoomtrein nog gezien
Ik heb geen zin om helemaal naar Haarlem te reizen; dan is
het net of ik naar mijn werk moet. Nu zou ik in Hillegom kunnen
uitstappen, en
in gierende winden 11 minuten op het perron gaan staan wachten op de
trein in
de andere richting. Of ik zou al kunnen afhaken in Voorhout, en 27
minuten
wandelen in de gezellige, knusse dorpskern, feeëriek geïllumineerd met
de
feestverlichting die in december zo passend is.
Ik doe het laatste. Knus blijkt het
juiste woord niet, op
deze zondagavond met een harde, gure wind, van tijd tot tijd gepaard
gaande met
striemende regenvlagen. De genoemde verlichting hangt te slingeren
boven mijn
hoofd. Er is geen sterveling op straat. Iedereen zit binnen, met het
bord op
schoot bij Studio Sport Eredivisie, en / of zich op te maken voor het
kijkcijferkanon Heel Holland Bakt Ze Weer Bruin.
Het Wapen van Voorhout heet nu
Cheers; ja, hier was het. 25
jaar geleden, toen ik nog bij ROVER zat, hebben we het busvervoer in
Voorhout
en omgeving nog eens proberen te redden. Voorhout kende toen nog geen
NS-station; dat is in 1996 pas geopend. Onze reddingspoging slaagde
maar half,
maar leverde wel een hilarische
anekdote op met Cheers, v/h Het Wapen van Voorhout, als
decor.
ROVER was laatst in het landelijke
nieuws. Ze zijn tegen
gratis OV, lieten ze weten naar aanleiding van een plan daarvoor in Luxemburg.
Want gratis OV, dat maakt de files niet korter, denken ze. Nee, dat
valt ook
niet te hopen. Veronderstel, als alle automobilisten morgenochtend en bloc voor de trein zouden kiezen! Dan
wordt het in de treinen nog drukker in de spits. Daar kunnen geen extra
20.000
harde SNG-bankjes tegenop.
Maar voordelen kleven er toch ook wel
aan gratis OV. In de
eerste plaats voor de portemonnee van de reizigers, die ROVER zegt te
vertegenwoordigen. En we zijn dan ook in één klap af van ergerlijke
fenomenen
als treinconducteurs en de OV-chipkaart; toch iets om over na te
denken.
In Luxemburg, een miniland met
mega-files, is het OV binnenkort
dus gratis. Dat is vooral een maatregel van efficiëntie. Nu koop je een
enkeltje voor 2 euro, met recht op overstappen gedurende 2 uur, dat
geldig is
in bus, tram en trein. In die tijd reis je naar elke uithoek van het
landje.
Het innen van dat geringe bedrag zal duurder zijn dan het geheel
kwijtschelden
ervan.
Luxemburg stond al, voordat ik dat
hoorde, op mijn
zeer-lange-termijnplanning. Over een jaar of 3 à 4 is de enige tramlijn
van het
land voltooid, die wel de drukste tramlijn van de hele Benelux gaat
worden.
Daar lekker gratis mee reizen, bij leven en welzijn.
Probleem in Luxemburg is nog de
eerste klas in de trein.
Daar wil straks natuurlijk iedereen heen, als het toch niets meer kost.
Waardoor de op rust beluste reizigers die er inzaten, nu uit het OV de
auto in
gejaagd worden.
Ik ga de 1e klas in de SNG maar weer
eens opzoeken. Gauw
terug met de volgende trein.
Met mijn jaarlijkse ronde langs alle nieuwe spoorwegstations
ben ik dit keer ontzettend gauw klaar. Het is er maar één:
Lansingerland-Zoetermeer.
Het ligt op de grens van Zoetermeer en Bleiswijk, gemeente
Lansingerland.
En Lansingerland is dan bij mijn
weten de enige
gemeentenaam, niet tevens een plaatsnaam, die op een stationsbord
staat.
Lansingerland is een stuk polder tussen Zoetermeer en Rotterdam. De
gemeente,
met ca. 60.000 inwoners, bestaat uit de ernstig verVINEXte dorpen
Bleiswijk,
Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs.
Het nieuwe, helaas halfvoltooide
station ligt aan de
spoorlijn Den Haag – Gouda, pal ten zuiden van het brede en drukke
autoriool de
A12, en bij… Ja, bij wat?
Deze locatie in de polder heet ook
wel: Bleizo, naar Bleiswijk
en Zoetermeer. Al in 2011 was ik in deze contreien op verkenning.
Toen was ik
al op zoek naar dit knooppunt in wording, waar het allemaal zou
samenkomen:
trein, Randstadrail, bussen, fietspaden, autostrades, recreatie,
jolijt,
hotels, een outlet, industrie, bedrijvigheid, sport, fitness,
vrijetijdbesteding, kortom: vrijwel alles wat nuttig en / of aangenaam
is.
Dat had allemaal gerealiseerd moeten
worden in de 12 maanden
nadat ik er was. Maar wat er toen óók was: crisis. Bijna al het moois
dat
Bleizo had moeten bieden, werd uitgesteld. Behalve die outlet, die werd
zelfs
definitief afgesteld. Nu heb je er alleen bedrijventerrein Lansinghage,
ten
zuiden van snelweg en spoor, en Dutch Tech Campus ten noorden ervan. En
die
waren er allebei al.
Ik kon op die
novemberzaterdagnamiddag in ’11 al moeilijk
geloven dat de rest ook nog gerealiseerd zou worden. Tijdens die
wandeling over
het bedrijventerrein dat nu Dutch Tech Campus heet, nam een gevoel van
peilloze
troosteloosheid bezit van mijn geest.
Nu is in ieder geval dat station er.
Het is het 3e
station in Zoetermeer, na Zoetermeer Oost
en Zoetermeer-zonder-meer (Zoeter, dus) aan dezelfde
spoorlijn. Waarbij
moet worden aangetekend, dat Zoetermeer er ooit 14 had, maar het dozijn
stations
aan de ‘krakeling’ is in de jaren 00 vervangen door Randstadrailhaltes.
Ik ga op zondag meteen op pad naar
station Lansingerland, ook
na donker, maar vóór Voorhout. In het weekend stoppen hier elk halfuur
de
Sprinters Den Haag – Den Bosch. Doordeweeks doen ook de Sprinters Den
Haag –
Gouda Goverwelle dat, zodat je hier elk kwartier in- en uit kunt
stappen.
Wat op deze late zondagmiddag erg
weinig mensen doen. De
trein stopt alleen voor mij – en dat is dan mooi meegenomen, want ik
zag
vandaag al 2 tweets in mijn timeline van mensen die op
Lansingerland-Zoetermeer
uit- of in hadden willen stappen, en de trein zagen doorrijden.
Goed, het station is er, de
kaartjesautomaten staan er.
Reisinformatie, die is er niet. Een dak nauwelijks; de stationshal is
nog niet
af. Dat geldt ook voor het perron van Randstadraillijn 4. Lijn RR4
eindigt nog
steeds bij de halte Javalaan. In 2011 lag het eerste stuk spoor er al
voor de
doortrekking van RR4 naar dit punt. Dat spoor is sindsdien gebruikt als
nachtstalling
voor Randstadrailvoertuigen. 7 jaar was lang genoeg om de laatste
hectometers
aan te leggen. Nou nog een halteperron ...
Wat is er nog meer niet? De
bus-aansluiting. Heel in de
verte, een halve kilometer naar het noorden, zie ik een bus rijden over
het
bedrijventerrein. Maar die heeft nog geen halte bij het nieuwe station.
Het
gaat nog komen, komende lente: haltes voor de ZoRo-bussen
170 en 173 van Zoetermeer Centrum West naar
Metrostation Rodenrijs.
En verder in de stationsomgeving?
Vanaf wat met een weidse
naam het Noordplein heet, loopt er een blubberig fietspad in
noordelijke
richting. Verder niets te zien in de duisternis, dus ik kom er nog een
keer
voor terug.
Een half uur lang hoor ik niets
anders dan het gebulder van die
autoweg, zo nu en dan nog overstemd door het gedender van een
langsstuivende IC.
Dan komt de Sprinter naar Gouda me gelukkig bevrijden.
Zoals al gezegd in de inleiding: net
als Lansingerland-Zoetermeer
is ook dit artikel maar half af. Spoedig meer!
Frans Mensonides
14 december 2018
Er geweest: zondag 9 december 2018
Deze vrijdag de 14e december 2018 heb
ik al maanden geleden
gereserveerd voor een Keuzedag naar Limburg. Dat in verband met de
geplande opening
van de Drielandentrein van Arriva: Luik – Maastricht – Heerlen – Aken.
Die werd echter een paar maanden
geleden al teruggebracht
tot een tweelandentrein Maastricht – Aken. België wil ‘onze’
Arriva-treinen
voorlopig niet hebben. Er speelt een ingewikkeld technisch verhaal.
Maar daar
ga ik me niet in verdiepen. Het is in werkelijkheid toch alleen maar de
kift:
de Arriva-treinen zijn veel mooier dan het hopeloze zooitje schroot
waarmee de
NMBS de verbinding Maastricht – Luik – (Hasselt) thans onderhoudt.
Een paar weken geleden kwamen er
ineens ook vervelende
verhalen uit Duitsland. Ook daar zijn de treinen uit Limburg nog niet
welkom:
de toelatingsprocedure is nog niet afgerond. En zo bleef die
Drielandentrein
een éénlandstrein, om niet te zeggen: een éénprovincietrein, waarvan er
13 in
een dozijn gaan; de moeite niet waard om erheen te reizen.
Goed, dan maak ik die Keuzedag maar
op aan een Ronde van
Zuid-Holland. Vandaag is de laatste gelegenheid om hem te besteden
voordat hij
vervalt; elke kilometer die ik er mee reis, is meegenomen.
Eerst terug naar Nergenshuizen, ZH, ofwel:
Lansingerland-Zoetermeer. Dat station heeft wel degelijk een
stationsomgeving, al
woont er geen mens en al zag ik hem afgelopen zondagavond niet in het
donker.
Hij bestaat uit de bedrijventerreinen Lansinghage ten zuidwesten van het
station en Prisma aan de noordzijde, en verder uit ongerept weiland.
Door verhalen over hoe mooi Bleizo
zou worden, had ik me
iets voorgesteld als een amusementsfabriek, zo niet: je reinste Sodom
en
Gomorra, zoals The Strip in Las Vegas. Maar zoiets zie ik ook vandaag,
bij
zonlicht, echt niet. Wel 750 meter verderop de ranke betonvoeten van de
HSL-baan. Treinen rijden af en aan; Thalyssen, Intercity’s Direct. Wie
beweert
dat deze hogesnelheidslijn vergeefs is aangelegd, en dus
geldverspilling was,
maakt zich schuldig aan retoriek.
Boven mijn hoofd wordt hard gewerkt
aan het eindpunt van Randstadraillijn
4. Naar het zuiden zie ik windturbines om stroom op te wekken en
380-kilovolt-leidingen
om het te transporteren.
Op het perron is het glad, en is er
zowaar zand gestrooid om
reizigers voor uitglijden te behoeden. We hebben één van de eerste
vorstnachten
van winter 2018 / 2019 achter de rug. Nu is het aangenaam, zonnig
winterweer.
Nou, ik word vandaag iets vrolijker
van station
Lansingerland-Zoetermeer dan bij mijn eerste kennismaking. Vrijdag
tussen de
middag is sowieso al een vrolijker tijdstip dan zondagavond. Ik zie
enkele
mensen met kantoorpakken en –tassen opgewekt naar de ingang van het
station
lopen; vrijdagmiddag vrij; lekker weekend; werkweek weer achter de rug.
Een busaansluiting is er ook wel
degelijk. Vanaf het perron
58 traptreden op, 58 er ook weer af, 400 meter lopen over een
betonplaten pad
en je staat bij de halte Prismalaan West op grondgebied van Bleiswijk.
Daar
vertrekken bus 173 Zoetermeer – Rodenrijs via Bleiswijk, 177 naar Gouda
via
Moerkapelle en Zevenhuizen, en in de spits de Qliners 380 /381 Den Haag
–
Alphen en 383 van Den Haag helemaal naar Krimpen aan den IJssel via
Capelle aan
denzelfden IJssel.
Mooi allemaal, maar ik twijfel of
reizigers dit nou nog als
een trein-busaansluiting willen zien, als je zo veel moeite moet doen
om bij de
halte te komen.
‘Gereed december 2016’ staat vermeld
op een billboard over
de vervoersknoop die Lansingerland-Zoetermeer moet worden. Aan de
andere zijde
van het viaduct onder de Randstadrailbaan is, op Zoetermeers
grondgebied, het
Innovation Park, ‘Where innovation becomes reality’, wat blijkbaar niet
in het
Nederlands aan passanten duidelijk gemaakt kon worden.
Ik ga weer door de tunnel en volg nu
de randstadrailbaan tot
het proto-station Burgemeester van Tuyll Sportpark, waar niets meer aan
ontbreekt, behalve Randstadrailvoertuigen die er stoppen. Ook hier niet
de
glamour die de Bleizo-locatie ooit beloofd heeft; het Van Tuyll
Sportpark ziet
eruit als een doornsee-sportcomplex. Weer een stukje verderop
ligt in de verte station Javalaan, sinds
2007 het eindpunt van RR4.
Terug naar bedrijventerrein Prisma
dat nou niet bepaald de
levendigheid uitstraalt die je zou verwachten op een stuk grond, gewijd
aan
nijverheid. In die bedrijven zal men zich zo langzamerhand gaan opmaken
voor de
vrijmibo. Voor enkele gelukkigen begint vanmiddag misschien al de
kerstvakantie.
En als ze hetzelfde systeem hanteren als mijn eigen werkgever, dan
staat vandaag
het IKB (Individueel keuzebudget) op de bankrekeningen van de
medewerkers. Als
ze die eerder dit jaar al niet opgemaakt hebben, is het vandaag
betaaldag en
valt er een soort jackpot.
Dat terrein Prisma, daar liep ik rond
te dolen op die schemerige zaterdagmiddag in ’11. Nog eerder,
jaren en jaren voor het begin van de
jaartelling van Internet en deze site, fietste ik wel in deze omgeving
over
laantjes langs tuinderijen. Toen wees nog niets op de HSL,
innovatieparken en
Bleizo. En daar heb je de Klapachterweg, een geasfalteerd
paadje waarvan de naam
me toen al opviel.
Daarna terug naar station
Lansingerland-Zoetermeer. Vanzelfsprekend
moet ik weer over die 116 traptreden; de liften zijn nog niet in
gebruik
genomen. Ik heb de wandeling wat onderschat en mis daardoor net de
trein van
12:45 naar Gouda Goverwelle. Nu zie ik hoe krap de IC richting Gouda
bovenop de
Sprinter zit. Die is maar net op gang gekomen en in de verte verdwenen,
of de
IC dendert al langs.
Tijd om nog eens rond te kijken aan
de zuidzijde van het
station. Lansinghage begint op een hectometer hemelsbreed van het
perron, maar
je moet voorshands een kilometer omlopen om er te komen.
Dat gaat allemaal goedkomen. Over een
halfjaar is alles
klaar: Randstadrailplatform, bushalte. En nog een paar jaar daarna is
de
amusementsfabriek genaamd Bleizo misschien ook gerealiseerd. Wellicht
kruipen
de aantallen treinreizigers op Lansingerland-Zoetermeer dan
langzamerhand
(Lansingerhand?) toe naar de 10.000 in- plus uitstappers die NS geraamd
heeft.
Het lijkt me wel erg optimistisch; maar weinige niet-Intercity-stations
halen
dat aantal. Maar we gaan het zien.
Via Gouda en Rotterdam reis ik naar Dordrecht. Nog een
wijziging in het Zuid-Hollandse treinverkeer (ongenoemd in de inleiding
van dit
stukje; ik dacht er onderweg pas aan): De MerwedeLingeLijn
Dordrecht-Geldermalsen (waarvan het eindstation in Gelderland ligt;
inderdaad).
Die lijn was er al, en is er nog
steeds, en er is de laatste
jaren ampele aandacht aan besteed op deze site; voor het laatst in het
gelinkte
stukje. NS verwaarloosde hem en wilde hem opdoeken. Arriva en de
Provincie
maakten er in 10 jaar tijd iets moois van. Maar Qbuzz nam per 9
december 2018
de concessie over.
Tevens verwierven de treinen het
felbegeerde R-net-logo,
waarmee tot dusverre de Abellio-Sprinters Alphen aan den
Rijn – Gouda zich als
enige treinen mochten tooien. Verder
verandert er op de MLL voorlopig weinig; het zijn nog exact dezelfde
treinen
die rijden volgens exact hetzelfde patroon. Ze rijden onder Qbuzz op
werkdagen
iets langer in kwartierdienst tussen Dordrecht en Gorinchem, nl. tot
20:00 uur in
plaats van 19:00 uur onder Arriva. En verder heeft Qbuzz beknibbeld op
het
aantal ‘stewards’ (lees: conducteurs / controleurs). In de loop van
2019
krijgen de treinen een nieuw interieur.
Ik neem een trein tot het eerste
station, Dordrecht
Stadspolders, en zal meteen de volgende terug nemen; alleen even voor
een foto.
Verder nog
iets
nieuws op het spoor, dit jaar? Ja, ook hier in Dordt: de opheffing van
de IC
Dordrecht – Breda. Maar daar hoef ik niet heen, want aan die trein is
niets
meer te zien, want hij is er niet meer. Snel over op de bus, dus; over
de
treindienstregeling 2019 valt nu niets nieuws meer te vertellen.
Op die al vaker genoemde zondag 9
december werd de eerste
Haagse elektrische stadsbus in gebruik genomen, op een nieuwe
verbinding: lijn 28.
Die loopt van het voormalige Norfolkterrein ten zuidwesten van de
Scheveningse
haven via het Gemeente- en andere musea en het Spui naar Den Haag
Centraal. Doordeweeks
gaat hij in de spits daarna nog door via bedrijven- en tegenwoordig ook
woonwijk De Binckhorst door naar station Voorburg. Dat stukje werd vóór
vandaag
al onder nummer 28 gereden, maar dan met dieselbussen.
De elektrische bussen worden ’s
nachts opgeladen in de
garage. Overdag worden ze na elke ‘slag’ nog bijgeladen op het eindpunt
op het
Norfolkterrein.
Elke zondagmiddag ga ik met mijn
broertje Sjoerd, die
verpleegd wordt in de Haagse wijk Bohemen, aan de wandel; beurtelings
in Leiden
en in Den Haag. Deze zondagmiddag is Den Haag aan de beurt. Een ritje
met die
elektrieke bus leek me een aardig uitje.
We stellen ons daarom op bij de halte
op het busplatform
boven Den Haag Centraal. Dat horribele tochtgat, ontworpen door een
doodsvijand
van de OV-reiziger, ligt al eeuwen op de schop. Wachtruimtes zijn
gesloopt en
er wil maar niets voor in de plaats komen. In november 2019 moet de
renovatie dan
toch nog voltooid zijn.
Op het platform loopt een legertje
personeel rond die
onformatie verstrekt over het gewijzigde busnet, met ook nieuwe
lijnnummers die
vrijwel allemaal met een 2 beginnen. Ook delen ze Tony’s
Chocolonely-repen uit
met een speciaal wikkel eromheen: ‘Een feestelijk oplaadmomentje. Vanaf
9 dec.
rijdt de E-bus van HTM’.
Minder feestelijk: de E-bus van 14:37
verschijnt niet. We
staan nu al een dikke 10 minuten te wachten in de gure wind. In die
tijd hebben
we al een hele stapel folders in ontvangst genomen, en meer
chocoladerepen
gescoord dan goed voor ons is, want ze blijven ze uitdelen.
Eén van de HTM-medewerksters heeft
iets leidinggevends over
zich en loopt interessant te doen met een tablet. Ik vraag haar of de
stroom
van bus 28 wellicht is uitgevallen, gezien het feit dat hij niet
verschijnt.
Maar daarmee heb ik het meteen bij haar verkorven, want ze weigert op
verdere
vragen in te gaan. Hierboven typte ik per ongeluk: ‘onformatie’, maar
dat is
dit ook wel, dus ik laat die typefout gewoon staan.
Wij pakken dan de tram maar naar
Scheveningen. Later op de
middag proberen we nog de elektrische bus van 16:37 te nemen, maar ook
die
verschijnt niet. Een prima start, we kunnen niet anders zeggen!
Ik zet Broertje op de randstadrail naar het Savornin Lohmanplein, en
zie om
17:07 dat in ieder geval één van de 8 elektrische bussen rijklaar is;
deze
vertrekt gewoon. Ik fotografeer hem, maar neem hem niet, want
Lansingerland-Zoetermeer wacht (zie hierboven). Die bus heb ik dan
geknipt op
de eerste dag van exploitatie. Dat is net zoiets als een envelop met
eerstedag-afstempeling
voor het snel slinkend ras der postzegelaars.
Een herkansing op vrijdagmiddag, na
Dordrecht (zie ook
hierboven). Lijn 28 rijdt nu om het kwartier, tegen elk halfuur op
zondag. En
aangezien de spits begonnen is, gaat hij via de Binckhorst door naar
Voorburg.
Op zo’n bedrijventerrein woedt die
spits op vrijdagmiddag al
iets eerder dan anders. Op de Binckhorstlaan, over de centrale as van
deze
wijk: files vier rijen dik en bussen die niet willen opschieten.
Behalve lijn
28 heb je hier ook 26
(Kijkduin – Hollands Spoor – Voorburg, waarvan ik een
keer schreef dat hij diagonaal over de kaart van Den Haag liep)
en sinds kort
ook Arriva / Connexxion-lijn 46. De laatste reed altijd al van Den Haag
Centraal via Leidsenhage naar Voorschoten, maar zijn route is nu
verlegd via de
Binckhorst. Bus 26 rijdt in de ochtendspits om de 5 minuten.
De woonwijkjes hier zijn nog in
wording, en de bedrijvigheid
spitst zich vooral toe op dezelfde particuliere vierwieler die je hier
in zo
groten getale ziet rijden (of stilstaan).
Een groots stuk wegeninfrastructuur
is in aanleg. Vanaf de
Binckhorstlaan komt er een geboorde tunnel naar het verkeersplein
Ypenburg,
waar aansluiting zal zijn op de A13 naar Rotterdam en de A4 naar Leiden.
Rotterdamsebaan, heet dit project.
Maar de geboorde tunnel
krijgt de naam: Victory Boogie Woogietunnel. Die is genoemd naar
het schilderij
van Piet Mondriaan dat hangt in het Gemeentemuseum, en eind
vorige eeuw een rel
veroorzaakte omdat het 80 miljoen gulden (ca. 36 miljoen euro) kostte.
Die
tunnel kost een groot veelvoud daarvan, maar dat geld is sowieso
welbesteed
omdat het voor de auto is.
Het effect van het project zal
ongetwijfeld zijn dat het op
de Binckhorstlaan en in het centrum van Den Haag nog drukker wordt dan
het nu
al is. Maar dat zien we dan wel weer; wie dán leeft, die dán in de file
staat.
Wat onbekookte tramplannen zijn er
ook voor dit stuk Den
Haag. Zo rond 2040 kunnen wij, of de generaties die na ons komen,
mogelijk
gebruik maken van een tramtunnel Scheveningen – Madurodam – Centraal
Station –
Binckhorst en door naar Delft of Zoetermeer. Nu zou je denken:
reserveer dan in
die Victory Boogie Woogietunnel meteen ruimte voor tramrails. Dat is
vast
goedkoper dan er t.z.t. een tweede Victory Boogie Woogietunnel naast te
leggen.
Maar ik geloof niet dat dat in de planning staat.
Het is vandaag de dag moeilijk te
geloven dat uitgerekend op
deze bunders 4 eeuwen geleden een lyrisch-arcadisch poëziegenre is
ontstaan:
het hofdicht. Toch is dat het geval;
lees de educatieve pagina die ik daaraan
gewijd heb, ook alweer 15 jaar geleden.
Lijn 28 heeft in de
spits zijn
eindpunt onder het viaduct van station Voorburg – vlakbij Hofwijck, het
optrekje van ook alweer een hofdichter. Dat busstation ziet ook de
HTM-lijnen 23
en 26 en streeklijnen 45 en 46.
Ik neem bus 28
helemaal tot het
Gemeentemuseum. Elektrisch, dus. En hij biedt verder ook alles wat een
moderne
stadsbus moet bieden: plek voor rolstoelen en kinderwagens, gratis
WiFi,
aansluiting voor USB-sticks. Vergelijk ze eens met die
lichtgroen-lichtgele
benzineblikken waarin ik als in Voorburg woonachtig kleutertje begin
jaren 60
vervoerd werd!
Die elektrische
bussen kunnen de
diesels gemakkelijk bijhouden. Ze
zijn
schoner en geruislozer, en om de laatste reden voorzien van een bel.
Deze lijn
moet nog wel wennen. Meer dan 9 medepassagiers zal ik nergens hebben op
deze
rit in hartje-avondspits.
En dan is het al weer
zondag. De
winter van 2018 / 2019 viel op zaterdag, zullen we achteraf zeggen. Dat
bracht gisterenavond
een pak sneeuw van vele meters met zich mee, gepaard gaande met
tientallen sneeuwlawines
die allemaal, echt állemaal op het spoor terecht kwamen. Tenminste, dat
zou je
denken, als je zondagmorgen wakker wordt, je telefoon raadpleegt en
ziet dat
het treinverkeer op 7 plekken gestremd is door het noodweer.
En als ik dan uit het
raam kijk,
zie ik een miniem laagje natte sneeuw dat al aan het wegsmelten is.
Gezien de
situatie op het spoor zie ik er maar van af om Sjoerd naar Leiden te
halen.
Wederom wandelen in Den Haag dus, en we gunnen bus 28 een tweede kans.
Die bus rijdt nu; we
pakken hem op
op het Spui. Sjoerd heeft in beter dagen vrijwel alle continenten van
de
aardbol bereisd, maar heeft nog nooit in een elektrische bus gezeten.
Dat verschijnsel is
ook sterk in
opmars. Precies 2 jaar geleden had Eindhoven de primeur van een vloot
elektrische
stadsbussen – en van de onvermijdelijke kinderziekten. Daarna heeft het
verschijnsel: E-bus zich snel verspreid over heel het land. Ik heb het
niet
bijgehouden, maar je ziet ze nu al op een stuk of 10 à 12 plekken,
schat ik. Leiden
krijgt ze in de loop van 2019.
Over een jaar of 10
zal de
dieselbus nog slechts nostalgie en herinnering zijn, zoals de
stoomtrein nu.
Bij bussen gaan ontwikkelingen toch veel sneller dan in het railwezen.
De
triomf van het rubber over het staal, pleeg ik dat te noemen.
Die blijkt ook uit
deze nieuwe bus
naar het ‘Westerstrand’, zoals het hier ook wel heet. Het had een tram
zullen
worden. Er werden tientallen tramvarianten opgesteld; afbuiging lijn
11,
doortrekking lijn 12 of 16, maar nu is het dan uiteindelijk een bus.
Mijn broertje keurt
de
rijeigenschappen van de bus ook goed. We zijn in Scheveningen; de rit
daarheen
duurt een minuut of 20 vanaf het Spui.
De halte Douzastraat
wordt tot
onze ontzetting aangekondigd als ‘Douwzastraat’. Hoe bestaat het! Geen
Leidenaar zal Janus Douza (Jan van der Does; 1545-1604), held uit de
tijd van het
Beleg van Leiden, ooit Douw-za noemen . Douwen, dat doe je met deze
bus, als de
accu leeg zou zijn.
We naderen de laatste
halte vóór
Engeland. Slagbomen klappen open voor de bus die daarmee toegang krijgt
tot een ruim
parkeerterrein aan de voet van gloednieuwe appartementen. Norfolk
maakte hier
plaats voor nieuwbouw. Tot niet zo lang geleden kon je terecht bij
Norfolk
Lines als je de vraag: ‘Wie wil er mee naar Engeland varen’ met ‘Ja’
beantwoordde.
Er staan hier 2
laadinstallaties, elk betaande uit
een schakelkast en een minimalistisch vormgegeven laadpaal. De bus gaat
staan
bij een groen lampje in het plaveisel en op het busdak klapt een beugel
omhoog
tegen een contact.
‘Wonen op de Zuid,
zinderen aan
zee’, vindt een billboard. Maar op deze kille, donkere dag zindert er
erg weinig
in Scheveningen. Tijd om een streep te zetten onder dit verhaal. De
ronde van
Zuid-Holland wordt binnen afzienbare tijd voortgezet op Voorne-Putten,
per
R-net-bus.
Frans Mensonides
21 december 2018
Er geweest: vrijdag 15 en zondag 17 december 2018
En dan nu het beloofde vervolg op het verhaal van station
Lansingerland-Zoetermeer. Hierboven staat te lezen hoe ik in december 2018 op
een donkere, winderige late zondagmiddag en op een zonovergoten vrijdags
noenuur dit nieuwe Sprinterstation in gebruik nam.
Op zondag 9 december stopten er voor het eerst treinen. Het
station was toen, naar goed gebruik in het Nederlandse OV, nog maar half af.
Aansluitingen op de bus en Randstadrail waren nog niet gerealiseerd. Daarin is
met ingang van deze dag, zondag 19 mei 2019, verandering gekomen. Gisteren,
zaterdag 18, is het station officieel geopend, met een volksfeest – in een gebied waar
weinig volk woont. En vanaf heden is het ook bereikbaar met aansluitend vervoer.
Alle reden om opnieuw te komen kijken.
En daar het zondagmiddag is, ben ik ook deze keer in het
gezelschap van mijn broertje Sjoerd. We ontmoeten elkaar op Den Haag Centraal. Hij
verbaast zich over de prijs van zijn enkeltje van daar naar Lansingerland-Zoetermeer:
€ 4,70 voor een afstandje van nog geen 15 km. Maar dat is voltarief voor
niet-regelmatige treinklanten die hun kaartje uit de automaat kopen. Daarbovenop
komt nog 1 euro toeslag voor straf omdat je überhaupt een kaartje koopt en niet
zwartrijdt.
De Sprinter Den Haag - ’s-Hertogenbosch stopt in Voorburg,
war wij geboren zijn, en op de stations Den Haag–Ypenburg, Zoetermeer en
Zoetermeer Oost, en van die stations heeft Sjoerd nog nooit gehoord. Hij was in
jongere jaren wereldreiziger en kosmopoliet, en bereisde de Andes, het tropisch
regenwoud van Brazilië en de Himalaya. Maar de urbane jungle van Zuid-Holland
is zo goed als terra incognita voor
hem.
Station Lansingerland-Zoetermeer heeft nu alles wat het
hebben moet, waaronder een hal met een dak. Die hal is wat donker en somber,
maar de voorgevel van het station, aan de zuidzijde, is echt heel fraai en
strak vormgegeven. De hal en de perrons liggen een meter of 3 boven het
maaiveld; de bushaltes óp het maaiveld. Het dak, waarvandaan met ingang van
vandaag de Randstadrailen vertrekken, ligt zo´n 9 meter boven de polder.
Het station is gebouwd op de groei. Er is ooit een
passagiersaantal geraamd van 10.000 in- plus uitstappers per dag. Maar dat was
gebaseerd op de transformatie van dit stuk polder tot een pretpark.
Realistischer ramingen gaan nu uit van 2500. Gedurende de
afgelopen maanden is het reizigersaantal al gestegen van 500 naar 1000, ook
zonder aansluitingen op stads- en streekvervoer. Dat duizendtal zal dan
voornamelijk bestaan uit forenzen. Met overstapmogelijkheden op bus en
lightrail erbij krijgt het station op den duur, als de reizigers het ontdekt
hebben, vooral een knooppuntfunctie.
Vandaag is het ook relatief druk voor een zondagmiddag, met
wandelaars en kijkers. Er heerst in en om het station een vrolijke
eerstedagsstemming, zoals ik het noem (zonder spaties, uiteraard) die je wel
vaker hebt op openingsdagen van OV-lijnen. Er lopen mensen die zoals wij een
pretritje gemaakt hebben, gewoon om eens te kijken hoe het eruit ziet. De
mensen kuieren, om zich heen kijkend, over perrons en door de hal.
Op het busstation ten zuiden van het spoor stoppen de ‘ZoRo’-bussen
lijn 170 en 173. Beide lijnen verbinden Zoetermeer Centrum-West (hét OV-knooppunt
van Zoetermeer) met metrostation Rodenrijs. Lijn 170 doet dat via de kortste
weg en een in 2012 gerealiseerde busbaan; lijn 173 neemt Bleiswijk mee op zijn
route.
Aan de noordkant van Lansingerland-Zoetermeer is ook een
busstation met enkele perronnetjes. Hier stopt merkwaardigerwijze ook lijn 173;
hoe die van de ene naar de andere kant komt, zie ik zo gauw niet. Dat gebeurt
ook niet, zoek ik later uit. Op zondag en in de avonduren rijdt deze bus
slechts van Lansingerland-Zoetermeer naar Rodenrijs, en vertrekt dan van de
zuidzijde. Op overige tijdstippen rijdt hij de hele route Centrum-West –
Rodenrijs, en stopt aan de noordkant. Even opletten dus…
Verder halteren bij deze halte ook de doordeweekse spits-snellijnen
380 en 381 naar Alphen aan den Rijn en 383 naar Krimpen, ook aan DEN IJssel.
Een klim van weer die 58 treden naar het dak van het station;
de lift aan de noordkant is nog steeds in aanbouw. Op dit grote platform ligt
ook het nieuwe eindpunt van Randstadrail RR4.
We zoeken hier overal in de omgeving vergeefs naar een
koffietentje. Bleizo had het Las Vegas van Holland moeten worden, en wordt dat
wellicht ooit nog, maar momenteel nog geen bak koffie te krijgen! Daarom
stappen we in RR4, die ons in een ruim halfuur naar de HEMA of de Bijenkorf in
Den Haag brengt.
De eerste tussenhalte ligt bij het Burgemeester van Tuyll
Sportpark, maar heet kortweg: Van Tuyllpark. Tussen Van Tuyllpark en het oude
eindpunt Javalaan liggen vier sporen. De twee binnenste worden al sinds enkele
jaren gebruikt als opstelspoor.
De totale rit met RR4 van Lansingerland-Zoetermeer naar Den
Haag De Uithof is 29 km lang, een afstand die wordt afgelegd in 58 minuten. Het
stuk dat wij doen, het metro-achtige traject Lansingerland – Den Haag Grote
Markt meet 22 km en deze rit duurt 36 minuten, wat neerkomt op een gemiddelde
snelheid van 37 km/uur. Over de rest van het traject rijdt RR4 als gewone
stadstram 7 km in 22 minuten, wat een aanzienlijk lager moyenne oplevert: 19 km
per uur.
Met het nieuwe stukje Javalaan – Lansingerland van 1900
meter is het project Randstadrail nu echt helemaal voltooid; ik hoor tenminste
weinig concrete geluiden meer over uitbreidingsplannen. Dit project
met veel vallen en opstaan heb ik de hele jaren 00 en 10 op de voet gevolgd;
zie het overzicht:
Deel 16: ZoRo (Zoetermeer-Rodenrijs) Gewoon maar een stadsbus (februari 2013) - Deel 15: ZoRo in de zomer; aanleg busbaan ZOetermeer - ROdenriis (augustus 2012) - Deel 14: HTM-lijn 2 (Kraayenstein - Leidschendam Noord) ver-Randstadraild (mei 2012) - Deel 13: Den Haag Centraal – Rotterdam Slinge / ZoRo (februari 2012) - Deel 12: Zoetermeer Javalaan - Zo blij met Bleizo en ZoRo – Even koppelen aan RGL (december 2011) - Deel 11: Aantakken met Qbuzz; Bleiswijk (augustus 2010) - Deel 10: Statenwegtunnel in gebruik: Vivat Hofpleinlijn! (augustus 2010) - Deel 9: (Geen) afscheid van station Rotterdam Hofplein (juli 2010) - Deel 8: Zuidwaarts Randstadrail op koers? (Berkel-Westpolder, Qbuzz; februari 2009) - Deel :7 Krakkemikkige Krakeling (november 2007) -Deel 6: Randstadrail; the movie (oktober 2007) - Forepark: geen bloemen. geen toespraken (september 2007) - Deel 5: Geen pgimeuâh, geen wissel-èzâh: RR 4 naar De Uithof (juni 2007) - Deel 4: In elleke boch´ gaat-ie op z´n zèkant legge; RR 3 naar Loosduinen (maart 2007) - Deel 3: We hebben weer stroom! Erasmuslijn Rotterdam - Den Haag CS (november 2006) - Deel 2: TRAMmelant is het handelsmerk; RR4, Oosterheem - Monstersestraat (november 2006) - Deel 1: Een nieuwe reisstijl: kruipen van Hofplein naar Nootdorp (september 2006) - Deel 0: Diep beschamend! (uitstel opening Randstadrail; september 2006) - Kattenrug op krakeling? Ombouw Hofplein- en Zoetermeerlijn (juli 2006)
Onze rit van Zoetermeer terug naar Den Haag kost bijna net
zoveel als dat enkeltje voltarief per trein: €4,57. Dat ontlokt Sjoerd de
opmerking dat hij voor het bedrag dat hij vandaag verreisd heeft, in Brazilië
een halve dag in de bus kon zitten; ritten van honderden kilometers. ‘En dan
werd er voor die paar centen nog een goeie knokfilm gedraaid ook, en je mocht gewoon
roken in de bus. Ja, het stond er dan wel helemaal blauw van de rook…‘
Wie verre reizen doet, kan veel verhalen. Maar met dichtbije reizen kun je dat ook wel;
zie dit artikel, of eigenlijk: deze site in z’n geheel. Ik onderneem komende
week een reis Leiden – Langsingerland in de spits om te zien of de forenzen al
toestromen naar het nieuwe station.
En dat doe ik dan woensdag aan het eind van de middag. Ik
pak de bus vanuit Leiden ZW naar station Lammenschans, neem daar de R-net-bus
lijn 400 naar Zoetermeer en stap daar op Randstadrail RR4. Als we het oude
eindpunt, Javalaan in de wijk Oosterheem, voorbij zijn, moet ik vaststellen dat
er geen enkele andere passagier meer in het voertuig zit dan fotograaf dezes.
Vandaag is ineens toch nog, op de valreep, de lente
uitgebroken. Ik loop in overvloedige zon van hier naar station
Lansingerland-Zoetermeer over een glooiend fiets- en wandelpad.
Op en om het nieuwe trein-, Randstadrail- en busstation
wandel ik een uur fotograferend rond, van 16:15 tot 17:15. Langzamerhand komt
er een stroom klerken op gang, allemaal met de te dikke jassen over de arm die
ze vanmorgen vroeg van de kapstok getrokken hebben.
Ik heb nog geen abacus, een oosters telraam, nodig om de
passagiers te tellen die per rit instappen in trein, tram of bus (een ‘Randstadrailvoertuig’
is gewoon een tram, laten we wel wezen). Nee, ik kan het tellen wel af met mijn
10 geboden; in geen een voertuig zie ik meer reizigers stappen dan ik vingers
tot mijn beschikking heb.
Toch zal dit station ooit ontdekt worden als knooppunt. Je
bent hier per trein maar een stijf kwartiertje verwijderd van Den Haag
Centraal, per bus een krap kwartier van metrostation Rodenrijs en per tram ruim
10 minuten van Centrum-West, het hart van Zoetermeer. De Koopgoot van Rotterdam
is nog geen halfuur weg, met overstap in Rodenrijs. Utrecht Centraal bereik je
in iets meer dan een halfuur, als je overstapt in Gouda en niet in die slome
Sprinter naar Den Bosch blijft zitten.
Jammer dat dit niet een echt mega-knooppunt is geworden, met
ook een HSL-station erbij (en voor mijn part een lopende band voor voetgangers
om die 750 meter te overbruggen). Dan was Den Haag ook verlost van zijn frustratie-nummer-één
op OV-gebied: geen HSL-station in de regio.
Ik had het daarnet over bus 383. Die kon ik wel eens nemen
om deze middag vol te maken / te vervolmaken. Deze spitsbus, gereden met
Q-liners, rijdt van Den Haag Centraal naar Krimpen aan den IJssel, via Voorburg,
Zoetermeer, Moerkapelle, Zevenhuizen, Rotterdam Nesselande, Nieuwerkerk aan den
IJssel en Capelle aan den IJssel.
Ik neem die van 17:23. Even voorbij Zoetermeer belandt hij
op een B-weg met boerderijen erlangs, waarna we het rustieke dorpje Moerkapelle
binnenrijden. Dat is toch de charme van ZH: sla twee, drie hoeken om en je
belandt in een compleet andere wereld. Op de weg tussen Moerkapelle en
Zevenbergen wordt de halte Noordeinde nummer 75 aangekondigd, en kilometers
verderop Noordeinde nummer 57; die namen maken al een landelijke indruk.
Toch hebben deze dorpen dank zij de Q-liner een directe en
redelijk snelle verbinding met Den Haag. Weinig reizigers zullen de hele rit
van Den Haag naar Krimpen a/d IJssel uitzitten. Die duurt een kleine anderhalf
uur; er zijn snellere verbindingen, maar dan wel met overstappen.
Nu rijden we de uiterste noordpunt binnen van de Rotterdamse
wijk Nesselande. Ik stap over op de metro, verlaat die bij Blaak voor een
maaltijd in de Markthal ( daar ik geen zin heb om te koken), maak een
avondwandeling over de Willemsburg en de Erasmusbrug, pak bij Leuvehaven de
metro naar Rodenrijs, stap over op bus 170, en neem bij Zoetermeer Centrum-West
R-net 400 terug naar station Leiden Lammenschans.
In totaal op deze woensdag 80 km stads- streekvervoer,
afgelegd met 8 voertuigen. Dit hoofdje ging over een spoorwegstation, zonder
dat ik vandaag een trein genomen heb.
Frans Mensonides
24 mei 2019
Er geweest: zondag 20 woensdag 23 mei 2019.
Rotterdam Nesselande
Met toilet en Mondriaan-motieven: Sprinter Nieuwe Generatie - Half af: station Lansingerland-Zoetermeer - Lansingerland-Zoetermeer bij daglicht - MerwedeLingeLijn in andere handen - Een feestelijk oplaadmomentje: elektrische bus HTM -Eerstedagsstemming; Randstadrail doorgetrokken naar Lansingerland-Zoetermeer - Forenzenstemming; woensdagmiddag
©
Frans Mensonides, Leiden, 2018 / 2019